Provinciale Commissie uit de
veilingen in Noord-Holland
nieuwstijdingen
Land« en Tuinbouw
No
Bei
Wei
LAAGHARTIGE OPLICHTING.
Een werklooze bakkersknecht de dupe.
Eenigen tijd geleden leerde een Rotterdamsche
bakkersknecht, die al meer dan anderhalfjaar zon
der werk is, een zekeren P. kennen. Deze beweerde
ook bakker te zijn en te werken bij een van de
grootste broodfabrieken te Rotterdam. In die fa
briek zou weldra een betrekking vacant komen en
R zei, dat hij er wel voor kon zorgen, dat zijn
nieuwe vriend die betrekking kreeg, maar dan moest
de bedrijfsleider worden gestopt. Zelf had hij inder
tijd f50 moeten betalen om de betrekking te krij
gen, maar hij dacht, dat zijn nieuwe vriend wel
met f30 toe zou kunnen komen. De werklooze zei,
dat hij geen f30 had, waarop R. zei, dat hij dat
bedrag dan maar moest zien te leenen. Samen zijn
zij daarop naar de schoonouders van den werk
looze gegaan. Daar heeft R. opniieuw zijn verhaal
gedaan, waarna deze schoonouders het bedrag van
f30 bijeen hebben gebracht. R. nam het geld n
ontvangst en kwam den volgenden dag met een
getypte kwitantie, welke was voorzien van een zegel
en van een handteekening, voorstellende den naam
van den bedrijfsleider. Deze kwitantie gaf hij aan
zijn kameraad, die zich volgens R., den volgenden
morgen bij den bedrijfsleider moest melden. Maar
toen de werklooze bakker den volgenden dag bij den
bedrijfsleider kwam, bleek deze van niets te weten.
De politie werd met het gebeurde in kennis gesteld
en zij is erin geslaagd R. op te sporen. Het geld
heeft hij verteerd. Hij is opgesloten en zal ter be-
scchikkiing .van de justtie worden gesteld. Er is
proces-verbaal tegen hem opgemaakt, wegens op
lichting en wegens valschheid in geschrifte.
DE BEGRAFENIS VAN DE SLACHTOFFERS VAN
DE BRAND TE TILBURG.
Een droeve plechtigheid door vele belangstellenden
bijgewoond.
Onder overweldigende belangstelling en deelne
ming heeft de begrafenis plaats gehad van de vijf
slachtoffers van den noodlottigen brand in het
café Roeien op den Heuvel te Tilburg. Om half ne
gen vertrok de droeve stoet van het St. Elizabeth-
ziekenhuis. Aan de lijkwagens gingen vooraf de
deputaties van de afdeeling Tilburg van den Ned.
Bond van Hotel-, Café- en Restauranthouders en de
wijkvereeniging „Heuvel's Belang", waarna de 3
lijkkoetsen volgden. De eerste wagen bevatte de kist
met het stoffelijk overschot van den heer Roeien,
de tweede het lijk van mevr. Roeien met de beide
kinderen, terwijl de derde wagen de kist vervoerde
met het stoffelijk overschot van de 18-jarige dienst
bode, mej. Broeders. Aan de wagens hingen veel
kransen en bloemstukken. Ook de kisten waren
met bloemen bedekt. O.a. waren er bloemen van de
buurtbewoners en van een aantal sportvereenigin-
gen, die gewoonlijk in hotel Roeien bijeenkwamen.
Achter de lijkkoetsen volgden familieleden, bene
vens nog een aantal andere belangstellenden o.m.
de directeur van den Gemeentelijken Geneeskundi
gen en Gezondheidsdienst de heer dr. Gimbrère uit
Tilburg, de Commissaris van politie, de heer Preus-
ting e.a.
Op den weg naar de kerk stonden aan weers
zijden een groote menigte opgesteld. Zeer tragisch
was het oogenblik, waarop de stoet het afgebrande
perceel voorbij trok, velen konden hun tranen niet
bedwingen. In de parochiekerk „Heuvel" werd de
plechtige requiemmis opgedragen door den Zeer
Eerw. heer Van Domgen, pastoor der parochie; met
assistentie van de beiide kapelaans. De kerk was
tot in de uiterste hoeken gevuld. Het zangkoor zong
de 3-stemmige requimmis van Don Lorenzo Perosi.
Na de plechtige mis vertrok de stoet naar het kerk
hof, waar de teraarde bestelling plaats vond. Ook
hier was de belangstelling zeer groot.
De kisten werden in een gemeenschappelijk graf
neergelaten. Aan de groeve werd het woord ge
voerd door den heer P. J. Haazevoet, bondssecretaris
van den Nederlandschen Bond van Hotel-, Café- en
Restauranthouders. Hierna werd aan het graf ge
zamenlijk gebeden.
DIENSTVOORWAARDEN SPOORWEGPERSONEEL.
Vóór 1 Juli 1932 geen wijziging in de loonen.
Naar gemeld wordt, heeft de Minister van Water
staat goedgekeurd dat de herzieningstermijn van het
Reglement Diienstvoorwaarden van het spoorweg
personeel met een half jaar wordt verlengd, zoodat
deze net voor 1 Juli 1932 zullen worden nagezien.
Dit beteekent dus, dat in geen geval voor 1 Juli
1932 wijziging zal worden gebracht in de loonen
van het spoorwegpersoneel.
INSTRUCTIESCHOOL LEEG GESTOLEN.
Zonderlinge vondst in den nacht langs den weg.
Woensdag viel het den nachtwaker H. op, dat
enkele mannen zich op verdachte wijze ophielden
voor pand 36 aan den Breede Hiilledijk te Rotter
dam. Hij gng naar hen toe en vroeg wat ze daar
uitvoerden. Een van hen liet daarop, waarschijnlijk
om den indruk te vestigen dat alles in orde was,
een bewijs van Nederlanderschap zien, dat op naam
stond van S. O.
De nachtwaker nam daarmee genoegen en ver
volgde zijn weg.
Wat later in den nacht vond hij echter op de
glooiing van den Breede Hilledijk een viertal pakken
die volgepropt zaten met allerlei artikelen: koper
werk, plateelen potjes en vazen, gedragen schoenen,
schilderijtjes, schaartjes, spiegeltjes en een man
doline.
De nachtwaker bracht deze vondst onmiiddellijk
in verband met de ontmoeting, die hij even te voren
had gehad en waarschuwde de politie.
Deze wist al spoediig vast te stellen we S. O. was.
De man werd opgespoord en legde een bekentenis'
af.
Kort daarop volgde de aangifte van den bena
deelde. De gevonden artkelen bleken gestolen te
zijn uit de Industrieschool aan het Ericaplein te
Rotterdam.
Bij een nader verhoor verklaarde O. dat hij met
twee vrienden n deze school had ngebroken. Zij had
den de buitendeur geforceerd.
De politie zoekt momenteel naar de twee mede
plichtigen. Hun arrestatie kan elk oogenbliik ver
wacht worden.
EEN MISTSIRENE OP DE LOCOMOTIEF.
Een waarschuwingssignaal voor onbewaakte
overwegen.
De Nederlandsche Spoorwegen hebben op loco
motief 3780 proeve:, genomen met een luchtsirene,
om ingeval van mist den in aantocht zijnden trein
op onbewaakte overwegen aan te kondigen. Deze
proeven zijn evenwel niet geslaagd, daardat het ge
luid te zwak was en een sterkere sirene te veel
lucht zou vorderen.
Thans is genoemde locomotief voorzien van een
stoomsirene, die eveneens in dienst wordt gesteld
bij het heerschen van mist om de komst van den
trein aan te kondigen aan de weggebruikers, die
over niet afgesloten overwegen moeten bewegen.
Deze stoomsirene geeft een hard, tusschen schel
en dof liggend geluid.
SLACHTOFFERS VAN GLADDE WEGEN.
Onder de gemeente Weesperkarspel is een „witte-
band"-taxi uit Amsterdam, waarin behalve de
chauffeur vier visschers gezeten waren, in den ge
vaarlijken bocht nabij den spoorwegovergang, ten
gevolge van de gladheid van den weg geslipt en in
het water van de Bijlmervaart gereden. De wagen
verdween bijna geheel in den modder. Omwonenden
en voorbijgangers snelden toe en slaagden er na
veel moeite in alle inzittenden op het droge te bren
gen. Na van droge kleeren voorzien te zijn, zijn de
drenkelingen met een andere autou naar de plaats
van bestemming, Amsterdam, overgebracht. De auto
is later uit de vaart gehaald.
Proeven ter bestrijding van ratten met Zei ie-
pasta in 1931.
Deze proeven zijn genomen door de .Commissie j
van Correspondenten van den Plantenziekten-
kindigen Dienst „Kring Laingedijk."
Naar aanleiding van de enorme schade, door de
ratten aangericht aan de groentegewassen en nog
meer aan de tulpenbollen, werd in de voorjaars
vergadering van onze commissie besloten, op
verschillende plaatsen in ons rayon proeven te
nemen met „Zelio", dat in de bladen algemeen
als een goed bestrijdingsmiddel tegen ratten ge
noemd werd. De resultaten toch van 'net zgn.
„se.-urn' die naam deugt niet dat in den
loop der jaren op ruime schaal is toegediend ge
worden, waren vrijwel denkbeeldig.
De Zelioproeven zijn genomen door verschillen
de oorrespondenten, nl. te Broek op Langendijk,
Obdam Ir'int Pancras en Noordscharwoude.
Gebruikswijze; voor en in de gaten der akkers
zijn stukjes brood, wortel en aardappel gelegd,
waarop een kleine hoeveelheid Zelio was ge
smeerd. De wortelen en aardappelen weiden daar
toe doorgesneden, de wortelen overlangs wat uit
gehold en de pasta in de openingen gestreken,
waarna de helften netjes op elkaar werden ge
plakt om met een spijkertjeop een stukje ijzer-
draad te worden vastgestoken.
Het is van belang zooals altijd bij' het uit
leggen van lokmiddelen de stoffen zoo wei
nig mogelijk met de handen aan te raken. De
„lucht" is meestal voldoende om de ratten te
bewegen de lokmiddelen onaangeroerd te la
ten liggen.
Uiteraard is het bij proeven tegen ratten óp
het open veld moeilijk de resultaten met cijfers
te illustreeren. Men moet zich tevreden stel
len met algemeene indrukken.
He Broe klop Langendijk heeft de voorzitter
de heer Glas, aan meerdere personen, in hoofd
zaak tulpenkweekers, een hoeveelheid Zelio ver
strekt. D*e terreinen lagen in zijn district ver
spreid. Be meening der verbruikers was, dat
ongetwijefld veel ratten zijn gedood.
Te Obdam heeft de correspondent de heer
Greenland zelf de bestrijding ter hand genomen
en de pasta tusschen doorgesneden wortelen in
de gaten gelegd langs den spoordijk, die dwars
door den polder loopt en waar zich veel ratten
plegen op te houden.
Het viel hem na 'net -uitleggen van Zelio- tij-
jdens het varen naar zijn akkers op, dat er min
der ratten te zien waren dan anders. Op een
tuinbouwvergadering is de meening gevraagd
Van de tuinders, die akkers in de nabijheid had
den liggen. Men was algemeen van meening,
dat er minder ratten waren dan in andere jaren.
He iSint Pancras is onder leiding van den se
cretaris de zelio in uitgeholde wortelen uitge
legd op 27 April 1931. Die stukken wortel wer
den aan elkaar bevestigd met een stukje ijzer-
draad, een omslachtige methode naar het lijkt
maar in werkelijkheid zeer eenvoudig.
Op 1 Mei d.a.v. is opnieuw een hoeveelheid
uitgelegd, ook weer hoofdzakelijk bij tulpen
akkers. Verschillende bouwers, aan wier akkers
schade werd toegebracht door de ratten bv. door
het weghalen van koolplanten en vooral door
het wegvreten van tulpenbollen, namen waar, dat
weinig of geen schade meer werd aangericht.
Velen wilden zelfs zelio koopen, doch de hoo
ge prijs in den kleinhandel hield hen daar
van terug. "Wel een bewijs, dat men over de
werking tevreden was.
Te Noordscharwoude is de proef genomen d.
den opsteller van dit verslag, nl. den corres
pondent, den heer Mallekote. Het proef terrein
bevond zich tusschen Molen en Schoutemsloot
tot aan den Winterweg.
Het praeparaat is uitgelegd tusschen brood,
aardappelen en wortelen op 3 Mei 1931. De door
gesneden en uitgeholde wortelen werden, na met
zelio te zijn besmeerd, bevestigd met een spij
kertje.
Feu paar dagen na het uitleggen is het groot
ste gedeelte van het terrein gecontroleerd. Heel
veel materiaal was verdwenenwaarbij werd op
gemerkt, dat de ratten niet bijster gesteld wa
ren op de aardappelen. Voor wortelen en 'brood
bestond grooter belangstelling. Het aantref-fen
van. een spijkertje was vaak voldoende om het
restje in den steek te laten.
Op de laatstgehouden tuinbouwvergadering,
deelden verschillende bouwers, die akkers in
cultuur hebben in bovengenoemde streek, me
de, dat dit jaar hoegenaamd geen schade aan
de producten door ratten is aangericht. Elan bon
wer zag eenige dagen na het uitleggen van zelio
enkele doode ratten in een sloot drijven. Om
streeks denzelfden tijd is op de gemeentelijke
vuilnisbelt, waar het wemelt van vale ratten
een flinke hoeveelheid brood met zelio - gedepo-
reerd. Hier kon met zekerheid worden vastge
steld dat het ongedierte bijna geheel was uitge
roeid. In het begin van October is opnieuw een
bestrijding toegepast, eveneens met succes. Die q
hoeveelheid brood was toen -echter te gering, zoo- j
dat niet alle ratten een stukje konden bem-ach-
tigen. Na ongeveer tien minuten was vrijwel alle
brood verdwenen en in de gaten werd een ver- j
woede strijd gevoerd om een deel ervan te be
machtigen. De gemeentewerkman heeft den vol- j
gender. dag een gat opgegraven en trof daar ver-
schillende doode exemplaren aan.
üonc-] udeerende mogen we dus wel aannemen
dat Zelio goed gewerkt heeft en dat het als een
bestrijdingsmiddel ten zeerste kan worden aan
bevolen. 1
Een paar opmerkingen willen we hieraan toe
voegen
Voor vale ratten gebruike men brood als lok-
spijs.
Voor zwarte ratten waterratten bij voor
keur- wortelen.
Zeliopasta is in den kleinhandel in vergelij
king met gnootere hoeveelheden, veel te duur.
B:o prijzen zijn kort geleden iets afgeslagen,
doch niet in die mate, dat van Z;elio een alge
meen gebruik zal worden gemaakt. Wel is een
en ander reeds meerdere malen onder de aan
dacht gebracht van de importmaatschappij,
doch we hopen alsnog, dat ze het nogmaals ern
stig onder de oogen zal zien, opdat de prijs het
gebruik niet in den weg sta.
Die rapporteur L. MALLElKOTEi.
De secretaris van de commissie van Correspon
denten, VAN HEiRiWIJNENN, Sint Pancras,
Dioor den voorzitter der Provinciale Commis
sie, Burgemeester Slot van Broek op Langendijk,
werd in de laatstgehouden vergadering op Dins
dag jl., de volgende openingsrede uitgesproken:
Mijne Heeren,
Het is onder bijzonder drukkende omstandig
heden dat we thans onze gewone jaarvergadering
moeten houden.
Waren er misschien bij andere slechte jaren nog
enkele lichtpunten aan te wijzen, wij zitten thans
wel zoo aan alle kanten vast, dat we ons meer dan
eens afvragen waar het op moet uitloopen. Aan
gezien ik echter op de vergadering van 13 October
J.L, vrij uitvoerig het onderwerp: De nood onzer
tuinbouw, heb behandeld, is het nu niet mijn plan
weer in den breede daarop in te gaan.
Er is toen door mij de aandacht gevestigd, niet
alleen op den nood waarin de tuinbouw verkeert,
maar ook op de plaats welke zij in ons volksleven
inneemt, waarom wij meenden dat we vrijelijk bij
de Regeering mochten aankloppen om ons in deze
moeilijke tijden die middelen te verschaffen, welke
voor ons noodig zijn om staande te blijven.
Sinds deze vergadering werd gehouden, kunnen
wij niet zeggen dat er eenige verbeterinig is inge
treden. Integendeel, de toestand wordt nog met den
dag slechter en de verwarring schijnt al grooter
te worden. Het is vooral dit laatste, waar ik een
oogenblik bij stil wil staan aan het begin van deze
vergadering.
En dan bedoel ik niet de verwarring welke zich
openbaai t bij de volkeren om ons heen, maar ik
wil veel dichter bij huis blijven; ik bedoel de
pogingen welke den laatsten tijd worden aangewend
(hetzij meer of minder opzettelijk) onze organisatie
af te breken en te bemoeilijken.
Er is door mij een tiental jaren terug een spe
ciale rede gehouden in de^e vergadering over:
„Onze Organisatie". Waar ik meende dat tengevol
ge van de reactie in de eerste na-oorlogsche jaren,
eene lakschheid in onze kringen was ontstaan welke
het ergste deed vreezen, daar achtte ik het mijn
taak, mijn vakgenooten er op te wijzen, dat er in
den hedendaagschen tijd zonder organisatie weinig
of niets meer viel te bereiken, en dat wij daarom
verstaandig zouden doen ons zoo krachtig mogelijk
aaneen te sluiten, om daardoor het hoogst mogelijke
te bereiken.
Thans echter, schijnt het mij toe dat wij in een
ander uiterste vervallen, en dat nu van de Orga
nisatie compleet alles wordt verwacht, en dat ons
vgreenigiingsleven het mididel tegen alle kwalen
geacht wordt. Nu dus geen onderschatting meer,
maar een overschatting. En blijkt dan in de prak
tijk, dat er een te hooge taxatie is gedaan ten op
zichte van de kracht en het kunnen der organisatie,
dan deugt deze niet! Dan is hare samenstelling
foutief, of de leidende personen deugen nieit; te
weinig democratisch, of wat dan ook. Kortom, de
Organisatie brengt ons niet wat wij moeten hebben
en daarom deugt zij niet: „weg er mee"! Of althans
weg met déze organisatie; ze moet in elk geval
op andere basis rusten.
Zie, dit zijn altijd de gevolgen van overschatting.
En waar wij thans in zoo buitengewoon moeilijke
tijden leven, en er blijkens de cijfers in mijn vorige
rede gegeven, sprake is van een nood-toestand,
daar ligt het voor de hand dat het een klein kunstje
is om de organisatie in gebreke te stellen; evenmin
is het moeilijk om in deze berooide tijd de men-
schen onder allerlei schoon schijnede leuzen en
beloften achter zich te krijgen. Wij zien dat dan ook
dagelijks gebeuren.
Het is volstrekt niet alleen in onze kringen dat
deze dingen zich vertoonen. Ook de landbouw, en
de verschillende organisaties daar, krijgen rijke
lijk hun deel. Nog deze dagen konden wij in de
bladen lezen, dat in Eist en Gouda, boerenverga-
deringen werden gehouden, waar Regeering en
Landbouw-Organisaties beiide, op schrikkelijke wijze
in staat van beschuldiging werden gesteld.
Wij moeten echter deze wijze van doen sterk ver-
oordeelen. We kunnen er gereede inkomen, dat bij
tegenslag op tegenslag, het soms moeilijk is om als
het niet naar den zin gaat, niet eens warm te loo-
pen, maar wij moeten dat toch stellig afkeuren.
Ook in onzen kring.
Als we even teruggrijpen op den gang van zaken
in de afgeloopen maanden, dan moge er geen reden
zijn om hoog op te geven over datgene wat is be
reikt, maar aan den anderen kant mogen we het
toch ook geenszins gering achten. Maar inzonder
heid kunnen wij niet onbesproken laten de be
schuldiging, als zouden wij in onze buitengewone
vergadering op 13 October, iets hebben klaar ge
maakt, zonder en buitien de tunders om, Dat die
vergadering nieit zou zijn geweest een vergaderng
van vakmenschen, is al gelogenstraft op die ver
gadering zelf.
En wat voor voorstelling hebben sommigen toch
van onze organisatie. Is er iets onregelmatigs te be
kennen als eene vereeniging zijne leden uitnoodigt
ter vergadering, om aldaar de noodige besluiten te
nemen? En wie zijn de leden van onzen Provincialen
Bond? Toch de Veilingen!
Welnu, elke aangesloten veiling wordt op onze
vergadering uitgenoodigt en heeft dan nog wei vol
gens onze Statuten de bevoegdheid om met het ge-
heele Bestuur te verschijnen en te stemmen over
eenkomstig de grootte van de omzetcijfers. Het lijkt
mij eigenlijk overtollig, maar als ik hierbij voorbeel
den zou aanhalen, dan zou ik er op willen wijzen
dat ons geheele Nederlandsche volk van zeg 8 mil-
lioen zielen, vertegenwoordigt wordt in onze Staten
Generaal, door 100 afgevaardigden. Dat verder onze
Piovinciale belangen worden behartigt door 77 af
gevaardigden; en dat de zaken der Gemeenten wor
den geleid en bestuurt, in gemeenten van 3000 zielen
en daarbeneden door 7 vertegenwoordigers.
Het is dan zeer wel mogelijk, dat wij over den
gang van zaken niet tevreden zijn, en dan trachten
wij ook al weer organisatorisch te wippen wie we
kwijt willen en te kiezen, diegene, waar we althans
eenige verwachting van hebben. Maar niemand
denkt er toch over om voor te staan de idee, dat al
de ingezetenen eener gemeente noodig zouden zijn
om een gemeenteraads-vergadering te houden. Nog
verder op, met Provincie en Rijk, zou het nog gek
ker beginnen te worden. Nu, evenzoo worden in onze
Veilingsvereenigingen vertrouwensmannen gekozen
om de zaken te behartigen, ook op meerdere en meer
uitgebreide vergaderingen.
Ik zou hier willen opmerken, even als daarnet;
doen die mannen het niet goed, welnu, als 't ver
kiezing is stemt dezulken niet, maar neemt anderen.
Ik herhaal; deze dingen zijn zoo eenvoudig en
liggen zoo voor de hand, dat menigeen uwer mis
schien zal zeggen: „waartoe dien omhaal"?
En toch, mijne heeren, schijnt het noodig deze
dingen eens duidelijk te zeggen, én om hetgeen hier
13 October ter vergadering, maar ook later in
plaatselijke- en gewestelijke bladen werd gelanceerd.
Het heeft zelfs al zoodanige gevolgen gehad, dat
men al bezig is met het stichten van nieuwe bonden,
om, naar ik hoor, den oorlog te verklaren aan de
huidige organisatie.
Nu leven wij wat dat betreft nog in een vrij land;
als enkelen of meerderen, meenen maar weer een
nieuwen bond te moeten stichten, omdat zij het
in de tegenwoordige niet kunnen vinden, welnu,
zij gaan hun gang, en probeeren maar wat zij klaar
kunnen maken. Maar zij moeten dat niet doen met
de argumenten, dat het met onzen veilingsbond or
ganisatorisch niet pluis zit, en dat de meeningen die
er leven onder onze tuinbouwers, daar niet behoor
lijk naar voren kunnen worden gebracht. Omdat het
totaal onjuist is.
En dan wil ik in dit verband ook nog een waar
schuwend woord doen hooren. Ik sluit mij daarbij
aan bij de woorden van den Oud-Voorzitter van den
Noordermarktbond, den heer Brugman, welke èn op
de vergadering van 13 October èn op de jongste
vergadering van zijn Marktbond, door hem zijn ge
sproken: „Houdt hoog Uwe organisatie". Afbreken
is in den regel gemakkelijker dan opbouwen. In
deze booze tijden verwachtingen te koesteren, en bij
niet vervulling der wenschen, eigen Organisatie af
te breken, lijkt mij al zeer dwaas. Ook met het oog
op de toekomst. Men meene toch niet dat in ver
snippering eenige kracht schuilt. Juist het omge
keerde is waar. „Eendracht maakt macht." Laten
wij daarom mijne heeren, trachten onze eenheid
te bewaren. Want die hebben wij bitter noodig. Nu
meer dan ooit.
'praameq iproia arnari uap un. 'uadooi uaa;m aaaz
uaSmuaaui ap joAOieep ^oo iep 'pua^aq firn si lam
'uaproM puiaouaS isnraS Sou uaSoui 'jaqapo 81
uua Sui.rape3.i9A ap uba uaieijnsai a;sSuof ap sjtaz
'uapnoq uauunsi ioa ^ftnaoui iep iez aip 'i^raraq
si ra jjoo ua 'ueepaS si ua.ief a;s;eei ap ra
leAi. leeSeu Susiu suaa aiA\ jeeui 'iqoejqaS pueis
loi ipioM Siuiaav ai iaaA aiiestueSeio azuo loop
iep uajanaqos ai uooi uaSooii dó rao si ^fiia^eiuaS
aaaz laq iep 'uajjaauido uaniM Sou iji rioz jjoo
dat het voorstel van den Minister, hetwelk de vo
rige week in de Kamer is aangenomen, n.l. om
f700.000.uit te geven aan rentelooze voorschot
ten, nergens op lijkt.
Nu wil ik de eerste zijn, en ik ben ook waarschijn
lijk wel een van de eersten geweest, de ter bevoeg-
der plaatse deed uitkomen, dat met dezen maat
regel niet, en velstrekt nieit, het end van onze wen
schen is bereikt. De beperking tot een bepaalde
streek, al is die dan ook onder den zwaarsten druk,
heeft ons om te beginnen, al zeer onaangenaam ge
troffen.
Dan is ook een ernstig bezwaar, dat de gemeente
besturen bij deze crediet-verleeniing tè sterk wor
den betrokken. Hoe dt nog zal afloopen, wachten
wij nog af; De Minister zegde toe dit nog nader
te zullen bezien, en wij blijven het beste hopen.
Maar, bevredigt zijn wij allerminst. Ook nog om
andere dingen, waar wij hier nu niet breeder op in
kunnen gaan.
Toch wil ik hier dadelijk aan toevoegen, dat het
mij zeer onverstandig voorkomt om de menschen
tegen deze wijze van hulpverleening op te zwee-
pen. Als we nagaan, dat ten vorige jare, door Pro
vincie en Gemeenten, over geheel Noord-Holland is
verstrekt een bedrag groot f675.000, dan gaat het
niet aan om het millioen wat thans kan verstrekt
worden, en wat waarschijnlijk ook nog mag klim
men, zoodanig te kwalificeeren of het een peul
schilletje ware; dat gaat mijns inziens veel te ver.
Hoevele van onze kleine bedrijfsmenschen zullen
deze hulp met dankbaarheid aanvaarden, temeer,
wijl deze voorschotten renteloos worden verstrekt.
Het is dan trouwens ook veel verstandiger om de
hulp die geboden wordt, aan te nemen, tevens trach
ten ze te verbeteren, en waar een onvoldoende wordt
geconstateerd, met vereende krachten verder te
gaan, en de Regeering te overtuigen dat hier wer
kelijk ernstige dingen op het spel staan.
Dat zal veel beter zijn, dan door allerlei twee
dracht te zaaien, te bereiken dat wij in verschil
lende richting ons verliezen op doolpaden, en daar
mee onze kracht gaan breken. De tijden zijn moeilijk
en ernstig, en gedoogen niet dat wij iets dergelijks
zouden doen.
Wanneer ik hiervan afstap, zal ik verder niet veel
meer van uwe aandacht vergen. Wij zijn als naar
gewoonte, op èèn der laatste dagen des jaars in
Algemeene Vergadering bijeen, om ook onze huis
houdelijke zaken te behandelen, en verder de niet
onbelangrijke agenda af te werken.
Iets ongewoons is, dat thans niet meer naast mij
zit als Secretaris, onzen heer W. Balk. Eentiental
jaren was hij de ijverige Secretaris van onzen Pro
vincialen Bond, en hij heeft in het belang van onze
Organisatie, en in het algemeen in het belang van
onzen tuiinbouw, zijn bestekrachten gewijd. Toen de
vorige Secretaris, de heer v. d. Stok, heenging, was
hij als 't ware de aangewezen opvolger, en ik spreek
hier zeker namens U allen, wanneer ik zeg dat hij
zijn taak in den loop der jaren, met zeer veel wel
willendheid heeft volbracht. Zeer tragisch was het,
dat zoo kort na zijn eervol ontslag, zijn verscheiden
volgde. Uw bestuur heeft het diep betreurt, niet in
de gelegenheid te zijn geweest, naar behooren van
hunne belangstelling bij dit verscheiden blijk te
geven. Hoe dit echter moge zijn, dit belet ons nieit
met waardeerng te gedenken zijn arbeiid onder ons,
en bovenal zal zijn vriendelijke voorkomendheid, een
blijvende herinnering bij ons hebben.
Uw Bestuur heeft ook gemeend, naast de gewone
agenda-werkzaamheden, op deze vergadering uit te
noodige, de heer v. d. Plassche, Rijkstuinbouwcon-
sulent te Goes, tot het houden van een rede over
de Groententeelt in Amerika. Het is zeker algemeen
bekend, dat de Heer v. d. Plassche dit jaar verschei
dene maanden in Amerika is geweest, juist ook met
opdracht, om de fruit- en groententeelt aldaar, van
naderbij te leeren kennen, en wij verheugen er ons
over, dat hij gelegenheid heeft gevonden om deze
vergadering bij te wonen, en althans enkele opmer
kingen over dit onderwerp te willen maken. Wij
heeten hem hartelijk welkom in ons midden; even
zoo heeten wij welkom den heer Boot, leeraar aan
de Rijkstuinbouw-winterschool te Hoorn, welke en
kele mededeelingen zal doen, over de proeven met
zaailingen van aardappelen. Wij meenen dat beide
onderwerpen de volle belangstelling onder ons heb
ben. Ook welkom aan het Centraal Bureau, en aan
de Heeren Rijkstuinbouwconsulenten Hazeloop en
Rietsema.
Mijne heeren. Met sombere klankenn heb ik dit
openingswoord ingezet, en daar is ook alle reden
toe; evenwel mogen we in deze donkere tijden niet
bij de pakken gaan neerzitten, maar hbeben we te
doen wat onze hand vindt om te doen, onder in
wachting van den zegen des Almachtigen. Met den
wensch, dat ook de werkzaamheden van deze ver
gadering nog mogen bijdragen in het belang van.
onzen tuinbouw in het elgemeen, en van ons veiling
wezen in het bijzonder, open ik deze vergadering.
(Applaus)
Vereeni
I en Meisje:
I bijeenkom
i te ma"ken,
I heid aan
I Op de
I „Weekagi
I Naam dei
I eenkomste
I deze zulL
Wij be
I zoek deze
I of men z:
I optreden
werp of <3
I aan te ko
I Hiervoe
I verleend
Is Jan. E
St
g 6 Jan. JC
Vergade:
Maarten,
uur, te:
den Edela.
vens secre
Aanwezi
De voor:
gende.
Mijne hi
Het jaai
opgeroepei
wel door c
zoo van i:
meentenai
Ik hoop
spoedig m
vaak hoor
de dreiger
nen en d
daarvoor
meente en
Verder
uwe gezin
de pers n
jaar 1932.
Weth. J
voorzitter
van allen
zelfde wer
wenscht s
De VOO
mede, dat
niet zijn
kan plaats
Verzoeke
tenteeld"
leeen aan
B. en V
daarvoor i
nen van e
meen Buri
uit een we
noodlij den
een maxin
daarvoor
komst var
De VOC
wordt ged
ingekomer
zoeken va:
zijn bijeei
te zien. D:
komen om
zooals bov
Spreker
te Koedijk
der gemei
hulp der I
wachten i
B. en 1
leening va
|temin gev
zoo vol ki
tijdstip on
niet andei
9