wacscheiijk worden beoordeeld. Maar wij beta-
leS deze niet alleen voor ons personeel, maar
tevens voor ken, die in de onbeschutte bedrijven
werken. Daarom zou spr- bij de regeering er op
willen aandringen, dat de mensehen met een
tnkomejn van f1200 Of f1400, vrijstelling kre
gen van de betaling van sociale lasten.
Ook de grondbelasting is niet op haar plaats.
Uit den grond moeten wij ons inkomen halen,
en daarin zou'spr. een voorziening willen zien
getroffen.
Maar waaneer wij regeeringshulp gaan inroe
pen, moeten wij ook aanvaarden de maatregelen,
die in het belang van 'net bedrijf zijn, en zal er
eeln einde moeten komen aan 'de knoeierijen met
ohs product bij; den uitvoer. 'Wij moeten hebben
ee!n beter distributiestelsel van onze groenten.
Aan den eenen kant worden onze producten thans
vernietigd, terwijl er aan de nanderen kant zoo'n
groot.e behoefte aan i3.
'Dn dan deze crisis is een gevolg van het
stelsel, waaronder wij produceeren. Wanneer dat
niet verandert zal er nooit een verbetering ko
men. Komt er weder een opleving, dan komen
wij toch weer in de put, omdat daarnaast komen
pachtopdrijving e.a-
Dit zijn alle sociaal-economische vragen, waar- j
aan wij terdege onze aandacht 'nebben te sehen- i
ken, om door verbetering eenmaal tot een bloei-
ende voortbrenging te komen.
De heer D e Weerdt (Niedeihorst den Berg)
zegt dat er het vorig jaar ook' over credieten ge- i
sproken werd. Ik heb toen tegen deze credieten
gewaarschuwd en gezegd: deze crisis is pas in j
het begin van net begin. Ejn zullen de credieten j
worden een strop bij de vele andere stroppen.
Zeker .niemand zal ondankbaar zijn voor het j
ontvangen geld. Maar het moet weer terugge
geven. En zij die het geld gegeven 'nebben, zul
len dan niet terugwijken voor sentimenteele
overwegingen. En ook nu wil ik tegen het vra
gen van crediet waarschuwen. Het geld moet
worden terugbetaald en de regeering kent geen
medelijden. Wat wij noodig hebben is: directe
steun. 'In de steden krijgen de werkloozen steun-
Ein waarom de tuinders niet. Ik ben er dan ook
ten volle van overtuigd, dat wij nog wel eens
een crisisvergadering zullen houden maar dan
wanneer het water reéds over de lippen is ge
komen. Wij moeten hebben niet terug te betalen
steun. Eh dit geld kan worden geput uit de
inkomstenbelasting, en uit de militaire uitgaven.
Ein wanneer men spreekt over de hooge 'tol
muren, denkt men dan, dat die landen dat voor
hun pleizier 'nebben gedaan? Zij zijn gekomen
door den eoonomischen nood in die landen. Ein
wanneer de tolmuren van Duitschland werden
geslecht, gelooft men dan dat Duitschland zou
kunnen 'koopen Men denke aan de groote wer
keloosheid in dat land. Die oorzaak van deze
crisis moet gezocht worden in de concurrentie
tusschen de landen onderling. Eir is wanorde
geschapen zonder einde. Waar Inet hier op aan
komt is, dat de Nederlaudsche tuinbouw in een
crisis is geraakt, zonder het zelf gewild te 'neb
ben. En wij zijn in die moeilijkheden gekomen
dook een stelsel dat doojr de regeering wordt
gesteund. Die regeering heeft nog steeds niet ge
antwoord op een verzoek van Grootebroek. En
zij is het ook niet van plan. Want heeft de re
geering niet bij monde van een harer vertegen
woordigers later verklaren, dat de crisis moet
uitzieken? Met een commissie zullen we niets
bereiken. Alleen met strijd hardnekkigen
strijd. Dn daarom moeten wij iedere betaling
weigeren tot de regeering ons hulp geeft. Wij
moeten een demonstratie brengen in den Haag.
Dat is de eenige weg.
Die heer G roe t (Zuidscharwoude) is het roe
rend met den voorz. eens en wil hem ook onder
steunen in zijn belang voor de handelspolitiek!.
Crediet zal de mensehen maar voor een poosje
helpen. En 'noe gaat het thans met de landbouw
producten? Door 'den heer Kostelijk wordt er
op gewezen, dat men met verandering van han
delspolitiek de natie niet in gevaar moet brengen.
Maar wanneer, Zooals nu, onze uitvoer wordt
stop gezet, is onze natie dan niet in gevaar?
Dtoor haar passiviteit is zij zeer zeker in gevaar.
Als preventief wapen zal veranderde handels
politiek veel kunnen bijdragen tot verbetering.
Crediet zal tevergeefs zijn, wanneer de bedrijven
niet levensvatbaar hvorden gemaakt. Öm wille
van de handelspolitiek is de natie tlnans in ge
vaar. Maar niettemin juich ik' toe dat het noodige
geld woTdt verkregen en spoedig.
Ook ondersteun ik van harte de gedachte van
deh heer de Boer over de Hypotheken. Het land
is minder waard geworden en 'daardoor de hy
potheek 'te groot, Bij de regeering moet ep op
gewezen worden dat zij trachte te voorkomen
het uitvoeren van onnoodige executie. In den
Haag moet er spontaan op worden aangedron
gen dat rr.rr. daar denkt om onze uitvoerbe-
langen.
De heer Slclno.eh.rn aker (Wervershoof) on-
?derschrijft volkomen de woorden van den heer
Groen. Zeer vreemd klinkt hem "de verklaring
vjan den heer D|e Weerdt. W'at de anderen willen
schijnt voor hem van nul en geener waarde. Zelfs
de afgevaardigden van den arbeidersbond St.
Deus Dedit stellen zich otp het standpunt dat
hulp dringend noodig is. Actieve handelspoli-
zal ons redding brengen voor de toekomst.
De heer B us tenburg (Opperdoes) zegt, dat
er voor rentelooze voorschotten al veel werk is
gedaan, en spr. zou die commissie nu maar willen
laten doorwerken. Bij de behandeling van de
rijksbegrooting behoeft er maar weinig te ge
beuren óf de minister legt er het bijltje bij neer.
Dan komt er weer een nieuw kabinet en wij
zijn dan nog lang niet geholpen. Tevens zou hij
van den voorz. gaarne hooren, Ihoe die zich een
veranderde handelspolitiek indenkt.
De heer Hoogland (St. Pancras) zegt pre
cies deze voorstellen te hebben verwacht. Eten
renteloos voorschot en een vedhttarief. Wat we
reeds eerlder vau den land- en "tuinbouwkundigen
medewerker van de „Nieuwe Langedijker Cat."
in dat blad hebben gelezen, wordt hier precies
voorgesteld. Maar ik wil wel verklaren, dat
wanneer we hier een vergadering hadden van tuin
ders ,dus van onder af, we een heel ander geluid
zouden hooren. Die credieten zullen niet helpen
cjf ze zullen op buitengewoon langen termijn
moeten worden gegeven. Die schulden, die wij
thans bezitten zijn den minister bekend. Wij
hebben vaste schulden (credieten, hypotheken) en
losse schulden "(kunstmest, landhuur e.a-) Wan
neer voor de aflossing van de vaste schulden
geen loyale houding wordt aangenomen, gaan'
onze bedrijven den grond in. Ein wanneer onze
losse schulden niet worden betaald, dan kun
nen we geen kunstmest en geen land meer krij
gen. De bestaande bedrijven zijn belast met '70
pet, schuld, en dat belet ons om vooruit te komen-
Wanneer wij ons best doen om alles te betalen,
dan móeten wij geen last hebben van een crediet
op korten termijn. Kunnen we niet anders dan
een kort, crediet bekomen, dan zijin we mét deze
vergadering nog aan geen einde. Dlan zal er zeker
een vergadering van anderen op komen en 'daar
uit zal groote actie ontstaan.
De heer De Vries (Mediemblik) onderschrijft
de voorstellen van het bestuur der Prov. Gomm
en meent dan men zich alleen moet houden aan
rentelooze voorschotten.
Dte Vporz. antwoordt thans eerst op de
woorden van den heer Hoogland en meent een
weord van protest te moeten laten hooren ten
aanzien van de waarde waarop hij deze verga
dering schat. Wij hebben hier een vergadering
van de voormannen. Maar u zegt, dat zoo het
een vergadering van tuinders was, men zeker
iets anders zou hooren. Dat is een beleediging
voor deze vergadering. Wij allen zijn hier belast
met de lasten van den tuinbouw, 'en wij' trach
ten het juk van onze tuinders zooveel moge
lijk te verlichten, In deze vergadering leeft de
nieen'ing van den tuinbouw. Hier zijn de afge
vaardigden van de tuinders tegenwoordig.
Wat de sociale lasten betreft, deze zijn zeer
ernstig door ons besproken. Maar het bestuur
meende in de eerste plaats, om geen kracht te'
verliezen ,niet met een lange lijst van wenschen
te moeten komen. Dlaarom zijn wij met 2 onder
werpen naar voren gekomen, waarmede wij naar
onze meening het verste zullen komen. Dan
wijst voorz. op een tweetal uitspraken van prof-
Minderhoud, die tot de conclusie is gekomen
dat de sociale lasten niet van invloed zijn op de
bedrijfsinkomsten, en tevens dat geen toeslag
kan worden gegeven op producten, bestemd voor
uitvoer, omdat het buitenland daarin een po
ging zou kunnen zien tot dumping.
Maar wanneer de regeering ons zoo laat gaan,
(pi geen maatregelen neemt ten opzichte van
onze handelspolitiek, dan zullen er andere maat
regelen moeten worden genomen, opdat de tuin
bouw toch kan blijven voortbestaan.
De bedoeling is om bij de dezen zomer aan
gevraagde credieten aan te sluiten. Dus geen cre
diet voor de aardappelramp maar voor ons be-
staalnsleven.
Ten opzichte van de hypotheken weet voorz.
niet hoever men kan gaan, wat betreft het'
overnemen daarvan door de regeering. Echter is
hij van meening dat geen bank er aan zal den
ken om de bedrijven aan den balk te slaan.
De heer Valstar (Voorzitter C. B.) wenscht zijn
instemming te betuigen met deze vergadering en de
sympathieke wijze waarop de zaken worden be
handeld. Ook wij hebben de ontwikkeling van den
toestand ernstig gevolgd. Vele tuinbouwers zijn er
die het kwaad hebben, maar speciaal in Noord
holland. Dat is al reeds begonnen met de aardappe
len. In verschillende vergaderingen is de toestand
van den tuinbouw besproken en de geluiden die ons
vandaar bereikten, waren mij niet altijd even sym
pathiek, hoewel ik ze wel heb kunnen verklaren.
Maar het was toch niet den goeden weg om te
komen tot het doel. Men moet zeggen: dat is be
reikbaar. En wat zullen we met strijd bereiken?
krijgen we er een boterham meer door? Dezen weg
opgaande zullen we niets bereiken, en komen wij
niet waar wij wezen moeten. Wij willen allen zoo
mogelijk tuinder blijven en dat is geen gemak
kelijke taak. Over de geheele wereld heeft men een
geweldige last te dragen. En de oorzaak daarvan
moet men niet aan de regeering verwijten. Deze
oorzaken liggen veel dieper. Ook de regeering zit
voor groote moeilijkheden en een volgende zal die
lasten opnieuw op de schouders voelen drukken.
Nu zegt men dat de regeering geld moet geven,
maar waar moet het vandaan komen? Indien wij
teveel hooi op onze vork nemen, zakken we er zelf
mee ten onder. De pogingen van den L. T. B. en
verschillende burgemeesters hebben nog tot geen
resultaat geleid, maar ik weet dat er aan gewerkt
wordt, al werkt de departementale molen wel eens
langzaam. De veilingsorganisatie heeft zich tot be
perkt doel gesteld de schouders te zetten onder de
pogingen tot het nemen van maatregelen. De
kwestie van de handelspolitiek geeft ons voor het
moment niet. Zonder invoerrechten in Duitschland
kwamen wij er nog niet. De boer zit ons op de
schouders. De landbouw heeft zich eveneens ge
worpen op de tuinbouwcultuur en dat zit ons in de
maag. Daar zit de kwaal. Maar ik geloof dat wij
hem dit jaar voor een belangrijk deel kwijt zullen
raken.
Dan zal er in de toekomst weer een uitweg voor
den tuinbouw zijn.
Zeer hebben wij toegejuicht de maatregelen door
de regeering genomen tot steun aan den landbouw.
En daardoor zullen we een flinke groep van ons
tuinbouwbedrijf kwijt raken.
Wat Duitschland betreft, wijst spr. op het groot
aantal werkloozen en op een verminderde koop
kracht bij een nog grooter aantal, waardoor Duitsch
land geen afname meer doet.
De groote principieele vraag is thans: Is er nog
langer plaats voor den Nederlandschen tuinbouw of
niet? En wanneer de regeering ernstig studie maakt
van deze zaak, zal zij tot de conclusie komen, dat er
voor onzen ouden tuinbouw nog zeer zeker reden
van bestaan is.
Maar wij komen er niet met te spreken over
allerlei andere dingen. Wanneer we ons niet ver
standig aanstellen, dan verkrijgen we niet wat we
wenschen.
Spr. eindigt met den wensch dat de vergadering
de voorstellen van de Prov. C. zal aannemen, welke
door de groote organisatie hartelijk zullen worden
gesteund. Wij moeten oppassen dat we in deze
moeilijke omstandigheden niet het hoofd kwijt
raken en datgene grijpen wat mogelijk is.
De heer Groen (Zuidscharwoude) zegt, te ver
nemen dat er in de Tel. een bericht heeft gestaan,
dat de zaak van de aardappelcredieten is afgedaan.
Als secretaris van de betreffende Commissie wenscht
hij echter te verklaren, hiervan nog niets te weten.
De Regeering heeft in deze dan ook nog geen be
slissing genomen.
De hees Rustenburg (Opperdoes) is het be
stuur dankbaar voor het voorstel van de rente
looze voorschotten. Maar spr. is bang dat het werk
van de bestaande Commissie er schade onder zal
lijden.
De Voorzitter verwacht van niet, omdat het
werk van de Commissie maar gedeeltelijk werk is.
De heer D e W e e r t (Nederhorst den Berg) vraagt
den heer Valstar of deze met zijn methode één
boterham meer heeft gekregen. Er is gevraagd in
Ged. Staten hoe het staat met de credieten van
1923. En ik stond versteld dat er nog zulke groote
bedragen open stonden. En nu vraagt men voor de
derde maal crediet. Ik zou willen vragen: „waar
begraven wij ons om? Onze eenheid moet de regee
ring worden getoond en daarom moeten wij onze
tanden laten zien. En wanneer men vraagt waar het
geld vandaan moet komen, welnu: in ons land heeft
men 600 millioen gulden inkomen, waarvan maar
45 millioen is belast. Ik geloof nu wel de bron te
hebben aangegeven waar het geld kan worden
gehaald.
De heer K o s t e 1 ij k (Heerhugowaard) zegt, dat
hij ook een bepaalde ontstemming onder de tuin
ders heeft waargenomen. En het gaat nu om de
tuinders die op het oogenblik in nood zitten. Met
de geheele tuinbouw is er economisch mee gehol
pen. Meermalen heb ik tegen de landbouwer gezegd,
dat ik jaloersch op hen was. En konden er nu maar
maatregelen worden genomen, waardoor we een
opleving zouden krijgen in den tuinbouw. Konden
de tuinbouwproducten in het binnenland tegen een
redelijken prijs worden geplaatst, dan werd de ge
heele tuinbouw direct goed gesteund. De akkerbou
wers worden meer gesteund met de tarwewet dan
de tuinbouwers met een renteloos voorschot.
De heer Groen (Zuidscharwoude) spreekt dan
voor een meer actieve handelspolitiek. Konden wij
voorheen flinke voorraden naar Amerika versche
pen, door de hooge invoerrechten daar is dat ons
thans geheel onmogelijk gemaakt. Spr. hoopt dat
de heer Valstar daar nog eens op terug zal komen.
De heer Hoogland (St. Pancras) zegt, dat St.
Pancras het genoegen had den heer De Weerdt als
spreker te hebben om volgelingen te kweeken. Toen
heb ik daartegen gewaarschuwd. Ik heb daar
standjes gehad, maar wanneer u, mijnheer de voor
zitter had gehoord, wat de mensehen daar zeiden,
zouden uw ooren hebben getuit.
Credieten bij de vele credieten zullen ons niet
helpen, tezij er een zeer lange termijn voor aflos
sing wordt gesteld.
Op deze vergadering zitten in hoofdzaak andere
mensehen en beter gesitueerden. Gelukkig komt er
nu eenige verandering in.
Wij behoeven ons heusch niet meer te schamen
wanneer we zeggen te behooren tot de allerarmsten.
Wij hebben akkers, waarvan de stikstofbemesting
door de opbrengst niet wordt gedekt.
Doe iets, dat van beteekenis is, want anders zal
de organisatie de Prov. Commissie boven het hoofd
groeien.
Spr. oordeelt het 't best om de steunregeling toe
te passen als bij de aardappelen, door dit plaatselijk
in handen te geven.
De Voorzitter zegt, dat men geen steun moet
hebben in den zin van armenzorg, maar zoo, dat
het bedrijf in stand kan blijven. Wanneer er steun
bereikt kan worden bij de regeering, dan is dit een
zeer belangrijke zaak en vraag ik mij af wat beter
naar voren kan worden gebracht. In 1923 werd door
450 tuinders het leven behouden door crediet van
de Provincie. Van de toen verleende 3.5 ton staat
nu nog 70.000 gulden te betalen. Regeeringssteun is
het meest bereikbaar ideaal.
De heer Hoogland (Sint Pancras). Ik wilde
dat u eens wist hoe de tuinder zich voelde, wanneer
hij bij zijn oude credieten, nog weer nieuwe cre
dieten ziet gevoegd en zich in zijn slapelooze nach
ten afvraagt hoe hij deze schulden moet aflossen.
De heer Valstar zegt, dat de heer Groen niet
tevreden is over wat hij niet heeft gezegd over de
handelspolitiek. Maar met het bespreken van de
tarievenoorzaak schieten wij vandaag niet op. Er is
ook niet gesproken over de te hooge spoorwegvrach
ten. Wij moeten ons alleen beperken tot datgene
waarmede wij direct zijn geholpen.
Onze organisatie is ten deze actief genoeg. Ons
wordt gezegd dat wij ten opzichte van de handels-
polititiek meer aandacht hieraan moeten schenken
en actiever moeten zijn. Maar wij zijn in deze dili
gent.
De heer De Weerdt heeft op zeer voorzichtige
wijze zijn politieke meening naar voren gebracht.
Maar ik meen dat het noodig is dat wij daarover
zwijgen. In onze organisatie zijn alle richtingen voor
één belang vereenigd, en die eenheid moeten wij
bewapen.
Le heer Kehnedy (Beiemster) wijst op den
eisch van 'net Bóerencomité om de voorschotten
niet aflosbaar te doen zijn met een inkomen van
f 1500 en vraagt of de vergadering dezen eisch
•niet kan overnemen. Met man en macht moeten
wij al ónze kracht ontwikkelen om actie te
voeren
Lie heer Visser "(Opperdoes) zegt den voorz.
dat deze de kwestie van de hypotheken nogal
licht opvat. Maar het is een tuindersbelang wan
neer daarop bij den Min. wordt aangedrongen.
toSpr. gaat er verder volkomen mee accoorü, een
deputatie 'naar den Min. te sturen.
He heer Klant (Warmenhuizen) acht hel
goed. de aandacht van de regeering er op te ves
tigen, maar men moet hier niét teveel over spre
ken. Wanneer wij steeds maar weer de vrees
uiten, dat credieten niet geven, dan heeft men
tevens de grootste kans dat de geldschieters hun
handen van deze streek aftrekken.
He heer §|chuit (Heiloo) hoopt van harte
dat de tuinbouw de boeren mag kwijtraken. Maar
wanneer de toestand niet verandert, zitten de
boeren over een half jaar 'nier. Zij maken nu
ook een beroerden en teruggaanden tijd mee. Met
wijziging van onze handelspolitiek is het groot
ste gedeelte van den tuinbouw gebaat. Wat de
credieten betreft, moeten deze op langen ter
mijn worden verleend.
He Voorz. zegt, dat het hem heeft getrof
fen dgt zoovelen met het bestuursvoorstel ac
coord gaan. Jammer echter niet allen- Spr. vraagt
of de vergadering het voorstel kan aannemen
en het bestuur machtigen deze zaak bij den
Min. zoo krachtig mogelijk aan te pakken (ap
plaus).
Aan het voorstel wordt nog toegevoegd om
de crédieten op langen termijn te verstrekken.
Goedgevonden wordt aan den Min. een kort
en duidelijk schrijven te zenden, en een onder
houd te doek aanvragen door de Prov. Comm.
daarin gesteund door de Centrale Organisatie.
Tévens wordt goedgevonden dat overleg zal
worden gepleegd met de aardappelcommissie en
Voorz. en Secret, daarvan ter audiëntie zullen
meegaan. I f
He heer Hoos j e (Grootebroek) vraagt of het
niet mogelijk is dat een deputatie van het O.
B. naar den Min- gaat om hem te verzoeken*
maatregelen te nemen teneinde de vernietiging
van bloemkool te voorkomen.
De heer Die Boer (Zuidsdnarwoude) heeft
niets gehoord over zijn voorstel ten aanzien van
de hypotheken. Nu mag de heer Klant zeggen,
dat daar niet te veel over moet worden ge
sproken, omdat anders ons crediet weggaat, maar
dat is al weg. Spr- zou gaarfae zien dat dit
een onderwerp van bespreking met den Min.
uitmaakte. Niet alleen de kleine,' maar ook de
groote bedrijven vallen ér over.
Die heer V a 1st ar albtwoordt dat deze kwes
tie reeds bij den Min. is aanhangig gemaakt
vanuit Zeeland, De regeering heeft deze kwestie
ernstig in overweging genomen. D|oor mij is er
daarbij Oog op gewezen, dat het zeer nuttig
is om voorzorgsmaatregelen 'te nemen, teneinde
klaar te zijjn, wanneer zich die dingen zullen
voordoen. Wat het vernietigen van de bloemkool
en de onverkoopbaarheid betreft, zal spr. déze
zaak direct met den Min. bespreken.
De Voorz doet de toezegging de hypotheek
kwestie ook onder de aandacht van den Min.
te zullen 'brengen.
Dioor den heer Si. Brugman (Amsterdam)
wordt dan nog gezegd, hoe hij als oud-voorz;.
van den N. M- met de tuinbouwers meeleeft
in hun nooden. Dan wijst hij nog op de groote
moeiten, die de ouderen zich hebben moeten ge
troosten om de verschillende organisaties te
stichten. Hij eindigt met de opwekking, om wan-
hee<r men van deze vergadering zal zijn heen
;geaan, de organisatie hoog te houden.
De Voorz. thans tot sluiting overgaande-,
■zegt dat het den ouderen bekend is, hoe de
organisatie zich in den loop der jaren heeft
ontwikkeld, en kan hij volkomen onderstreepen,
het woord van den heer Birugman. Wij moeten
voorzichtig doen met onze organisatie. Wij be
leven thans een moeilijkén tijd in den tuinbouw,
en is het heusch geen mooie betrekking aan
het hoofd valn een organisatie te staan. Van
harte hoopt hij, dat hetgeen nu naar voren is
gebracht, krachtig gesteund mag worden door
de organisatie en de bestuursleden. Die nood vor
dert dat wij eendrachtig aanééngesloten zijn en
blijven.
Met nog een woord van dank' aan allen voor
hu'n aanwezigheid en voor de wijze, waarop men
hem de leiding van 'de vergadering zoo licht
heeft gemaakt, valt de hamer.