NIEUWE S
[jNieuwsblad v. Holl. Noorderkwartier);
No. 127 TELwoon intercommuhaal no. u,DINSDAG 27 OCTOBER 1981
40e Jaargang
-U Uilniva: Uma I. H, (EIZER. - Hidactem I. H KEIZtB. t 4 toni Hoordscharwonds»
FEUILLETON
Da vierde man
mum
DEZE COURANT VERSCHIJNT
DINSDAG DONDERDAG
en ZATERDAG.
Abonnmentsprij s
per 3 maanden 1.15,
ADVERTENTIEN
Van 15 regels *35 cent;
elke regel meer 15 cent.
GROOTE LETTERS
NAAR PLAATSRUIMTE.
Vergadering van den Raad der gemeente op
Maandag 26 October 1931, 's avonds acht uur.
Afwezig de heer Bonnet met kennisgeving.
Voorzitter, burgemeester Slot, opende met welkom
en gebed, waarna de notulen werden gelezen en
onveranderd vastgesteld.
De heer van der Molen vraagt naar aanleiding
der notulen hoe het gegaan is met de regeling der
Züiderzee-arbeiders betreffende de buskosten.
Voorzitter antwoord dat daarop nader terug ge
komen wordt in verband met een ingekomen adres.
Ingekomen stukken:
Bericht van Ged. Staten dat de nieuwe tarief
regeling der auobusdienst hun goedkeuring erlangt
en in werking zal treden op 1 Nov. a.s.
Van de gemeente Alkmaar de begrooting 1932 der
Keuringsdienst van Waren.
Van den Minister van Landbouw dat de crisis
steunregeling voor de transport-arbeiders is goed
gekeurd voor het tijdvak 4 Oct.—7 Nov. 1931, be
houdens dat de tarieven zijn teruggebracht op f 10
voor uitgetrokken gehuwden en ongehuwde kost
winners, benevens f0.75 per week, per gezinslid
boven de 2 personen.
Voor kostgangers f8 per week.
Voor reglementair nog niet rechthebbenden, dub-
bel-uitgetrokkenen en ongeorganiseerden f9.— per
week, benevens f 0.50 per week per gezinslid boven
2 personen;
Voor kostgangers f7.per week.
Voorzitter vraaget machtiging om verlenging der
termijn aan te vragen.
Werd goedgekeurd.
Schrijven ingekomen van 3 land-arbeidersbonden
welke werk vragen voor werklooze georganiseerde
land-arbeiders in den vorm van baggeren tegen een
loon van f3.per dag; voor degene welke niet
kunnen baggeren andere werkzaamheden eveneens
voor een loon van f3.— per dag; tevens het in
leven roepen van een steunregeling.
Voorzitter deelt mede dat met hetgeen misschien
komende is, het goed zal wezen om maatregelen
te nemen, maar op het oogenblik staat er bijden
Correspondent der arbeidsbemiddeling maar 1 land
arbeider ingeschreven.
Voor de transportarbeiders is een steunregeling
in het leven geroepen en in de vorige vergadering
is in deze ook ten gunste gesproken voor de land
arbeiders, maar deze zal door den minister nog niet
geaccepteerd worden, daar hier ter plaatse niet
gesproken kan worden van crisis-werkloosheid in
den landbouw. We zouden kunnen besluiten een ver
zoek te richten voor inwilliging, maar dan rijst de
vraag is het daar vatbaar voor,
Toch hebben B. en W. deze zaak onder de oogen
gezien en komen met volle Vrijmoedigheid tot den
Raad om machtiging te vragen de menschen aan
het baggeren te zetten en dan voor rekening der
gemeente 1/3 te nemen.
Op de gedane vraag van den heer van der Molen
betreffende de arbeiders in de Wieringermeerpolder
werd meegedeeld dat eerst vijf personen heen gin
gen, hetwelk op het moment is geslonken tot 2.
Ggzien de verdiensten van deze menschen, hebben
B. en W. gemeend de buskosten geheel voor reke
ning der gemeente te nemen.
De heer v d Molen, zegt, dat door hem in de
vorige vergadering ook is naar voren gebracht het
baggeren en heeft den indruk gekregen dat B. en W.
wanneer er iets te doen is, het niet zullen nalaten.
Op de vraag des voorzitters of de heeren accoord
Uit de inlichtingen, die ik uit Burgsteinfurt ont
ving, bleek mij voorts nog, dat de oude Robert in
1913 aldaar is overleden. De oudste zoon, die toen
17 jaar was, nam het werk van zijn vader op de
boerderij over en ook de overige leden van de
familie, die daar geheel intern was, zetten het oude
leven voort. Tot de oorlog uitbrak. De oudste zoon
werd al spoedig onder de wapenen geroepen en toen
ook Adams het oogenblik zag naderen, waarop hij
zijn vaderland zou moeten dienen, vertrok hij met
zijn zuster, die toen 15 jaar oud was, naar Holland.
Hij zelf vond, aanvankelijk in Enschede, later in
Amsterdam, een betrekking als pakhuisknecht, win
kelbediende en tenslotte zelfs als boekhouder, terwijl
zijn zuster het van kamermeisje in verschillende
hotels tot hulp in de huishouding en gouvernante
bracht. Beiden zouden dus zeker wel in staat zijn
geweest zich op een behoorlijke wijze door het
leven te slaan, wanneer de na-oorlogsche moraal in
hen niet zulke gewillige slachtoffers had gevonden.
Het begon in 1919, toen Adam Johan Robert als
boekhouder in betrekking was bij een groote firma
te Amsterdam. Hij zag kans in enkele maanden
tijds een bedrag van f 15000 te verduisteren, waar
mee hij de wijk nam naar het buitenland, vermoe
delijk naar België. De uitgever van zijn befaamde
detective romans wist mij n.l. te vertellen, dat het
manuscript van zijn eerste werk hem in 1920 vanuit
Antwerpen werd toegezonden".
„Hij is dus, wat men zou kunnen noemen, door
de praktijk geïnspireerd", concludeerde Wils.
„Dat schijnt wel zoo", beaamde Sanders. „Reeds
toen echter werd alle correspondentie gevoerd onder
den naam Adams en in 1921 heeft hij zich als
kunnen gaan om bij een eventueele volgende ver
gadering het baggeren op te dragen voor rekening
der gemeente 1/3 der onkosten en voor de belang
hebbenden 2/3, werd aldus besloten.
De heer v. d. Molen VTSagt nog af er voor de
arbeiders die niet kunnen baggeren ook gerekend is
voor andere werkzaamheden.
De heer Ooyevaar zegt, dat de menschen die
baggeren kunnen uit de kring der werkeloosheid
weggenomen worden, waardoor voor die menschen
de werkgelegenheid ruimer wordt welke niet kun
nen baggeren.
De heer Z'uidam is daar niet zoo zeker van, want
wanneer er werk is verricht men dat liever zonder
steun.
Voorzitter zegt, dat met een andere tewerkstelling
nog geen rekening is gehouden, maar deze zaak
heeft mijn volle aandacht.
Van het Wit-Gele kruis is een adres ingekomen
om subsidie van f 0.15 per R. K. inwoner.
Voorzitter memoreert dat het een eigenaardige
geschiedenis is. In de vorige vergadering is besloten
om 10 cent per inwoner verhooging te geven voor
het Witte Kruis, ten behoeve eener 2e zuster, met
de toezegging dat zulks geldt voor alle onze inwo
ners. Maar deze komt voor de R. K. inwoners, nu
kunnen we te dien opzichte wel een mooi gebaar
maken, dat het niet veel geld zal kosten, maar
aangezien het een zaak is voor den geheelen Lan-
gendijk hebben B. en W. besloten op het adres
voorloopig afwijzend te beschikken. We kunnen zien
hoe deze zaak zich verder ontwikkelt, misschien
dat er een volgend jaar aanleiding bestaat om het
toe te staan.
Goedgekeurd.
Subsidie herhalingsonderwijs.
Van 't Belang der Jeugd een verzoek om subsidie
voor het herhalingsonderwijs.
Voorzitter memoreert dat het vorige jaar ook is
verstrekt en daar is de bepaling gemaakt een sub-
sidie te verstrekken tot een maximum van f 150.—
verder dat wanneer minder dan 15 leerlingen het
herhalingsonderwijs volgen f 10.— per leerling te
verstrekken en dat de geheele cursus door de leer
lingen gevolgd wordt.
B. en W. stellen voor weer op dezelfde wijze de
subsidie te verstrekken tot een maximum van f150
en de genoemde bepalingen en mocht het zijn dat
de leerlingen niet de geheele cursus meemaken, dan
naar billijkheid te beoordeelen.
De heer van den Molen zegt dat op het oogenblik
de cursus door 12 leerlingen wordt gevolgd en zou
gaarne zien dat B. en W. niet f 10.per leerling
maar f 150.vaststelden, daar anders de onder
wijzers er bij te kort zouden komen.
Weth. Ooyevaar zegt dat het bedrag f 10.juist
is genoemd door het inkrimpen der cursussen, wan-
wege het vertrekken der leerlingen en om dat te
voorkomen is het bedrag van f 10 gesteld.
De heer van den Molen zegt, dat de ervaring van
het vorig jaar heeft geleerd dat de cursus is be
gonnen met 12 en tot 18 is opgeklommen, maar wan
neer er van de 12 nu eens 6 overblijven, dan zou de
cursus opgeheven moeten worden, daar de onder
wijskrachten niet betaald kunnen wordeh.
Voorzitter zegt dat het daarom toch wel goed is
dat dit besluit genomen wordt en is het juister om
het voorstel van B. en W. te aanvaarden.
De heer Koedijk wenscht dat de Raad zich vast
hield aan het voorstel van B. en W.
Voor enkele jaren terug was spreker huiverig
voor het geven van subsidie, om dat de praktijk uit
wees dat er op het slot niet veel animo voor de
cursus meer was en dan beantwoord de subsidie
niet meer aan het doel.
Juist nu er een clausule aan verbonden is, is het
voor de ouders zaak het aantal leerlingen op te
voeren, opdat er zooveel mogelijk van dat onderwijs
genoten wordt.
Johan Robert Adams in het bevolkingsregister van
Ostende laten inschrijven. Hoewel ik dat nog niet
met zekerheid heb kunnen vaststellen, vermoed ik,
dat hij hierbij eenvoudig een kleine pasverval-
sching heeft gepleegd door achter zijn voornaam
Adam een s een een komma te zetten, waardoor de
betreffende ambtenaar de eerste naam voor de
familienaam heeft aangezien. Waarschijnlijk zal de
belanghebbende hem zelf wel in die overtuiging
hebben gesterkt. Een verhuisbiljet bezat hij na zijn
vlucht uit Nederland natuurlijk niet en daar zal
in het midden van het seizoen in een badplaats
als Ostende ook wel niet naar worden gevraagd.
Vanaf dien tijd ongeveer schijnen zoowel Robert
als zijn zuster, die hem later is gevolgd, deel te
hebben uitgemaakt van een wijdvertakte oplich
tersbende, waarvan reeds menig lid door de politie
uit andere landen is ingerekend. Tot dusver is
men er echter nog steeds niet in geslaagd dit gezel
schap in zijn geheel achter slot en grendel te
zetten, daar de, wegens een of ander misdrijf ge
arresteerde leden weigerden ook maar één woord
over hun collega's of leiders lot te laten. In Dus-
seldorf hebben we dat beleefd en ik verwacht, dat
de beide Roberts, die we nu in handen hebben, te
dezen opzichte niet veel mededeelzamer zullen zijn.
Intusschen is hun arrestatie echter ook daarom van
zooveel belang, wijl zij, voorzoover bekend, de eer
sten waren, die in opdracht van de bende, waartoe
zij behooren, ons land als operatieterrein kozen. Met
hoeveel geduld en geraffineerdheid die beiden daar
bij te werk zijn gegaan, blijkt niet alleen uit de
opzet van het plan, maar ook uit de wijze, waarop
dit werd uitgevoerd."
Sanders zweeg even, als om den reporter gelegen
heid te geven hetgeen nu volgde goed in zich op te
nemen. Na een kleine pauze, welke hij zich ten
nutte had gemaakt om een versche sigaar op te
steken, vervolgde hij, de blauwe rookwolkjes in ge
dachten nastarend:
„Vergeet niet, dat Han Adams al meer dan een
jaar bij de Hollandsche Hypotheek- en Voorschot
bank in dienst was. Hij is daar aangenomen op uit-
Niemand meer het woord verlangende werd aldus
besloten.
Vaststelling instructie toezichthouder terrein lich.
oefeningen.
Voorzitter zegt dat zoodra we eigendommen heb
ben er zorg voor gedragen moet worden, dat de din
gen goed beheerd worden. Voor dat terrein moeten
we iemand hebben om daar toezicht te houden en
is voorloopig de heer H. Kamp, welke in de nabij
heid woont daarvoor aangesteld.
De instructie houdt in het rein houden van den
toegangsweg en het te bouwen schuurtje.
Maandags, Dinsdags, Donderdags en Vrijdags moet
het terrein ruim zijn tot des namiddags 3.30 uur en
Woensdags en Zaterdags tot des voormiddags 11.30
uur.
Niemand mag zich er des daags óp bevinden dan
diegene welke verlof hebben van B. en W. De leer
lingen der openbare en bijzondere scholen onder
geleide van het onderwijzend personeel worden ge
acht dat verlof te bezitten op de schooltijden daar
voor bepaald.
Wanneer vereenigingen verlof hebben bekomen,
elk geval afzonderlijk te stellen voorwaarden, is het
terrein ter beschikking van die vereeniging.
Des Zondags en erkende christelijke feestdagen
zal het terrein gesloten zijn.
Degene welke zich misdraagt in woord en daad
zal verwijderd worden voor een bepaalde tijd.
De heer Bonnet doet schriftelijke mededeeling
dat hij zich niet vereenigen kan met art. 4 en ver
zocht beschikbaarstelling van het terrein des Zon
dagsmiddags.
De heer van den Molen zegt, het terrein als ge
meentelijk terrein te beschouwen. Het grootste ge
deelte der burgerij is er wel tegen dat er des Zon
dagsmiddags gespeeld wordt, maar er is toch ook
een ander deel, welke gaarne zouden zien dat het
open gesteld werd. Spr. heeft de gedachte dat B.
en W. daar geen principieel bezwaar tegen konden
hebben, daar in andere gemeenten met een A. R.
voorzitter het terrein toch ook open is. Spr. zou
gaarne zieft dat het hier ook opengesteld werd,
opdat de kinderen dan kunnen spelen.
Voorzitter merkt op dat het wel zeer juist is dat
er waarschijnlijk andere gemeenten zijn dat de
voorzitter tot de A. R.-partij behoort, maar daar zijn
dè verhoudingen in den raad wel anders dan hier.
B. en W. hebben gemeend het niet open te moeten'
stellen, opdat niet alleen uit eigen overtuiging,
in den geest gehandeld wordt van het overgroote
deel der gemeente.
De heer Zuidam is een groot tegenstander van
openstelling en wenscht de touwtjes strak te hou
den, ook al in verband met sport en wedstrijden.
De heer Koedijk beschouwt het terrein in de
eerste plaats als schoolterrein. En dat het ook
voor andere doeleinden gebruikt wordt daar zullen
we wel niet geheel af kunnen. Toch gelooft spr. niet
dat er één rechts raadslid is, welke er voor is dat
het terrein opgengesteld wordt, maar pricipieele
tegenstanders.
De heer van den Molen vraagt hiervan aanteeke-
ning als tegenstander der aanname van art. 4,
waarna de instructie zonder hoofdelijke stemming
werd aangenomen.
In verband met de aanstelling van den heer Kamp
vraagt de heer Koedijk of het nu van zoo groot
belang is, dat er een som van f 100 moet uitgetrok
ken worden. En is hij altijd beschikbaar, wanneer
het schoolterrein gebruikt wordt.
De heer Zuidam zegt, ook eerst die meening toe
gedaan te zijn, maar gezien de verplichtingen welke
er alle aan verbonden zijn kan spr. zich met de
voorgestelde jaarwedde vereenigen.
Na nog eenige discussie over de te verrichten
werkzaamheden, werd de heer H. Kamp met alge-
meene stemmen benoemd tot toezichthouder terrein
lich. oefeningen op een jaarwedde van f100.
stekende getuigschriften van soortgelijke instel
lingen in België, die gedeeltelijk vervalscht waren en
genoot al spoedig het volle vertrouwen van de di
rectie. Het werk, dat hem werd opgedragen, ver
richtte hij tot aller tevredenheid, hetgeen op zich
zelf geen verwondering behoeft te baren, omdat hij
deze branche aanvankelijk als zijn beroep heeft
gekozen en ook in België, zij het met minder goede
bedoelingen, wel op bankinstellingen schijnt te zijn
werkzaam geweest, waar hij dan, na eenmaal zijn
slag te hebben geslagen, weer vertrok, meestal zelfs
in het bezit van een behoorlijk getuigschrift.
In Amsterdam heeft hij zijn kans rustig afge
wacht tot hij die gevonden meende te hebben
in de transactie met de heeren Helinger en Gold-
schmidt".
„Neem me niet kwalijk, dat ik je nogmaals in
de rede val", onderbrak hier Wils zijn verhaal,
„maar is Helinger nu op vrije voeten gesteld?"
„Die bevindt zich reeds sinds Maandag aan de
Rivièra, waar hij op rijkskosten herstel zoekt van
zijn geschokte zenuwen", antwoordde Sanders. „Der
gelijke justitieele vergissingen zijn altijd zeer on
aangenaam en gewoonlijk niet meer goed te maken,
hoewel ik geloof, dat dit slachtoffer er wel weer
overheen zal komen".
„Ik was dus thans", zoo vervolgde Sanders na
eenige flinke trekken aan zijn sigaar, „zoover met
mijn onderzoek gevorderd, dat ik een oplossing
meest trachten te vinden van het raadsel hoe Adams
den moord op Leuvensteyn kon hebben gepleegd,
terwijl de concierge van de voorschotbank hem
ongeveer op hetzelfde tijdstip, waarop de moord
plaats had, in het kantoor had gezien. Ik stelde me
daarom in de eerste plaats met dezen concierge in
verbinding. Zooals je je misschien herinneren zult,
vertelde Adams mij den avond, waarop wij hem
voor het eerst op het bureau lieten komen, onge
vraagd, dat hij zich tegen 8 uur naar zijn kantoor
had begeven. Om ruim 8 uur, zoo zei hij toen ver
der, bracht de concierge het telegram van Helinger,
waarin deze meldde, dat de komst van Leuvensteyn
niet meer noodig was. De concierge legde gelijk-
Vaststelling instructie gemeente-werkman.
Voorzitter deelt mede dat voorloopig was aange
steld de heer Jb. Balder Abrz.
De instructie vermeld het onderhouden en rein-
houden der riolen, goten publieke plaatsen, min
stens 1 maal per maand en de pleinen minstens
1 maal per week en wel des Zaterdags, terwijl bij
regenval de riolen en goten geïnspecteerd moeten
worden tot doorlating van het water.
Door B. en W. werd voorgesteld Balder aan te
Stellen op een jaarwedde van f 130.werd met
algemeene stemmen goedgevonden.
Verhuring Postkantoor.
Voorstel B. en W. tot verhuring van Post-, Tele
graaf- en Telefoonkantoor aan het Rijk voor het
tijdvak van 1 Juni 1932—31 Mei 1933 tegen een
huurprijs van f 2550.
Voorzitter deelt mede dat de onderhoudskosten
dat bedrag hebben bedragen.
Aldus besloten.
Aanvulling gemeentebegrootting 1931.
Voorstel van B. en W. tot aanvulling der gemeen
te-begrooting dienst 1931 in verband met de kabi-
leering tot een bedrag van f30.000.
Behandeling begrootingen gemeente, Burg. Arm
bestuur en lichtbedrijven dienstjaar 1932.
Voorzitter deelt mede dat de begrootingen zijn
onderzocht, waarna door den secretaris het volgende
verslag werd uitgebracht namens de commissie:
Verslag van het onderzoek van de begrootingen
der gemeente, van het burgerlijk armbestuur en van
de Lichtbedrijven over het dienstjaar 1932, Op 16
October 1931, des avonds 7 uur.
Allereerst wordt overgegaan tot het onderzoek
van de begrootingen der lichtbedrijven. De direc
teur is mede aanwezig, die een uiteenzetting geeft
van de voornaamste posten. Gesproken wordt daar
bij over de nieuw in te voeren tarieven als vastrecht
en voordeeliger dubbel tarief.
Verschillende vragen worden tot genoegen beant
woord. De begrootingen geven tot geen op- of aan
merkingen aanleiding.
Voort wordt onderzocht de begrooting van het
burgerlijk Armbestuur. Daaruit blijkt dat wegens
landhuur aanzienlijk minder zal worden ontvangen
De posten voor steunverlening zijn ongeveer gelijk
geraamd als verleden jaar. De post „onvoorzien" is
echter lager. Van de gemeente wordt een subsidie
verwacht van f7.50— inplaats yan f250.—, zooals
over 1931.
Algemeen wordt opgemerkt dat deze begrooting
niet veel speling overlaat, wat in dezen tijd toch wel
gewenscht wordt geacht.
Overigens geeft deze begrooting tot geen op- of
aanmerkingen aanleiding.
Ten slotte wordt post voor post nagegaan van
de begrooting der gemeente. De secretaris geeft
daarbij een uiteenzetting van de nieuwe belasting
regeling. Bij de behandeling der posten worden alle
gevraagde inlichtingen verstrekt. De volgende op
merkingen en bedenkingen worden gemaakt.
Bij post 59 „kosten van plaatsen en onderhoud
van waarschuwingsborden en wegwijzers" merkt een
der leden op dat de borden betreffende het plaatsen
van rij- of voertuigen aan de Westzijde van de
straat niet voldoende opvallen. Hij zou gaarne daar
in verbetering zien aangebracht.
Bij post 65 „Kosten burgerwacht en van den Bij-
zonderen Vrijwilligen landstorm" merkt een der
leden op, dat hij dezen post niet bewondert in dezen
tijd van malaise. Hij zou het beter vinden dat dit
geld aan liefdadige doeleinden wordt besteed.
Een ander lid wil deze post ook gaarne geschrapt
zien. Hij meent dat deze instituten niet de steun
van de Overheid verdienen.
De overige leden zijn echter van oordeel dat het
toejuiching verdient, dat de Overheid dergelijke
Instituten steunt. Zij achten het behoud van dezen
post noodzakelijk.
luidende verklaringen af, maar toen ik hem vroeg,
of hem dfen avond niets bijzonders aan meneer
Adams was opgevallen, kreeg ik dingen te hooren,
die mijn inmiddels gerezen vermoedens althans
gedeeltelijk bevestigden. Nadat de man eenigen tijd
zijn geheugen had geraadpleegd, vertelde hij mij,
dat hij zich wel even verwonderd had over het
feit, dat meneer Adams, toen hij dezen om onge
veer vijf minuten over acht het telegram bracht
later is inderdaad gebleken, dat dit telegram te
laat door den, door Helinger gerequireerden jongen
is aangeboden met zijn hoed op en zijn jas aan,
aan de schrijftafel zat en schijnbaar een belang
rijk telefonisch gesprek voerde. Het eerste feit vond
de concierge daarom vreemd, wijl Adam toen reeds
bijna een kwartier in het kantoor was, zoodat hij
ruimschoots gelegenheid had gehad zich van hoed
en jas te ontdoen. Bovendien had de houding,
waarin meneer Adams aan de telefoon had geze
ten, op hem veel meer den indruk gemaakt, dat
deze op het punt had gestaan te vertrekken, toen
het telefoongesprek hem hiervan weerhield en ook
daarover had de congierge zich eenigszins verwon
derd, omdat meneer Adams gewoonlijk, wanneer hij
's-avonds op kantoor kwam, niet vóór 10 uur ver
trok. Op m'n vraag, of de man den procuratiehou
der ook in het gelaat gezien en zijn stem gehoord
had, antwoordde hij ontkennen. Hij had de jas en
de hoed herkend, maar het loket, waar hij het tele
gram doorheen had geschoven, bevond zich links
van het schrijfbureau van den procuratiehouder en
waar het telefoontoestel recht op diens schrijftafel
stond, had hij vrijwel geheel met den rug naar
het loket en daarmee naar den concierge gezeten.
Deze had het draadbericht met de woorden „Meneer
een telegram", naar binnen geschoven en was daar
op weer vertrokken. Achteraf zoo besloot de con
cierge is echter toch gebleken, dat meneer Adams
niet op het punt stond weg te gaan, want ik heb
hem eerst om kwart voor negen de Suitedeur hooren
dichtslaan. Ook op dit laatste punt was de man
(Zie vervolg vierde pagina).