„De Vierbond1' Nieuwstijdingen Vrouw in brand. Te Amsterdam is een 74-jarige vrouw in brand geraakt, die met de voeten op een test met vuur rustende, in slaap was geraakt. Toen haar klee- rren vlam vatten, schrikte zij wakker en is in naar .angst in bed gekropen. Buren waarschuwden de brandweer. .Deze heeft de vrouw, die zeer ern stige brandwonden had opgeloopen, naar 'net zie kenhuis doen overbrengen. Een begin van braifd in de bedstede kon spoedig worden gebluscht. A-vAN-W-KtriBURG S r LEEUWARDEN J.l. Zaterdag vergaderden de veilingsbesturen van Broek op Langendijk, Noordscharwoude, Warmen- huizen en Obdam met het Bestuur „De Koophandel" in het Landbouwhuis te Alkmaar. Voorzitter de heer P. Slot A.Pz., Burgemeester te Broek op Langendijk. Secretaris de heer P. Klant te Warmenhuizen. Na opening van den Voorzitter leest de secretaris de notulen van de vórige vergadering. De heer P. F. Slot merkt op dat in de notulen niet is opgenomen dat voor de Zondagen door de be taalmeesters geen percentage zal worden bijbe- rekend. De Secretaris zegt dat een dergelijk besluit ook niet is genomen. Wel is besloten dat de Zondag niet zal worden gerekend wanneer deze valt in de eerste z.g. vrije dagen, maar wel wanneer de be taling niet op tijd geschiedt. Met alleen de heeren P. F. Slot en J. Kramer tegen, worden de notulen goedgekeurd met dien verstande dat ze zullen worden aangevuld zooals de secretaris aangeeft. Voorzitter brent vervolgens het eerst punt der agenda in behandeling n.l.: 1. Een voorstel van de L. G. C. om te trachten een strafbepaling te maken voor kooplieden, die kool, welke den minimumprijs niet kan opbrengen, voor een lageren prijs onderhands koopen. Voorzitter zegt dat deze aangelegenheid in de L. G. CMs besproken naar aanleiding van een schrij ven van „De Koophandel" waarbij werd verzocht om den minimumprijs op te heffen. Het Bestuur van de L. G. C. kon zich daarmede nieo vereenigen en achtte het beter te trachten om de bezwaren, welke werden aangevoerd te ondervangen. Om de regeling goed uit te voeren zal het noodig zijn, dat ook de kooplieden medewerken. De koopliedenorga nisatie zal dan eên strafbepaling in het leven moe ten roepen voor hun leden, die de regeling van den minimumprijs ontduiken. De heer S. de Boer zegt dat het bestuur van de L. G. C. tot heden geen vrijheid heeft gevonden om bij onderh. verkoop door de tuinders beneden den minimumprijs aan dezen straf op te leggen en den kooper vrij te laten gaan. Daarom is het z.i. beter dat ook de kooplieden kunnen worden gestraft. De heer C. Wagenaar acht het voor „Koophandel" ondoenlijk om zijn leden boete op te leggen. De eenige strafbepaling die z.i. gemaakt kan worden is den betrokken koopman van het koopen om de vei ling uit te sluiten. De Voorzitter acht het niet toelaten van een koo per tot de veiling zoo'n krasse maatregel, dat zulks z.i. niet kan geschieden zonder overleg met „De koophandel". De secretaris acht het gewenscht dat ook de mogelijkheid bestaat aan den koopman een boete op te leggen. De heer S. de Boer acht dit ook wenschelijk. De heer K. Molenaar betoogt dat het ook voor de kooplieden van groot belang is om de minimum prijzen te handhaven. Hij zou den minimumprijs hooger willen stellen en dan het niet verkochte product voor rekening van de veiling willen nemen. Voorzitter merkt op dat moeilijk zal zijn daarvoor het noodige fonds te verschaffen. Eerie belangrijke verhooging van het veilingspercentage is z.i. de beste weg. Na nog eenige discussie wordt besloten: 1. dat bij ontduiking van de bepaling van de minimumprijzen zoowel kooper als verkooper beboet zullen worden; volkomen zeker van zijn zaak. Wanneer je je nu nog herinnert, dat juffrouw Martens haar „ver pleegster" om 9 uür hoorde thuis komen, zal je het niet verwonderen, dat ik ais vaststaand begon aan te nemen, dat niet de echte procuratiehouder Adams maar diens zuster, zij het dan ook in zijn hoed en jas dien avond op de bank is geweest." Wils knikte begrijpend. „Het alibi was nood zakelijk voor het geval verdenking tegen den pro curatiehouder mocht rijzen." „Juist," en het feit, dat de concierge zich van zijn of beter: van haar aanwezigheid kon overtuigen, was slechts een toevallige omstandigheid. Wan neer dat telegram echter niet gekomen was, zou zij op een andere wijze tegenover den concierge van haar aanwezigheid hebben blijk gegeven, want deze moest later kunnen verklaren, dat 'de procuratie houder inderdaad op het kantoor was geweest. De zekerheid, dat niet hij maar zij aan de schrijf tafel van den procuratiehouder zat, heb ik echter eerst gekregen door de verklaring van een taxi chauffeur, die om ongeveer kwart voor 9 een heer vanaf het Damrak naar de 2e Oosterparkstraat heeft gebracht. Weliswaar is zij zoo verstandig geweest, zich niet tot haar woning te laten rijden, maar een twintigtal huizen verder, een voorzorgsmaatregel, waarmee zij misschien getracht heeft de fout een taxi te nemen, ongedaan te maken. Op dit punt hebben zij eikaar echter weinig te verwijten, want ook Adams heeft, toen hij om 9.55 uit Rotterdam aan het Centraal Station terugkeerde gebruik ge maakt van een huurauto om zich naar zijn woning op de Prinsengracht te laten brengen. Je ziet, dat het niet zoo heel moeilijk is een dergelijk probleem tot oplossing te brengen, wanneer je eenmaal een draad in handen hebt." „En zoo kwam je dan tenslotte tot de ontdekking dat de vierde man niemand anders was dan Han Adams", zei Wils, zonder op de laatste'opmerking acht te slaan. „Maar dan is me toch een en ander nog niet recht duidelijk. Hoe kwam het dan, dat ik in de coupé, waarin de moord heeft plaats gehad 2. dat de boete zoowel voor kooper als verkooper wordt bepaald op f25.— voor partijen beneden 5000 K.G. en voor grootere partijen voor elke 5000 K.G. of gedeelte daarvan f25. 3. dat de boete bij herhaling van de overtreding wordt verdubbeld; 4. dat de koopman bij niet betaling van de goete voor 14 dagen als kooper wordt geschorst; 5. dat voor de uitvoering van deze strafbepalin gen aan elke veiling een commissie wordt samen gesteld van 4 leden, waarvan 2 leden zullen worden aangewezen door het bestuur van de betrokken vei ling en 2 door het Bestuur van „De Koophandel". Deze bepalingen zullen worden gepubliceerd. Het genomen besluit zal worden bericht aan de Kring „Westfriesland" met verzoek een zelfde besluit te nemen. Punt 2 van de agenda: Voorstel van de L. G. C. om te bespreken of het noodig is enkele ninimum- prijzen te wijzigen. Voorzitter licht toe ddat dit punt door de L. G. C. op de agenda is gebracht met het oog op den mini mumprijs voor breekpeen ad f 1.Men acht deze speciaal voor kleine peen te hoog. Alle minimumprijzen worden thans nagegaan met het resultaat dat aan liet Centraal Bureau zal wor den verzocht de minimumprijzen voor breekpeen en bieten te verlagen tot f0.60 en den minimumprijs voor uien te verhoogen tot f0.80. De heer K. Molenaar zou den minimumprijs voor kool op f 1.— willen brengen. De heer W. Visser maakt daartegen bezwaren vooral met het oog op uitschotkool. De heer P. Kostelijk bepleit de wenschelijkheid om het product dat op de veiling niet verkocht wordt te vernietigen. De heer Jac. Groen voelt veel voor het idee van den heer Kostelijk en vraagt zich af of we niet iets in deze richting kunnen doen. Ook voelt hij er veel voor den aanvoer van goede kool in November en December te bevorderen De heer C. Wagenaar zou het zeer toejuichen in dien van 15 Nov. af meer kool in de veiling kwam. Voorzitter stelt thans punt 3 van de agenda aan de orde: Voorstel van den Noorder Marktbond om jaarlijks na 1 Januari tot de afloop van het seizoen geen vergunningbonnen voor onderhandschen ver koop af te geven. De heer Ootjers licht het voorstel toe. De heer H. Bakker zegt dat het voor Obdam niet is uit te voeren, omdat men daar niet dagelijks vei ling houdt. De heer P. Slot, Warmenhuizen, zegt dat War menhuizen meent het niet buiten bonnen te kun nen redden. De aanvoer is zeer ongeregeld en de eerste dagen wordt niet voldoende van alle soorten aangevoerd. De Voorzitter deelt mede, dat de algemeene ver gadering van de L. G. C. een zelfde besluit als het voorgestelde heeft genomen en dus met het voor stel accoord kan gaan. De heer K. Molenaar acht het gevaarlijk den koopman meer moeilijkheden in den weg te leggen. Hij vreest dat de handel «dan andere uitwegen zal zoeken. De heer W. Visser meent dat ook al kunnen War menhuizen en Obdam niet met dit voorstel accoord gaan, dat Broek en Noordscharwoude het toch kunnen probeeren. De Secretaris juicht dit toe. Hij meent dat deze groote vereenigingen het best alleen kunnen klaar spelen. Misschien dat Warmenhuizen dan later kan volgen. Ook de heer Jac. Groen kan zich daarmede ver eenigen en bepleit dat de bedoelde besturen zich daarover met elkander zullen verstaan. De heer J. Kramer verklaart op een vraag van den Voorzitter dat de vereeniging „De Koophandel" haar standpunt voldoende bekend acht en daarover niet meer wenscht te discussieeren. Voorzitter constateert dat twee veilingen zich met dit voorstel niet kunnen vereenigen, zoodat de be sturen van den Noorder Marktbond en L. G. C. zullen moeten beslishsen of ze dit besluit zonder medewerking van de andere veilingen willen uit voeren. Hierna sluiting. Rechtzaken VOOR DEN KANTONRECHTER TE ALKMAAR. Strafzitting van Vrijdag 23 October. De automobilist had bij het inrijden van de „Brillesteeg" zijn goede bril niet opgezet. Op grond van het gevaar voor de spelende school- kinder is te Alkmaar de Brillesteeg, die een ver binding vormt van de Laat tusschen de Oudegracht, voor alle motorrijtuigver keer afgesloten. De koopman en Winkelier Karei van Th. nu, die op 1 September, Maandag na Alkmaarsche kermis met zijn krakend fordje de Laat afsnorde, zag zich bij het Vlaanderhof eensklaps geplaatst voor den draaimolen, welk kermisfragment nog niet was op geruimd. Hij moest toen op zijn weg t,erugkeeren, reed alsnu de verboden Brillensteeg in en nam geen merkbare notitie van het bezorgde schoolhoofd de heer v. Burken, die met luide stem en krachtige een scherf emaille vond, afkomstig van de man chetknoop van de verpleegster en hoe verklaar je het, dat die verpleegster, vermomd als Han Adams om 8 uur alweer op het kantoor in Amsterdam zat, terwijl het toch vaststaat, dat zij met den trein van 7.10 naar Den Haag is vertrokken. „Waarde heer", antwoordde Sanders', teerwijl hij met een wanhopig gebaar zijn beide wijsvingers tegen de ooren drukte, „we hadden afgesproken, dat je geen vragen zou stellen voor ik met m'n ver haal gereed ben. In de eerste plaats dit: de vierde man, die door ons allen aanvankelijk voor den dader werd gehouden, heeft den moord niet gepleegd. Hem kan hoogstens medeplichtigheid ten laste wor den gelegd, want hij was niemand anders dan Else Robert, die zich voor deze gelegenheid vermomd had met uilenbril, pruik en kneveltje om de verdenking te laten vallen op een persoon, die in werkelijkheid niet bestond. Om deze groote onbekende nog wat meer onder de aandacht van de medereizigers en den cqnducteur te brengen, beging ze de overtre ding iri een niet rookcoupé een sigaret op te steken. Deze vrouw in heerenkleeding was het, die van het begin af van de misdaad verdacht werd, maar in werkelijkheid kon zij die zelfs niet eens hebben begaan, omdat zij in Haarlem onmiddellijk na den forens is uitgestapt en met den eersten den besten electrischen trein, die om 7.33 van daar naar Am- sterdam vertrok, is teruggekeerd. Ze had daardoor vijf minuten tijd om zich van uilenbril, knevel en pruik te ontdoen, een werkje, dat zooveel tijd niet in beslag behoeft te nemen, terwijl zij later op het Centraal Station te Amsterdam nog wel even ge- i legenheid zal hebben gevonden de jas en hoed, welke zij droeg, te verwisselen voor die van haar broer, welke ze in een koffertje bij zich had. Van- !daar is ze natuurlijk onmiddellijk naar het kantoor van de Bank gegaan, waar ze tegen 8 uur kon zijné Van Haarlem af bevond zich in de coupé dus nie mand anders dan Leuvesteyn en de verpleegster, 1 welke laatste rol door Adams vertolkt werd, die dus ook de manchetknoopen van zijn zuster droeg. Op gebaren den bestuurder op zijn overtredingen attent maakte. Aangifte werd gedaan en heden verscheen de heer Karei van Th. voornoemd voor den kanton rechter, om tegen de hem te laste gelegde feiten met de welsprekendheid van wijlen Brugman te betoogen, dat het heele gevalletje berustte op een reeks misverstanden en comparant feitelijk het slachtoffer was van de onachtzaamheid van het gemeentebestuur, dat geen maatregelen nam om een verkeersopstakel als een draaimolen van den openbaren rijweg te doen verwijderen. Nog vele woorden werden over deze zaak „vuil" gemaakt doch ons kwarto velletje is bijna vol en laat alleen toe de vermelding dat de heer v. T. niet zooals hij verlanggde werd vrijgesproken, doch ver oordeeld tot f7.00 boete of 7 dagen, met welk von nis hij het kennelijk geheel oneens was. Een verkeers hallencinatie op Castricum. De 26-jarige slager A. B. H. H. uit Amsterdam, had persoonlijk beantwoord aan de dagvaarding, die hem riep voor den kantonrechter, ter zake het feit dat hij op Zondag 12 Juli op den Rijksweg onder Castricum een motorrijder uit Zaandam en diens echtgenoote als duogirl, finaal van de sokken zou hebben gereden bij het passeeren van een stil- staarfde auto, waarachter een eveneens onbeweeg lijk motorrijwiel, die voor hem rechts van den weg waren geplaatst. De motorrijder, zekere heer H. Kaayk, geraakte onder zijn karretje, doch bekwam geen letsel, doch zijn vrouw liep een wond aan de knie op en werd voorts nog de motor beschadigd, Kosten van al die narigheid in totaal f7.25. Het nummer van de auto 410064 werd genoteerd door een toeschouwer uit Alkmaar met name D. de Boorde en daar als houder van dit nummer stond inge schreven genoemde slager, werd procesverbaal op gemaakt en was alles tot zoover „voor den bakker". Doch heden verklaarde de slager pertinent van de geheele aanrijding onkundig te zijn, ooa de in zittenden, zijn vrouw en schoonzuster wisten van niets en zijn broeder, die in een ford steeds achter hem had gereden, had evenmin iets van de aanrij ding bespeurd. De slager beweerde in een touring Renautje te hebben gereden van 1 Meter breed en de voornaamste kroongetuige de Boorde verklaarde dat het een gesloten wagen van normale groote was geweest. Ra, ra, wat was dat? Besloten werd om de zaak op 6 November verder af te puzzelen en als getuige alsnog de hooren een zoon van den heer de Boorde. N.B. Zijn er soms nog ooggettuigen op Castricum die omtrent deze aanrijding nadere inlichtingen kunnen verschaffen, dan kunnen zij zich vervoegen bij den veldwachter en zullen genereus beloond worden met den dank der gerechtigheid. Ubi bene ibi patria! „Waar het mij wel gaat, daar is mijn vaderland" dachten ook de koeien en pinken van den vee houder Joh. N. te Heiloo en zij gingen zonder eenigen schroom of gewetensbezwaar te smullen in de weide van den heer Klaas Bakker aan het mal- sche gras en geurende klaver, zoodat genoemde veehouder als hij zijn bezittingen kwam controleer ren soms meer pinken en koeien kon tellen dan hij in der eeuwigheid ooit bezeten had. Aangezien echter het melkvee van collega N. wel 'n beetje al te vrijgevig gebruik maakte van de niet aange boden gastvrijheid werd het den heer Bakker toch wel wat te bar en stelde hij de politie met een en ander in kennis met het gevolg dat tegen don heer N. proces-verbaal werd opgemaakt betreffende over treding van artikel 459 Wetb. van Strafrecht, zulks met het resultaat dat deze veehouder heden terecht stond. Hij erkende het feit dat op 20 Augustus 5 pinken, hem toebehoorende, waren aangetroffen op het land van Bakker, waarop de kantonrechter schertsend opmerkte, dat een dergelijke veever huizing gemakkelijk kon plaats 'hebben indien zij 't bij den baas slecht en bij den buurman goed hadden. Overigens verklaarde Bakker, dat hij sinds dien datum geen last meer van buurman's vee had ondervonden en werd buurman tot blijvend aan denken vereerd met gulden boete of 6 dagen gras dunnen in den stamppot van Vader staat. De geparfumeerde kappersbediende. De 24-jarige heer N. J. S„ wonende te Limmen en werkzaam als kappersbediende te Beverwijk, bracht met zijn verschijning oen zoo welriekende geur van Houbigant en Piver, gemengd met Boldoot 47-11 in het naar linoleum wrijf was riekende zaaltje dat ook de heer kantonrechter dit aroma met wel gevallen opsnoof en decreteerde, dat men direct kon bemerken, den aard der maatschappelijke be trekking van dezen verdachte. Genoemden heer S„ die in zoo sterke mate de atmospheer doortrok met zijn persoonlijkheid werd dan ten laste gelegd dat hij te Limmen in den nacht van 30 op 31 Augustus had gereden op een motor met onverlicht achter nummer en letter en voorts bij het inrijden van den vischweg had verzuimd het vereischte verkeerstee ken to geven. Een en ander was geconstateerd door de verbalisanten Brigadier de Koekkoek- ep, gem veldwachter v. d. Sande. De heer S. gaf toe, dat zijn achternummer en letterbordje een oogenblik onverlicht was geweest, doch ontkende beslist het verkeersteeken te hebben nagelaten. Dit deed men gewoonlijk automatisch. Verbalisanten hadden dit ook niet kunnen zien door het sterke lantaarnlicht van een voor hem rijdenden motorrijder. De kantonrechter merkt hier het traject HaarlemDen Haag heeft hij Leuven steyn van het leven beroofd waarbij een van die manchetknoopen in aanraking is gekomen met een hard voorwerp om zich daarna, nog voor aan komst in de residentie, eveneens te voorzien van de drie kenteekenen uilenbril, kneveltje en pruik die den onbekenden vierden man hadden geken merkt. Je begrijpt, dat het gesprek met den conducteur op het station in den Haag een benauwd oogenblikje voor hem beteekende. Dit gesprek was echter nood zakelijk om den conducteur er var^ te overtuigen dat de vierde man nog steeds aanwezig was, zoodat alleen deze later van de misdaad zou kunnen wor den verdacht. Bovendien bestond er nog een geringe kans, dat in den Haag een andere reiziger in de zelfde coupe zou plaats nemen doch ik vermoed, dat hij daarmee zelf ook wel rekening zal hebben gehouden door het lijk vóór de aankomst van den trein m de residentie onder de bank te verbergen. Toen de trein echter uit Den Haag vertrok zonder dat iemand nog iets van de misdaad had bemerkt, was ook alle gevaar voor ontijdige ontdekking ge weken. Een maal in Rotterdam heeft hij onmid dellijk een electrische trein terug genomen, waar door hij om 9.55 reeds weer in de hoofdstad arri veerde. Simple comme bonjour, nietwaar? Als je maar eenmaal een draad in handen hebt!' Sanders zweeg en de reporter staarde eenigen tijd in gedachten verzonken naar de rookwolk, die zich steeds dichter onder de kap van de schemer lamp samenttrok. Hoe eenvoudig alles ook mocht schijnen nü Sanders' uiteenzetting op deze misdaad, die aanvankelijk door een sluier van geheimzinnig heid werd omhuld, het volle licht wierp, toch bleef er nog wel iets over, dat een nadere opheldering behoefde. De merkwaardigste zijde van het geval was zeker wel, dat men en vooral hij, Wils zelf tot het laatste moment den werkelijken dader zóó weinig had gewantrouwd, dat men hem zonder eenig bezwaar, ja, bijna als vanzelfsprekend, deel genoot had meenen te mogen maken van de ver bij snedig op, dat een Koekkoek ook wel valken- oogen kon hebben, waarop de kapper repliceerde dat de Koekkoek hem blijkbaar zocht. Waar geen overeenstemming was te krijgen werd besloten, de zaak aan te houden tot a.s. week, ten einde den brigadier te hooren als getuige. Als verdachte zich voor die gelegenheid nog eens extra parfumeert, zal dat de behandeling zeer zeker veraangenamen. Een werklooze timmerman, die alleen 's nachts met de lichtbak „werkte". De 33-jarige, zwaarhoorige timmerman A. S. te Egmond aan Zee, is reeds geruimen tijd werkeloos, uitgezonderd dat hij door tusschenkomst van de „werkverschaffing" eenige weken lang een weekgeld van ongeveer 9 gulden verdiende, wat waarlijk geen weelderig leven garandeert. De gesjochten timmer man probeerde toen om zijn inkomen te vergrooten door 's nachts, gewapend met een oude carbidlan- taarn, de duinen van Castricum in te trekken, in de hoop eenige argelooze konijntjes te kunnen ver schalken, doch ook deze onderneming liep hem niet mede, want hij werd in den nacht van 24 Augustus gesnord door de jachtopzieners en moest ook zijn lantaarn in hun handen achter laten. Thans stond deze pechvogel, behoudens zijn hinderlijke doof heid, 'n flinke stoere kerel, wegens strooperij terecht en werd veroordeeld tot f 20 boete of 20 dagen een betrekkelijk nog zeer clement vonnis, daar men bij het aanraken van deze „teedere snaar" de jachtwet al heel gauw aan de veertig pop toe komt. Doodmoede van 't boontjes plukken, was hij op een blonde duintop neergezonken. De jongeheer Arend Z., 'n 18-jarige visscher op de inlegfabriek te Alkmaar, woonachtig te Egmond aan Zee, natuurlijk, waar zouden „visschers" ook anders wonen? had zich op 28 Augustus in de duinen met zulk een voorbeeldigen ijver onledig gehouden met het plukken van baontjes, dat na afloop van dit zware werk hij uitgeput zich had neergevleid op een duintop, welke rustkuur door een wantrouwend jachtopziener werd beschouwd als een voorbereiding om konijntjes te bemachtigen, weshalve deze amb tenaar, bij gebrek aan beter, tegen den vermoeiden jongeling procesverbaal opmaakte ter zake over treding van artikel 461, het loopen over verboden grond. Casu quo de duinen van Jonkheer Six te Egmond Binnen. De clandestine gebruiker van de jonkheerlijke duinen stond heden te dier zake te recht en het was duidelijk dat hij in het klad boekje van den heer kantonrechter niet bijster gun stig stond aangeschreven, zooals kon worden gedis tilleerd uit de veroordeeling tot 8 gulden boete of 8 dagen hechtenis. De openbare verkeersweg is geen geschikt terrein voor het geven van Circus voorstellingen. Indien de oude onverslijtbare paardendresseur Schuman in de manége van Sarrasani, de ver maarde leegpomper van noodlijdende burger en boerenportemonnaies, zijn boeiende voorstellingen geeft met 'n dozijn vurige Trachener hengsten, wordt hij natuurlijk uitbundig toegejuicht. Minder eervol verging het evenwel op 15 September den 23-jarigen boerenknecht Albert K. te Heiloo, toen hij op een rijwiel gezeten een oude werkrossinant naar het land begeleidde. Geen hoeragejuig, voetge- stomp of handgeklap viel hem ten deel, doch hij ontving als belooning voor die hippische galavoor stelling een gratis entreebiljet in Rechtzaal des kantonrechters, die hem heden wegens overtreding van art. 22 der motor- en rijwielwet veroordeeldë tot f 6.boete subsidiair 6 dagen mikpruimen óf hechtenis, vrijvertaald. Een „gewichtige" Strafprocedure. De geregeld terugkeerende ijkwet-epidémie is in deze maand weer uitgebroken en tot de meer ern stig aangetaste lijders behoorde ook de schilder en manufacturier Corn. H. W. te Schermerhorn een der voorsteden van Oterleek. Deze heer werd op 12 October aangetroffen door brigadier Talsma in het bezit van niet minder dan 7 diverse en niet be hoorlijk geijkte gewichten, welk onwettig weegge rei zich in de schilderswerkplaats bevond. Maar dat was nog niet alles ook in de manufacturenwinkel was het niet richtig want daar ontdekte de briga dier een meetlat, die eveneens niet aan de eischen voldeed. Het onderzoek gaf dus een rijke oogst voor de schatkist en een leelijk schadepostje voor den schilder-manufacturier, die heden werd veroordeeld tot 7 geldboeten van 1 pop of 7 dagen kamer arrest en nog eens f 2 boete of 1 dag dito betreffende de maatlat, terwijl zoowel gewichten als maatstok werden verbeurd verkleurd. Een zaak die met de el kon worden uitgemeten. Mej. Neeltje K., huisvrouw T. B. te Schermer horn viel ook als slachtoffer van de ijkwet razzia, dezer dagen ondernomen, nademaal in haar manu facturenzaak op 14 October was opgeschommeld een maatstok, niet voorzien van het jongste goedkeu- ringsmerk. Dit goede mensch gaf het feit geredelijk toe. Zij was op gemelden datum te Texel, alwaar haar beide ouders kort na elkaar overleden, van de bekeuring was haar destijds niets bekend. Gelet op de drovige omstandigheid toonde de kanton rechter zich zeer clement en legde slechts f0.50 boete of 1 dag. De maatstok werd echter onherroe pelijk „ingepikt". moedens, welke tenslotte tot de onttdekking van den dader hadden geleid. Slechts de laatste dagen had Sanders geweten, dat niemand anders dan Adams, die dus in werkelijkheid Rober bleek te heeten, den moord gepleegd kon hebben; ook van avond, toen zij gezamenlijk naar den Haag gingen, was hij daarvan op de hoogte geweest, maar niets in zijn houding had verraden, dat hij Adams thans met andere oogen bekeek dan vroeger, toen zijn gevoelens jegens den procuratiehouder nog van vriendschappelijken aard waren. Plotseling ging hem een vraag door het hoofd, die hij onmiddellijk onder woorden bracht: „Je hebt me nog niet verteld, Wil, hoe je er in geslaag ben Adams hier in de blauwe salon te krijgen, als 't ware van aangezicht tot aangezicht met zijn medeplichtige". „Dat was misschien wel het eenvoudigste van alles, beste jongen", antwoordde Sanders. „Evenals ik haar een uitnoodiging in handen speelde om te middernacht naar de blauwe salon te komen, liet ik hem door een der suppoosten een briefje over handigen met een dergelijke invitatie. Het eenige verschil lag hierin, dat ik het bij hem deed voor komen, alsof dit briefje afkomstig was van een jongedame, die zich bijzonder voor hem interest seerde. Er stond niets anders in dan. Een dame, die u vanavond reeds eenige malen ontmoette, verzoekt u dringend precies om twaalf uur in de blauwe salon op de eerste étage te komen?" Geen man, die aan een dergelijk verzoek weerstand zou hebben geboden en ik was er dan ook vast van overtuigd, dat mijn plan zou slagen." „Ook die overtuiging blijkt thans niet ongegrond te zijn geweest", antwoordde Wils. „Maar stel het geval, dat de zaak scheef was gegaan, b.v. doordat Adams-tijdens het bal zijn zuster had herkend vóór de verrassende en door jou, overigens zoo meester lijk geënsceneerde ontmoeting „In dat geval zou slechts de arrestatie minder onopvallend hebben plaats gehad. Je begrijpt dat ik die mogelijkheid eveneens onder de oogen heb gezien. (Slot volgt). i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1931 | | pagina 4