„De Vierbond1'
Nieuwstijdingen
Vrouw in brand.
Te Amsterdam is een 74-jarige vrouw in brand
geraakt, die met de voeten op een test met vuur
rustende, in slaap was geraakt. Toen haar klee-
rren vlam vatten, schrikte zij wakker en is in
naar .angst in bed gekropen. Buren waarschuwden
de brandweer. .Deze heeft de vrouw, die zeer ern
stige brandwonden had opgeloopen, naar 'net zie
kenhuis doen overbrengen. Een begin van braifd
in de bedstede kon spoedig worden gebluscht.
A-vAN-W-KtriBURG S
r LEEUWARDEN
J.l. Zaterdag vergaderden de veilingsbesturen van
Broek op Langendijk, Noordscharwoude, Warmen-
huizen en Obdam met het Bestuur „De Koophandel"
in het Landbouwhuis te Alkmaar.
Voorzitter de heer P. Slot A.Pz., Burgemeester te
Broek op Langendijk.
Secretaris de heer P. Klant te Warmenhuizen.
Na opening van den Voorzitter leest de secretaris
de notulen van de vórige vergadering.
De heer P. F. Slot merkt op dat in de notulen niet
is opgenomen dat voor de Zondagen door de be
taalmeesters geen percentage zal worden bijbe-
rekend.
De Secretaris zegt dat een dergelijk besluit ook
niet is genomen. Wel is besloten dat de Zondag
niet zal worden gerekend wanneer deze valt in de
eerste z.g. vrije dagen, maar wel wanneer de be
taling niet op tijd geschiedt.
Met alleen de heeren P. F. Slot en J. Kramer
tegen, worden de notulen goedgekeurd met dien
verstande dat ze zullen worden aangevuld zooals de
secretaris aangeeft.
Voorzitter brent vervolgens het eerst punt der
agenda in behandeling n.l.:
1. Een voorstel van de L. G. C. om te trachten
een strafbepaling te maken voor kooplieden, die
kool, welke den minimumprijs niet kan opbrengen,
voor een lageren prijs onderhands koopen.
Voorzitter zegt dat deze aangelegenheid in de
L. G. CMs besproken naar aanleiding van een schrij
ven van „De Koophandel" waarbij werd verzocht
om den minimumprijs op te heffen. Het Bestuur
van de L. G. C. kon zich daarmede nieo vereenigen
en achtte het beter te trachten om de bezwaren,
welke werden aangevoerd te ondervangen. Om de
regeling goed uit te voeren zal het noodig zijn, dat
ook de kooplieden medewerken. De koopliedenorga
nisatie zal dan eên strafbepaling in het leven moe
ten roepen voor hun leden, die de regeling van den
minimumprijs ontduiken.
De heer S. de Boer zegt dat het bestuur van de
L. G. C. tot heden geen vrijheid heeft gevonden om
bij onderh. verkoop door de tuinders beneden den
minimumprijs aan dezen straf op te leggen en den
kooper vrij te laten gaan. Daarom is het z.i. beter
dat ook de kooplieden kunnen worden gestraft.
De heer C. Wagenaar acht het voor „Koophandel"
ondoenlijk om zijn leden boete op te leggen. De
eenige strafbepaling die z.i. gemaakt kan worden is
den betrokken koopman van het koopen om de vei
ling uit te sluiten.
De Voorzitter acht het niet toelaten van een koo
per tot de veiling zoo'n krasse maatregel, dat zulks
z.i. niet kan geschieden zonder overleg met „De
koophandel".
De secretaris acht het gewenscht dat ook de
mogelijkheid bestaat aan den koopman een boete
op te leggen.
De heer S. de Boer acht dit ook wenschelijk.
De heer K. Molenaar betoogt dat het ook voor de
kooplieden van groot belang is om de minimum
prijzen te handhaven.
Hij zou den minimumprijs hooger willen stellen
en dan het niet verkochte product voor rekening van
de veiling willen nemen.
Voorzitter merkt op dat moeilijk zal zijn daarvoor
het noodige fonds te verschaffen. Eerie belangrijke
verhooging van het veilingspercentage is z.i. de
beste weg.
Na nog eenige discussie wordt besloten:
1. dat bij ontduiking van de bepaling van de
minimumprijzen zoowel kooper als verkooper beboet
zullen worden;
volkomen zeker van zijn zaak. Wanneer je je nu
nog herinnert, dat juffrouw Martens haar „ver
pleegster" om 9 uür hoorde thuis komen, zal je het
niet verwonderen, dat ik ais vaststaand begon aan
te nemen, dat niet de echte procuratiehouder Adams
maar diens zuster, zij het dan ook in zijn hoed en
jas dien avond op de bank is geweest."
Wils knikte begrijpend. „Het alibi was nood
zakelijk voor het geval verdenking tegen den pro
curatiehouder mocht rijzen."
„Juist," en het feit, dat de concierge zich van zijn
of beter: van haar aanwezigheid kon overtuigen,
was slechts een toevallige omstandigheid. Wan
neer dat telegram echter niet gekomen was, zou zij
op een andere wijze tegenover den concierge van
haar aanwezigheid hebben blijk gegeven, want deze
moest later kunnen verklaren, dat 'de procuratie
houder inderdaad op het kantoor was geweest.
De zekerheid, dat niet hij maar zij aan de schrijf
tafel van den procuratiehouder zat, heb ik echter
eerst gekregen door de verklaring van een taxi
chauffeur, die om ongeveer kwart voor 9 een heer
vanaf het Damrak naar de 2e Oosterparkstraat heeft
gebracht. Weliswaar is zij zoo verstandig geweest,
zich niet tot haar woning te laten rijden, maar een
twintigtal huizen verder, een voorzorgsmaatregel,
waarmee zij misschien getracht heeft de fout een
taxi te nemen, ongedaan te maken. Op dit punt
hebben zij eikaar echter weinig te verwijten, want
ook Adams heeft, toen hij om 9.55 uit Rotterdam
aan het Centraal Station terugkeerde gebruik ge
maakt van een huurauto om zich naar zijn woning
op de Prinsengracht te laten brengen. Je ziet, dat
het niet zoo heel moeilijk is een dergelijk probleem
tot oplossing te brengen, wanneer je eenmaal een
draad in handen hebt."
„En zoo kwam je dan tenslotte tot de ontdekking
dat de vierde man niemand anders was dan Han
Adams", zei Wils, zonder op de laatste'opmerking
acht te slaan. „Maar dan is me toch een en ander
nog niet recht duidelijk. Hoe kwam het dan, dat
ik in de coupé, waarin de moord heeft plaats gehad
2. dat de boete zoowel voor kooper als verkooper
wordt bepaald op f25.— voor partijen beneden
5000 K.G. en voor grootere partijen voor elke 5000
K.G. of gedeelte daarvan f25.
3. dat de boete bij herhaling van de overtreding
wordt verdubbeld;
4. dat de koopman bij niet betaling van de goete
voor 14 dagen als kooper wordt geschorst;
5. dat voor de uitvoering van deze strafbepalin
gen aan elke veiling een commissie wordt samen
gesteld van 4 leden, waarvan 2 leden zullen worden
aangewezen door het bestuur van de betrokken vei
ling en 2 door het Bestuur van „De Koophandel".
Deze bepalingen zullen worden gepubliceerd. Het
genomen besluit zal worden bericht aan de Kring
„Westfriesland" met verzoek een zelfde besluit te
nemen.
Punt 2 van de agenda: Voorstel van de L. G. C.
om te bespreken of het noodig is enkele ninimum-
prijzen te wijzigen.
Voorzitter licht toe ddat dit punt door de L. G. C.
op de agenda is gebracht met het oog op den mini
mumprijs voor breekpeen ad f 1.Men acht deze
speciaal voor kleine peen te hoog.
Alle minimumprijzen worden thans nagegaan met
het resultaat dat aan liet Centraal Bureau zal wor
den verzocht de minimumprijzen voor breekpeen en
bieten te verlagen tot f0.60 en den minimumprijs
voor uien te verhoogen tot f0.80.
De heer K. Molenaar zou den minimumprijs voor
kool op f 1.— willen brengen.
De heer W. Visser maakt daartegen bezwaren
vooral met het oog op uitschotkool.
De heer P. Kostelijk bepleit de wenschelijkheid
om het product dat op de veiling niet verkocht
wordt te vernietigen.
De heer Jac. Groen voelt veel voor het idee van
den heer Kostelijk en vraagt zich af of we niet
iets in deze richting kunnen doen.
Ook voelt hij er veel voor den aanvoer van goede
kool in November en December te bevorderen
De heer C. Wagenaar zou het zeer toejuichen in
dien van 15 Nov. af meer kool in de veiling kwam.
Voorzitter stelt thans punt 3 van de agenda aan
de orde: Voorstel van den Noorder Marktbond om
jaarlijks na 1 Januari tot de afloop van het seizoen
geen vergunningbonnen voor onderhandschen ver
koop af te geven.
De heer Ootjers licht het voorstel toe.
De heer H. Bakker zegt dat het voor Obdam niet
is uit te voeren, omdat men daar niet dagelijks vei
ling houdt.
De heer P. Slot, Warmenhuizen, zegt dat War
menhuizen meent het niet buiten bonnen te kun
nen redden. De aanvoer is zeer ongeregeld en de
eerste dagen wordt niet voldoende van alle soorten
aangevoerd.
De Voorzitter deelt mede, dat de algemeene ver
gadering van de L. G. C. een zelfde besluit als het
voorgestelde heeft genomen en dus met het voor
stel accoord kan gaan.
De heer K. Molenaar acht het gevaarlijk den
koopman meer moeilijkheden in den weg te leggen.
Hij vreest dat de handel «dan andere uitwegen zal
zoeken.
De heer W. Visser meent dat ook al kunnen War
menhuizen en Obdam niet met dit voorstel accoord
gaan, dat Broek en Noordscharwoude het toch
kunnen probeeren.
De Secretaris juicht dit toe. Hij meent dat deze
groote vereenigingen het best alleen kunnen klaar
spelen. Misschien dat Warmenhuizen dan later kan
volgen.
Ook de heer Jac. Groen kan zich daarmede ver
eenigen en bepleit dat de bedoelde besturen zich
daarover met elkander zullen verstaan.
De heer J. Kramer verklaart op een vraag van
den Voorzitter dat de vereeniging „De Koophandel"
haar standpunt voldoende bekend acht en daarover
niet meer wenscht te discussieeren.
Voorzitter constateert dat twee veilingen zich met
dit voorstel niet kunnen vereenigen, zoodat de be
sturen van den Noorder Marktbond en L. G. C.
zullen moeten beslishsen of ze dit besluit zonder
medewerking van de andere veilingen willen uit
voeren.
Hierna sluiting.
Rechtzaken
VOOR DEN KANTONRECHTER TE ALKMAAR.
Strafzitting van Vrijdag 23 October.
De automobilist had bij het inrijden van de
„Brillesteeg" zijn goede bril niet opgezet.
Op grond van het gevaar voor de spelende school-
kinder is te Alkmaar de Brillesteeg, die een ver
binding vormt van de Laat tusschen de Oudegracht,
voor alle motorrijtuigver keer afgesloten.
De koopman en Winkelier Karei van Th. nu, die
op 1 September, Maandag na Alkmaarsche kermis
met zijn krakend fordje de Laat afsnorde, zag zich
bij het Vlaanderhof eensklaps geplaatst voor den
draaimolen, welk kermisfragment nog niet was op
geruimd. Hij moest toen op zijn weg t,erugkeeren,
reed alsnu de verboden Brillensteeg in en nam
geen merkbare notitie van het bezorgde schoolhoofd
de heer v. Burken, die met luide stem en krachtige
een scherf emaille vond, afkomstig van de man
chetknoop van de verpleegster en hoe verklaar je
het, dat die verpleegster, vermomd als Han Adams
om 8 uur alweer op het kantoor in Amsterdam zat,
terwijl het toch vaststaat, dat zij met den trein van
7.10 naar Den Haag is vertrokken.
„Waarde heer", antwoordde Sanders', teerwijl hij
met een wanhopig gebaar zijn beide wijsvingers
tegen de ooren drukte, „we hadden afgesproken,
dat je geen vragen zou stellen voor ik met m'n ver
haal gereed ben. In de eerste plaats dit: de vierde
man, die door ons allen aanvankelijk voor den dader
werd gehouden, heeft den moord niet gepleegd.
Hem kan hoogstens medeplichtigheid ten laste wor
den gelegd, want hij was niemand anders dan Else
Robert, die zich voor deze gelegenheid vermomd had
met uilenbril, pruik en kneveltje om de verdenking
te laten vallen op een persoon, die in werkelijkheid
niet bestond. Om deze groote onbekende nog wat
meer onder de aandacht van de medereizigers en
den cqnducteur te brengen, beging ze de overtre
ding iri een niet rookcoupé een sigaret op te steken.
Deze vrouw in heerenkleeding was het, die van het
begin af van de misdaad verdacht werd, maar in
werkelijkheid kon zij die zelfs niet eens hebben
begaan, omdat zij in Haarlem onmiddellijk na den
forens is uitgestapt en met den eersten den besten
electrischen trein, die om 7.33 van daar naar Am-
sterdam vertrok, is teruggekeerd. Ze had daardoor
vijf minuten tijd om zich van uilenbril, knevel en
pruik te ontdoen, een werkje, dat zooveel tijd niet
in beslag behoeft te nemen, terwijl zij later op het
Centraal Station te Amsterdam nog wel even ge-
i legenheid zal hebben gevonden de jas en hoed,
welke zij droeg, te verwisselen voor die van haar
broer, welke ze in een koffertje bij zich had. Van-
!daar is ze natuurlijk onmiddellijk naar het kantoor
van de Bank gegaan, waar ze tegen 8 uur kon zijné
Van Haarlem af bevond zich in de coupé dus nie
mand anders dan Leuvesteyn en de verpleegster,
1 welke laatste rol door Adams vertolkt werd, die dus
ook de manchetknoopen van zijn zuster droeg. Op
gebaren den bestuurder op zijn overtredingen attent
maakte. Aangifte werd gedaan en heden verscheen
de heer Karei van Th. voornoemd voor den kanton
rechter, om tegen de hem te laste gelegde feiten
met de welsprekendheid van wijlen Brugman te
betoogen, dat het heele gevalletje berustte op een
reeks misverstanden en comparant feitelijk het
slachtoffer was van de onachtzaamheid van het
gemeentebestuur, dat geen maatregelen nam om
een verkeersopstakel als een draaimolen van den
openbaren rijweg te doen verwijderen.
Nog vele woorden werden over deze zaak „vuil"
gemaakt doch ons kwarto velletje is bijna vol en
laat alleen toe de vermelding dat de heer v. T. niet
zooals hij verlanggde werd vrijgesproken, doch ver
oordeeld tot f7.00 boete of 7 dagen, met welk von
nis hij het kennelijk geheel oneens was.
Een verkeers hallencinatie op Castricum.
De 26-jarige slager A. B. H. H. uit Amsterdam,
had persoonlijk beantwoord aan de dagvaarding,
die hem riep voor den kantonrechter, ter zake
het feit dat hij op Zondag 12 Juli op den Rijksweg
onder Castricum een motorrijder uit Zaandam en
diens echtgenoote als duogirl, finaal van de sokken
zou hebben gereden bij het passeeren van een stil-
staarfde auto, waarachter een eveneens onbeweeg
lijk motorrijwiel, die voor hem rechts van den weg
waren geplaatst. De motorrijder, zekere heer H.
Kaayk, geraakte onder zijn karretje, doch bekwam
geen letsel, doch zijn vrouw liep een wond aan de
knie op en werd voorts nog de motor beschadigd,
Kosten van al die narigheid in totaal f7.25. Het
nummer van de auto 410064 werd genoteerd door een
toeschouwer uit Alkmaar met name D. de Boorde
en daar als houder van dit nummer stond inge
schreven genoemde slager, werd procesverbaal op
gemaakt en was alles tot zoover „voor den bakker".
Doch heden verklaarde de slager pertinent van
de geheele aanrijding onkundig te zijn, ooa de in
zittenden, zijn vrouw en schoonzuster wisten van
niets en zijn broeder, die in een ford steeds achter
hem had gereden, had evenmin iets van de aanrij
ding bespeurd. De slager beweerde in een touring
Renautje te hebben gereden van 1 Meter breed en
de voornaamste kroongetuige de Boorde verklaarde
dat het een gesloten wagen van normale groote
was geweest. Ra, ra, wat was dat? Besloten werd
om de zaak op 6 November verder af te puzzelen en
als getuige alsnog de hooren een zoon van den heer
de Boorde.
N.B. Zijn er soms nog ooggettuigen op Castricum
die omtrent deze aanrijding nadere inlichtingen
kunnen verschaffen, dan kunnen zij zich vervoegen
bij den veldwachter en zullen genereus beloond
worden met den dank der gerechtigheid.
Ubi bene ibi patria!
„Waar het mij wel gaat, daar is mijn vaderland"
dachten ook de koeien en pinken van den vee
houder Joh. N. te Heiloo en zij gingen zonder
eenigen schroom of gewetensbezwaar te smullen in
de weide van den heer Klaas Bakker aan het mal-
sche gras en geurende klaver, zoodat genoemde
veehouder als hij zijn bezittingen kwam controleer
ren soms meer pinken en koeien kon tellen dan
hij in der eeuwigheid ooit bezeten had. Aangezien
echter het melkvee van collega N. wel 'n beetje
al te vrijgevig gebruik maakte van de niet aange
boden gastvrijheid werd het den heer Bakker toch
wel wat te bar en stelde hij de politie met een en
ander in kennis met het gevolg dat tegen don heer
N. proces-verbaal werd opgemaakt betreffende over
treding van artikel 459 Wetb. van Strafrecht, zulks
met het resultaat dat deze veehouder heden terecht
stond. Hij erkende het feit dat op 20 Augustus 5
pinken, hem toebehoorende, waren aangetroffen op
het land van Bakker, waarop de kantonrechter
schertsend opmerkte, dat een dergelijke veever
huizing gemakkelijk kon plaats 'hebben indien zij
't bij den baas slecht en bij den buurman goed
hadden. Overigens verklaarde Bakker, dat hij sinds
dien datum geen last meer van buurman's vee had
ondervonden en werd buurman tot blijvend aan
denken vereerd met gulden boete of 6 dagen gras
dunnen in den stamppot van Vader staat.
De geparfumeerde kappersbediende.
De 24-jarige heer N. J. S„ wonende te Limmen
en werkzaam als kappersbediende te Beverwijk,
bracht met zijn verschijning oen zoo welriekende
geur van Houbigant en Piver, gemengd met Boldoot
47-11 in het naar linoleum wrijf was riekende zaaltje
dat ook de heer kantonrechter dit aroma met wel
gevallen opsnoof en decreteerde, dat men direct
kon bemerken, den aard der maatschappelijke be
trekking van dezen verdachte. Genoemden heer S„
die in zoo sterke mate de atmospheer doortrok met
zijn persoonlijkheid werd dan ten laste gelegd dat
hij te Limmen in den nacht van 30 op 31 Augustus
had gereden op een motor met onverlicht achter
nummer en letter en voorts bij het inrijden van den
vischweg had verzuimd het vereischte verkeerstee
ken to geven. Een en ander was geconstateerd door
de verbalisanten Brigadier de Koekkoek- ep, gem
veldwachter v. d. Sande.
De heer S. gaf toe, dat zijn achternummer en
letterbordje een oogenblik onverlicht was geweest,
doch ontkende beslist het verkeersteeken te hebben
nagelaten. Dit deed men gewoonlijk automatisch.
Verbalisanten hadden dit ook niet kunnen zien
door het sterke lantaarnlicht van een voor hem
rijdenden motorrijder. De kantonrechter merkt hier
het traject HaarlemDen Haag heeft hij Leuven
steyn van het leven beroofd waarbij een van die
manchetknoopen in aanraking is gekomen met een
hard voorwerp om zich daarna, nog voor aan
komst in de residentie, eveneens te voorzien van de
drie kenteekenen uilenbril, kneveltje en pruik
die den onbekenden vierden man hadden geken
merkt.
Je begrijpt, dat het gesprek met den conducteur
op het station in den Haag een benauwd oogenblikje
voor hem beteekende. Dit gesprek was echter nood
zakelijk om den conducteur er var^ te overtuigen
dat de vierde man nog steeds aanwezig was, zoodat
alleen deze later van de misdaad zou kunnen wor
den verdacht. Bovendien bestond er nog een geringe
kans, dat in den Haag een andere reiziger in de
zelfde coupe zou plaats nemen doch ik vermoed,
dat hij daarmee zelf ook wel rekening zal hebben
gehouden door het lijk vóór de aankomst van den
trein m de residentie onder de bank te verbergen.
Toen de trein echter uit Den Haag vertrok zonder
dat iemand nog iets van de misdaad had bemerkt,
was ook alle gevaar voor ontijdige ontdekking ge
weken. Een maal in Rotterdam heeft hij onmid
dellijk een electrische trein terug genomen, waar
door hij om 9.55 reeds weer in de hoofdstad arri
veerde. Simple comme bonjour, nietwaar? Als je
maar eenmaal een draad in handen hebt!'
Sanders zweeg en de reporter staarde eenigen
tijd in gedachten verzonken naar de rookwolk, die
zich steeds dichter onder de kap van de schemer
lamp samenttrok. Hoe eenvoudig alles ook mocht
schijnen nü Sanders' uiteenzetting op deze misdaad,
die aanvankelijk door een sluier van geheimzinnig
heid werd omhuld, het volle licht wierp, toch bleef
er nog wel iets over, dat een nadere opheldering
behoefde. De merkwaardigste zijde van het geval
was zeker wel, dat men en vooral hij, Wils
zelf tot het laatste moment den werkelijken dader
zóó weinig had gewantrouwd, dat men hem zonder
eenig bezwaar, ja, bijna als vanzelfsprekend, deel
genoot had meenen te mogen maken van de ver
bij snedig op, dat een Koekkoek ook wel valken-
oogen kon hebben, waarop de kapper repliceerde
dat de Koekkoek hem blijkbaar zocht. Waar geen
overeenstemming was te krijgen werd besloten, de
zaak aan te houden tot a.s. week, ten einde den
brigadier te hooren als getuige. Als verdachte zich
voor die gelegenheid nog eens extra parfumeert,
zal dat de behandeling zeer zeker veraangenamen.
Een werklooze timmerman, die alleen 's nachts
met de lichtbak „werkte".
De 33-jarige, zwaarhoorige timmerman A. S. te
Egmond aan Zee, is reeds geruimen tijd werkeloos,
uitgezonderd dat hij door tusschenkomst van de
„werkverschaffing" eenige weken lang een weekgeld
van ongeveer 9 gulden verdiende, wat waarlijk geen
weelderig leven garandeert. De gesjochten timmer
man probeerde toen om zijn inkomen te vergrooten
door 's nachts, gewapend met een oude carbidlan-
taarn, de duinen van Castricum in te trekken, in
de hoop eenige argelooze konijntjes te kunnen ver
schalken, doch ook deze onderneming liep hem niet
mede, want hij werd in den nacht van 24 Augustus
gesnord door de jachtopzieners en moest ook zijn
lantaarn in hun handen achter laten. Thans stond
deze pechvogel, behoudens zijn hinderlijke doof
heid, 'n flinke stoere kerel, wegens strooperij terecht
en werd veroordeeld tot f 20 boete of 20 dagen een
betrekkelijk nog zeer clement vonnis, daar men bij
het aanraken van deze „teedere snaar" de jachtwet
al heel gauw aan de veertig pop toe komt.
Doodmoede van 't boontjes plukken, was hij op een
blonde duintop neergezonken.
De jongeheer Arend Z., 'n 18-jarige visscher op de
inlegfabriek te Alkmaar, woonachtig te Egmond aan
Zee, natuurlijk, waar zouden „visschers" ook anders
wonen? had zich op 28 Augustus in de duinen met
zulk een voorbeeldigen ijver onledig gehouden met
het plukken van baontjes, dat na afloop van dit
zware werk hij uitgeput zich had neergevleid op een
duintop, welke rustkuur door een wantrouwend
jachtopziener werd beschouwd als een voorbereiding
om konijntjes te bemachtigen, weshalve deze amb
tenaar, bij gebrek aan beter, tegen den vermoeiden
jongeling procesverbaal opmaakte ter zake over
treding van artikel 461, het loopen over verboden
grond. Casu quo de duinen van Jonkheer Six te
Egmond Binnen. De clandestine gebruiker van de
jonkheerlijke duinen stond heden te dier zake te
recht en het was duidelijk dat hij in het klad
boekje van den heer kantonrechter niet bijster gun
stig stond aangeschreven, zooals kon worden gedis
tilleerd uit de veroordeeling tot 8 gulden boete of
8 dagen hechtenis.
De openbare verkeersweg is geen geschikt terrein
voor het geven van Circus voorstellingen.
Indien de oude onverslijtbare paardendresseur
Schuman in de manége van Sarrasani, de ver
maarde leegpomper van noodlijdende burger en
boerenportemonnaies, zijn boeiende voorstellingen
geeft met 'n dozijn vurige Trachener hengsten,
wordt hij natuurlijk uitbundig toegejuicht. Minder
eervol verging het evenwel op 15 September den
23-jarigen boerenknecht Albert K. te Heiloo, toen
hij op een rijwiel gezeten een oude werkrossinant
naar het land begeleidde. Geen hoeragejuig, voetge-
stomp of handgeklap viel hem ten deel, doch hij
ontving als belooning voor die hippische galavoor
stelling een gratis entreebiljet in Rechtzaal des
kantonrechters, die hem heden wegens overtreding
van art. 22 der motor- en rijwielwet veroordeeldë
tot f 6.boete subsidiair 6 dagen mikpruimen óf
hechtenis, vrijvertaald.
Een „gewichtige" Strafprocedure.
De geregeld terugkeerende ijkwet-epidémie is in
deze maand weer uitgebroken en tot de meer ern
stig aangetaste lijders behoorde ook de schilder en
manufacturier Corn. H. W. te Schermerhorn een
der voorsteden van Oterleek. Deze heer werd op 12
October aangetroffen door brigadier Talsma in het
bezit van niet minder dan 7 diverse en niet be
hoorlijk geijkte gewichten, welk onwettig weegge
rei zich in de schilderswerkplaats bevond. Maar dat
was nog niet alles ook in de manufacturenwinkel
was het niet richtig want daar ontdekte de briga
dier een meetlat, die eveneens niet aan de eischen
voldeed. Het onderzoek gaf dus een rijke oogst voor
de schatkist en een leelijk schadepostje voor den
schilder-manufacturier, die heden werd veroordeeld
tot 7 geldboeten van 1 pop of 7 dagen kamer
arrest en nog eens f 2 boete of 1 dag dito betreffende
de maatlat, terwijl zoowel gewichten als maatstok
werden verbeurd verkleurd.
Een zaak die met de el kon worden uitgemeten.
Mej. Neeltje K., huisvrouw T. B. te Schermer
horn viel ook als slachtoffer van de ijkwet razzia,
dezer dagen ondernomen, nademaal in haar manu
facturenzaak op 14 October was opgeschommeld een
maatstok, niet voorzien van het jongste goedkeu-
ringsmerk. Dit goede mensch gaf het feit geredelijk
toe. Zij was op gemelden datum te Texel, alwaar
haar beide ouders kort na elkaar overleden, van de
bekeuring was haar destijds niets bekend. Gelet
op de drovige omstandigheid toonde de kanton
rechter zich zeer clement en legde slechts f0.50
boete of 1 dag. De maatstok werd echter onherroe
pelijk „ingepikt".
moedens, welke tenslotte tot de onttdekking van
den dader hadden geleid. Slechts de laatste dagen
had Sanders geweten, dat niemand anders dan
Adams, die dus in werkelijkheid Rober bleek te
heeten, den moord gepleegd kon hebben; ook van
avond, toen zij gezamenlijk naar den Haag gingen,
was hij daarvan op de hoogte geweest, maar niets
in zijn houding had verraden, dat hij Adams thans
met andere oogen bekeek dan vroeger, toen zijn
gevoelens jegens den procuratiehouder nog van
vriendschappelijken aard waren. Plotseling ging hem
een vraag door het hoofd, die hij onmiddellijk onder
woorden bracht:
„Je hebt me nog niet verteld, Wil, hoe je er in
geslaag ben Adams hier in de blauwe salon te
krijgen, als 't ware van aangezicht tot aangezicht
met zijn medeplichtige".
„Dat was misschien wel het eenvoudigste van
alles, beste jongen", antwoordde Sanders. „Evenals
ik haar een uitnoodiging in handen speelde om te
middernacht naar de blauwe salon te komen, liet
ik hem door een der suppoosten een briefje over
handigen met een dergelijke invitatie. Het eenige
verschil lag hierin, dat ik het bij hem deed voor
komen, alsof dit briefje afkomstig was van een
jongedame, die zich bijzonder voor hem interest
seerde. Er stond niets anders in dan. Een dame, die
u vanavond reeds eenige malen ontmoette, verzoekt
u dringend precies om twaalf uur in de blauwe
salon op de eerste étage te komen?" Geen man,
die aan een dergelijk verzoek weerstand zou hebben
geboden en ik was er dan ook vast van overtuigd,
dat mijn plan zou slagen."
„Ook die overtuiging blijkt thans niet ongegrond
te zijn geweest", antwoordde Wils. „Maar stel het
geval, dat de zaak scheef was gegaan, b.v. doordat
Adams-tijdens het bal zijn zuster had herkend vóór
de verrassende en door jou, overigens zoo meester
lijk geënsceneerde ontmoeting
„In dat geval zou slechts de arrestatie minder
onopvallend hebben plaats gehad. Je begrijpt dat
ik die mogelijkheid eveneens onder de oogen heb
gezien.
(Slot volgt).
i