is n u
De Vrouw en de Mode
=n ii n ii
Witte Kruisbestuur, werd er op '28 April ten.
dezen opzichte een Bestuursvergadering gehouden
v a ar in de voorz. de heugelijke tijding kon doen
dat alle Gemeenteraden goedgunstig op het ver
zoek betreffende een verhoogde subsidie, beschikt
hadden. Inmiddels laadden wij dit reeds in ie
couranten kunnen lezen, anderen blijkbaar ook,
want niet zoodra deze mededeeling door den
voorzitter was gedaan, kregen we toen van ons
R.K. bestuurslid het volgende te Inooren:
dac er een vereeniging van het Wit-Gele
Kruis was opgericht en dat er nu wel een R.Ki.
wijkverpleegster zou worden aangesteld en, wat
de toegestane verhoogde subsidie betrof, meen
de hij klat dit ook evengoed voor de R,K.
was toegestaan en dat het Witte Kruis 'nier
best wat krh afstaan aan hun pas opgeridnte
vereeniging".
Het Witte Kruisbestuur was echter een andere
meeting t.egttban en mijns inziens zeer terecht,
Het ging van de volgende gedachte uit:
Ten eerste meende het zijn besluit, genomen
;a zijne vergadering van 9 Januari ten uitvoer te
moeten burgen, om tot het aanstellen van een
tweede wijkverpleegster over te gaan, en ten 2e.:
meende het, dat het al het recht miste omj de
toegestane subsidie, ook maar ten deele, over te
geven aan een instelling waarvoor het niet was
beschikbaar gesteld.
Hoewel er nog in den breede over deze, even
ongepaste als onverwachte inmenging, is gedis-
eusseerd, had een verdere onderhandeling voor het
Witte Kruisbestuur geen zin meer.
IM. de Red., ik heb hierbij wat uitvoerig stil
gestaan om te laten uitklomen, wie of nu met
eeh derde zuster is komen aandragen.
Eveneens is het van waarheid ontbloot, dat er
geen antwoord is gericht aan het Wit-Gele Kruis
bestuur. Etr is wel degelijk te kennen gegeven dat,
om bovengenoemde redenen een bespreking geen
nut zou 'kunnen afwerpen, hetgeen ook later, bij
eeh toch gehouden conferentie ook wel is ge
bleken
De heer Muller had wel gelijk toien hij het ver-
mOedefn uitsprak, dat er toch wel iets moest zijn
en zich aan den veiligen kant schaarde om toch
eerst eens te onderzoeken hoe het nu toch wel
zat.
Ten zeerste bevreemt me de houding van het
raadslid Dijkhuizen, welke zonder eenigen grond
de houding van het Witte Kruisbestuur meent
te moeten laken en aan dit laakbare maar alvast
toevoegt, dat er een 'tweede zuster moet verdwij
nen, 'blijkbaar dan de zuster van ons en van zijn
Witte Kruis. f
Zou het toch niet eerder op den weg liggen van
heeren raadsleden om alvorens zoo'n hard oordeel
uit te spreken, eerst eens ter bevoegder plaatse
een grondig onderzoek in te stellen?
Verder vraagt de heer Dijkhuizen, waarom "is
er maar één Roomsch bestuurslid van het Witte
Kruis? Moet dit ook al verweten werden aan
het bestuur? Ik denk, 'dat ook dit juist anders
om is ,eu wel: omdat het mijn vaste overtuiging
is, dat het eenige Roomsche lid nog gekozen is
met de stemmen van het geheele Witte Kruisbe
stuur, waarmede het te kennen wilde geven dat
het graag alle gezindten in zich wil opnemen.
Als er over deze aangelegenheid ontstemming
bestaat, welnu: laat er dan van R,.K. zijde eens
wat meer belangstelling komen voor de aange
legenheden van het Witte Kruis, daju is hier
wel Verandering aan te brengen, en is dit nog
geen teeken van baantjes jager ij.
Ik hoop, M. de Ried., dat ik er in. geslaagd
ben, de beschuldigingen aan ons Witte Kruis
bestuur te weerleggen en hoop zeer, dat de ver
keerde begrippen omtrent het toekennen van de
verhoogde subsidie, ten behoeve van een tweede
wijkverpleegster, hierdoor voor een groot deel
zijn weggenomen.
U, iM. de Red., dankend voor de afgestane
ruimte. r
J. KLIFFEN.
Noordseharw. 29 Oct. 1931.
M. de Redacteur, wilt u een plaatsje in, uw
blad .afstaan voor het volgende?
Hoewel eigenlijk geen voorstander van couran
tengeschrijf, kunnen er toch dingen voorkomen,
die naar de pen doen grijpen.
Het is naar aanleiding van het raads verslag
van den gemeenteraad van Zuidscharwoude, dat
het misschien zijn nut kan hebben enkele -dingen
ten opzichte van de houding van het Witte Kruis
recht te zetten.
Zooals tamelijk algemeen bekend is, waren de
werkzaamheden van de zuster ten opzichte van
de wijkverpleging zoo veel en zoo groot geworden,
dat het bestuur van het Witte Kruis er ernstig
over dacht een tweede zuster aan den Langendijk
aan "te stellen, maar de kas van genoemde Vereen,
was daarvoor niet toereikend. Het bestuur be
sloot dan ook in zijn vergadering van 9 Jan;,
'31, subsidie aan te vragen aan de 4 Langedijker
Gemeenten. In den tijd welke er verliep tusschen
de aahvraag en het antwoord daarop, vergader
de het bestuur van het Witte Kruis. Ons was
n.l. ter oore gekomen, dat de Roomschen er over
dachten een Roomsche zuster aan den Langendijk
aan te stellen. Op die vergadering is door een
bestuurslid daarnaar pertinent gevraagd, aan een
ander bestuurslid, welke tevens is Siecr. van het
Wit-Gele Kruis, öf die geruchten waarheid be
vatten, waarop door den iSecr. van het Wit-Gele
Kruis geajitwoc^d werd, dat er geen gedachte
was aan een wijkzuster voor ziekenverpleging,
maar wel voor kraamverzorging. Van die uit
spraak is goede nota genomen. Toen de ant
woorden van alle 4 gemeenten aan den Langen
dijk binnen gekomen waren, en alle antwooidch
voor onze Vereen, zeer gunstig wanen, werd het
bestuur vam het Witte Kruis mededeeling gedaan,
dat de Roomscheh nu ook Overgingen tot het in
stellen van wijkverpleging.
Het laatste aintwooiid dat binnen kwam was
van de gemeente Noondscharwoude, d.d. 23 April
ön reeds den 28 April vergaderde het bestuur
valn het Witte Kruis. Op die vergadering werd
met 6 voor en 3 tegen besloten door te gaan tot
ee'n oproeping van een tweede zuster, doch die
3 tegenstemmers hadden niet tegengestemd om
dat er misschien zou komen een "Roomsche zuster,
maar twee vah de drie stemden tegen omdat
Es. O. J. Staal had gezegd; „vergewis je eerst
of je wel subsidie kan krijgen voor 'je tweede
zuster auders mocht je berekening falikant uit
komen." Ondanks het feit dat de vergadering
van '28 Sept. met meerderheid van stemmen be
sloten had door te gaan tot het aanstellen van
een tweede zuster, heeft de voorz. na bovenge
noemd advies, toch de zaak nog eenigen tijd op
gehouden, waarna hij dan ook op de volgende be
stuursvergadering 18 Juni daarvoor nog een kléi
ne terechtwijzing ontving. 16 Juni kwam de
eerste brief binnen van het Wit-Gele Kruis. Op
een datum dus, dat door het bestuur van het
Witte Kruis alles al was geregeld, en op de be
stuursvergadering van 13 Aug. is met algemeens
stemmen benoemd als 2e zuster, zuster de Jong,
welke dan ook nu reeds in dienst is.
Hiermede meent het bestuur van het Witte
Kruis dat deze aangelegenheid met de meeste
correctheid behandeld is en bovendien in een
groote behoefte zal voorzien.
U, mijnheer de Redacteur, dankend voor deze
opname.
H;et Bestuur van het Witte Kruis
afd. Langendijk.
Het is hun lot en het zijn hunne belangen, die
daar behandeld zouden worden ejn deze zullen
zij zelve willen bespreken.
Ik koop, en dit in de eerste plaats voor den
heer Kostelijk' als publiek persoon, dat hij de
wrevel leert verstaan en den tijdgeest begrijpt,)
wij Tuinders willen zelf meespreken, de Rjegen-
ientijd is voorbij, de Democratie is naar voren
getreden. i
TT, mijnheer de Redacteur mijn oprechten dank.
Jb. D|Ei VRIES Jr.
iSrt. Pancrasj 29 Oct. 1931.
Mijnheer de Redacteur, i
Vergun mij nog eenmaal de gelegenheid, den
heer Kostelijk van antwoord te dienen, bij voor
baat mijn dank.
De heer K. begint te zeggen, dat er nu een
maal metischen zijn zonder respect voor de mee
ting van anderen, en over ae onfeilbaarheid;
van deze.
Nu mijnheer K., daar behoeft u voor mij niet
bang voor te zijn, u zal net zoo goed als ik
weten dat men dit eerder bij een andere zijde
meet zoeken als bij de onze, daar bent u dus
naast.
Waf er alzoo met de verschillende politieke
vrienden besproken wordt en wat er alzoo ge
daan wordt op dit terrein, daar wil ik het; nu
niet over hebben, ook niet wat u geschreven heeft
in „Die Vrijzinnig Democraat'1'omdat ik daar
niet op geabonneerd ben, en niet tot de VJ);. be
hoor. Toch wil ik het verloop der vergadering
van de Prov. Commissie eens nagaan, en de be
sluiten daar genomen.
Het voornaamste punt aldaar genomen isren-
telooze credieten van den Staat zien te verkrijgen.
Mijn meening in deze is, dat de menschen nu
toch wel diep gelnioeg in de put zitten en geen
meerdere behoefte aan meerdere schulden bezitten
Mijne meening is, dat de Staat thans onvoor
waardelijk moet bijspringen om de bedrijven in
stand te houden. Natuurlijk spreek ik mij over
de uitwerking der te treffen regeling niet uit,
echter is voor mij de kwestie, dat aan onze Tuin
ders geen nieuwe schulden mogen worden opge
legd.
Waarde heer K„ deze gedachte zou op de
vergadering met Tuinders met kracht en klem
uitgesproken zijn en zeker zouden de argumenten
veddeende ingeslagen zijn om te bewijzen, dat
de oorlogsjaren ons nog wel recht geven deze
eische/n te stellen. Die klank is gesmoord door de
uitsluiting.
Eieh tweede voor mij zeer belangrijke kwestie
is, dat zoovele tuinders, met huuroontracten zit
ten, welke de menschen tot nog zwaardere ver
plichtingen pressen, dan heden moreel verant
woord is.
Annuleering der paehtron traeten, welke voer
Januari zijn gesloten, hadden wij aan de orde
willen stellen. Het is gesmoord door de uit
sluiting. i
Dat de zaak' der hypothekenidruk nog ten leste
aan. de orde is gesteld, jammer dat dit niet
met meer grond van noodzakelijkheid en mo
gelijke uitvoerbaarheid is bepleit, dit vindt z'n
oorzaak ook al weer iu het feit, dat de verwekker
dezer gedachte niet in de gelegenheid is gesteld
deze gedachte dieper op hare uitvoerbaarheid al
daar te bepleiten.
De oorzaak is alweer de uitsluiting, volgens
Art. 6.
Over de kwestie dat het stelsel van crediet bij
koop van grond, het systeem van hypotheek,
een funest stelsel voor de Tuinder beteekent en
dat een critisch woord over dit stilsel een harde
noodzakelijkheid wordt, dat zal ik hier maar
niet bepleiten, want dan Vrordt o.g.b. politiek
en dat is (zelfs voor den heer K.) uit den booze.
Zelfs de heer K. moest waarachtig nog even
met dit spook werken, alsof de L.Tj.B. en de in
Tuinderskringen protectionistische richtingen van
de „politiek'1' afkeerig zijn! Neen mijnheer K. dit
had u maar beter in de pen kunnen houden.
U weet te goed, dat de oplossing door een
wetgevende en daarom politieke oplossing zal
moeteln worden verkregen, dit is demagogie.
En dan onze sociale verzekeringswetten! Het
beschutteh in onbeschutte bedrijf, vrijstelling
dezer lasten voor menschen met minder dan
f1200 inkomen per jaar met overname dezer
lasten door den Staat, 'tls de moeite immers
niet waard, dat dit door de P. C. aanj de orde
wordt gesteld, deze eisch aan de Regeering
wordt kenbaar gemaakt
Wat, dunkt u, waarde heer K., zit hier geen
politiek aan vast Komt hier de consequentie niet
om bet politieke hoekje kijken? Onze A.R. ge
oriënteerde Tuinders-Organisatie heeft van deze
Staatsbemoeiing niet terug.
Wat er zal gebeurein, zullen wij zien, doch
we zich herinnert hoe op de actie van het vorig
jaax van hen, die nu ook zijn uitgesloten met de
overbodige dooddoeners van „men moet de ar
moede niet voor het venster uitdragen" of„over
drijving is hier misplaatst, het schokt de crediet-
waardigheid" werd gereageerd, die begrijpt, dat
een dergelijke miskenning niet geduld wordt,
i De stem dezer tuinders zal dan ook daar lui-
der klinken, luider dan op de „theemiddag".
Wanneer er iets in het vertrouwen van en aan
onze leiders is gebroken, laten zij dan maar
begrijpen, dat men niet ongestraft de stem van
de Tuinders 'kan negeeren.
MODtE DITJES EN D|ATJE&
De herleving van het kant.
In het afgeloopen jaar zag men reeds kant op
de japonnen verwerken en ook nu ziet men het
Log steeds meer en meer.
Om alle dames te believen en ook om voor alle
beurzen bereikbaar te zijn, heeft men zeer vele
kwaliteiten in den handel gebracht en kan men
uit een uitgelezen collectie zijn keus maken.
Zwart zijden kant blijft nog altijd zeer in den
smaak vallen, hoewel men ook in de gekleurde
zijden kant alle mogelijke kleurschakeeringen
heeft van donkerbruin, groqn blauw, enz. tot
de zachtste pasteltinten toe.
I Verwerkt men zijden crepe gieorgette, dat men
precies in de tint der kant kan laten verven,
krijgt men een prachtig geheel,
i Het nieuwste op het gebied der kant is zeker
wel de wollen kantstof. Een zwarte japon met
eeh ingezet bovenstuk b.v. van groene wollen
kan-I: en een pofmouw met een ingezet stuk van
kant ,is zeer flatteus.
Komende modekleuren.
Komende modekleuren zijn granaatrood, bruin
en groen, ook ziet men weer paarse stoffen, een
kleur waar men zich sedert eenige jaren niet
meer aan waagde.
Dikke opgestikte naden met glanzende zijde
opgewerkt, zijd een nieuwe en origineele versie
ring.
Hoeden van bandfluweel of stoffen bandjes,
de gekruist opgelegi en met stiknaden en bies
jes versierd, zoo wouden verwerkt, dat het er
als een gevlochten geheel uitziet, zijn het nieuw
ste op het gebied der hoeden.
Dubbelzijdig vilt verwerkt men zóó, dat men
ten gladde en een ruige "kant te zien krijgt.
Nog altijd is de vraag naar een garneering van
veeren en aigretten groot, zóó zelfs, dat men er
teveel van ziet dragen.
Goudbruin, groen, terracotta, bruin en konings
blauw zijn de geliefkoosde kleuren voor veeren.
bontvesten zijn voor den winter zeker wel
zeer practisch en daarbij een nieuwe vinding op
het gebied der bontmode. Zij worden gedragen
onder mantels, die aan den voorkant diep uit
gesneden en van dikke wollen stof gemaakt zijn.
Men vindt ze in allerlei kwaliteiten van bat,
dunste imitatiebont toe en meestal hebben zij
een balf hoogen kraag, die over den mantel
kraag gelegd wordt. De mouwomslagen worden
van hetzelfde bont gekozen en zijn afknoopbaar.
Heeft men dus twee vesten en twee paar man
chetten ,dan kan men daardoor afwisseling bren
gen bij het dragen van éen mantel, indien men
tenminste zorgt, dat beide bontstellen geheel van
elkander verschillen.
Oorringen.
Het nieuwste is het dragen van éen oorring,,
daar de tegenwoordige symetrische mode van
twee oorringen aan twee candelabres op den
schoorsteen doet denken, en zij daarom dus in
ongenade schijnen te zijn gekomen.
Is het dragen van éen oorring wellicht een uit
vloeisel der bezuinigingsmanie, of is het omdat
het coquette postillonhoedje zóó diep over éen
oor wordt gedragen, dat er zelfs geen tipje van
dat oor, dus ook niet van den ring te zien, is?
Men fuistert ook, dat het een gevolg is van
het feit, dat alle vrouwen thans werken en de
piannen hierdoor niet meer zooveel als vroeger
met cadeautjes durven aankomen, de tijden zijn
duur, men spreekt van bezuinigen, dus in de eer
ste plaats bij de aanschaffing van opschik, al
is 't dan ook maar een oorring.
Moffen.
De komende winter zal weer het dragen van
moffen naar voren "brengen, iets waar de dames
wel veel voor zullen voelen. Inderdaad staat
het coquet, onverschillig of het een enorme mof
is, ojf een, iets grooter dan een paar vuisten,
groot genoeg in ieder geval om in zijn zachte
binnenste een liefdesbrief weg te moffelen. Hij
maakt het toilet van een elegante vroutv „af"
en niet zonder eenige ontroering zullen de oudere
dames hem dan ook weer terug zien.
Rood wollen jersey japon. Door een op de helft
van den nok beginnende, naar binnen vallende
stolpplooi verkrijgt de overigens aansluitende rok
de ncodige ruimte. Het manteltje heeft breede
.revers, waaruit een vest komt met een rij kleine
zwarte knoopjes gegarneerd, een zwart peau de
suède ceintuur wordt op dit japonnetje gedra
gen, evenals een lange smalle levendig gekleurde
das,
Vlotte zwartfluweelen wandel japon mét rok,
waarvan de plooien aan den onderkant uitsprin
gen. Het wanteltje heeft een klein sdnootje, dat
met een randje hermelijn is afgezet. Wit wildle-
deren ceintuur eu hermelijnen das.
Flatteus najaarscostuum van donkerroode wol
led stof. Rok met nauwsluitend heupstuk en in
gezette banen die op kniehoogte ruimer worden
en naar onderen toe wijd uitloopen. Mouw is
aansluitend met kleine volant aan den boven
arm, terwijl de ondermouw en de kraag van
Bireitschwahz zijn.
Wa'ndeljapon voor jonge meisjes, van "groen
wollen crepe d-e chine. Klokrok, waarvan de voor
baan gedeeltelijk in volantvorm uitloopt. Kort
manteltje met lange aansluitende mouwen met
volant van uit de taille en aan den bovenkant-
der mouwen. Breede lakceintuur en bever das
ma,ken hel, geheel af.
Jo'ngemeiejesmantel van beige wollen velours
de laine, kraag en manchetten van bont. Raglan
mouwen ,3ie in pasvorm eindigen, vierkante zak
ken en zijstukken worden met breede naden op
gestikt h
Blauw-grijs en rood geruite japon met knoop-
sluiting over de geheele lengte. R,ok met stolp
plooien, die tot ap 'kniehoogte worden gestik
en daarna uitspringen. Manteltje van grijze dia
gonaalstof met. marine-blauwe ceintuur. Schot
sche das en muts.