I
Voor onze Lezeressen
of witte tafzijde, doch sleepende rokken en groote
strikken van achteren, terwijl zij voor jonge meisjes
witte peau d'ange prefereert met wijde, doch vrij
wel recht neervallende rokken.
Augustabernard had veel succes met afzonder
lijke om den bovenarm sluitende mouwtjes, die bij
verschillende avondjaponnen kunnen worden ge
dragen en geheel bezet zijn met rosjes van lamé.
elleboog. Ze eindigen van onderen in een eenvou-
^?e^n°opte manchet. Ook de halflange
mouw duikt telkens weer op en vertoont dikwijls
diagonale reepen, knoopjes of een op den onderarm
vallenden volant. Voor den namiddag ziet men ook
wel mouwen dragen, die bij wijze van handschoen
worden aangetrokken, doch aan dit modesnufje
zal wel geen lang leven beschoren zijn.
DE NIEUWE MOUWEN.
Het uiterlijk der mouwen is zoo ongemerkt geheel
en al veranderd. Ten eerste door de wijze van aan
zetten; raglanmouwen komen steeds meer in de
mode. Doch ook de snit van de mouw zelf en de
garneering zijn anders geworden. Naast de geheel
gladde mouwen zien wij er ook dragen met twee
kleine volants, één op den schouder en één aan den
SWEATERS EN PULLOVERS.
Sweaters en pullovers worden meer en meer bij
ensembles gedragen inplaats van blouses. Doch dan
moeten ze ook zeer fijn geweven zijn. De gestreepte
stoffen en de felle kleuren passen al niet meer bij
het jaargetijde; hoogstens kan men ze nog een
Stt1 £ag 's morgens dragen, als de zon helder
schijnt. Rustiger kleuren en effen stoffen krijgen
nu weer de beurt.
Mantel van zwarte stof, die van onderen klok
kend uitloopt en gesloten wordt door een ceintuur
van dezelfde stof met een parelmoeren gesp. Revers
en ondermouwen zijn van gelijkmatig breede ree
pen hermelijn gemaoakt.
Zeer flatteuse mantel van bruin fluweel met een
origineele pas over de heupen, die van voren diago
nale lijnen vertoont en van achteren rond geknipt
is. Kraag en manchetten zijn van bruin Astrakan.
Wandelcostu um van groene, diagonaal geweven
stof. De van- onderen klokkend uitloopende rok
heeft voor in het midden een naad, die de voort
zetting vormt van de sluiting van het jasje. Kraag
en manchetten zijn van hermelijn.
Ensemble van marineblauw drapella, waarvan de
rok slechts opzij klokt. De naad opzij vormt weer
een geheel met de sluiting van het jasje, dat van
een onsymetrischen kreeg van grijs Astrakan en een
wildleeren ceintuur voorzien is
Ensemble van roode wollen stof, waarbij de groo-
tendeels vastgestikte stolpplooien van den rok een
voortzetting zijn van die van het jasje. De ceintuur
is van wildleer, de kraag en de reepen bont op den
bovenmouw van bever.
Zeer origineel ensemble van zwarte stof en zwart
Breitschwanzbont. Hiervan is het geheele man
teltje tot aan het middel gemaakt, evenals de bo
venste helft der mouwen, terwijl voor op den schoot
ervan nog een stuk bont is aangebracht. De klok
kend uitloopende rok vertoont een schortvormig
eveneens van Breit-
yAbrifcozeni-rijstpulddiiig.
Ben halve liter melk, 75 gram rijst, 50 gram
suiker, 1 pakje vanillesuiker, 10 gram witte
gelatine, 1 d.L. slagroom, 1 eiwit, I1/21 ons abri
kozen, '40 gram suiker 1 kleine lepel maizena.
Daags tevoren zétten wij de gewasschen abri-
kozen even onder water en bestrooid met de
suiker, weg om te weeken.
Melk met suiker wordt aan de kook gebracht
en de gewasschen rijst met een tikje zout er in
gaar gekookt, waarna de in water geweekte en
goed uitgeknepen gelatine in een half kopje ko
kend water wordt geweekt en bij de rijst wordt
gevoegd; wij kloppen de room en eiwit met een
tikje zout stijf en mengen deze zeer voorzichtig,
door de rijstmassa, waarna we alles laten bekoe
len. De abrikozen laten wij goed uitlekken, van
gen het vocht op, dat we opkoken, met de halve
lepel maizena binden en koud laten worden.
De rijst en abrikozen worden nu laag om
laag in een puddingvorm gedaan en weggeziet
tot de pudding geheel en al koud en stijf is,>
waarna ze gestort wordt op een vochtig gemaakte
schotel en met de saus overgoten.
We maken de schaal, waarop w ijde. pudding
willen storten, altijd een. weinig vochtig, omdat
de puddi ng, wanneer deze niet geheel en al in het
midden ligt, Man gemakkelijk kan worden ver
schoven.
Het verdient aanbeveling om een beste rijst
soort te nemen bij het bereiden dezer pudding,
daar men dan de meeste kans heeft, dat de kor
rels heel blijven.
Onze groentesoep met tapicca op den vleesch-
loozen dag bereiden wij door een kleine knolraap
eenige wortelen, een knolselderij, 1 bosje selderij
en 1 bos prei schoon te maken en in kleine' stuk
jes te snijden, daarna alles flink wasschen, daarna
een half uurtje in water met zout wegzetten
om het zand te laten zakken en nogmaals flink
wasschen, daarna opzetten met kokend water en
zóut en goed gaar laten wonden, de groente wordt
nu uitgeschept en alles met den vleesdumolen fijn
gemalen. Eten flinke ui wordt gaar gesmoord in
boter, hierbij komt de groentenpurge en Liet
groentenwater, dat zoo noodig aangevuld wordt
totdat men li/2 L„ vocht Lieeft en tenslotte 75
gram tapicca, die we vooraf al eenige uren heb
ben laten weeken in een weinig water.
De soe pwordt nu zoolang gekookt, totdat de
tapicca doorschijnend is.
Een ei wordt in de soepterrine geklopt met
een weinig melk en hierbij wordt in den beginne
scheutje bij scheutje de soeJ> gevoegd, waarna
er tenslotte nog een lepel zeer fijn gehakte pe
terselie doorheen wordt geroerd, terwijl wij de
smaak verhoogen door toevoeging van een lepel
maggi aroma. Kleine dobbelsteentjes gebakken
brood kan men er bij opdienen.
Tenslotte beginnen wij met ons Zaterdagsche
maal, wat we eens heel gemakkelijk maken door
geen aardappelen maar rijst in den hoofdschotel
te verwerken.
j Rijst met ''varkensvleesch, kool en peen.
j 300 gram rijst, 500 gram varkensvleesch, 50
gram boter, 1 ui, 1 kl. S|avoyekool, 1 flinke
bos wortelen.
De rijst^ koken wij op de gewone manier gaar
door 3 maal zooveel water en 1 theelepel zout
bij de gewasschen rijst te voegen en daarna gaar
te koken of door ze in den hooikist of in kranten
gepakt over te laten koken, waarbij wij dan 2
maal zooveel water nemen, de rijst een minuut
o fvijf voorkoken en daarna pl.m. 1 uur in de
hooikist plaatsen.
Het varkensvleesch wordt in blokjes gesneden
en nadat de boter warm is gemaakt, daarin mét
éen gesnipperde ui lichtbruin gebakken, de, ge
snipperde wortels en de geschaafde kool, die in
een w einig water en zout even voorgekookt zijn,
komen nu bij het vleescLi, zoo noodig nog onder
bvijoeging van water, waarna alles tezamen nog
edn uurtje gaar moet smoren.
Dij het opdoen worden Liet vleesch en de groen
ten uitgeschept en opgestapeld op een schotel
gedaah, terwijl de rijst er in een rand om heen
wordt gelegd, het vod.it, dat in de pan is achter
gebleven binden we en geven het als saus.
Hierto'nder laten wij nog enkele recepten vol
gen voor den inmaak. Bij wild en gevogelte
smaakt oompote altijd het lekkerst, een minder
bekeMde combinatie is preiselbeeren met peren
Zeer wijde, klokkend geknipte avondcape van
zwart satijn met een medalllonvormig ingezet stuk
in den rug en een hooge kraag van vossebont.
Avondmantel van brocaat, die ver over elkaar
slaat en versierd wordt door een grooten bont
kraag en origineele bontgarneering op de recht ge
knipte mouwen.
WAT ETEN WE DfEjZiEi WEEK?
Zondag.
Tomatensoep. Biefstuk, princesseboonen, aard
appelen, abrikozen-rijstpudding.
Maandag.
Rollade, andijvie, aardappelen, flensjes.
Dinsdag.
Vleeschkoekjes. Groene kool, aardappelen. Haver-
W oenjsdag.
Runderlapjes. Worteltjes, aardappelen. Water-
gruwel.
Demderdag.
Gehakt. iStoofsla, aardappelen, Maizenavla niet
bitterkoekjes.
Vrijdag.
Groantensoep met tapicca. Schelvis ch met mos
terdsaus. Sla en aardappelen.
Gr'oentensoep met tapicca. Roereieren, bloem
kool, aardappelpuree, gebraden apelen.
Zaterdag.
Bloemkoolsoep. Rijst met .varkensvleesch. Savdye
kool én peen.
Om de miirn of meer wrange smaak der prei
selbeeren zachter te maken, gebruikt men bij
het iumaken gelijke deelen bessen, appéls en
peren. De laatste worden geschild en in plakken
gesneden en gaar gekookt, waarna men de goed
gewasschen preiselbeeren en de helft van het ge
wicht der vruchten aan suiker bijvoegt en alles
met elkander goed laat doorkoken, waarna de
compote inog heet in goed gereinigde glazen wordt
overgebracht en met perkamentpapier afgesloten.
'I&m v isia
Zoetzuur vau pompoen.
De pompoefn wordt geschild en het vleesch
wordt iu vierkante stukjes gesneden, indien men
het in zijn bezit heeft worden er met een gameer-
mesje, gekarteld, eerst in de lengte streepjes in
gemaakt en' daarna in de breedte, zoodat men
dan stukjes pompoen kan inleggen, die met kleine
blokjes versierd zijn, hetgeen een aardig effect
geeft.
De stukjes pompoen worden nu gedurende 24
uren i ngoède inmaakazijn weggezet, zoo, dat
ze juist onderstaan.
Dén volgenden dag worden de stukjes pom-
poeta gewogen en met de helft aan het gewicht
aan suiker opgezet en een heel klein beetje wa-
ter, waarin zij gekookt worden, totdat ze door- j
scl ijhend zijn. Mocht er op de oppervlakte 1
schuim komen, dan wordt dit voorzichtig afge
schept. Zijn de stukjes gaar, dan uitscheppen in
goed met sorla gereinigde glazen overbrengen,,
het vocht nog inkoken en daarna over de pom
poen gieten, totdat de stukjes bedekt zijn, af
sluiten met perkamentpapier.
Roze bottel marmelade.
Volle rijpe, doch vaste rozebottels worden goed
gewasschen, open gesneden en van de binnenste
inhoud zorgvuldig ontdaan, daarna nogmaals
goed gewasschen, totdat het wat geheel en al
schoon is. De bottels worden daarna gaar ge
kookt eu door een paardeharen zeef gewreven, de
massa wordt 'nu gewogen op 1 Kg. hiervan re
kent men 400 gram suiker en de sap van 1 ci
troen, waarna alles tesamen zoolang wordt ge
kookt, totdat de vereischte dikte is verkregen en
de jam nog heet in goed gereinigde potten, wordt
overgebracht -en na het afkoelen legt men op
de oppervlakte een stukje in rum of brandewijn
gedrenkt papier en sluit de potten af met per-
kame'ntpapier.
Witte vloeren,
In sommige streken heeft men nog wel wit
geschuurde vloeren. Om deze mooi wit te hou
den -neemt men een deel kalk en drie deelen
fijn zand en strooit dit mengsel op den vloer,,
waarna men het vochtig maakt en men den
luiwagen en de vloer hiermede schropt. Na
dweilen met een z.g. marmerdweil, waarin het
zand niet blijft zitten, maar door het grove
in een emmer water achterblijft.
Bij het wasschen van teere stoffen
is eierdooier ee!n uitstekend waschmiddel, .iet
vat stof nog kleur aan en verwijdert vlekken.
Aseh van briquetten.
ais een zeer goed poetsmiddel, in het bijzonder
voor alle soorten metaalwaren, die er prachtig
blank en glimmend door worden.
Men verzamelt de asch in een leege bus en
maakt ze eenigszins vochtig, daar zij anders zoo
licht weg stuift en neemt bij het gebruiken
een weinig op een vochtig lapje, waarmede men
dan de voorwerpen in en met een flanellen doek
mawrijft.
Men kan uit citroenen veel meer sap persen,
indien men deze eerst een paar minuten in heet
water legt, zoodat ze eenigszins warm worden.
Rog een nasleep van de Parijsehe
tentoonstelling.
Olifantjes zijn thans een zeer gewilde snuis
terij. M«n ziet ze overal: als klein, pikzwart
handvat op het deksel van een bonbonnière, in
gelegd op een sigarettenétui, met een gat in den
rug bij wijze van aschbak, enz. Uit verguld
bout zijn het aardige bergplaatsen voor allerlei
kleinigheden. Dé sluitingen van sommige tasdn-
jes vertoonen ook al een olifantenmotief en zelfs
in de hoeken van tafellakens en servetten ziet
men ingeweven olifanten. En op de schortjes
van kleine kinderen heeft de olifant de honden,
katten en vogels geheel verdrongen.
Goudkristal.
Het oude goudkleurige kristal is weer zeer
modern voor vazen en pièces de milieu. Het
wordt ook verwerkt iu zeer moderne vormen voor
schalen en jardinières. Minder mooi is het, wan
neer dit kristal met bloemen wordt beschilderd.
Dat is te veel van het goede, het staat opgesmukt
en smakeloos.
Eenige namen van 'japonnen;.
Vele parfumeurs hebben den slechten smaak,
geen namen meer voor hun creaties te beden-
ben, doch ze met prozaïsche nummers aan te
duiden. Met de couturiers is het zoover gelukkig
nog niet gekomen, integendeel, deze wedijveren
in de mooiste ein origineelste namen. Een paar
voorbeelden uit de nieuwste collecties: Verzoe
king, tete a tete, avontuur, zwarte lelie, laat
ste sigaret, gevangene, reridez-vous, enz.
teüs^_. -
Gasten ontvangen.
Gasten ontvangen is niet ieders werk, want
het ver ei seint een zékere opmerkzaamheid voor
kleinigheden. Zoo moet een goede gastvrouw al
tijd weten te voorkomen, dat het gesprek stokt.
In zoo'n geval kan men een actueel' onderwerp
aanroeren, dat is altijd animeerend, zoolang het
gesprek niet te heftig wordt. In dat laatste
geval, maar ook als het gesprek niet vlot, kan
men door een losse opmerking of door het presen-
toeren van een en ander voorkomen, dat er een
gedrukte stemmhig voelbaar wordt. Dikwijls is
liet ook een groote steun voor de gastvrouw,
als zij een enkel, zeer goed, radionummer ten
gohoore brengt. En als zij Liet geluk heeft een
vooraanstaand persoon in den kring van haar
gasten te tellen, moet zij hem de kans geven,
zich te uiten, want beroemdLieden zijn juist dik
wijls eenigszins teruggetrokken.
Tegen een rooden neus.
Er zijn zoowel mannen als vrouwen, die last
hebben van een rooden neus. Deze hinderlijke
k'-'aal wordt gewoonlijk veroorzaakt door een
slechten bloedsomloop, zooclat allereerst daarte
gen maatregelen moeten worden genomen, Alle
plaatselijke behandeling kan niet anders dan een
tijdelijk effect hebben, doch dikwijls is men zelfs
voor een tijdelijk effect al dankbaar. Men drup
pelt dajri wat benzine ojp .een dotje watten en
bet daarmede den neus. Een meer blijvend effect
bereikt men door het plaatselijk verbeteren van
dén bloedsomloop, bijv. door het dagelijks in
wrijven met citroensap of door eiken morgen
afwisselend den neus te betten met in heet en
ijskoud water gedoopte sponsjes. Dit moet 5 a
8 minuten achtereen worden volgehouden.
Zeep of geen zeep?
De meedingen loopen nogal uiteen over de
vraag of men al dan niet zeep voor het gezicht
diént te gebruiken. Velen meenen, dat men den
schadelijken invloed der zeep op de huid maar
maar op den koop toe moet nemen, omdat zon
der zeep een grondige reiniging der huid niet
gced mogelijk is, wat evenmin de huid verfraait.