Feiten en Cijfers ever School en Onderwijs Da vierde man n. Een blik in de hist wie. Ons lager onderwijs heeft een buitengewoon interessante geschiedenis. JDie statistiek van 'net gewoon en uitgebreid lager onderwijs, welke door het Centraal Bureau voor de Statistiek te 's Gra- vennage werd bewerkt, geeft er een beknopt over zicht van. Ce eerste wet tot regeling van het lager on derwijs dateert van I18O6. Onder deze wet be stond er geen vrijheid van onderwijs. Ook al was iemand 'in het bezit van de noodige bewij'zen vak bekwaamheid dan was Inij nog niet zeker, dat hij onderwijs modnt geven. 'Diaarvoor was vergunning van de plaatselijke Overheid noodig en deze werd volstrekt niet altijd verleend. In het midden der vorige eeuw waren er mede liier- dooa- 'nog slechts weinig bijzondere scholen. TFoën kwam in 1857 een nieuwe onderwijswet tot stand. Z,ij gaf uitvoering aan het beginsel^ neergelegd in de Grondwet van 1848, volgens welke het geveri van onderwijs vrij zou zijn. be houdens tiet toezicht der Overheid, en, voor zoo ver het middelbaar- eb lager onderwijs betrof, het onderzoek naar de bekwaamlneid en zedelijk- hed (dnr onderwijzers. Bij deze wet werden mini- mum-jaarwedden voor de hoofden en onderwij zers der openbare scholen vastgesteld, alsmede een maximum-aantal leerlingen per onderwijzer. Wanneer het aantal leerlingen meer dan 70 be droeg, moest het hoofd der school worden bijge staan door een kweekeling, terwijl bij meer dan 100 leerlingen de hul pvan een onderwijzer noo dig werd geacht. In 1878 werd weer een stap voorwaarts gedaan. Dk> onderwijswet, welke in dat jaar tot stand kwam, bracht een sterke vermindering van het aahtal leerlingen per onderwijzer. Heeds bij meer dan 30 schoolgaande kinderen moest het hoofd door minstens één onderwijzer worden bijgestaan terwijl een tweede onderwijzer vereischt werd, wanneer het aantal leerlingen boven de 70 steeg. Deze bepalingen golden niet voor bet bijzonder onderwijs. BSj de wet van. 1869 werd een eerste stap gezet op den weg der financieels gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs ten opzichte van 'sRijks kas. Bijzondere scholen, die, wat het aahtal onderwijzers betreft, voldeden aan de voor de openbare scholen gestelde eischen, kregen recht op een Hijksvergoeding voor de onderwijzers- salarissen, zooals aan de gemeenten voor hare ópen oare scholen werd toegekend. In de jaren 1901 en 1905 volgden verdere ver beteringen in de positie der bijzonderp scholen. Z;iJ ontvingen een bijdrage in de kosten der school lokalen, de minimum-salarissen der verplichte en eem deel van de salarissen der boventallige on derwijzers werdeh van Rijkswege vergoed, voor de pensioenen der onderwijzers werd zorg ge dragen. Tenslotte kwam de lageronderwijswet van 20, waarbij de bijzondere scholen ten opzichte van de openbare kassen volkomen met openbare wer den gelijk gesteld. Merkwaardig is het na te gaan hoe zich de verhouding van openbaar tot bijzonder onder wijs sedert het midden der vorige eeuw, mede als gevolg van de geschetste ontwikkeling der wetgeving, heeft gewijzigd. Ce statistiek geeft een staatje, waaruit blijkt, dat er in 1845 in ons land 3214 lagere scholen waren, waarvan 2410 openbare en 804 bijzondere. Kr waren dus 3 openbare scholen op 1 bijzondere. In 1900 waren er 4607 lagere scholen en wel 3127 openbare en 1480 bijzondere. De verhou ding was toen dus ongeveer als 2.2 staat tot 1. i Ia 1920 waren er in totaal 8062 lagere scholen en wel 3610 openbare en 4452 bijzondere. Dit geeft een verhouding van 1.3 staat tot 1. i Eindelijk waren er in 1929 in totaal 8062 lagere scholen en wel 3610 openbare en 4452 I bijzondere. Derhalve een verhouding van open bare tot bijzondere van 0.8 tot 1. Over het aantal scholen in ons land is aan de hand van de onderwijsstatistieken nog wel wat meer te vertellen. Maar daarover een volgende maal. a prijs stellen, indien in afwachting van de alge- meene verlaging, welke in het uitzicht is ge- steld, wanneer de reserves van het P.Wi.N. het gewdnschte peil bereikt zullen hebben, uw Lol- I lege zou besluiten aan die afnemers, die meer dan j 2000 kub. Meter water per jaar va'n het P. Wj. X. j betrokkén, waaronder ook zij, die reeds het z.g. 221/2 ets. tarief hebben, een reductie te verkenen j van 15 pet. De Kamers van Koophandel en Fabrieken: te Alkmaar: w.g. De J. ékheffel, Secr. S. iW. Arntz, Voorzitter, i te Amsterdam; w.g. G. M. Greup, Secr. Ei. Heldring, Voorzitter. te Haarlem: w.g. Mollerus, iSecretaris, j Ernst H. Krelage, Voorzitter. te Hilversum: w.g. G'roote, Secretaris, w.g. G. v. Mesdag, Voorzitter te Hoorn: w.g. Bsser, Sper. M. A. Emmerling, I te Zaandamw.g. E|- J. Jonxis, Siecretaris, w.g. M. J. 8|choen, Voorzitter. Rubriek van den Arbeid FEUILLETON Hoewel hij geen oogenblik aarzelde aan het bevel van den Inspecteur te voldoen, verscheen daarbij op zijn gelaat een trek van zoo Intense verbazing, dat zeker menigeen in twijfel zou hebben verkeerd of in dezen man inderdaad de ander van een zoo ernstig misdrijf moest worden gezien. Met een te genwoordigheid van geest, waarvoor men bewonde ring zou kunnen hebben, wanneer zij onder andere omstandigheden aan het licht ware getreden, wend de hij zich glimlachend tot den inspecteur, wien hij toevoegde: „Werkelijk een niet onaardige grap Sanders. Alle achting, niettengenstaande ik er zelf het slachtoffer van ben geworden. Maar tegenover deze bekoorlijke en mij helaas nog steeds onbekende jongedame, vind ik je handelwijze toch niet bepaald kiesch." „Het spijt mij. dat ik je meening in deze niet kan deelen, Adams," antwoordde de inspecteur rus tig. „En ik ben bang, dat je er zelf ook anders over zult denken, wanneer je polsen eenmaal ge sierd worden door deze armbanden." Bij het zien van de handboeien die Sanders te voorschijn had gehaald, overtoog een doodelijke bleekheid Adam's gelaat. Hij deinsde eenige schre den achteruit tot hij vlak bij de deuropening stond waar hij zich vliegensvlug omdraaide, maar op hetzelfde oogenblik traden hem vanuit de gang twee rechercheurs eveneens met revolvers gewapend in den weg, zoodat de kans om in die richting te ont vluchten, geheel verkeken was. Slechts eenige tellen later zaten hem nu ook de handboeien om de pol sen, waardoor Sanders gelegenheid kreeg zijn ant woord, dat hij had moeten afbreken, te vervolgen: „Ik kan het feit, verdacht te worden van den moord op bankier Leuvensteyn, kwalijk als een grap be schouwen, Adanms" zei hij, „en ik vrees, dat de AFSCHRIFT valn een op initiatief van de Kamer van Kkrép- handel en Fabrieken te Alkmaar in samenwer- kiinjg met de overige Kamers van Kpophaudel iin Noordholland aan de Provinciale Staten van Noprdholland gezonden adres tot verlaging van de waterleiditagtarieven voor industriegebruik. Haarlem 12 Oct. 1931. Ce Kamers van Koophandel en Fabrieken te I Alkmaar, Amsterdam, Haarlem, Hilversum, Hporn en Zaandam hebben de eer uw College te 1 berichten, dat zij naar aanleiding van klaelnten, de haar ten aanzien van de voorwaarden voor de levering van water door het Provinciaal Wa- I terleidingbedrijf van Noordholland van de zijde der industrie in haar districten bereikten, een j commissie hebben benoemd, teneinde deze kladn- ten, mede aan de hand van de tarieven, die elders j in den lande voor de levering van bedrijfswater (gelden, te onderzoeken en eventueel te over- overwegén, op welke wijze aan. de bezwaren van de Noordhollandsdne industrie ware tegemoet te komen. Hoewel deze commissie zich er vain bewust is, dat aan een vergelijking van kosten van water- levering in verschillende deelen van 'net land, gezien de uiteenloopen.de wijze van winning en de daarmede samenhangende versdnillen in ex ploitatiekosten, geen doorslaggevende beteeken is raag worden gehecht, kon zij zich bij kennis neming van de verzamelde gegevens omtrent wa terlei liogtarieven in andere Provinciën niet ont trekken aan den indruk, dat de nijverheid in ons geweest ten dezen in ongunstiger positie ver keert dan elders. Het 'komt de commissie voor, dat bij het vast stellen der tarieven voo rindustriewater door onvoldoende differentatie te weing rekening is gehouden met de belangen der industrie. Waar de -distributiek'osten voor het leveren van wa ter aan één grootgebruiker aanmerkelijk gerin ger zijln dan bij levering van dezelfde hoeveel heid aan meerdere kleine afnemers, is het ver leenen van een reductie alleszins gemotiveerd. De commissie verwijst in dit verband tevens naar het handelsgebruik, waarbij bij gróotcre afname van een artikel door één kooper een ze kere korting wordt verleend. Die Commissie is va'n oordeel, dat, naast de wenschelijkheid om de industrie op het punt van kosten van het water niet achter te doen, staar, bij elders in den lande gevestigde bedrij- ven ,in de tegenwoordige omstandigheden met haar noodzaak om tot zoo laag mogelijke pro- ductiekosten te komen, een reden te meer ligt cm tegemoet te komen aan het verlangen der Noordhollandsche industrie. Naar aanleiding van het bovenstaande zouden de voornoemde Kamers derhalve op zeer hoogen SOCIAAL ECONOMISCHE VERHOUDINGEN Er hebben in de laatste weken eenige bijeenkomsten plaats gevonden, waarin opmerkelijke dingen ge- jzegd zijn omtrent de sociaal-economische verhou dingen. Zoo werd einde Augustus te Amsterdam een Sociaal Economisch Wereldcongres gehouden, waarin een aantal geleerden van allerlei richting uit de geheele wereld de vraagstukken bespraken, die mede in verband met de heerschende crisisver schijnselen naar voren zijn gekomen. Meh heeft er allerlei plannen gehoord, zelfs de veretgenwoordi- gers van Rusland hadden gelegenheid de zegeningen van het Sovjet-systeem te propageeren. Veel verder is men echter niet gekomen, waarschijnlijk omdat de critiek nu eenmaal heel wat gemakkelijker is dan 1 de kust om het te doen. Een forsch geluid heeft de Voorzitter van het Ver bond van Nederlandsche Werkgevers op de gehou den Jaarvergadering van dit Verbond laten hooren. Hij heeft de geweldige moeilijkheden uiteen gezet waarmede het Nederlandsche bedrijfsleven te kaïp- pen heeft en daarbij niet geschroomd er den nadruk op te leggen, dat slechts redding mogelijk is door een ingrijpende verlaging der productiekosten. Dat daarbij het tegenwoordige loonpeil niet gehandhaafd zal kunnen blijven, dat allerlei sociale maatregelen hoe wenschelijk deze ook zijn, achterwege zullen 1 moeten blijven, dat vooral de gemeenten haar dure huishouding zullen moeten inkrimpen, waren con clusies, die hij uit deze rede trok en die niet zullen nalaten een ernstigen indruk te maken op allen, die 1 een werkelijke welvaartspolitiek in ons land wen- schen te voeren. 1 Hoe geheel anders staan daar tegenover de rede voeringen, welke op het demonstratief congres van het R. K. Werkliedenverbond zijn gehouden. On danks dat men de moeilijke crisisomstandigheden ook daar niet kon wegcijferen, werden daar eischen gesteld, die een verzwaring van de lasten, welke op het bedrijfsleven drukken, zullen veroorzaken, zoo dat verwezenlijkign van die %lschen ons nog dieper in de put zouden brengen, dan thans reeds het ge- "val is. En het merkwaardige daarvan was, dat, ter wijl de R. K. arbeidersorganisatie in tegenstelling met de socialistische steeds de onderlinge solidari teit en de bedrijfsvrede predikten, in de redevoerin gen duidelijk naar voren kwam, dat men zich niet voor den klassenstrijd schuwde, om de uitgesproken eischen doorgevoerd te krijgen. Zoo blijkt de tegenstelling tusschen nuchter ver stand en ernstige pogingen om ons uit de crisis te helpen aan den eenen kant, en holle onvervulbare eischen aan den anderen kant. Laten wij ons er me de troosten, dat per slot van rekening het nuch tere verstand zal moeten zegevieren. INGEZONDEN (Buiten verantwoordelijkheid der Red.) Mijnheer, Aangenaam zal het mij zijn wanneer u voor het onderstaande een plaatsje in uw blad zoudt kunnen afstaan, waarvoor bij voorbaat mijn dank. Het is nu ongeveer 5 maanden geleden dat door mij een stukje in uw blad werd geplaatst over de rechtbank er straks evenzoo over zal denken." Hoewel het luchtige uit zijn houding van zooeven was verdwenen bewees de wijze, waarop hij den in specteur van repliek diende toch wel, dat hij niet van plan was zich reeds nu over te geven. „Dwaasheid Sanders," snauwde hij, „je bent bezig de grootste blunder van je leven te begaan. Hoe kan ik aan den moord van Leuvensteyn debet zijn, geweest, terwijl ik op dat tijdstip waarop de moord plaats had 0 phet kantoor van de bank te Amester- dam zat? Je zult me toch moeten toegeven, dat dit alibi voldoende zal zijn om elke rechtbank van mijn onschuld te overtuigen. „Je houdt mij ten goed, Adams," verzocht San ders nog steeds even rustig, „dat ik weinig lust ge voel op het oogenblik over deze kwestie met je van gedachten te wisselen. Bovendien lijkt het me daartoe hier niet de geschikte plaats. Ik zou je echter in overweging willen geven deze houding straks tegenover den commissaris te laten varen. Je kent me lang genoeg om te weten, dat ik niet over één nacht ijs ga, en daarom ook zeker niet aan je arrestatie zou hebben gedacht, wanneer ik de overtuigende bewijzen van je schuld niet in handen had. We zullen het voorloopig hierbij laten. Aan de achterdeur van het hotel wacht onze politie-auto, zoodat we zonder eenig opzien te baren dit gebouw zullen kunnen verlaten." En zich daarop tot het „porceleinen figuurtje" wendend, dat zwijgend en blijkbaar volkomen immuun voor hetgeen zich om haar afspeelde in een fauteuil had plaats genomen vervolgde Sanders: Ik vertrouw, juffrouw Robert, dat wij ten opzich te van u niet die maatregelen zullen behoeven te nemen, waartoe uw medeplichtige door zijn starre houding helaas aanleiding heeft gegeven. Wanneer u mij belooft geen poging tot ontvluchting te zullen wagen, zullen wij u het vernederende van de hand boeien besparen." „Zuster" Robert, want deze bleek het, zooals Wils nu ze haar masker had afgenomen, vanachter het gordijn ook reeds gezien had, inderdaad te zijn, gaf met een kort knikje te kennen, dat zij beloofde aan de door den inspecteur gestelde voorwaarde te zullen voldoen, en nadat twee rechercheurs die op een teeken van Sanders uit een anderen erker in het vertrek te voorschijn waren getreden, haar in hun midden hadden genomen, verlieten allen de blauwe salon. Slechts Sanders bleef achter en nau welijks waren de anderen verdwenen, of ook Wils kwam uit zijn schuilplaats te voorschijn trad op den inspecteur toe en reikte deze de hand. „Ik begrijp Sanders, zeide hij, „dat dit ook voor jou een van de moeilijkste oogenblikken uit je leven moet zijn geweest maar je hebt er kranig af gebracht. Er is voor mij zooals je begrijpen zult, nog veel duisters in deze onverkwikkelijke affaire en al heb ik de hoofdzaken dan ook al zelf kunnen combineeren, dit einde had ik toch allerminst ver wacht. Voor een voorloopig artikel in het ochtend blad weet ik genoeg, maar ik zou het zeer op prijs stellen, wanneer ik over een uur ongeveer de details van je zou kunnen vernemen. Intusschen kan ik het bericht van Adams' arrestatie aan „de Mercuur" doorgeven." „Accoord, Miel" antwoordde Sanders. Laten we dan afspreken om twee uur hier in de blauwe salon Tot zoolang zal ik trachten me te amuseeren, hoe wel het feest beneden me wel niet meer zal vermo gen te boeien." gemeenlegging van den Schermer- en Raaksmaats- boezem, en dit tengevolge van de kanalisatie van Westfriesland. Ik heb daar mijne meening uiteen gezet, in de verwachting dat meerderen zich over deze aangelegenheid zouden laten hooren, 't zij als voor- of tegenstanders. Afgaande op dit laatste dan is het mij alsof ik een verkeerde kijk op de zaak heb, en dit kan ook wel het geval zijn, maar dan had ik verwacht dat men mij op het verkeerde of onjuiste van mijn ideën zou hebben gewezen, doch ook dit is niet gebeurd. Wel zijn mij enkele brieven van instemming gezonden, en is mij van meerderen de mondelinge verzekering gegeven dat men met UiaD *ï?r geschrevene accoord ging, maar daar blijft het bij. In een tijd al# deze, acht ik het niet van belang ontbloot om een opzet als de bedoelde, waar het grootste gedeelte van de betrokken bewoners niets voor gevoeld, nog eens onder de aandacht te bren gen. Men zal mij wellicht vragen waarom ik meen dat meerderen niets voor het bedoelde gevoelen; ik meen dit af te mogen leiden uit de bedragen welke de gemeenten voor dit doel hebben toege zegd; die waren in de meeste gevallen veel lager dan waarop zij waren aangeslagen. Laat ik u er enkele uit de naaste omgeving noe men. Broek op Langendijk was aangeslagen op f 1800 f 1500; Oudkarspel op f650; Oudorp op f450; Koe- Zuidscharwoude op f1700; Noordscharwoude op dijk op f450; Sint Maarten op f400 en Oterleek op f400. En hoeveel is er in totaal door deze ge meenten toegezegd? het spijt me dat ik de bedra gen die toegezegd zijn, niet kan noemen, maar wel weten wij allen, dat die veel beneden de genoemde zijn ebleven. Ziehier waarom ik meen dat de zaak door weinigen wordt gesteund. Vermoedelijk zijn die weinigen beinvloed door de gegevens welke in het rapport van Aalst zijn ge noemd, n.l. de groote voordeelen welke de kanalen zullen opleveren. Men zegt daarin het volgende. Vergelijkt men b.v. het vervoer te water van 1000 steenen van Alk maar naar Rustenburg (pl.m. 9 K.M.) waarbij een sluis (de Zes Wielen) wordt gepasseerd, met dat van 1000 steenen per as van Hoorn naar Avenhorn (pl.m. 7 K.M.) dan blijkt dat verschil f4.021/2 ten voordeele van het vervoer te water, dit is in scheep- tonnen omgerekend f 2.70 per ton. Voor een vervoer over grooteren afstand, b.v. van Alkmaar naar Noordscharwoude/ en van Hoorn naar Opmeer, (beide afstanden ongeveer 12 K.M.) is het verschil f6.25 ten voordeele van het vervoer te water, dit is ongeveer f 4.— per ton. Toen ik dat had gelezen rees bij mij de vraag, is deze berekening te aan vaarden? waarom is er niet gezegd, van af Alk maar naar Noordscharwoude kosten 1000 steenen per groot vaartuig zooveel, en per klein vaartuig zooveel, want dat moet toch de winst opleveren, Aan de hand van het eerstgenoemde zou men ook kunnen vragen, wat kosten 1000 steenen van Hoorn naar Opmeer, vervoerd door een man per handwagen. Ik hoor sommigen zeggen; maar wie zou er over denken om steenen van Hoorn naar Opmeer te vervoeren per handwagen, en dat geef ik gaarne toe; maar men zal ze evenmin per as vervoeren, want er is vaargelegenheid naar Op meer. Er zijn ook personen onder de' voorstanders die er deze redeneering op na houden; het plan is door knappe koppen opgezet, en daarom ben ik er voor. Met zoo'n voorstander besprak is het verbeteren van het vaarwater van af Oudkarspel (het Waardje) naar Dirkshorn, 't welk ook in het rap port genoemd is. Stel u voor, zoo vroeg ik hem, er is in 't geheel geen vaargelegenheid van af 't Waardje naar Dirkshorn; nu komt men met een plan om een vaart te maken. Toen ik hem het daarvoor benoodigde bedrag van f400.000 noemde, (n.l. veel te weinig) was hem dit veel te kostbaar. Maar, vroeg ik hem, gij hebt toch in het rapport wel gelezen dat alleen de verbetering van het be staande vaarwater is geraamd op f393.000? Ik zou meer zulke voorbeelden kunnen noemen, doch ik meen met dit voorbeeld te kunnen volstaan; het is menn bedoeling om te doen uitkomen, hoe of men sommigee personen voor dergelijke dingen kan winnen; ik wil hier nog aan toevoegen, dat bedoelde persoon niet behoord tot een zekere massa, waarover zeer verschillend wordt gesproken. Het komt mij voor dat in de huidige omstan digheden de vraag gewettigd is, of de uitvoering moet worden ter hand genomen, het gaat hier over millioenen uitgaaf, en naar mijne meening voor een zeer weinig rente afwerpende aangelegenheid. Een voorbeeld uit de practijk zal ik hier laten vol gen. Uit Anna Paulowna-polder moet een tamelijk gedeelte der aldaar geteelde kool, worden vervoert naar den Langendijk. Nu zou men meenen dat dit vervoer per vaartuig zal geschieden; mij werd ech ter verzekerd dat men de kool evenzoo goed per vrachtauto kan vervoeren, daar de kosten per ton, het vorige jaar althans, niet hooger werd, omdat men de wagens overal kan laten komen. Dit is een geheel andere lezing, dan die in het rapport genoemd. Zou men met een gedeelte dezer millioenen voor het tegenwoordige geen betere bestemming kunnen vinden? Maar het is toch een goede werkverschaf- Wat zegt naam? Toen Wils na zijn collega's in de nachtredactie verrast te hebben met het bericht van Adams' ar restatie, tegen 2 uur in de blauwe salon terugkeerde vond hij daar Sanders, behaaglijk genesteld in een der groote fauteuils, welke in een gezellig hoekje onder een groote schemerlamp waren geplaatst. In den lichtkring onder den kap van deze lamp hing een wolk van rook waar uit de reporter meende te mogen opmaken, dat de inspecteur de eenzaam heid van dit vertrek, waarin zich slechts enkele uren geleden die even sensationeele als onverwachte ontknonoping van het raadsel Leuvensteyn had aTge speeld, geprefereerd had boven het rumoer van de danszaal, waar de stemming inmiddels haar hoogte punt bereikte en de aanwezigen geheel onkundig waren gebleven van hetgeen als het ware boven hun hoofd had plaats gevonden. Die gedachte had voor Wils uit een beroepsoog punt toch wat pikants. Waarschijnlijk zou het geen tweede maal in zijn leven voorkomen, dat hij te midden van eenige honderden collega's uit binnen- en buitenland, erin slaagde beslag te leggen op een primeur, waarom de geheele courantenwereld hem zou benijden. Maar tenslotte was hij van al die collega's dan ook de eenige geweest, die meer dan gewone beroepsbelangstelling voor deze duistere zaak had getoond en va nhet begin af aan in de oplossing van het raadsel een werkzaam aandeel had genoipen. Sanders ontving hem met een uitnpodigend gebaar op den stoel tegenover hem plaats te nemen en na dat hij den journalist een sigaar geoffreerd had. stak hij onmiddellijk van wal. „Ik zou je willen verzoeken Miel, "zoo begon hij, „mij eerst rustig zonder interrupties, het slot van de zaak te laten vertellen. Daarna zal ik je verkla ren op welke wijze het misdrijf heeft plaats gehad, terwijl je dan tenslotte wanneer je nog iets niet duidelijk mocht zijn, vragen kunt stellen. Ik denk dan dat we op die manier het snelst aan het einde zullen komen, want, eerlijk gezegd, blijkt de spanning, waarin ik vanavond verkeerd heb, haar uitwerking niet te missen en waar het morgen of liever gezegd straks, weer een drukke dag voor me zal zijn, zullen eenige uren gezonde slaap me waarschijnlijk geen kwaad doen." Wils knikte ten teeken van instemming. „In de eerste plaats dan" vervolgde Sanders, „het antwoord op de vraag hoe ik er achter ben gekomen, dat slechts Adams, die wij beiden toch wel in de laatste plaats van medeplichtigheid verdachten, aan de misdaad debet kon zijn. Wellicht, dat je dit zelf reeds hebt kunnen nagaan, nadat ik je in Dussel- dorf zoo uitvoerig inlichtte over mijn ontmoeting met zuster Robert en wat daaraan vooraf ging." Wederom knikte Wils, doch Sanders scheen daarop geen acht te slaan. „Toen ik kennjs had genomen van den inhoud van het telegram, dat de verpleegster die we nu voor het vervolg maar eenvoudig Robert zullen noemen, in Hotel Zweibruckenhof ontving, was het slechts een kwestie van tijd om achter de identi teit te komen van den man, die dit telegram had verzonden en daardoor zelfs als de vermoedelijke dader in aanmerking kwam. Je herinnert je, dat

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1931 | | pagina 3