Feiten en Cijfers ever School
en Onderwijs
Da vierde man
n.
Een blik in de hist wie.
Ons lager onderwijs heeft een buitengewoon
interessante geschiedenis. JDie statistiek van 'net
gewoon en uitgebreid lager onderwijs, welke door
het Centraal Bureau voor de Statistiek te 's Gra-
vennage werd bewerkt, geeft er een beknopt over
zicht van.
Ce eerste wet tot regeling van het lager on
derwijs dateert van I18O6. Onder deze wet be
stond er geen vrijheid van onderwijs. Ook al was
iemand 'in het bezit van de noodige bewij'zen
vak bekwaamheid dan was Inij nog niet zeker,
dat hij onderwijs modnt geven. 'Diaarvoor was
vergunning van de plaatselijke Overheid noodig
en deze werd volstrekt niet altijd verleend. In
het midden der vorige eeuw waren er mede liier-
dooa- 'nog slechts weinig bijzondere scholen.
TFoën kwam in 1857 een nieuwe onderwijswet
tot stand. Z,ij gaf uitvoering aan het beginsel^
neergelegd in de Grondwet van 1848, volgens
welke het geveri van onderwijs vrij zou zijn. be
houdens tiet toezicht der Overheid, en, voor zoo
ver het middelbaar- eb lager onderwijs betrof,
het onderzoek naar de bekwaamlneid en zedelijk-
hed (dnr onderwijzers. Bij deze wet werden mini-
mum-jaarwedden voor de hoofden en onderwij
zers der openbare scholen vastgesteld, alsmede
een maximum-aantal leerlingen per onderwijzer.
Wanneer het aantal leerlingen meer dan 70 be
droeg, moest het hoofd der school worden bijge
staan door een kweekeling, terwijl bij meer dan
100 leerlingen de hul pvan een onderwijzer noo
dig werd geacht.
In 1878 werd weer een stap voorwaarts gedaan.
Dk> onderwijswet, welke in dat jaar tot stand
kwam, bracht een sterke vermindering van het
aahtal leerlingen per onderwijzer. Heeds bij meer
dan 30 schoolgaande kinderen moest het hoofd
door minstens één onderwijzer worden bijgestaan
terwijl een tweede onderwijzer vereischt werd,
wanneer het aantal leerlingen boven de 70 steeg.
Deze bepalingen golden niet voor bet bijzonder
onderwijs.
BSj de wet van. 1869 werd een eerste stap gezet
op den weg der financieels gelijkstelling van
openbaar en bijzonder onderwijs ten opzichte van
'sRijks kas. Bijzondere scholen, die, wat het
aahtal onderwijzers betreft, voldeden aan de voor
de openbare scholen gestelde eischen, kregen recht
op een Hijksvergoeding voor de onderwijzers-
salarissen, zooals aan de gemeenten voor hare
ópen oare scholen werd toegekend.
In de jaren 1901 en 1905 volgden verdere ver
beteringen in de positie der bijzonderp scholen.
Z;iJ ontvingen een bijdrage in de kosten der school
lokalen, de minimum-salarissen der verplichte en
eem deel van de salarissen der boventallige on
derwijzers werdeh van Rijkswege vergoed, voor
de pensioenen der onderwijzers werd zorg ge
dragen.
Tenslotte kwam de lageronderwijswet van 20,
waarbij de bijzondere scholen ten opzichte van
de openbare kassen volkomen met openbare wer
den gelijk gesteld.
Merkwaardig is het na te gaan hoe zich de
verhouding van openbaar tot bijzonder onder
wijs sedert het midden der vorige eeuw, mede
als gevolg van de geschetste ontwikkeling der
wetgeving, heeft gewijzigd.
Ce statistiek geeft een staatje, waaruit blijkt,
dat er in 1845 in ons land 3214 lagere scholen
waren, waarvan 2410 openbare en 804 bijzondere.
Kr waren dus 3 openbare scholen op 1 bijzondere.
In 1900 waren er 4607 lagere scholen en wel
3127 openbare en 1480 bijzondere. De verhou
ding was toen dus ongeveer als 2.2 staat tot 1.
i Ia 1920 waren er in totaal 8062 lagere scholen
en wel 3610 openbare en 4452 bijzondere. Dit
geeft een verhouding van 1.3 staat tot 1.
i Eindelijk waren er in 1929 in totaal 8062
lagere scholen en wel 3610 openbare en 4452
I bijzondere. Derhalve een verhouding van open
bare tot bijzondere van 0.8 tot 1.
Over het aantal scholen in ons land is aan de
hand van de onderwijsstatistieken nog wel wat
meer te vertellen. Maar daarover een volgende
maal. a
prijs stellen, indien in afwachting van de alge-
meene verlaging, welke in het uitzicht is ge-
steld, wanneer de reserves van het P.Wi.N. het
gewdnschte peil bereikt zullen hebben, uw Lol-
I lege zou besluiten aan die afnemers, die meer dan
j 2000 kub. Meter water per jaar va'n het P. Wj. X.
j betrokkén, waaronder ook zij, die reeds het z.g.
221/2 ets. tarief hebben, een reductie te verkenen
j van 15 pet.
De Kamers van Koophandel en Fabrieken:
te Alkmaar: w.g. De J. ékheffel, Secr.
S. iW. Arntz, Voorzitter,
i te Amsterdam; w.g. G. M. Greup, Secr.
Ei. Heldring, Voorzitter.
te Haarlem: w.g. Mollerus, iSecretaris,
j Ernst H. Krelage, Voorzitter.
te Hilversum: w.g. G'roote, Secretaris,
w.g. G. v. Mesdag, Voorzitter
te Hoorn: w.g. Bsser, Sper. M. A. Emmerling,
I te Zaandamw.g. E|- J. Jonxis, Siecretaris,
w.g. M. J. 8|choen, Voorzitter.
Rubriek
van den Arbeid
FEUILLETON
Hoewel hij geen oogenblik aarzelde aan het bevel
van den Inspecteur te voldoen, verscheen daarbij
op zijn gelaat een trek van zoo Intense verbazing,
dat zeker menigeen in twijfel zou hebben verkeerd
of in dezen man inderdaad de ander van een zoo
ernstig misdrijf moest worden gezien. Met een te
genwoordigheid van geest, waarvoor men bewonde
ring zou kunnen hebben, wanneer zij onder andere
omstandigheden aan het licht ware getreden, wend
de hij zich glimlachend tot den inspecteur, wien
hij toevoegde:
„Werkelijk een niet onaardige grap Sanders. Alle
achting, niettengenstaande ik er zelf het slachtoffer
van ben geworden. Maar tegenover deze bekoorlijke
en mij helaas nog steeds onbekende jongedame,
vind ik je handelwijze toch niet bepaald kiesch."
„Het spijt mij. dat ik je meening in deze niet
kan deelen, Adams," antwoordde de inspecteur rus
tig. „En ik ben bang, dat je er zelf ook anders
over zult denken, wanneer je polsen eenmaal ge
sierd worden door deze armbanden."
Bij het zien van de handboeien die Sanders te
voorschijn had gehaald, overtoog een doodelijke
bleekheid Adam's gelaat. Hij deinsde eenige schre
den achteruit tot hij vlak bij de deuropening stond
waar hij zich vliegensvlug omdraaide, maar op
hetzelfde oogenblik traden hem vanuit de gang twee
rechercheurs eveneens met revolvers gewapend in
den weg, zoodat de kans om in die richting te ont
vluchten, geheel verkeken was. Slechts eenige tellen
later zaten hem nu ook de handboeien om de pol
sen, waardoor Sanders gelegenheid kreeg zijn ant
woord, dat hij had moeten afbreken, te vervolgen:
„Ik kan het feit, verdacht te worden van den moord
op bankier Leuvensteyn, kwalijk als een grap be
schouwen, Adanms" zei hij, „en ik vrees, dat de
AFSCHRIFT
valn een op initiatief van de Kamer van Kkrép-
handel en Fabrieken te Alkmaar in samenwer-
kiinjg met de overige Kamers van Kpophaudel
iin Noordholland aan de Provinciale Staten van
Noprdholland gezonden adres tot verlaging van
de waterleiditagtarieven voor industriegebruik.
Haarlem 12 Oct. 1931.
Ce Kamers van Koophandel en Fabrieken te
I Alkmaar, Amsterdam, Haarlem, Hilversum,
Hporn en Zaandam hebben de eer uw College te
1 berichten, dat zij naar aanleiding van klaelnten,
de haar ten aanzien van de voorwaarden voor
de levering van water door het Provinciaal Wa-
I terleidingbedrijf van Noordholland van de zijde
der industrie in haar districten bereikten, een
j commissie hebben benoemd, teneinde deze kladn-
ten, mede aan de hand van de tarieven, die elders
j in den lande voor de levering van bedrijfswater
(gelden, te onderzoeken en eventueel te over-
overwegén, op welke wijze aan. de bezwaren van
de Noordhollandsdne industrie ware tegemoet te
komen.
Hoewel deze commissie zich er vain bewust is,
dat aan een vergelijking van kosten van water-
levering in verschillende deelen van 'net land,
gezien de uiteenloopen.de wijze van winning en
de daarmede samenhangende versdnillen in ex
ploitatiekosten, geen doorslaggevende beteeken is
raag worden gehecht, kon zij zich bij kennis
neming van de verzamelde gegevens omtrent wa
terlei liogtarieven in andere Provinciën niet ont
trekken aan den indruk, dat de nijverheid in ons
geweest ten dezen in ongunstiger positie ver
keert dan elders.
Het 'komt de commissie voor, dat bij het vast
stellen der tarieven voo rindustriewater door
onvoldoende differentatie te weing rekening is
gehouden met de belangen der industrie. Waar
de -distributiek'osten voor het leveren van wa
ter aan één grootgebruiker aanmerkelijk gerin
ger zijln dan bij levering van dezelfde hoeveel
heid aan meerdere kleine afnemers, is het ver
leenen van een reductie alleszins gemotiveerd.
De commissie verwijst in dit verband tevens
naar het handelsgebruik, waarbij bij gróotcre
afname van een artikel door één kooper een ze
kere korting wordt verleend.
Die Commissie is va'n oordeel, dat, naast de
wenschelijkheid om de industrie op het punt
van kosten van het water niet achter te doen,
staar, bij elders in den lande gevestigde bedrij-
ven ,in de tegenwoordige omstandigheden met
haar noodzaak om tot zoo laag mogelijke pro-
ductiekosten te komen, een reden te meer ligt
cm tegemoet te komen aan het verlangen der
Noordhollandsche industrie.
Naar aanleiding van het bovenstaande zouden
de voornoemde Kamers derhalve op zeer hoogen
SOCIAAL ECONOMISCHE VERHOUDINGEN
Er hebben in de laatste weken eenige bijeenkomsten
plaats gevonden, waarin opmerkelijke dingen ge-
jzegd zijn omtrent de sociaal-economische verhou
dingen. Zoo werd einde Augustus te Amsterdam
een Sociaal Economisch Wereldcongres gehouden,
waarin een aantal geleerden van allerlei richting
uit de geheele wereld de vraagstukken bespraken,
die mede in verband met de heerschende crisisver
schijnselen naar voren zijn gekomen. Meh heeft er
allerlei plannen gehoord, zelfs de veretgenwoordi-
gers van Rusland hadden gelegenheid de zegeningen
van het Sovjet-systeem te propageeren. Veel verder
is men echter niet gekomen, waarschijnlijk omdat de
critiek nu eenmaal heel wat gemakkelijker is dan
1 de kust om het te doen.
Een forsch geluid heeft de Voorzitter van het Ver
bond van Nederlandsche Werkgevers op de gehou
den Jaarvergadering van dit Verbond laten hooren.
Hij heeft de geweldige moeilijkheden uiteen gezet
waarmede het Nederlandsche bedrijfsleven te kaïp-
pen heeft en daarbij niet geschroomd er den nadruk
op te leggen, dat slechts redding mogelijk is door
een ingrijpende verlaging der productiekosten. Dat
daarbij het tegenwoordige loonpeil niet gehandhaafd
zal kunnen blijven, dat allerlei sociale maatregelen
hoe wenschelijk deze ook zijn, achterwege zullen
1 moeten blijven, dat vooral de gemeenten haar dure
huishouding zullen moeten inkrimpen, waren con
clusies, die hij uit deze rede trok en die niet zullen
nalaten een ernstigen indruk te maken op allen, die
1 een werkelijke welvaartspolitiek in ons land wen-
schen te voeren.
1 Hoe geheel anders staan daar tegenover de rede
voeringen, welke op het demonstratief congres van
het R. K. Werkliedenverbond zijn gehouden. On
danks dat men de moeilijke crisisomstandigheden
ook daar niet kon wegcijferen, werden daar eischen
gesteld, die een verzwaring van de lasten, welke op
het bedrijfsleven drukken, zullen veroorzaken, zoo
dat verwezenlijkign van die %lschen ons nog dieper
in de put zouden brengen, dan thans reeds het ge-
"val is. En het merkwaardige daarvan was, dat, ter
wijl de R. K. arbeidersorganisatie in tegenstelling
met de socialistische steeds de onderlinge solidari
teit en de bedrijfsvrede predikten, in de redevoerin
gen duidelijk naar voren kwam, dat men zich niet
voor den klassenstrijd schuwde, om de uitgesproken
eischen doorgevoerd te krijgen.
Zoo blijkt de tegenstelling tusschen nuchter ver
stand en ernstige pogingen om ons uit de crisis te
helpen aan den eenen kant, en holle onvervulbare
eischen aan den anderen kant. Laten wij ons er me
de troosten, dat per slot van rekening het nuch
tere verstand zal moeten zegevieren.
INGEZONDEN
(Buiten verantwoordelijkheid der Red.)
Mijnheer,
Aangenaam zal het mij zijn wanneer u voor
het onderstaande een plaatsje in uw blad zoudt
kunnen afstaan, waarvoor bij voorbaat mijn dank.
Het is nu ongeveer 5 maanden geleden dat door
mij een stukje in uw blad werd geplaatst over de
rechtbank er straks evenzoo over zal denken."
Hoewel het luchtige uit zijn houding van zooeven
was verdwenen bewees de wijze, waarop hij den in
specteur van repliek diende toch wel, dat hij niet
van plan was zich reeds nu over te geven.
„Dwaasheid Sanders," snauwde hij, „je bent bezig
de grootste blunder van je leven te begaan. Hoe kan
ik aan den moord van Leuvensteyn debet zijn,
geweest, terwijl ik op dat tijdstip waarop de moord
plaats had 0 phet kantoor van de bank te Amester-
dam zat? Je zult me toch moeten toegeven, dat dit
alibi voldoende zal zijn om elke rechtbank van mijn
onschuld te overtuigen.
„Je houdt mij ten goed, Adams," verzocht San
ders nog steeds even rustig, „dat ik weinig lust ge
voel op het oogenblik over deze kwestie met je
van gedachten te wisselen. Bovendien lijkt het me
daartoe hier niet de geschikte plaats. Ik zou je
echter in overweging willen geven deze houding
straks tegenover den commissaris te laten varen. Je
kent me lang genoeg om te weten, dat ik niet over
één nacht ijs ga, en daarom ook zeker niet aan
je arrestatie zou hebben gedacht, wanneer ik de
overtuigende bewijzen van je schuld niet in handen
had. We zullen het voorloopig hierbij laten. Aan de
achterdeur van het hotel wacht onze politie-auto,
zoodat we zonder eenig opzien te baren dit gebouw
zullen kunnen verlaten." En zich daarop tot het
„porceleinen figuurtje" wendend, dat zwijgend en
blijkbaar volkomen immuun voor hetgeen zich om
haar afspeelde in een fauteuil had plaats genomen
vervolgde Sanders:
Ik vertrouw, juffrouw Robert, dat wij ten opzich
te van u niet die maatregelen zullen behoeven te
nemen, waartoe uw medeplichtige door zijn starre
houding helaas aanleiding heeft gegeven. Wanneer
u mij belooft geen poging tot ontvluchting te zullen
wagen, zullen wij u het vernederende van de hand
boeien besparen."
„Zuster" Robert, want deze bleek het, zooals Wils
nu ze haar masker had afgenomen, vanachter het
gordijn ook reeds gezien had, inderdaad te zijn, gaf
met een kort knikje te kennen, dat zij beloofde
aan de door den inspecteur gestelde voorwaarde te
zullen voldoen, en nadat twee rechercheurs die op
een teeken van Sanders uit een anderen erker in
het vertrek te voorschijn waren getreden, haar in
hun midden hadden genomen, verlieten allen de
blauwe salon. Slechts Sanders bleef achter en nau
welijks waren de anderen verdwenen, of ook Wils
kwam uit zijn schuilplaats te voorschijn trad op den
inspecteur toe en reikte deze de hand.
„Ik begrijp Sanders, zeide hij, „dat dit ook voor
jou een van de moeilijkste oogenblikken uit je
leven moet zijn geweest maar je hebt er kranig af
gebracht. Er is voor mij zooals je begrijpen zult,
nog veel duisters in deze onverkwikkelijke affaire
en al heb ik de hoofdzaken dan ook al zelf kunnen
combineeren, dit einde had ik toch allerminst ver
wacht. Voor een voorloopig artikel in het ochtend
blad weet ik genoeg, maar ik zou het zeer op prijs
stellen, wanneer ik over een uur ongeveer de details
van je zou kunnen vernemen. Intusschen kan ik het
bericht van Adams' arrestatie aan „de Mercuur"
doorgeven."
„Accoord, Miel" antwoordde Sanders. Laten we
dan afspreken om twee uur hier in de blauwe salon
Tot zoolang zal ik trachten me te amuseeren, hoe
wel het feest beneden me wel niet meer zal vermo
gen te boeien."
gemeenlegging van den Schermer- en Raaksmaats-
boezem, en dit tengevolge van de kanalisatie van
Westfriesland. Ik heb daar mijne meening uiteen
gezet, in de verwachting dat meerderen zich over
deze aangelegenheid zouden laten hooren, 't zij als
voor- of tegenstanders. Afgaande op dit laatste
dan is het mij alsof ik een verkeerde kijk op de
zaak heb, en dit kan ook wel het geval zijn, maar
dan had ik verwacht dat men mij op het verkeerde
of onjuiste van mijn ideën zou hebben gewezen, doch
ook dit is niet gebeurd. Wel zijn mij enkele brieven
van instemming gezonden, en is mij van meerderen
de mondelinge verzekering gegeven dat men met
UiaD *ï?r geschrevene accoord ging, maar daar
blijft het bij.
In een tijd al# deze, acht ik het niet van belang
ontbloot om een opzet als de bedoelde, waar het
grootste gedeelte van de betrokken bewoners niets
voor gevoeld, nog eens onder de aandacht te bren
gen.
Men zal mij wellicht vragen waarom ik meen
dat meerderen niets voor het bedoelde gevoelen;
ik meen dit af te mogen leiden uit de bedragen
welke de gemeenten voor dit doel hebben toege
zegd; die waren in de meeste gevallen veel lager
dan waarop zij waren aangeslagen.
Laat ik u er enkele uit de naaste omgeving noe
men. Broek op Langendijk was aangeslagen op f 1800
f 1500; Oudkarspel op f650; Oudorp op f450; Koe-
Zuidscharwoude op f1700; Noordscharwoude op
dijk op f450; Sint Maarten op f400 en Oterleek
op f400. En hoeveel is er in totaal door deze ge
meenten toegezegd? het spijt me dat ik de bedra
gen die toegezegd zijn, niet kan noemen, maar wel
weten wij allen, dat die veel beneden de genoemde
zijn ebleven. Ziehier waarom ik meen dat de zaak
door weinigen wordt gesteund.
Vermoedelijk zijn die weinigen beinvloed door de
gegevens welke in het rapport van Aalst zijn ge
noemd, n.l. de groote voordeelen welke de kanalen
zullen opleveren.
Men zegt daarin het volgende. Vergelijkt men
b.v. het vervoer te water van 1000 steenen van Alk
maar naar Rustenburg (pl.m. 9 K.M.) waarbij een
sluis (de Zes Wielen) wordt gepasseerd, met dat
van 1000 steenen per as van Hoorn naar Avenhorn
(pl.m. 7 K.M.) dan blijkt dat verschil f4.021/2 ten
voordeele van het vervoer te water, dit is in scheep-
tonnen omgerekend f 2.70 per ton. Voor een vervoer
over grooteren afstand, b.v. van Alkmaar naar
Noordscharwoude/ en van Hoorn naar Opmeer,
(beide afstanden ongeveer 12 K.M.) is het verschil
f6.25 ten voordeele van het vervoer te water, dit
is ongeveer f 4.— per ton. Toen ik dat had gelezen
rees bij mij de vraag, is deze berekening te aan
vaarden? waarom is er niet gezegd, van af Alk
maar naar Noordscharwoude kosten 1000 steenen
per groot vaartuig zooveel, en per klein vaartuig
zooveel, want dat moet toch de winst opleveren,
Aan de hand van het eerstgenoemde zou men
ook kunnen vragen, wat kosten 1000 steenen van
Hoorn naar Opmeer, vervoerd door een man per
handwagen. Ik hoor sommigen zeggen; maar wie
zou er over denken om steenen van Hoorn naar
Opmeer te vervoeren per handwagen, en dat geef
ik gaarne toe; maar men zal ze evenmin per as
vervoeren, want er is vaargelegenheid naar Op
meer. Er zijn ook personen onder de' voorstanders
die er deze redeneering op na houden; het plan
is door knappe koppen opgezet, en daarom ben ik
er voor.
Met zoo'n voorstander besprak is het verbeteren
van het vaarwater van af Oudkarspel (het
Waardje) naar Dirkshorn, 't welk ook in het rap
port genoemd is. Stel u voor, zoo vroeg ik hem, er
is in 't geheel geen vaargelegenheid van af 't
Waardje naar Dirkshorn; nu komt men met een
plan om een vaart te maken. Toen ik hem het
daarvoor benoodigde bedrag van f400.000 noemde,
(n.l. veel te weinig) was hem dit veel te kostbaar.
Maar, vroeg ik hem, gij hebt toch in het rapport
wel gelezen dat alleen de verbetering van het be
staande vaarwater is geraamd op f393.000? Ik zou
meer zulke voorbeelden kunnen noemen, doch ik
meen met dit voorbeeld te kunnen volstaan; het
is menn bedoeling om te doen uitkomen, hoe of
men sommigee personen voor dergelijke dingen
kan winnen; ik wil hier nog aan toevoegen, dat
bedoelde persoon niet behoord tot een zekere massa,
waarover zeer verschillend wordt gesproken.
Het komt mij voor dat in de huidige omstan
digheden de vraag gewettigd is, of de uitvoering
moet worden ter hand genomen, het gaat hier over
millioenen uitgaaf, en naar mijne meening voor
een zeer weinig rente afwerpende aangelegenheid.
Een voorbeeld uit de practijk zal ik hier laten vol
gen. Uit Anna Paulowna-polder moet een tamelijk
gedeelte der aldaar geteelde kool, worden vervoert
naar den Langendijk. Nu zou men meenen dat dit
vervoer per vaartuig zal geschieden; mij werd ech
ter verzekerd dat men de kool evenzoo goed per
vrachtauto kan vervoeren, daar de kosten per ton,
het vorige jaar althans, niet hooger werd, omdat
men de wagens overal kan laten komen.
Dit is een geheel andere lezing, dan die in het
rapport genoemd.
Zou men met een gedeelte dezer millioenen voor
het tegenwoordige geen betere bestemming kunnen
vinden? Maar het is toch een goede werkverschaf-
Wat zegt
naam?
Toen Wils na zijn collega's in de nachtredactie
verrast te hebben met het bericht van Adams' ar
restatie, tegen 2 uur in de blauwe salon terugkeerde
vond hij daar Sanders, behaaglijk genesteld in een
der groote fauteuils, welke in een gezellig hoekje
onder een groote schemerlamp waren geplaatst.
In den lichtkring onder den kap van deze lamp
hing een wolk van rook waar uit de reporter meende
te mogen opmaken, dat de inspecteur de eenzaam
heid van dit vertrek, waarin zich slechts enkele
uren geleden die even sensationeele als onverwachte
ontknonoping van het raadsel Leuvensteyn had aTge
speeld, geprefereerd had boven het rumoer van de
danszaal, waar de stemming inmiddels haar hoogte
punt bereikte en de aanwezigen geheel onkundig
waren gebleven van hetgeen als het ware boven hun
hoofd had plaats gevonden.
Die gedachte had voor Wils uit een beroepsoog
punt toch wat pikants. Waarschijnlijk zou het geen
tweede maal in zijn leven voorkomen, dat hij te
midden van eenige honderden collega's uit binnen-
en buitenland, erin slaagde beslag te leggen op een
primeur, waarom de geheele courantenwereld hem
zou benijden. Maar tenslotte was hij van al die
collega's dan ook de eenige geweest, die meer dan
gewone beroepsbelangstelling voor deze duistere
zaak had getoond en va nhet begin af aan in de
oplossing van het raadsel een werkzaam aandeel
had genoipen.
Sanders ontving hem met een uitnpodigend gebaar
op den stoel tegenover hem plaats te nemen en na
dat hij den journalist een sigaar geoffreerd had.
stak hij onmiddellijk van wal.
„Ik zou je willen verzoeken Miel, "zoo begon hij,
„mij eerst rustig zonder interrupties, het slot van
de zaak te laten vertellen. Daarna zal ik je verkla
ren op welke wijze het misdrijf heeft plaats gehad,
terwijl je dan tenslotte wanneer je nog iets niet
duidelijk mocht zijn, vragen kunt stellen. Ik denk
dan dat we op die manier het snelst aan het
einde zullen komen, want, eerlijk gezegd, blijkt de
spanning, waarin ik vanavond verkeerd heb, haar
uitwerking niet te missen en waar het morgen
of liever gezegd straks, weer een drukke dag voor
me zal zijn, zullen eenige uren gezonde slaap me
waarschijnlijk geen kwaad doen."
Wils knikte ten teeken van instemming.
„In de eerste plaats dan" vervolgde Sanders, „het
antwoord op de vraag hoe ik er achter ben gekomen,
dat slechts Adams, die wij beiden toch wel in de
laatste plaats van medeplichtigheid verdachten, aan
de misdaad debet kon zijn. Wellicht, dat je dit zelf
reeds hebt kunnen nagaan, nadat ik je in Dussel-
dorf zoo uitvoerig inlichtte over mijn ontmoeting
met zuster Robert en wat daaraan vooraf ging."
Wederom knikte Wils, doch Sanders scheen daarop
geen acht te slaan.
„Toen ik kennjs had genomen van den inhoud
van het telegram, dat de verpleegster die we nu
voor het vervolg maar eenvoudig Robert zullen
noemen, in Hotel Zweibruckenhof ontving, was het
slechts een kwestie van tijd om achter de identi
teit te komen van den man, die dit telegram had
verzonden en daardoor zelfs als de vermoedelijke
dader in aanmerking kwam. Je herinnert je, dat