Provinciale Commissie uit de veilingen in Noord-Holland nieuwstijdingen Land« en Tuinbouw No Bei Wei LAAGHARTIGE OPLICHTING. Een werklooze bakkersknecht de dupe. Eenigen tijd geleden leerde een Rotterdamsche bakkersknecht, die al meer dan anderhalfjaar zon der werk is, een zekeren P. kennen. Deze beweerde ook bakker te zijn en te werken bij een van de grootste broodfabrieken te Rotterdam. In die fa briek zou weldra een betrekking vacant komen en R zei, dat hij er wel voor kon zorgen, dat zijn nieuwe vriend die betrekking kreeg, maar dan moest de bedrijfsleider worden gestopt. Zelf had hij inder tijd f50 moeten betalen om de betrekking te krij gen, maar hij dacht, dat zijn nieuwe vriend wel met f30 toe zou kunnen komen. De werklooze zei, dat hij geen f30 had, waarop R. zei, dat hij dat bedrag dan maar moest zien te leenen. Samen zijn zij daarop naar de schoonouders van den werk looze gegaan. Daar heeft R. opniieuw zijn verhaal gedaan, waarna deze schoonouders het bedrag van f30 bijeen hebben gebracht. R. nam het geld n ontvangst en kwam den volgenden dag met een getypte kwitantie, welke was voorzien van een zegel en van een handteekening, voorstellende den naam van den bedrijfsleider. Deze kwitantie gaf hij aan zijn kameraad, die zich volgens R., den volgenden morgen bij den bedrijfsleider moest melden. Maar toen de werklooze bakker den volgenden dag bij den bedrijfsleider kwam, bleek deze van niets te weten. De politie werd met het gebeurde in kennis gesteld en zij is erin geslaagd R. op te sporen. Het geld heeft hij verteerd. Hij is opgesloten en zal ter be- scchikkiing .van de justtie worden gesteld. Er is proces-verbaal tegen hem opgemaakt, wegens op lichting en wegens valschheid in geschrifte. DE BEGRAFENIS VAN DE SLACHTOFFERS VAN DE BRAND TE TILBURG. Een droeve plechtigheid door vele belangstellenden bijgewoond. Onder overweldigende belangstelling en deelne ming heeft de begrafenis plaats gehad van de vijf slachtoffers van den noodlottigen brand in het café Roeien op den Heuvel te Tilburg. Om half ne gen vertrok de droeve stoet van het St. Elizabeth- ziekenhuis. Aan de lijkwagens gingen vooraf de deputaties van de afdeeling Tilburg van den Ned. Bond van Hotel-, Café- en Restauranthouders en de wijkvereeniging „Heuvel's Belang", waarna de 3 lijkkoetsen volgden. De eerste wagen bevatte de kist met het stoffelijk overschot van den heer Roeien, de tweede het lijk van mevr. Roeien met de beide kinderen, terwijl de derde wagen de kist vervoerde met het stoffelijk overschot van de 18-jarige dienst bode, mej. Broeders. Aan de wagens hingen veel kransen en bloemstukken. Ook de kisten waren met bloemen bedekt. O.a. waren er bloemen van de buurtbewoners en van een aantal sportvereenigin- gen, die gewoonlijk in hotel Roeien bijeenkwamen. Achter de lijkkoetsen volgden familieleden, bene vens nog een aantal andere belangstellenden o.m. de directeur van den Gemeentelijken Geneeskundi gen en Gezondheidsdienst de heer dr. Gimbrère uit Tilburg, de Commissaris van politie, de heer Preus- ting e.a. Op den weg naar de kerk stonden aan weers zijden een groote menigte opgesteld. Zeer tragisch was het oogenblik, waarop de stoet het afgebrande perceel voorbij trok, velen konden hun tranen niet bedwingen. In de parochiekerk „Heuvel" werd de plechtige requiemmis opgedragen door den Zeer Eerw. heer Van Domgen, pastoor der parochie; met assistentie van de beiide kapelaans. De kerk was tot in de uiterste hoeken gevuld. Het zangkoor zong de 3-stemmige requimmis van Don Lorenzo Perosi. Na de plechtige mis vertrok de stoet naar het kerk hof, waar de teraarde bestelling plaats vond. Ook hier was de belangstelling zeer groot. De kisten werden in een gemeenschappelijk graf neergelaten. Aan de groeve werd het woord ge voerd door den heer P. J. Haazevoet, bondssecretaris van den Nederlandschen Bond van Hotel-, Café- en Restauranthouders. Hierna werd aan het graf ge zamenlijk gebeden. DIENSTVOORWAARDEN SPOORWEGPERSONEEL. Vóór 1 Juli 1932 geen wijziging in de loonen. Naar gemeld wordt, heeft de Minister van Water staat goedgekeurd dat de herzieningstermijn van het Reglement Diienstvoorwaarden van het spoorweg personeel met een half jaar wordt verlengd, zoodat deze net voor 1 Juli 1932 zullen worden nagezien. Dit beteekent dus, dat in geen geval voor 1 Juli 1932 wijziging zal worden gebracht in de loonen van het spoorwegpersoneel. INSTRUCTIESCHOOL LEEG GESTOLEN. Zonderlinge vondst in den nacht langs den weg. Woensdag viel het den nachtwaker H. op, dat enkele mannen zich op verdachte wijze ophielden voor pand 36 aan den Breede Hiilledijk te Rotter dam. Hij gng naar hen toe en vroeg wat ze daar uitvoerden. Een van hen liet daarop, waarschijnlijk om den indruk te vestigen dat alles in orde was, een bewijs van Nederlanderschap zien, dat op naam stond van S. O. De nachtwaker nam daarmee genoegen en ver volgde zijn weg. Wat later in den nacht vond hij echter op de glooiing van den Breede Hilledijk een viertal pakken die volgepropt zaten met allerlei artikelen: koper werk, plateelen potjes en vazen, gedragen schoenen, schilderijtjes, schaartjes, spiegeltjes en een man doline. De nachtwaker bracht deze vondst onmiiddellijk in verband met de ontmoeting, die hij even te voren had gehad en waarschuwde de politie. Deze wist al spoediig vast te stellen we S. O. was. De man werd opgespoord en legde een bekentenis' af. Kort daarop volgde de aangifte van den bena deelde. De gevonden artkelen bleken gestolen te zijn uit de Industrieschool aan het Ericaplein te Rotterdam. Bij een nader verhoor verklaarde O. dat hij met twee vrienden n deze school had ngebroken. Zij had den de buitendeur geforceerd. De politie zoekt momenteel naar de twee mede plichtigen. Hun arrestatie kan elk oogenbliik ver wacht worden. EEN MISTSIRENE OP DE LOCOMOTIEF. Een waarschuwingssignaal voor onbewaakte overwegen. De Nederlandsche Spoorwegen hebben op loco motief 3780 proeve:, genomen met een luchtsirene, om ingeval van mist den in aantocht zijnden trein op onbewaakte overwegen aan te kondigen. Deze proeven zijn evenwel niet geslaagd, daardat het ge luid te zwak was en een sterkere sirene te veel lucht zou vorderen. Thans is genoemde locomotief voorzien van een stoomsirene, die eveneens in dienst wordt gesteld bij het heerschen van mist om de komst van den trein aan te kondigen aan de weggebruikers, die over niet afgesloten overwegen moeten bewegen. Deze stoomsirene geeft een hard, tusschen schel en dof liggend geluid. SLACHTOFFERS VAN GLADDE WEGEN. Onder de gemeente Weesperkarspel is een „witte- band"-taxi uit Amsterdam, waarin behalve de chauffeur vier visschers gezeten waren, in den ge vaarlijken bocht nabij den spoorwegovergang, ten gevolge van de gladheid van den weg geslipt en in het water van de Bijlmervaart gereden. De wagen verdween bijna geheel in den modder. Omwonenden en voorbijgangers snelden toe en slaagden er na veel moeite in alle inzittenden op het droge te bren gen. Na van droge kleeren voorzien te zijn, zijn de drenkelingen met een andere autou naar de plaats van bestemming, Amsterdam, overgebracht. De auto is later uit de vaart gehaald. Proeven ter bestrijding van ratten met Zei ie- pasta in 1931. Deze proeven zijn genomen door de .Commissie j van Correspondenten van den Plantenziekten- kindigen Dienst „Kring Laingedijk." Naar aanleiding van de enorme schade, door de ratten aangericht aan de groentegewassen en nog meer aan de tulpenbollen, werd in de voorjaars vergadering van onze commissie besloten, op verschillende plaatsen in ons rayon proeven te nemen met „Zelio", dat in de bladen algemeen als een goed bestrijdingsmiddel tegen ratten ge noemd werd. De resultaten toch van 'net zgn. „se.-urn' die naam deugt niet dat in den loop der jaren op ruime schaal is toegediend ge worden, waren vrijwel denkbeeldig. De Zelioproeven zijn genomen door verschillen de oorrespondenten, nl. te Broek op Langendijk, Obdam Ir'int Pancras en Noordscharwoude. Gebruikswijze; voor en in de gaten der akkers zijn stukjes brood, wortel en aardappel gelegd, waarop een kleine hoeveelheid Zelio was ge smeerd. De wortelen en aardappelen weiden daar toe doorgesneden, de wortelen overlangs wat uit gehold en de pasta in de openingen gestreken, waarna de helften netjes op elkaar werden ge plakt om met een spijkertjeop een stukje ijzer- draad te worden vastgestoken. Het is van belang zooals altijd bij' het uit leggen van lokmiddelen de stoffen zoo wei nig mogelijk met de handen aan te raken. De „lucht" is meestal voldoende om de ratten te bewegen de lokmiddelen onaangeroerd te la ten liggen. Uiteraard is het bij proeven tegen ratten óp het open veld moeilijk de resultaten met cijfers te illustreeren. Men moet zich tevreden stel len met algemeene indrukken. He Broe klop Langendijk heeft de voorzitter de heer Glas, aan meerdere personen, in hoofd zaak tulpenkweekers, een hoeveelheid Zelio ver strekt. D*e terreinen lagen in zijn district ver spreid. Be meening der verbruikers was, dat ongetwijefld veel ratten zijn gedood. Te Obdam heeft de correspondent de heer Greenland zelf de bestrijding ter hand genomen en de pasta tusschen doorgesneden wortelen in de gaten gelegd langs den spoordijk, die dwars door den polder loopt en waar zich veel ratten plegen op te houden. Het viel hem na 'net -uitleggen van Zelio- tij- jdens het varen naar zijn akkers op, dat er min der ratten te zien waren dan anders. Op een tuinbouwvergadering is de meening gevraagd Van de tuinders, die akkers in de nabijheid had den liggen. Men was algemeen van meening, dat er minder ratten waren dan in andere jaren. He iSint Pancras is onder leiding van den se cretaris de zelio in uitgeholde wortelen uitge legd op 27 April 1931. Die stukken wortel wer den aan elkaar bevestigd met een stukje ijzer- draad, een omslachtige methode naar het lijkt maar in werkelijkheid zeer eenvoudig. Op 1 Mei d.a.v. is opnieuw een hoeveelheid uitgelegd, ook weer hoofdzakelijk bij tulpen akkers. Verschillende bouwers, aan wier akkers schade werd toegebracht door de ratten bv. door het weghalen van koolplanten en vooral door het wegvreten van tulpenbollen, namen waar, dat weinig of geen schade meer werd aangericht. Velen wilden zelfs zelio koopen, doch de hoo ge prijs in den kleinhandel hield hen daar van terug. "Wel een bewijs, dat men over de werking tevreden was. Te Noordscharwoude is de proef genomen d. den opsteller van dit verslag, nl. den corres pondent, den heer Mallekote. Het proef terrein bevond zich tusschen Molen en Schoutemsloot tot aan den Winterweg. Het praeparaat is uitgelegd tusschen brood, aardappelen en wortelen op 3 Mei 1931. De door gesneden en uitgeholde wortelen werden, na met zelio te zijn besmeerd, bevestigd met een spij kertje. Feu paar dagen na het uitleggen is het groot ste gedeelte van het terrein gecontroleerd. Heel veel materiaal was verdwenenwaarbij werd op gemerkt, dat de ratten niet bijster gesteld wa ren op de aardappelen. Voor wortelen en 'brood bestond grooter belangstelling. Het aantref-fen van. een spijkertje was vaak voldoende om het restje in den steek te laten. Op de laatstgehouden tuinbouwvergadering, deelden verschillende bouwers, die akkers in cultuur hebben in bovengenoemde streek, me de, dat dit jaar hoegenaamd geen schade aan de producten door ratten is aangericht. Elan bon wer zag eenige dagen na het uitleggen van zelio enkele doode ratten in een sloot drijven. Om streeks denzelfden tijd is op de gemeentelijke vuilnisbelt, waar het wemelt van vale ratten een flinke hoeveelheid brood met zelio - gedepo- reerd. Hier kon met zekerheid worden vastge steld dat het ongedierte bijna geheel was uitge roeid. In het begin van October is opnieuw een bestrijding toegepast, eveneens met succes. Die q hoeveelheid brood was toen -echter te gering, zoo- j dat niet alle ratten een stukje konden bem-ach- tigen. Na ongeveer tien minuten was vrijwel alle brood verdwenen en in de gaten werd een ver- j woede strijd gevoerd om een deel ervan te be machtigen. De gemeentewerkman heeft den vol- j gender. dag een gat opgegraven en trof daar ver- schillende doode exemplaren aan. üonc-] udeerende mogen we dus wel aannemen dat Zelio goed gewerkt heeft en dat het als een bestrijdingsmiddel ten zeerste kan worden aan bevolen. 1 Een paar opmerkingen willen we hieraan toe voegen Voor vale ratten gebruike men brood als lok- spijs. Voor zwarte ratten waterratten bij voor keur- wortelen. Zeliopasta is in den kleinhandel in vergelij king met gnootere hoeveelheden, veel te duur. B:o prijzen zijn kort geleden iets afgeslagen, doch niet in die mate, dat van Z;elio een alge meen gebruik zal worden gemaakt. Wel is een en ander reeds meerdere malen onder de aan dacht gebracht van de importmaatschappij, doch we hopen alsnog, dat ze het nogmaals ern stig onder de oogen zal zien, opdat de prijs het gebruik niet in den weg sta. Die rapporteur L. MALLElKOTEi. De secretaris van de commissie van Correspon denten, VAN HEiRiWIJNENN, Sint Pancras, Dioor den voorzitter der Provinciale Commis sie, Burgemeester Slot van Broek op Langendijk, werd in de laatstgehouden vergadering op Dins dag jl., de volgende openingsrede uitgesproken: Mijne Heeren, Het is onder bijzonder drukkende omstandig heden dat we thans onze gewone jaarvergadering moeten houden. Waren er misschien bij andere slechte jaren nog enkele lichtpunten aan te wijzen, wij zitten thans wel zoo aan alle kanten vast, dat we ons meer dan eens afvragen waar het op moet uitloopen. Aan gezien ik echter op de vergadering van 13 October J.L, vrij uitvoerig het onderwerp: De nood onzer tuinbouw, heb behandeld, is het nu niet mijn plan weer in den breede daarop in te gaan. Er is toen door mij de aandacht gevestigd, niet alleen op den nood waarin de tuinbouw verkeert, maar ook op de plaats welke zij in ons volksleven inneemt, waarom wij meenden dat we vrijelijk bij de Regeering mochten aankloppen om ons in deze moeilijke tijden die middelen te verschaffen, welke voor ons noodig zijn om staande te blijven. Sinds deze vergadering werd gehouden, kunnen wij niet zeggen dat er eenige verbeterinig is inge treden. Integendeel, de toestand wordt nog met den dag slechter en de verwarring schijnt al grooter te worden. Het is vooral dit laatste, waar ik een oogenblik bij stil wil staan aan het begin van deze vergadering. En dan bedoel ik niet de verwarring welke zich openbaai t bij de volkeren om ons heen, maar ik wil veel dichter bij huis blijven; ik bedoel de pogingen welke den laatsten tijd worden aangewend (hetzij meer of minder opzettelijk) onze organisatie af te breken en te bemoeilijken. Er is door mij een tiental jaren terug een spe ciale rede gehouden in de^e vergadering over: „Onze Organisatie". Waar ik meende dat tengevol ge van de reactie in de eerste na-oorlogsche jaren, eene lakschheid in onze kringen was ontstaan welke het ergste deed vreezen, daar achtte ik het mijn taak, mijn vakgenooten er op te wijzen, dat er in den hedendaagschen tijd zonder organisatie weinig of niets meer viel te bereiken, en dat wij daarom verstaandig zouden doen ons zoo krachtig mogelijk aaneen te sluiten, om daardoor het hoogst mogelijke te bereiken. Thans echter, schijnt het mij toe dat wij in een ander uiterste vervallen, en dat nu van de Orga nisatie compleet alles wordt verwacht, en dat ons vgreenigiingsleven het mididel tegen alle kwalen geacht wordt. Nu dus geen onderschatting meer, maar een overschatting. En blijkt dan in de prak tijk, dat er een te hooge taxatie is gedaan ten op zichte van de kracht en het kunnen der organisatie, dan deugt deze niet! Dan is hare samenstelling foutief, of de leidende personen deugen nieit; te weinig democratisch, of wat dan ook. Kortom, de Organisatie brengt ons niet wat wij moeten hebben en daarom deugt zij niet: „weg er mee"! Of althans weg met déze organisatie; ze moet in elk geval op andere basis rusten. Zie, dit zijn altijd de gevolgen van overschatting. En waar wij thans in zoo buitengewoon moeilijke tijden leven, en er blijkens de cijfers in mijn vorige rede gegeven, sprake is van een nood-toestand, daar ligt het voor de hand dat het een klein kunstje is om de organisatie in gebreke te stellen; evenmin is het moeilijk om in deze berooide tijd de men- schen onder allerlei schoon schijnede leuzen en beloften achter zich te krijgen. Wij zien dat dan ook dagelijks gebeuren. Het is volstrekt niet alleen in onze kringen dat deze dingen zich vertoonen. Ook de landbouw, en de verschillende organisaties daar, krijgen rijke lijk hun deel. Nog deze dagen konden wij in de bladen lezen, dat in Eist en Gouda, boerenverga- deringen werden gehouden, waar Regeering en Landbouw-Organisaties beiide, op schrikkelijke wijze in staat van beschuldiging werden gesteld. Wij moeten echter deze wijze van doen sterk ver- oordeelen. We kunnen er gereede inkomen, dat bij tegenslag op tegenslag, het soms moeilijk is om als het niet naar den zin gaat, niet eens warm te loo- pen, maar wij moeten dat toch stellig afkeuren. Ook in onzen kring. Als we even teruggrijpen op den gang van zaken in de afgeloopen maanden, dan moge er geen reden zijn om hoog op te geven over datgene wat is be reikt, maar aan den anderen kant mogen we het toch ook geenszins gering achten. Maar inzonder heid kunnen wij niet onbesproken laten de be schuldiging, als zouden wij in onze buitengewone vergadering op 13 October, iets hebben klaar ge maakt, zonder en buitien de tunders om, Dat die vergadering nieit zou zijn geweest een vergaderng van vakmenschen, is al gelogenstraft op die ver gadering zelf. En wat voor voorstelling hebben sommigen toch van onze organisatie. Is er iets onregelmatigs te be kennen als eene vereeniging zijne leden uitnoodigt ter vergadering, om aldaar de noodige besluiten te nemen? En wie zijn de leden van onzen Provincialen Bond? Toch de Veilingen! Welnu, elke aangesloten veiling wordt op onze vergadering uitgenoodigt en heeft dan nog wei vol gens onze Statuten de bevoegdheid om met het ge- heele Bestuur te verschijnen en te stemmen over eenkomstig de grootte van de omzetcijfers. Het lijkt mij eigenlijk overtollig, maar als ik hierbij voorbeel den zou aanhalen, dan zou ik er op willen wijzen dat ons geheele Nederlandsche volk van zeg 8 mil- lioen zielen, vertegenwoordigt wordt in onze Staten Generaal, door 100 afgevaardigden. Dat verder onze Piovinciale belangen worden behartigt door 77 af gevaardigden; en dat de zaken der Gemeenten wor den geleid en bestuurt, in gemeenten van 3000 zielen en daarbeneden door 7 vertegenwoordigers. Het is dan zeer wel mogelijk, dat wij over den gang van zaken niet tevreden zijn, en dan trachten wij ook al weer organisatorisch te wippen wie we kwijt willen en te kiezen, diegene, waar we althans eenige verwachting van hebben. Maar niemand denkt er toch over om voor te staan de idee, dat al de ingezetenen eener gemeente noodig zouden zijn om een gemeenteraads-vergadering te houden. Nog verder op, met Provincie en Rijk, zou het nog gek ker beginnen te worden. Nu, evenzoo worden in onze Veilingsvereenigingen vertrouwensmannen gekozen om de zaken te behartigen, ook op meerdere en meer uitgebreide vergaderingen. Ik zou hier willen opmerken, even als daarnet; doen die mannen het niet goed, welnu, als 't ver kiezing is stemt dezulken niet, maar neemt anderen. Ik herhaal; deze dingen zijn zoo eenvoudig en liggen zoo voor de hand, dat menigeen uwer mis schien zal zeggen: „waartoe dien omhaal"? En toch, mijne heeren, schijnt het noodig deze dingen eens duidelijk te zeggen, én om hetgeen hier 13 October ter vergadering, maar ook later in plaatselijke- en gewestelijke bladen werd gelanceerd. Het heeft zelfs al zoodanige gevolgen gehad, dat men al bezig is met het stichten van nieuwe bonden, om, naar ik hoor, den oorlog te verklaren aan de huidige organisatie. Nu leven wij wat dat betreft nog in een vrij land; als enkelen of meerderen, meenen maar weer een nieuwen bond te moeten stichten, omdat zij het in de tegenwoordige niet kunnen vinden, welnu, zij gaan hun gang, en probeeren maar wat zij klaar kunnen maken. Maar zij moeten dat niet doen met de argumenten, dat het met onzen veilingsbond or ganisatorisch niet pluis zit, en dat de meeningen die er leven onder onze tuinbouwers, daar niet behoor lijk naar voren kunnen worden gebracht. Omdat het totaal onjuist is. En dan wil ik in dit verband ook nog een waar schuwend woord doen hooren. Ik sluit mij daarbij aan bij de woorden van den Oud-Voorzitter van den Noordermarktbond, den heer Brugman, welke èn op de vergadering van 13 October èn op de jongste vergadering van zijn Marktbond, door hem zijn ge sproken: „Houdt hoog Uwe organisatie". Afbreken is in den regel gemakkelijker dan opbouwen. In deze booze tijden verwachtingen te koesteren, en bij niet vervulling der wenschen, eigen Organisatie af te breken, lijkt mij al zeer dwaas. Ook met het oog op de toekomst. Men meene toch niet dat in ver snippering eenige kracht schuilt. Juist het omge keerde is waar. „Eendracht maakt macht." Laten wij daarom mijne heeren, trachten onze eenheid te bewaren. Want die hebben wij bitter noodig. Nu meer dan ooit. 'praameq iproia arnari uap un. 'uadooi uaa;m aaaz uaSmuaaui ap joAOieep ^oo iep 'pua^aq firn si lam 'uaproM puiaouaS isnraS Sou uaSoui 'jaqapo 81 uua Sui.rape3.i9A ap uba uaieijnsai a;sSuof ap sjtaz 'uapnoq uauunsi ioa ^ftnaoui iep iez aip 'i^raraq si ra jjoo ua 'ueepaS si ua.ief a;s;eei ap ra leAi. leeSeu Susiu suaa aiA\ jeeui 'iqoejqaS pueis loi ipioM Siuiaav ai iaaA aiiestueSeio azuo loop iep uajanaqos ai uooi uaSooii dó rao si ^fiia^eiuaS aaaz laq iep 'uajjaauido uaniM Sou iji rioz jjoo dat het voorstel van den Minister, hetwelk de vo rige week in de Kamer is aangenomen, n.l. om f700.000.uit te geven aan rentelooze voorschot ten, nergens op lijkt. Nu wil ik de eerste zijn, en ik ben ook waarschijn lijk wel een van de eersten geweest, de ter bevoeg- der plaatse deed uitkomen, dat met dezen maat regel niet, en velstrekt nieit, het end van onze wen schen is bereikt. De beperking tot een bepaalde streek, al is die dan ook onder den zwaarsten druk, heeft ons om te beginnen, al zeer onaangenaam ge troffen. Dan is ook een ernstig bezwaar, dat de gemeente besturen bij deze crediet-verleeniing tè sterk wor den betrokken. Hoe dt nog zal afloopen, wachten wij nog af; De Minister zegde toe dit nog nader te zullen bezien, en wij blijven het beste hopen. Maar, bevredigt zijn wij allerminst. Ook nog om andere dingen, waar wij hier nu niet breeder op in kunnen gaan. Toch wil ik hier dadelijk aan toevoegen, dat het mij zeer onverstandig voorkomt om de menschen tegen deze wijze van hulpverleening op te zwee- pen. Als we nagaan, dat ten vorige jare, door Pro vincie en Gemeenten, over geheel Noord-Holland is verstrekt een bedrag groot f675.000, dan gaat het niet aan om het millioen wat thans kan verstrekt worden, en wat waarschijnlijk ook nog mag klim men, zoodanig te kwalificeeren of het een peul schilletje ware; dat gaat mijns inziens veel te ver. Hoevele van onze kleine bedrijfsmenschen zullen deze hulp met dankbaarheid aanvaarden, temeer, wijl deze voorschotten renteloos worden verstrekt. Het is dan trouwens ook veel verstandiger om de hulp die geboden wordt, aan te nemen, tevens trach ten ze te verbeteren, en waar een onvoldoende wordt geconstateerd, met vereende krachten verder te gaan, en de Regeering te overtuigen dat hier wer kelijk ernstige dingen op het spel staan. Dat zal veel beter zijn, dan door allerlei twee dracht te zaaien, te bereiken dat wij in verschil lende richting ons verliezen op doolpaden, en daar mee onze kracht gaan breken. De tijden zijn moeilijk en ernstig, en gedoogen niet dat wij iets dergelijks zouden doen. Wanneer ik hiervan afstap, zal ik verder niet veel meer van uwe aandacht vergen. Wij zijn als naar gewoonte, op èèn der laatste dagen des jaars in Algemeene Vergadering bijeen, om ook onze huis houdelijke zaken te behandelen, en verder de niet onbelangrijke agenda af te werken. Iets ongewoons is, dat thans niet meer naast mij zit als Secretaris, onzen heer W. Balk. Eentiental jaren was hij de ijverige Secretaris van onzen Pro vincialen Bond, en hij heeft in het belang van onze Organisatie, en in het algemeen in het belang van onzen tuiinbouw, zijn bestekrachten gewijd. Toen de vorige Secretaris, de heer v. d. Stok, heenging, was hij als 't ware de aangewezen opvolger, en ik spreek hier zeker namens U allen, wanneer ik zeg dat hij zijn taak in den loop der jaren, met zeer veel wel willendheid heeft volbracht. Zeer tragisch was het, dat zoo kort na zijn eervol ontslag, zijn verscheiden volgde. Uw bestuur heeft het diep betreurt, niet in de gelegenheid te zijn geweest, naar behooren van hunne belangstelling bij dit verscheiden blijk te geven. Hoe dit echter moge zijn, dit belet ons nieit met waardeerng te gedenken zijn arbeiid onder ons, en bovenal zal zijn vriendelijke voorkomendheid, een blijvende herinnering bij ons hebben. Uw Bestuur heeft ook gemeend, naast de gewone agenda-werkzaamheden, op deze vergadering uit te noodige, de heer v. d. Plassche, Rijkstuinbouwcon- sulent te Goes, tot het houden van een rede over de Groententeelt in Amerika. Het is zeker algemeen bekend, dat de Heer v. d. Plassche dit jaar verschei dene maanden in Amerika is geweest, juist ook met opdracht, om de fruit- en groententeelt aldaar, van naderbij te leeren kennen, en wij verheugen er ons over, dat hij gelegenheid heeft gevonden om deze vergadering bij te wonen, en althans enkele opmer kingen over dit onderwerp te willen maken. Wij heeten hem hartelijk welkom in ons midden; even zoo heeten wij welkom den heer Boot, leeraar aan de Rijkstuinbouw-winterschool te Hoorn, welke en kele mededeelingen zal doen, over de proeven met zaailingen van aardappelen. Wij meenen dat beide onderwerpen de volle belangstelling onder ons heb ben. Ook welkom aan het Centraal Bureau, en aan de Heeren Rijkstuinbouwconsulenten Hazeloop en Rietsema. Mijne heeren. Met sombere klankenn heb ik dit openingswoord ingezet, en daar is ook alle reden toe; evenwel mogen we in deze donkere tijden niet bij de pakken gaan neerzitten, maar hbeben we te doen wat onze hand vindt om te doen, onder in wachting van den zegen des Almachtigen. Met den wensch, dat ook de werkzaamheden van deze ver gadering nog mogen bijdragen in het belang van. onzen tuinbouw in het elgemeen, en van ons veiling wezen in het bijzonder, open ik deze vergadering. (Applaus) Vereeni I en Meisje: I bijeenkom i te ma"ken, I heid aan I Op de I „Weekagi I Naam dei I eenkomste I deze zulL Wij be I zoek deze I of men z: I optreden werp of <3 I aan te ko I Hiervoe I verleend Is Jan. E St g 6 Jan. JC Vergade: Maarten, uur, te: den Edela. vens secre Aanwezi De voor: gende. Mijne hi Het jaai opgeroepei wel door c zoo van i: meentenai Ik hoop spoedig m vaak hoor de dreiger nen en d daarvoor meente en Verder uwe gezin de pers n jaar 1932. Weth. J voorzitter van allen zelfde wer wenscht s De VOO mede, dat niet zijn kan plaats Verzoeke tenteeld" leeen aan B. en V daarvoor i nen van e meen Buri uit een we noodlij den een maxin daarvoor komst var De VOC wordt ged ingekomer zoeken va: zijn bijeei te zien. D: komen om zooals bov Spreker te Koedijk der gemei hulp der I wachten i B. en 1 leening va |temin gev zoo vol ki tijdstip on niet andei 9

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1932 | | pagina 4