De Vrouw en de Mode
Voor Verstrooiing en Verpoozing
TOENEMENDE VERZORGING VAN HET
NAMIDDAGCOSTUUM.
De costuums voor den laten namiddag nemen een
geheel afzonderlijke plaats in in de Parijsche col
lecties en zij lijken meer op avondjaponnen dan op
de ensembles die voor het begin van den namiddag
worden ontworpen. Dit komt omdat zij, evenals de
avondjaponnen na zonsondergang worden gedragen;
ze zijn gewoonlijk meer gekleed dan de japonnetjes
die op zomeravonden worden gedragen.
Evenals de avondjaponnen vertoonen zij een
groote verscheidenheid; men vindt er zeer eenvou
dige modellen bij, naast andere met ingewikkelde
snit en garneering. Doch ook de eenvoudige model
len waarvan o.a. Lucien Lelong een groot voor
stander is, zijn door de rijke stoffen en de lange
rokken duidelijk onderscheiden van de costuums,
die bij daglicht worden gedragen. Het meeste suc
ces heeft Lelong met bijna tot de enkels reikende
rokken van zwart crêpe of chiffon, waarover af
zonderlijke kimonoblouses worden gedragen van flu
weel of brocaatsatijn in een afstekende kleur met
lange mouwen. Daarbij worden 2/3 lange fluweelen
mantels gedragen van een recht, ononderbroken
model, dat een slank silhouet geeft. Ze zijn met
vos of hermelijn gegarneerd.
Worth, die de mode van 1880 heeft doen herleven
en inderdaad een groot aantal bestellingen krijgt
voor zijn japonnen met strookjes, tournure-effect,
enz., tracht deze lijn ook vast te houden in zijn
ensembles voor 's middags. Wij zullen een van zijn
typische modellen beschrijven. Het is van donker
grijze wol met een blouse van groene mousseline,
die met ruches versierd is. De rok vertoont het
moderne silhouet, doch loopt geheel onderaan plot
seling wijd klokkend uit, zoodat eenigszins het effect
wordt verkregen, alsof er een breede strook aan
gezet is. Ook de schoot van het nauw om het mid
del sluitende manteltje loopt klokkend uit. Het
manteltje is verder voorzien van een opstaanden
shawlkraag, aan de binnenzijde met hermelijn bezet
en wordt gesloten door één rij knoopen. De zeer
eenvoudige mouwen zijn met een smal randje her
melijn afgezet, terwijl er ook een klein hermelijnen
mofje bij wordt gedragen. De combinatie van wol
met hermelijn is zeer aantrekkelijk.
(Nadruk verboden).
AVONDJAPONNEN VOOR JONGE MEISJES.
Bijna elke Parijsche couturier specialiseert zich
op avondjaponnen voor jonge meisjes; cnnoline-
modellen, waarvoor een jeugdig, slank figaar on
misbaar is, worden daarvoor bij voorkeur gekozen.
Het crinoline-effect moet echter bereikt worden
zonder extra-onderrokken van onze overgrootmoe
ders; daarom zijn vele rokken dubbel genomen, bijv.
die van blonde en crèmekleurige kant, die een
aardig effect maken bij de gladde lijfjes met vier
kante halsuitsnijding en pofmouwtjes van kat of
loovertjes. Er worden afzonderlijke ceintuurs op ge
dragen van breed fluweelen lint, soms in de echte
ouderwetsche magentakleur.
De boven beschreven modellen worden gelan
ceerd door Maggy Rouff; zij heeft voor jonge
meisjes ook avondjaponnen van changeant-zijde
met wijde strookjesrokken. Strookjes op avond
japonnen worden trouwens door alle couturiers toe
gepast, zelfs door hen die er niet toe overgaan, de
oude modes te volgen, zooals Worth en Molyneux,
die resp. den stijl van 1880 en 1860 op den voor
grond brengen. De crinoline-modellen van Worth
zien er echter minder jeugdig uit, doordat ze ge
woonlijk in zwarte tulle zijn uitgevoerd met een
garneering van zwarte struisveeren en gecombineerd
worden met korte gedrapeerde manteltjes van zwart
fluweel met zilvervos; een zeer jeugdig figuur blijft
echter ook voor deze japonnen een eerste vereischte.
Worth maakt ook vele japonnen voor jonge meisjes
van taf zij de of mousseline, waarop hij strookjes
van geleidelijk toenemende breedte aanbrengt.
Lelong houdt zeer streng aan de meer moderne
modellen en toch verschillen bij hem de avond
japonnen voor jonge meisjes meer van de andere
gekleede toiletten dan bij welk modehuis ook. Voor
de iets oudere dames laat hij zeer lange, sleepende,
aansluitende prinsesmodellen zien, doch voor de
heel jonge meisjes kiest hij juist tot den grond rei
kende japonnen met rechte lijfjes en recht neer
hangende rokken, waarbij de taille is aangegeven
zonder dat de japon bepaald om het middel sluit.
Ook het décolleté is voor jonge meisjes zeer be
scheiden, terwijl deze japonnen dikwijls van zeer
kleine pofmouwtjes zijn voorzien. Voor deze jeug
dige modellen gebruikt hij bij voorkeur chiffon,
tulle, crêpe Georgette, fijna kant of peau d'ange m
wit, mat blauw, rozerood of koraalrood; lamé, flu
weel en brocaatsatijn blijven bewaard voor de oude-
rCOver het algemeen wordt deze opvatting ook door
de andere couturiers gedeeld, doch Maggy Rouff
toonde ons een echt meisjesachtige japon van zwart
fluweel met pofmouwen, tournure-effect en een
schouderbouquet van witte hermelijnstaarten, ter
wijl Jean Patou zeer jeugdige modellen van lamé
verkrijgt door den snit uiterst eenvoudig te houden.
(Nadruk verboden).
HEIT GEHEIM VAN JOE BiARKE.
Eén vervolgverhaal voor jongens door ESteAY.
Tierde hoofdstuk'.
„Zoö zoo, zijn de knaapjes daar."
Henk en George stonden met hun petten in
hu hinand in de hal van huize „"VVindevanek
waar ze juist warén ontvangen door een dikke
goedige vrouw, die zei dat ze Sjien heette en
de huishoudster van Oom was.
Nu klctak daar plotseling die zware stem die
aan oom Sullivan scheen toe te bchooren en in
de deuropening stond een groote, breedgeschou
derde man van ongeveer vijftig jaar. Eien groote
woeste baard golfde over zijn breede borst.
Henk en George wisten plotseling dat dit „de
oom was. Hé oom die in de boeken van die ge
weldige verhalen wist te vertellen, de oom die
altijd iet sfijns voor je verjaardag mist te ver
zinnen, de oom die alles wist van de indianen
en de cowboys kortom: de ideale oom.
Ze traden "naderbij en gave nhem een 'nand.
Oom SSullivan lachte eens en zei:
„Zoo, jullie zijn dus Henk en George, de twee
dappere zonen van mijn broer. Welkom op W in-
devanck hoor. We zullen er een 'paar geklopte
weekjes van maken."
He jongens genoten al. Oom sprak van „ge
klopte". Hat was een uitdrukking voor een jon
gen. Dus had oom veel gemeen met een jongen...
dat kon goed worden.
Nadat oom had geïnformeerd naar de gezond
heid van moeder en vader ging men aan tafel.
Be jongens voelden zich al dadelijk op hun ge
mak blij' hun joviale familielid en raakten al
spoedig, na het eten, mét oom in een technisch
gesprek óver voetballen. Nu, daar wist hij ook
heel wat van. Dadelijk kregen de jongens een
verhaal te hooren over een groote wedstrijd die
oom in Sidney had meegemaakt. Ein oom kon
vertellen, dat was zeker. Dte jongens luisterden
met open mond en het klokje van gdnoorzaam-
hed kwam erg onverwacht.
iMaar, zoodra ze in het groote bed, dat boven
c^p de logeerkamer stond waren gekropen vie
len ze in slaap.
Want reizen is nu eenmaal een vermoeiende
bezigheid.
Hen volgenden morgen regende het met straal
tjes.
„Pats", zei Henk, die het eerst de gordijnen
ic?p zij schoof. „Diat wordt tlnuis blijven van
daag, wat ik je brom."
George, 'die ook uit bed was gekomen, keek
gapend naar buiten. Het geheele huis was om
ringd door boschgrond. Windevanck lag inder
daad zeer eenzaam. Van den hoofdweg af moest
je een kwartier of drie over kleine paadjes loo-
pén en dan midden in de wildernis, zooals Ge
orge zet vond je eindelijk Windevanck.
Maar toch werd de regendag niet zoo vervelend
als de jongens dachten. In Inuis was alles nog
nieuw voor hen en ze begonnen dadelijk na. 'net
ontbijt een speurtocht. De kamers van Winde
vanck waren groo't en niet zeer gezellig. Alleen
de huiskamer 'beneden maakte een gunstige uit
zondering. Het huis was -trouwens veel te groot
voor twee mdnschen en de meeste kamers wer
den dan ook nooit gebruikt. Haar hingen de
hoezen over de stoelen wat 'net aanzicht nu
niet bepaald veel gezelliger maakte.
Toen de jongens echter op de gang van de
tweede etage kwamen en daar de deur van de
kamer 'die naast hun slaapvertrek gelegen was
wilden openmaken, waren hun pogingen zonder
resultaat. De deur bleek op slot te zijd-
„Wat raar, zei Henk, en oom zei dat we
overal eens een kijkje konden gaan nemen. Waar
om hier nu niet?"
Henk haalde de schouders op.
,/k Weet het niet," sprak !nij. „Misschien zijn
er wel geheimen in die kamer.7
„Geheimen.?7
Hénk was plotseling een en al aandacht. Maar
George, die er natuurlijk' net zoomin iets van
wist als zijn broer, sprak snel, voordat Henk
om eek nadere verklaring van zijn opmerking
had kunnen vragen:
Laten we oom er eens over spreken. Die weet
natuurlijk wel waarom de deur op slot is."
Zoo gezegd zoo gedaan. Be jongens gingen naar
beneden waar oom aan zijn groote schrijftafel
zat.
„Oom," sprak Henk, „wat is ér boven?"
Oom begreep het niet en keek verbaasd.
„Ts het een geheim?'' vroeg Henk weer. Oom
begon te lachen en vroeg:
„(Maar wat bedoel je dan toch m'n Henkie?"
i\u kwam George zijn broer te hulp.
„We hebben alle kamers gezien oom Sully,7
zei hij, „behalve de kamer boven naast de onze
B;ie is op slot." C
„iOooo, de kamer is op slot. Em nu zijn jullie
natuurlijk vreeselijk nieuwsgierig geworden niet
waar? Je denkt zeker dat ik er eek stelletje
Indianen of een paar Glongonegers heb verstopt.7
j De jongens lachten en oom vervolgde:
j ,Maar toch 'nebben jullie gelijk als je denkt
I dat er iets bijzonders in die kamer is. Ik heb
I 'm op slot gedaan omdat ik er dingen bewaar,
die voor mij van zeer veel waarde zijn."
Oom zweeg even en "keek peinzend voor zich
uit. De jongens vonden het erg spannend en luis
terden met open monden.
„Wat is er dan in oom Sully vroeg Henk
die zijn nieuwsgierigheid op Inet laatst niet meer
kbn bedwingen en daarom maar recht op den
man af zijn vraag stelde.
„Wat er in is, m''n jongen? In die kamer,
daar boven bewaar ik al m'ta reisherinneringen'.
Tk 'heb er alles neergezet wat ik bij mijn rei
zen in Afrika en Australië heb opgedaan. Wil
len jullie het eens zien?7
En dat behoefde geen twee keer gezegd te
wiorden. De jongens liepen al vooruit naar bo
ven, nieuwsgierig als ze waren om oom's won-
derlijkê verzameling te zien.
Oom Sully imtusschen, volgde ladnend met de
sleutel i'n zijn hand. Boven gékömen opende hij
de deur en de jongens traden vol spanning bin
nen. Dn kamer zag er werkelijk zeer vreemd uit.
Overal, op stoelen en tafels en kasten evenals op
planken aan de muur stonden en lagen de eigen
aardigste voorwerpen. De jongens zagen dolken
en speren, schilden en bogen, lange pijlen met
gekleurde pluimen er aan en nog veel meer.
Links 'tegen den muur hing een gelneele kaffer-
utrusting, rechts stond een groote kast waarin
eed heele massa opgezette dieren waren. Be jon-
gehs zagen vogels, kleine aapjes en eenige bees
ten die ze niet thuis konden brengen.
„Mooie verzameling, niet jongens?" zei oom
voldaah.
Be jongens knikten.
„Reuzezei George.
Geweldig!" riep Hetik. „Hebt u ook doods
koppen oom?'''
•Oom lachte.
Doodskoppen," sprak hij verbaasd. „Neen, die
b ik niet. Maar ik heb wel veel andere din
gen die minstens even avontuurlijk zijn."
,He oom, vertel er eens wat van," smeekte
Henk.
Maar oom schudde Inet hoofid.
„Nu niet jongens," zei hij. „Ik' Ineb beneden
nog wat te werken. Maar vanmiddag zal ik
julli eal mijn heerlijkheden eens laten zien. En
nader toelichten.
(Wo^ vervolgd).
boekenrekje al is het dan niet zeer groot
zelf te makén.
i Hoe dat moet gebeuren Wel, je begint'met het
verzamelen van leege garenklosjes. Je moet er
loingeveer een Rozijn pf vijf bij elkaar hebben1.
Dan neem je een flink stuk stevig ijzerdraad
en steekt dat door de eerste klos heen. Een plank
di esterk' getaoeg moet zijn om de boeken te dra-
gen, wordt aan vier hoeken doorboord, tusschén
twéé klossen gezet en evenals de klossen mét
het zeijrdraad doorboord.
EEN AARDIG HANDWERKJE,
De avonden worden langer, het weer steeds I
slechter. Buiten spelen gaat niet meer- Vroeg j
al 's avonds zit je in de kamer en dan moet je
natuurlijk iets aardigs hebben óm je bezig te
houden. 'f
Ik weet wat! Willen jullie niet eens iels ma- j
'ken voor moeder? Jullie wilt natuurlijk wel
hietts voor moeder maken, maar wat Tk zal
het jullie vertelled. Het is niet groot maar erg
makkelijk en de kosten zijn daarbij al zeer klein. I
Onderaan, heelemaal moeten groote klossen
staan, Diie moeten natuurlijk' de dienst doen van
ploot. Je ziet dus 'dat het maken van zoo"n
kastje, op vrijwel elk gewenscht formaat, heel
eenvoudig en daarbij heel goedkoop is. Probeer
het maar eens!
Koop i'n de een of andere drogisterijl een stukje
heel dik touw. Zoo dik als je maai- eenigszins
kunt krijgen. Je rafelt nu, zooals je op het
plaatje ziet, het touw aan belde kanten flink
uit. Nu ombuigen en de beide uitgerafelde kan
ten bij elkaar brengen. Met een strikje vast
binden en je hebt een klein tafel vegertje, waar
mee je heel handig kruimeltjes exl- kunt op
vegen. Op bet tweede figuur zie je hoe het ié als
je het klaar hebt. 1
Moeder zal er vast blij' mee zijn. Vooral als
je zegt dat je het zelf gemaakt hebt.
IIET VERKOCHTE PA ARK
Dte paardenhandelaar Jansen had een paard ge-
koch ,tdat hij echter, omdat het beest een Reetje
ziek was, eenige weken in zijn éigen stal hield.
Nadat liet paard weer in orde was, bood hij het
aan een van zijn collega's te koop aan. Op de
vraag hoe hoog de prijs van het paard zou moe-
téh zijn antwoordde Jansen: „Ik heb al zooveel
moeite inet het beest gehad dat ik blij zal zijn
HET WEEKFRAATJE VAN OOM
MAAR,TEN,
Lieve kinderen.
Gelukkig weer een paar nieuwe nichtjes er bij.
Je kunt- toch duidelijk merken, dat er zoovéél
meer vrouwen dan mannen in de wereld zijn,
nieuwe neefjes komen er slechts zelden bij. EB.,
nop sta,at het met de beukeniootjes eh de kas
tanjes? Hebben jullie al aardige dingen ervan
gemaakt? Met lucifers, spelden en kastanjes kun
je werkelijk wonderen wrochten. M(aar... je moet
er natuurlijk een beetje handig voor zijn en zelf
iets aardigs weten to verzinnen.
Over kastanjes gesproken: ik geloof dat ik
nog iets aardigs weet wat je met behulp van
een kastanje p,f een noot kunt maken. Ik zal
het jullie volgende week eens laten zien. Het
is werkelijk heel leuk. Met behulp van een paar
lucifers en een beetje handigheid maak je een
aardig stukje speelgoed. Kijk maar goéd uit
volgebdc week, dan zal je het wel vinden. Eir is
ee|n plaatje bij! i
Eén aantal kinderen hebben mij in hun brief
jes gevraagd of ik al weer heelemaal beter was.
iNu, ik zal jullie maar even allemaal tegelijk
antwoorden: Oom Maarten is weer 't ventje,
zcxxals dat heet. Dé ziekte is voorbij en komt
naar ik hoop niet meer terug.
Maar jullie zult wel nieuwsgierig zijn naar de
nieuwe raadsels, nietwaar Dlaar gaan ze dan
Oplossingen: Letter SAI:
1Tom, mot.
2. Tóng (ton), B.elft (del), doos, tondeldoos-
3. Dé kachel. 1 I
4. Kru(i)t, Turk.
Nieuwe opgaven Letters AL:
1Ik bén een groentensoortomgedraaid ben
ik een plantje.
2. Ik bén het binnenste van een ei; draai mij
om en ik 'ben een kleur.
3. Ik ben een woord van 9 letters:
1, 2, 3 is een onaangename eigenschap van
vele personen.
4, 7, 8, 9, 5 is een familielid
7, 7, 4 is niet droog. s
Mijn geheel is een officier.
4. Ik beu een bekend Nederlandsch spreek
woord van twee woorden, en besta uit de
volgende letters; (plaats deze in de juiste
volgorde).
e m s 1 t v
Ziezoo, daarmee is het raadselen weer afge-
loopen. Em nu nog even gauw een paar briefjes.
Prijswinnaar is ditmaal Tpadescantia.
'tZpmnetje. Best hoor kindje, welkom bij
Oom Maarten. Doe maar dapper mee en vergeet
de briefjes aan mijl niet te schrijven. Dian krijg
je mooie lange antwoorden in de krant. Dag
kindje. Je zusje Rie moet een andere schuil
naam zoeken, ik heb namelijk al een „blondje7
onder mijn raadselnichtjes. Spijt me- Zoek maar
oen mooie. Goudelfje, of zooiets. Ja, Rie, het
was voor den eersten keer wel genoeg, je briefje.
Later krijg ik wel eens een dikke, he?
als ik 10 gulden op de geheele zaak verdien. Ik
heb het paard 24 dagen verpleegd en iedere dag
heeft mij zooveel gekost dat ik, als u mij 450
gulden voor het beest betaal, slechts 10 gulden
verdien. Dé vraag is nu: hoeveel heeft de paar
denhandelaar zelf voor het paard betaald als
men aanneemt dat verpleging van het paard on
geveer 50 gld. per maand kost?
'EEN BÜEKENREIKJE ZEfLF MAKEN.
Wanneer jullie niet meer weet waar je je boe-
ke hmoet laten en je vader nu maar niet dadelijk
klaar staat om éen boekenrekje voor je te koo-
pen ,is er altijd nog een middel om zoo'h handig
[Wat een heerlijke vacantie heb
jij gehad, zeg. Ja, die Gevangenpoort en de
'daktuin van de bijenkorf, daar komen wij ook
dikwijls, want oom Maarten woont nog steeds
in Den Haag. Gelukkig, dat ik weer geregeld
briefjes van je krijg. In die pret valt het ook
niet mee om dan nog te schrijven, wat? Eh veel
geluk mét je prijs.
Boertje. Beste jongen, wat moet ik hooreh?
Heb je je prijzen nog niet? Als je nog tijd hebt
ga dan maar eens naar het redactiebureau. Maar
ik zal hog eens weer schrijven. Dat is toch
wel een beetje bar, hè? Misschien hadden ze er
juist geen jongensboeken in voorraad. Dat kan
natuurlijk wel gebeuren. Maar er wordt aan
gewerkt hoor. Zal je trouw blijven schrijven?
Gced zoo. D;ag allemaal-
OÖM MAARTEN.