Verstrooiing en Verpoozing
-
stopverf bijv. Er wordt geverfd in de lengterich
ting der planken. Voor vloeren moet speciale
ver orden gefwbruikt, die niet spoedig slijt. Ge
verfde vloeren en wanden in harmonisdne kleuren
worden tegenwoordig dikwijls gekozen door bin
nenhuisarchitecten om een origineel effect te ver
krijgen. Voor de vloer is zwart echter af te ra
den, omdat elke voetstap er op te zien is.
BABY MOET TANDJES KRIJGEN.
Hoe is de koorts te verklaren1
door |D(ii I. van der Velde.
Hoe vaak overkomt liet mij niet dat ik als
arts geroepen wordt door een of andere overbe-
zorgde moeder, omdat baby's tandjes maar niet
willen doorbreken en het kind nu vrij aooge
koorts heeft en daarbij Inet maagje ook van
streek isde kleine eet absoluut niet en is tenge
volge van de koorts erg onrustig. In den regel
zijn net de kleintjes van omstreeks 1 a 21 jaar,
waarb ijdeze koorts dan plotseling optreedt en
er soms een vrij hooge temperatuur aanwezig
blijkt te zijn.
Laat ik echter deze bezorgde moeders nog
eens nadrukkelijk verklaren, dat kinderen geen
koorts krijgen tengevolge van het tandenkrijgen.
Wat dan wel de oorzaak is Die tijd van het
tanden krijgen valt meestal in dezelfde periode,
waarin het jonge kind zeer gevoelig is voor
infecties en in de eerste plaats wel voor voedings
stoornissen.
Borstkinderen zijn veel minder ontvankelijk
voor allerlei ziekten dan fleschkinderen en wor
den zij ziek, da nis het in den regel niet zoo
ernstig. Heel begrijpelijk zijn de teere inge-
wandjes der 'kleinen zeer gevoelig en is het
maagje o zoo gauw overbelast. Hoe vele te be-
zorge moeders zijn niet bang, dat de kleine te
weinig voedsel tot zich neemt en dwingen hem
tot eten. Teveel schaadt eerder dan te weinig
en dan, heeft tiet kind behoefte aan meer eten,
dan weet hij dat wel kenbaar te maken.
Borstkinderen zijn in den regel ook minder
ontvankelijk voor rachitus (Engelsdne ziekte) dan
flessehenkinderenDe voeding mag niet te een
zijdig zijn en men geve de kinderen van onge
veer 8 a 9 maanden behalve vruchtensappen,
compote en geklopte banaan dan ook gezeefde
groenten, vooral spinazie.
MIDDEL TEGEN RHEUMATIEIK.
De selderijknol is een uitstekend middel te
gen rheumatiek. ;We schillen de knol, wasschen
deze en 'koken hem in plakken gesneden in wa
ter met een weinig zout gaar.
D'e selderijplakken worden uitgeschept en in
6en sausje gestoofd, dat gemaakt is van melk,
bloem, boter, een tikje zout en wat nootmus
kaat. Het vocht, waarin 'de knol gekookt is,
wordt gedronken en de gestoofde plakken sel
derij bij geroosterd brood aan de koffietafel ge
geten oï aan het middagmaal met aardappelen.
"Wanneer men baat wil vinden bij dit eenvou
dige middel is het noodig, dit geruimen tijd
vol te houden en niet, zooals dit vaak geschiedt
na eenige dagen op te geven, omdat het toch
niet helpt."
HET GEHEIM VAN JOE BARKE.
Een vervolgverhaal voor jongens door ESSAY.
Vijfde Hoofdstuk.
Vier weken van zonneschijn en vroolijkheici,
vak fietstochten in de omstreken van Elsbosch
an van spannende verhalen van Oom als de jon
gens 's avonds thuis zaten, gingen voorbij.
Ieder scheen zidi zeer te amuseer en. De jon
gens konden hun genot bijina niet op en ook
oom kon nog echt jongensachtig mee doen. Bij
de fietstochten hij vergezelde zijn twee neven
dikwijls wist hij altijd de fij'nste weggetjes
uit te kiezen en onderweg de leukste verhalen te
doen. Als je met oom meeging daar waren
Henk en George het roerend over eens ver
veelde je je geen 'oogenblik'.
De dag, waarvan we willen vertellen was een
Dh^erdag. Het was snikheet.
,JDe vogeltesj hadden korstjes op hun rug'
verklaarde George, terwijl hij heel erg lui in een
tuinstoel lag met een krant over z'n hoofd, an
ders kreeg hij een zonnesteek, zei hij.
Die dag ging nogal loom en lusteloos voorluji.
's Middags probeerden de jongens een eindje te
fietsen, maar na een hal fuur waren ze weer
op Wiudevanck terug. 'tGing niet. 'tWas te
warm. Overal was 't te warm voor," verklaarde
Henk, zelfs voor een reuze verhaal van Oom."
Oom intusschen, voélde in het geheel niets
voor een reuze-verhaal. Hij lag eveneens amechtig
in een stoel en dronk een fantastisch aantal gla
zen kwast. Sien stond in de keuken en ver
klaarde dat haar Jde vlammen uitsloegen". Met
de koekepan wuifde ze zich koelte toe. Dat was
wel doelmatig, maar verre van elegant. [Maar
daar gaf Sien niets om.
D,e avond bracht verkoeling. In den tuin was
het bladstil. Die zon was verdwenen en inplaats
daarvan was het nu heerlijk' weer geworden. De
jongens zaten in den tuin eji lazen <^n boek;.
Om een uur óf negen kwam oom naderbij, stak
een groote sigaar op en dampte heel gezellig
blauwe wolkjes de lucht in.
„Oom..." zei Henk.
Oom lachte eens. Hij begreep al wat er komen
moest
„Hè ja, oom..." onderstelde George de vraag
van zijn broer, die, hoewel niet uitgesproken,
uitstékend te raden was.
„Ik moet zéker vertellen hè, waarde neven?"
De waarde 'neven knikten. En oom deed weer een
paar trekjes aan zijn sigaar en vertelde. Vertelde
zoo prachtig dat het ongemerkt laat werd en
het klokje vah gehoorzaamheid sloeg.
"Als het warm geweest isDan slaap je
maar hiet zoo dadelijk, vooral als je oom net
zulke avontuurlijke verhalen heeft verteld.
Henk en George sliepen dan ook niet. Ze delen
alle twee pogingen, maar toen ze de groote staan
de klok elf hoorden slaan, werd het Henk te
machtig. 1
„George," riep hij, „slaa pjij
,,'n Klein beetje," zei George.
„Dus je slaapt niet," concludeerde Henk da-
idclijk. „Zeg, laten we een beetje kletsen. Ik
slaap toch niet. Het is veel te warm geweest.
Eln dan... dat verhaal van oom zeg! Was dat
sven reuze J
„Ja," zei George, eeta geweldig verhaal. Laten i
!we ever uit bed gaan, dan kunnen we nog een
beetje rondneuzen in de kamer. Maar zachtjes
hoor, dat oom het niet merkt."
De jongens stapten uit bed. Samen begonnen
ze zco'n beetje door de k'amer te "loopen, op hun
teenen natuurlijk.
George deed een groote 'kast open die tegen
de muur stond. „Kijk eens wat een bakbeestV
zei hij. „fWe kunnen er best met z'n tweeën m."'
Samen 'kropen ze in de kast en sloten de deur.
Even was het stil. Toen kwam plotseling de
stem van Henk, opgewonden fluisterend:
,.PIé, George, kijk eelns even. Hier is een kijk
gat." r
„Waar kijk je in?"
„In de kamer waar de Karaba staat. Kfijk,
daar is hij." x
Nu moest George toch ook even 'kijken. En
ja, het was waar. Door een klein rond gaatje
keek je vanuit het donkter in de, door het maan
licht flauw verlichte kamer met oom's söhat-
ten. L'aar stond de karaba, daar hingen de 'uit-
12 c.M. Da'n vouw 'je je papier dubbel (zie link's
cjp het plaatje) teeként met een potlood de fi
guur, die wij aangegeven hebben, en knipt die
met een schaar uit. Dan plak je het middelste
gedeelte vast met gom enN laat het drogen en
hard worden. Voor aan de kop, maak je^nu een
papierklemmetje vast. D|e koó|> is hu aus het
zwaarst. Ga hiermede hu maar eens gooien. Je
zweefvliegtuig zal het wel niet zeer lang uit
houden maareen vliegtuig is het in ieder
geval al is het dan nog maar gebrekkig.
Vlieg maar prettig!
rustingen der kaffers, daar stond de kast met
de opgezette dieren en daar, heelemaal links,
was de deur van de kamer.
„Leuk zeg," zei Henk, „zou oom weten dat
hier een gat is?"
„Ik deuk van niet," antwoordde George. „Het
gat in de wand van de kast is veroorzaakt
door een kwast. Voel maar, het hout is hier
heelemaal ruw. En die spleet in de muurik
zal eens even voelen hoe dat zit.
George stak zijn hand in het gat en betastte-
de spleet met zijn vingers. „Ik zie het al,"
riep hij uit, „het schijnt hier een geweldig oud
huis te zijn. De cement heeft hier tusschen twee
steenen losgelaten, 't Is maar eien kleine spleet."
De jongeus keken een voor een door de spleet
én wilden net de kast weer-verlaten, toen Henk
plotseling zei.:
„Stil, hoor jij niets?"
[Beiden zwegen nu.
,Hcor, daar is het weer," 'fluisterde Henk.
En inderdaad, in het doodstille huis klon
ken zachte geluiden. Het was óf er iemand
over de gang sloop. Heel, heel zachtjes natuur
lijk. Het geluid kwam maiderbij. Nu was het
wat duidelijker te hooreh op de gang?'
„Ei loopt iemand," zei Henk zachtjes en zijn
stem trilde.
„Oom wijfelde George.
„Neen, oom is naar bed. En dan, waarom zou
hij sluipen over de gang?"
Het geluid der voetstappen was opgehouden.
Héél zachtjes hoorden de jongens nu een zachte
metaalklank.
„Sleutels," fluisterde Henk.
„Hij wil de kamer hiernaast in," sprak George
en bracht zijn oog voor het kijkgat. Henk wacht
te vol spanning.
Eenige minuten verliepen. Tioen draaide Geor
ge zich eensklaps om en zei zacht tot Henk:
„Hij is binnen in de kamer hiernaast. Ga zoo
zacht mogelijk naar beneden en waarschuw ooip.
Als jullie maar voor de kamerdeur bent kun je
hem de pas afsnijden."
Henk knikte. Met glinsterende oogen was
het geer. pradntig avontuur verliet hij de
kamer en ging zeer zachtjes naar beneden.
George intusschen bleef kijken door het gat.
In de kamer met ooms schatten was een man
getreden. Hij had een masker voor zijn gelaat.
In zijn linkerhand droeg hij een bos sleutels,
in zijn rechter een zaklantaarn die een lichtcirkel
in het vertrek wierp.
Dfe man ging in het midden van de kamer staan
en liet zijn blikken langs de verschillende 'sou
venirs van oom Sally glijden. Hij scheen iets te
zoeken. Plotseling richtte het licht zich op
de Karaba Dé man "liep er op af. George hoorde
hem zachtjes in zichzelf praten: „Eindelijk'—
endelijk de Karaba
De glazen stolfci werd opgelicht. .Wat deed
die kerel nü? Uit z'n broekzak kwam een mes.
George hield zijn adem in. Het mes klikte open,
de man pakte de vogel beet, zette de mespunt
op de buik, wilde 'm er net induwen toen. de
deur werd opengegooid en oom mét een vervaar
lijke basstem riep: „Handen op!"
Het electrisehe licht knipte nu aan en Henk
én oom traden binnen, de laatste met een revol
ver in de hand. Die gemaskerde roover bleek te
onthutst om te handelen. Hij liet de sleutels en
de lantaarn vallen en stak zijn handen in de
lucht.
„Ziezoo," zei oom toen George ook binnen was
gekomen: „als meneer de inbreker nu even wil
gaan zitten, dan kan hij Jbns vertellen wat hij
hier eigenlijk kwam doen en waarom hij mijn
Karaba wilde plukken."
(Slot volgt).
EEN NIEUW Z.EILVLIEGTUIG.
Om zelf te inakén,
Jullie kent natuurlijk allemaal 'het kunstje
om met behulp van een stukje papier en een
pennetje een klein 'vliegmachientje te maken.
Nu zal ik je echter een ari&er soort vliegtuigje
laten maken, dat 'je denkelijk nog niet kent. Je
hebt daarvoor noodig een blad glad schrijfpapier
dat je knipt op een formaat van ongeveer 10 bij
GRAMMOFOONPLATEN EN GARENKLOSJES
vormen een aaridig kastje.
Voor je kamer heb ik een aardig kastje of
tafeltje bedacht. Het is niet moeilijk om
het te maken en daarnaast is 'net erg goedkoop.
Ten eerste moet je naar een meubelmaker ot
naar een timmerman gaan en "hem vragen of tnj
voor jou eeoi voetstuk wil maken zooals het
plaatje aangeeft. Dat is niet zoo duur. Het be
hoeft natuurlijk maar goedkoop hout te zijn.
In het midden, in het hart zou ik bijna zeggen,
van het blok moet een stuk stevig ïjzerdraad
worden bevestigd, dat rechtop staat. Nu moet
je een stuk of twaalf ledige garenklossen zien te
bemachtigen. Wanneer je die hebt, moet je nog
iets te pakken zien te krijgen en dan kunnen
we beginnen. Djat „iets" is een stuk of vier oude
gramofoónplatenMisschien hebben jullie thuis,
of alnders bij kennissen of familieleden, wel een
gramofoon. Daar moet je dan een 'paar oude pla
ten Vragen. Liefst groote. Als je groote .platen
vraagt heb je, geloof ik, de meeste kaïns dat je
ze ook krijgt. Je moet namelijk weten dat vooral
vroeger veel van die groote platen werden ge
bruikt. En die oude platen geeft men natuurlijk
eerder weg dan de nieuwe.
r>v
klossen, weer een plaat. Dat doe je nog twee
'keer, zoodat er in het geheel vier platen dienst
kunnen doen als plankjes waar je het een en an
der op 'kunt zetten. Bovenaan moét het ijzer-
draad wat omgebogen worden zoodat de platen
er. de klossen er niet af kunnen.
De slotbewerki,ttg is deze: Koop bij den dro
gist voor vijf centen verf. D|e kleur kies je zélf
maar uit, dat moet ieder voor zich weten na
tuurlijk. Dan verf je het voetstuk en de klossen
netjes op, laat het Ineele gevalletje drogen en je
heot een keurig tafeltje voor weinig geld.
En het mooiste is nog wel: je kunt zeggen:
„Dat heb ik nu zelf gemaakt."
DE KENTEEjKjEiNiS VAN DE AUTO'S.
Jullie zien dikwijls auto's op straat met
vreemde letterteekëns er achterop. Eln dan zou
den jullie wel eens willen weten uit welke vreem
de streken die wagens kwamen, nietwaar? Wël-
?nu, ik zal jullie een lijstje geven:
Duitsehland D, België B, Bulgarijen BG, Dene
marken DK, Danzig DA, Finland SE, Frankrijk
I', Griekenland GR., Groot Bjrittannië GB, Br.
Indie Bil, Ierland SE, Italië I, Liechtenstein FL
Iiitauen 'LT, Luxemburg L, Monaco Mpl, Ne
derland NL, Ned.-Indië IN;, Noorwegen N, Oos
tenrijk A, Polen PL, Portugal P, Roemenië
RM, Rusland E, Zweden Si, Zwitserland CH,
Spanje E„ Tsjecho Slowakije CS, Hongarijën H.
Hier zijn dus de nationalitei'tsaanduidingen der
auto's. Als je dus een vreemde wagen ziet, dan
haal je maar even je lijstje uit je zak! en je weet
meteen uit welk land die vreemdeling komt.
Als je dus eeu stuk of vier platen hebt, ga je
als volgt te werk. Je neemt eerst twee of drie
klossen. Die schuif je om het ijzerdraad. Daar
bovenop gaat een gramofoonplaat, dan weer twee
HET WEEKPRAATJE VAN OOM
MAARTEN.
Béste neefjes en nichtjes.
"Wel, wel... dat is me nog eens woordhouden.
Eén heele vracht briefjes heb ik gekregen, zoo-
dat ik vrees, dat de correspondentie deze maal
wat bekort moet worden, anders kan ik jullie
pet eens allemaal antwoorden. Daarom gaan we
zoo gauw mogelijk aan de raadsels beginnen, want
dat blijft toen Je hoofdschotel. E|n allemaal wel
bedankt voor je groeten aan Mies en aan mij! Dé
hartelijke groeten terug.
Nieuwe opgaven letters AG.
1 Ik bén de naam van een bekend teekenaar
én schilder, 'die kort geleden is gestorven
en besta uit zes letters:
6, 5,1is een 'ding, waarin men bloemen zet.
13, 4, is een toestand, waarin vruchten soms
verk'eeren. -
o, 2, 4, 'is een ander woord voor „stoot
2. Goliath
Pasteur l
Nelson
Oldenbarnevelt
Maurits
Ruyter
Vondel i
Tromp. 1
Plaats onderstaande namen zoodanig onder
elkaar (verschuiven) dat van boven naar be
neden gelezen, te beginnen met de G van.
Goliath de naam ontstaat van een bekend
Nederlandsch dichter. Welke?
3. Ik ben een toestand, waarin sommige die
ren gebracht kunnen worden. Draai mij om
en ik lig voor de deur.
4. Mijn eerste deel is een meisjesnaam. Mijn
tweede deel is een stuk' ijzer. Mijn derde deel
bestaat uit de letters er.
Mijn geheel is een andere naam voor „dwer
gen'' i
ARABISCHE STRUIjSYO GEL J A CHT.
Voor de grooteren. P
Het grootste genoegen van den Biedouin is
de struis vogeljacht. Die bewoners van "Noord-Af-
rka onderscheiden de struisvogels nauwkeurig
naar ouderdom en geslacht. Die groote, manne
lijke, volwassen vogel heet Eirlin. Dé diepzwarte
(iiet wijfje) heet Ribens. Dé grauwe, jonge struis
vogel heet Ermud. Het hoofddoel van de jacht is
het bemachtigen van de fraaie vederen die vooral
de Etrlim bezit. Het gevolg van dit feit is, dat
er hoofdzakelijk op de Ejrlim wordt gejaagd, zoo
dat deze leelijk aan het uitsterven is.
Op mooie paaiden, of op uitmuntende rij:-dro-
medarisseu rennen de jagers over de vlakten of
door de woestijn en zoeken naar een kudde struisr
vogels. Pen vooruitloopende Eirlim geeft echter
het teeken tot de vlud.it als dié kudde eindelijk
is gevonden. Nu worden de dieren achterna gezel?
•Die mannen kennen geen medelijden. Elr wordt
gerend en gejaagd, langen tijd achtereen tot het
ver hen loopend e beest teekenen van vermoeid
heid begint te vertoonen. Dat is meestal onge-
vee rna een uur rijdens. Die jager is nu vlak' ach
ter de struisvogel. Het paard of de dromedaris
krijgt nog een laatste por, een lans flikkert m
de'lucht, de stoot valt en de vogel ligt op
dein grond. Direct worden de dromedarissen inge-
houden, de rijders springen van 'nun beesten af
eln onder het uitspreken van heilige spreuken
uit de Koran als: „In naam van den Albarm-
hartigen God. In naam van den Grooten Albarm-
hartigen God" krijgt de vogel de genadestoot,.
Zoo gebeurt het in Noord-Afrika. In andere
streken van Afrika worden de struisvogels ook
wel eens te voet gejaagd. Die mannen sluipen
naderbij, gehuld in een geraamte va nstroo en
vecren.' In de hand houden déze jagers een stok
met een kop van een struisvogel er op. Hun bee-
nen zijn wit aangezet.
Tn deze vermomming weet de jager dan zijn
slachtoffers te benaderen. Is hij vlakbij dan lost
hij een schot met pijl en boog of' werpt een speer
naar een von de vogels.
Dat deze verschrikt zijh dat een van hun col
lega's zich plotseling als jager ontpopt, behoeft
diet gezegd te worden.
Op ens plaatje zien jullie hoe de jadnt in
Noord-Afrika toegaat.
KieW»|