II 111 fllBMai 15 flllÉf 1831
Crisisvergadering der
Provinciale Commissie
'ümmm
AllSlilHiil
li
l1!!! Itiip
Dinsdagmiddag 2 uur kwam de Prov. Com
missie uit. de Veilingen 'in Noordholland bijeen
i:n hpt Landbouwhuis 'te Alkmaar. Aanwezig wa-
refn de aangesloten veilingen en vele tuinbouwers.
De voorz. ,de Ej.A. heer P. Sjot A.Pz., burge
meester van preek op pangendijk, presideerde,
die de vergadering opent met een woord van
welkom in het algemeen en in 'net bijzonder aan
de Leden van Ged. Staten Gerhard, Bomans en
Michels. Namens het bestuur en de vergadering
stel ik' het op hoogen prijs, dat het college van
Ged. Staten den tijd cn de lust gevonden heeft
om deze vergadering bij te wonen, temeer waar
zij meer "da;n eens blijk 'hebben gegeven met
den tuinbouw mee te leven.
(Welkom de vertegenwoordigers van het Cen
traal Bureau, de heeren Valstar, Barendse en Nie-
möller, die hiertoe zijn uitgenoodigd.
Welkom de heer Rjtzenia, Rijkstuinbouweon-
sulent, terwijl van den heer Hazeloop berid.it
van verhindering is ontvangen, 'met bijvoeging
van een uitvoerig sclirijven.
Deze vergadering staat geheel in 'net teeken
van den nood in den tuinbouw. Uw bestuur heeft
geineend niet te moeten wachten tot de Jaar
vergadering, maar een buitengewone vergade
ring uit te schrijven om met elkander den nood
in den tuinbouw onder de oogen te zien en de
bespreken.
Terneer werd het bestuur tiiertoe aangezet, naar
aanleiding van een schrijven van de vereeniging
,jBe West''', waarin verschillende wensdnen naar
voren werden gebracht, en verzod.it werd om
eein bespreking daarvan met de Prov. Commissie-
Het bestuur heeft ee'.iter de yoorkeur gegeven'
aan een vergadering van eigen organisatie.
De moeilijkheden in den tuinbouw zijn van
dien aard en zijn zoo hoog ^geklommen, dat de
vraag moest worden gesteld, ,,wat hiertegen te
doen
(Met de volgende korte inleiding wil ik deze
zaak dan ook bij u aanhangig maken.
Toen we het vorig jaar 2 October in buitenge
wone vergadering samen waren om de nooden in
den tuinbouw te bespreken, werd er door nie
mand onzer vermoed, dat net opvolgende jaar
liog weer slechter zou zijn. Integendeel meen
den wij, dat evenals in 1923, een tijdelijke geld-
verstrekki'ng voldoende zou zijn om den tuin
bouw op de bee.i te houden. D|e provincie bleek
garant te willen zijn voor 70 pCjt. en de gemeen
ten voor 30 pet., zoo'dat het kwaad en de moeite
daarmee tijdelijk waren ondervangen. Wanneer
nu evenals na de hulp van '23 betere jaren waren
gekomen, jaren van bloei en vooruitgang, dan was
dat ook waarschijnlijk zoo geweest. Echter moe-
te|n we thans oonstateeren, dat we bitter zijn te
leurgesteld in onze verwachtingen en dat wij
met onzen tuinbouw en speciaal in Noordhollamd
dieper in de put zitten dan ooit te voren.
Het is zelfs op dit oogenblik zoo gesteld, dat
wij ons meer dan eens afvragen, kunnen ónze be
drijven onder de huidige omstandigheden nog
staande blijven en is er plaats voor? Maar volgt
dan dadelijk niet daarop (de bange vraag: wat
dan l
Want wanneer we kortelijk een relaas trach
ten te geven van de nslechten toestand waarin
onze tuinbouw zich thans bevindt, dan kunnen
we niet blijven staan bij de ziekte, welke de
aardappelcampagne totaal deed mislukken, maar
we moeten ons dadelijk realiseeren, wat het ge
weest zou zijn, indien er geen ziekte was geweest.
We weten immers allen opperbest, dat wanneer
er een volle oogst geweest was de misère niis-
schien nog veel grooter zou zijn geweest. Want
er was geen plaats voor het product.
Onze groote afnemer Duitschland sdnijhen we
geheel te verliezen. Om een staal daarvan te
geven moge 'ik 'hier melding maken van het vol-
gehde feit: van een bepaald station werden in
1930 toen het ook al sleekt, was 823 wagons
aardappelen naar Dnitschland geëxporteerd, dit
jaar 54i/2. Ware dit nu een geval, dat op zich
zelf stond, dan zou het missdnien nog te over
komen zijn, maar het is belaas overbekend, dat
het met alle producten 'feitelijk' van betzelfde
laken een pak is.
Nauwelijks is een product ter markt versche
nen, enkele dagen wanneer de aanvoer zeer klein
is gaat het dan nog, maar dan valt bet in de put
bi het komt er niet weer bovenop, totdat bet
seizoen weer 'ten eind© is.
Diat is het droeve refrein met bijna al onz©
producten.
Waar wij in normale tijden met verlangen uit
zien naar de rijpheid van ons product en naar
den tijd van oogsten, daar zien we nu al van te
DE NOOD IN DEN TUINBOUW.
REGEERINGSCREDIET OP LANGEN TERMIJN
VOOR HEN, DIE ZULKS BEHOEVEN.
VOORKOMING VAN HET OPZEGGEN VAN
HYPOTHEKEN OF OVERNAME DOOR DE
REGEERING BIJ OPZEGGING.
voren mol; een zekere vrees dat oogenblik na
deren en al te vaak blijkt het dat die vrees niet
ongegrond is. Ten overvloede mogen enkele cij
fers u dit nader illustreeren
i-tföieieocNto
co coO I. <N co co o O
eo Sci co' «d of v A r-i
OOïC0iO^^t"C5CpH(
O Oi t> lO cc co lO 05 lO i
id o' o co o h
CO^CCCtt^ojH
00 o O (M
5 K co fH 1
iO CO CO co w
N O C5 Oi 00 Ot l> 05 IQ
t>- H co O iO t>-' cm' CO y—i O*
se so S 31 ei 23 S
sr„
aS
00
CN
bpa>
Ie
_J NÓ3 co I.
CÖ -si CN
l^roOiSOnO
i 2 v; co. r-H O
1 vo o' co ai o
CO* co' r-i r-i r-i
t--e<-e<6-t.--a5-e<i-ico»o© I
aoo c s .s f- o h -s r, ro
os C- oc te t— cn co' ecj A
©osas<N©t—<N3f>o©<N©
CO Oï .O CO CO CN <N I
CO co* <n' .0 ca V t-i -si
-SI rH -SI CO
O -s< CN -s< I
h "O .eö öd t>
I
J1« A
«BJ m g»
In proeenten uitgedrukt was de omzet in '29
86.7 pet- van '28, of 13.3 pet lager.
Ib 1930 70.23 pet- van 1929, of 29.77'pet. lager
In 1931 85.9 pet- van 1930 o? 14.1 pet. lager,
eb in 1931 52.31 pet- van 19'28 of 47.69 pet. lager
Dit zijn cijfers die ons zeer duidelijk doen
zien dat het met den nood in den tuinbouw bange
ernst is. Temeer nog klemt dit daar deze cijfers
obs laten zien de bruto-opbremgst der producten.
Waar wij veilig ku'nnen aannemen dat de ex
ploitatiekosten niet of zeer gering zijn gedaald,
daar is het duidelijk 'dat de daling der omzet
cijfers Onkel drukt op het inkomen.
Over de omstandigheden en oorzaken, welke
ons in dezen noodtoestand gebracht bebben en
nog dagelijks brengen, wil ik zeer kort zijn.
Het ligt voor de hand, dunkt mij1, dat onze
handelsvoorwaarden met andere landen ons
hoofdzakelijk in deze misère bebben gebracht.
Wij zitten bij verschillende landen met zoo ab-
jraormale hooge invoertarieven dat de afzet veelal
een onmogelijkheid is geworden. Elr wordt te
Genève veel en kostelijk gepraat, maar daar
blijft het dan ook bij, wanneer ieder weer tbuis
is, dab wordt er maar weer een schepje opge
daan, en wij, op uitvoer aangewezen in onzen
tuinbouw, kunnen het gelag betalen.
Ik geloof dat we hier zij!n bij bet hart van de
kwaal, welke aan ons tuinbouwbestaan knaagt.
We kunnen in deze booze tijden nog ©en massa
andere dingen opsommen die het bestaansleven
vab onze tuinbouwers ongunstig beinvloeden,
maar hoofdzaak blijft tocb de belemmering op
den uitvoer. We vragen ons daarom af, of we
nu zoo moeten blijven doorgaan ten opzichte van
o|nzd handelspolitiek om de rol van bet onnoozel©
schaap te blijven spelen.
Tolmuren wegruimen, aan het ruil- en bandels-
verkeer volle vrijheid verleenien, dat zijn koste
lijke leuzeb en in dat koor kunnen wij van
harte meezingen, maar niet de liefde van één
kant, want daar gaan wij radicaal mee tan onder.
(Meènt onze regeering dat haar gedragslijn ook
in de naaste toekomst nog ongewijzigd moet blij
ven ten opzichte van den uitvoer, dan zal zij
den tuinbouw op de een of andere wijze schade
loos behooren te stellen indien men althans prijs
blijft stellen op de instandhouding van dezen
tak' vain ons volksbestaan.
'E|n hierbij ben ik bij een punt gekomen, waar
ik even langer bij moet stilstaan en ook even
dieper op zal hebben in te gaan, Ik' bedoel bet
punt of de Overheid geroepen is onze tuinbouw
i te hulp te komen om baar staande te houden, ja
i dati neen.
Om deze vraag te beantwoorden moeten we
eerst bepalen of de tuinbouw een gewoon bedrijf
j is dat, nu ja, aan een zeker aantal menschen
I een bestaan geeft, maar waar men overigens
i ook heel best buiteh zou kunnen. D|an moeten
die menschen maar wat anders beginnen. Eb
J ilaten wij nu de geschiedenis bierbij raadplegen.
Hoe is het toen ook weer geweest in de jaren
1915 tot 1919? Immers niet anders dan een
krachtig ingrijpen van de Overheid in ons parti
culier bedrijf en bezit. Dje voedselvoorziening
eischto dat. Die Overheid kwam op allerlei wijze
en in allerlei vorm ons product opeischen voor
de voedselvoorziening van ons volk. E|er men
gelegenheid kreeg ©en zeker prooent in de vrije
handel te verkoopen moest men een bepaald ge
deelte absoluut aan binnenlandsche gegadigden
verkoopen, al verschilde de prijs ook honderden
procenten. Eien andere wijze werd gevolgd voor
producten, die wat meer stabiel waren; dan werd
vooraf een zeker gedeelte opgeëischt voor een
lagen prijs, terwijl deze prestatie dan recht gaf
op vrije verkoop van het overschietende gedeelte.
Van sommige producten werden de kweekers
naar kort recht verplidnt een zeker gedeelte van
de opbrengst bij wijze van tribuut aan de over
heid af te staan. Zpo behoorde men van witte
kool b.v- 20 pet. vab de opbrengst te storten,
welke met de voedsel voorz iening nauwelijks ver
band hield. Daarna volgde dan nog de beschik
baarstelling.
Dus feitelijk werd van een wagen witte kool
welke f500 opbracht f100 in de sdnatkist ge
stort.
Ik haal deze dingen misschien een beetje uit
voerig naar voren, maar ik acht dat noodig om
aan te toonen welke plaats onze tuinbouw in
ons volksleven inneemt en tot welke diensten
hij in der tijden nood door de Oveiheid werd
geprest.
N uis het mijne bedoeling niet om naar de
Begeering te gaan en te zeggen, geeft U ons dat
terug, dan zijn wij klaar.'
Stel, dat de gedachte nog een oogenblik in
overweging kwam, ieder voelt onmiddellijk de
absolute onuitvoerbaarheid. Maar biermede is
dunkt mij, wel aangetoond dat, waar de over
heid, blijkens bet hier aangehaalde de tuinbouw
voor ons volksbestaan bleek noodig te hebben
en hem ook in baar dienst gebruikte en duchtig
ook, zij zichzelf daarmee verplicht om in andere
tijden, waar dat noodig mocht blijken ook de
helpende band uit te steken om het voor totale
ondergang te behoeden.
Nog verder wil ik gaanbehoort bet tot de
onmogelijkheden, dat deze dingem zich zullen her
halen? Nog afgezien van oorlog en de ramp
spoeden die daarmee gepaard gaan en waarvan
wij hopen verschoond te zullen blijven, maar
weten wij, weet er iemand in deze booze tijden,
hoe de verdere ontknooping van bet tegenwoor
dige warnet zal zijn? Bestaat de mogelijkheid
niet dat de tuinbouw wederom geroepen wordt,
zij het misschieh op geheel andere wijze en in
geheel andere omstandigheden om een gewichtige
rol te vervullen in ons volksbestaan?
Het is om deze redenen, èn de plaats welke
Onze tuinbouw in het verleden beeft ingenomen
èti ook de beteekenis van haar voortbestaan in
de toekomst, o'nze stellige overtuiging dat de
regeering zich niet van ons los maken lean noch
mag.
Fchter, waar we dit op goede gromden beb
ben aangetoond, hiermee zijn we er nog niet;
noch voor onze regeering, noch voor ons is het
gemakkelijk te zeggen wat er gebeuren moet.
Het is natuurlijk een klein kunstje om een op
somming te geven van een massa dingen die Ons
niet bevallen en wij hebben inzonderheid in den
laatsten tijd op verschillende vergaderingen oen
laUge rij van wenschen naar voren zien bren
gen; de meest uiteenloopende zelfs, zooal niet
tegenstrijdige, Ook daarmee zijn we er niet en
komen zelfs er weinig mee venier.
Als er iets is, waarvoor ik aan het begin van
deze vergadering zou willen waarschuwen dan
is het dit, laten wij niet bezig zijn een 'lange
waschlijst met allerlei wensdnen samen te stel-
len, maar laten we trachten ons te concentre©- j
rem op een concreet punt. D'at lijkt mij, hoe
moeilijk bok, het meest oms belang.
En dan wil ik wel dadelijk zeggen, dat uw i
bestuur deze zaak ernstig heeft overwogen en i
dat na uitvoerige bespreking, wij hebben ge
meend de oplossing te moeten zoeken in rente-
loeze geldvcrs trekking door de regeering, Blaar- j
nevens zou bij de Regeering moeten worden aan
gedrongen op wijziging van onze handelspolitiek
Het eerste om de bedrijven staande te houden,
het tweede om een beter uitzicht te verkrij
gen op een ©enigszins loonend bestaan.
'Over de uitvoering en over de details kan na
tuurlijk verschillend gedacht worden, bij beide
onderwerpen kunnen ook de meeningen worden
uitgewisseld, het lijkt mij 'zeer gewenischt, dat
de vergadering zich ook daarover uitspreekt.
Mpcht deze vergadering in groote lijn accoord
'kunnen gaan met deze denkbeelden, dan zou
het baar taak zijb om staande de vergadering
jeen eenigszins breede commissie aan te wijzen,
welke .gesteund door het Centraal Bureau van
de Veilingen in Nederland, op korte termijn een
bespreking aanvraagt bij den Mimister.
Ik hoop 'niet te lang uw aandadat gevraagd te
hebben, uw bestuur was van oorddeel, dat voor
wij het woord gaveti aan de vergadering, véij
zelf in de eerste plaats geroepen waren onz©
meening te zeggen en ook in welke richting,
dat wij meenden te moeten adviseeren. Zulks
ook tot bekorting der debatten.
Ten slotte moge ik hier nog den wensda'uit
spreken, dat onze besprekingen een zoodanig gun
stig verloop mogen hebben, dat wij ondanks de
moeilijkheden, waarin wij verkeeren, in een
drachtige samenwerking trachten te bereiken, wat
boodig is voor ons bestaajnsleven.
(Applaus).
Hierna wordt door den voorz. de brief Van
den heer Hazeloop voorgelezen, die hierin als
zijb meening te kennen geeft, dat men met cij
fers de regeering een inzicht móet geven in den
ongunstigen toestand van den tuinbouw in Noord
holland, en daarvoor de opbrengsten van d© vei
lingen in 1931 te vergelijken met di© van 1928.
Daarbij moet tevens gewezen worden op de groo
te economische beteekenis van den tuinbouw voor
oins land, welke al zeer duidelijk wordt geïl
lustreerd met de cijfers van in- en uitvoer in
1928 en 1929.
uitvoer in gld.
(L928 1929
143 mill. 137 mill
invoer in gld.
1928 1931
13 mill. 15 mill.
Uitvoer in guldens:
1928 1929
222 mill. 219 mill. zuivelproducten.
162 138 akker bo uwproduc tob.
96 85 vleesch.
70 eieren.
19 vetten.
Deze cijfers toornen ten duidelijkste van welk
groot, nationaal belang de tuinbouw is, waar
voor in tijden van nood zeker steun mag wor
den gevraagd.
H ierna geeft de voorz. het woord aan de ver
gadering ter bespreking van de voorstellen in
de inleiding naar voren gebracht.
De heer Zwagermab (N. Niedorp) vraagt
aan de verschillende woordvoerders een spreek
tijd toe ie staan.
De V oo r z. geeft iederefn spr- 10 minuten.
De heer Kostelijk. Wat ik te zeggen heb
staat volkomeln in het teeken van den huidigen
crisis. Het verheugt mij, dat vanaf de bestuurs
tafel een denkbeeld naar voren is gebracht, dat
gaarne door mij woidt geaccepteerd. Dte rante-
looze credietem zijn voor mij van veel beteeke
nis. Het is een herhaling van wat door den L.
T. B. is getracht te verkrijgen voor de aardap-
pclmisère. Alles hangt er aan vast. Dje menschen
hebbeti geld noodig. Eldnter moeten wij ons op de
verwezenlijking daarvan niet te blind staren,
eb wil ik er tegen waarschuwen om voorloopig
verder te gaan. Wanneer er spoedig rentelooze
tred ie ten kunnen worden verstrekt heb ik dat
liever, dan maar steeds vergaderen. Wanneer
we iets kunnen krijgen, dat aannemelijk is, dan
moeten wij ons daaraan vasthouden.
Wat de handelspolitiek betreft, daarover,
wensch ik niet veel te spreken. Wij
komen op het oogenblik in de knel met onze
uitvoerpolitiek, waar wij in hoofdzaak op uitvoer
zijb aangewezen. Dringend hebben wij daarvoor
nood ig het land aan den overkant van den Ooe-
aati. Maar het is ons onmogelijk gemaakt met
voorrechten, die daar worden geheven- Een an--
dere vraag is of wij het zoover kunnen door
voeren, dat het geen gevaar oplevert voor de
natie; waarmede wij terdege rekening hebben
te houden. 1
De heer S;. de Boer (Z;uidsdnarwoude) ver
heugt het ten zeerste en hij is er de Prov. C|omm.
dankbaar voor, dat zij dezen dag heeft georga
niseerd. Het verheugt mij' dat men daar de noo-
del'i van den tuinbouw kent en ziet. Directe
steun aan den tuinbouw door de regeering heeft
mijn volle sympathie. Het noodige is thans geld.
Wabt het is nu nog nijpender dan het vorige
jaar. Wanneer dat niet gebeurt, komen de ge
meentebesturen van de tuindersdorpen eveneens
in moeilijkheden door de werkeloosheid. Van har
te juich ik toe het verkrijgen van rentelooze
voorschotten. Maar het moet spoedig gebeuren1.
Nog dezen herfst heeft men het geld noodig. Elr
is gebrek. i
Een ander punt van groot belang voor den
tuinbouw, is het ongemotiveerd opzeggen van
hypotheken. Dlat opzeggen mag niet gebeuren,
en het zou kunnen gebeuren, omdat de hypo
theken grooter zijn dan de landwaarde. Dte men
schen komen daardoor in het gedrang. Ik weet
dat er een bange vrees ondier de tuinders heerscht,
dat het met erikëlen zal gebeuren, en daarom
zo|u ik er 'bij de regeering op willen aandringen
dat in die gevallen de hypotheek door de re
geering wordt overgenomen. Daardoor zal veel
vrees worden weggenomen. Spoedige hulp is dub
bele hulp. Desnoods moet men den geheelen 'tuin
bouw mobiliseeren om ons 'doel te bereiken.
De heer Die J o:ng (Grootebroek) sluit zich
volkomen aan bij het voorstel, "tot het verkrij
gen van rentelooze voorschotten. Maar hèt zal
spoedig dienen te gebeuren. Onze veiling heeft
net gevoeld, wat het beteekent wanneer er een
ramp gebeurt, zooals met de aardappels. Wij
nebben op een vergadering in Lutjebroek met
den L. T. B'. besproken of het niet mogelijk
zou zijn voor een ander artikel minimumprijzen
vast te stellen. Van de bloemkool-komt thans
niets terecht. Wij hebben gevraagd aan den Mi
nister om een prijs van 3 oent per stuk vast te
stellen. Maar niets hebben wij op ons verzoek
gehoord. 75 oent voor de 3e soort, maar nu reeds
is deze prijs voor de eerste soort noodig. Heden
morgen zijn 75000 stuks onverkocht gebleven
én naar de mestvaalt gebracht. Is het nu niet
mogelijk een deputatie naar den Min. te zenden
om aan hem te vragen direct te willen ingrijpen?
Dte heer Ham (Wijdenes), 'kan zich volkomen
aansluiten bij het voorstel van het bestuur tot
het verstrekken van gelden aan den tuinbouw.
Tevens ondersteunt hij het plan de Bber: het
voorkomen van ontijdig opzeggen van "hypoilne-
ken. Dit moordsysteem mag niet worden toege
past. Ein dit kan meen ik heel goed door een
pcodwet worden voorkomen.
Dte sociale lasten moeten als zeer nuttig en