De Koolhandel opnieuw belemmerd
Burgerlijke Staat!
Ons Oouranfenverhaal
Spr»oeidag te Hoorn
De Vereeniging van Oudleerlingen der R. T. W.
S. te Hoorn en Alkmaar houdt op 9 Januari 1932
in het Parkhotel te Hoorn een tentoonstelling van
sproeiwektuigen en sproeimiddelen. Meer dan een
tiental firma's zullen met de nieuwste werktuigen
(voor motor- zoowel als handkracht) en bestrij
dingsmiddelen tegen plantenziekten aanwezig zijn.
Tevens zal in het plantsoen achter het Parkhotel
met meerdere sproeimachines gedemonstreerd wor
den.
De tentoonstelling wordt geopend 9.30 uur voor
middag en duurt tot 5 uur namiddag, de demon
straties zullen gehouden worden van 10 uur voorm.
tot 1 uur nam.
Vooral op het gebied van plantenziektenbestrij-
ding in boomgaarden zijn de sproeimachines de laat
ste jaren zeer verbeterd, doch ook bij de machines,
benoodigd voor het besproeien van tuinbouwgewas-
sen (en van deze speciaal de aardappel) zijn wel
nieuwheden naar voren gekomen.
Voor personen of groepen van personen, die zich
met het oog op het sproeien van aardappelen of
andere gewassen een nieuwe machine willen aan
schaffen, zullen op deze tentoonstelling alle ge-
wenschte inlichtingen verkrijgbaar zijn.
In aansluiting op deze tentoonstelling wordt door
Ir. v. d. Plassche, Rijkstuinbouwconsulent voor Zee
land te Goes, een lezing gehouden over: „Het be
strijden van schadelijke insekten en plantenziek
ten."
De interessante en leerzame wijze waarop de
heer van de Plassche zijn onderwerpen behandelt,
de bezoekers een nuttig bestede middag.
De entree is zoo laag mogelijk gesteld en be
draagt voor de tentoonstelling 10 cent, voor de
lezing 25 cent.
Land- en Tuinbouw
Proeven met het ontsmetten van uienzaad, genomen
door de Commissie van Correspondenten van
den Plantenziektenkundigen dienst „Kring
Langedijk".
Evenals in het vorig jaar zijn ook dit jaar weer
proeven genomen met het ontsmetten van uienzaad,
n.l. te Broek op Langendijk, Sint Pancras en Zuid-
Scharwoude. Door omstandigheden is het niet mo
gelijk in alle gevallen gegevens te verstrekken.
Te Sint Pancras was geen verschil te zien tus-
schen het ontsmette en het niet behandelde zaad.
Door tusschenkomst van den correspondent, den
heer Mallekote, is het zaad van den heer S. de
Ruiter aldaar behandeld met Germisan en wel voor
1 snees terwijl 1 snees onbehandeld zaad kreeg.
Ook dit proefveld leverde geen resultaat op, noch
in opbrengst, noch in kwaliteit.
Een perceel van den heer Kaan was als volgt
ingericht:
1 snees onbehandeld.
1 snees het zaad behandeld met Uspulum (droog
l snees het zaad behandeld met> Germisan
(1/4 pet.).
De stand van het geheele perceel was heel goed.
De uien zijn geoogst 25 Aug. en terstond geveild.
De opbrengsten waren:
Perceel 1 (onbehandeld)200 kg. uien schoon
gewicht.
425 kg uien schoongewicht.
75 kg. nep vuil gewicht.
Totaal 700 kg. en 350 stuks stijve uien.
Perceel 2. (behandeld met Uspulum):
150 kg groote uien, schoon gewicht.
512 kg uien schoon gewicht.
130 kg. nep vuil gewicht.
Totaal 792 kg. en 125 stuks stijve uien.
Perceel 3. (behandeld met Germisan):
285 kg. groote uien schoon gewicht.
390 kg. uien schoon gewicht.
72 kg nep vuil gewicht.
Totaal 727 kg en 345 stuks stijve uien.
Een ander proefperceel gaf zulk een onregel-
matigen stand te zien, dat we genoodzaakt waren
dit perceel te laten vervallen.
Het komt ons wenschelijk voor deze proeven in
1932 op meerdere plaatsen te herhalen en daarbij
ook andere ontsmettingsmiddelen toe te passen.
De rapporteur L. Mallekote. De secretaris van
Herwijnen.
Proeven ter bestrijding van „knoppen" of knol-
voet in de kool, genomen door de Commissie
van Correspondenten van den Plantenziekten
kundigen dienst „Kring Langedijk."
Op verschillende plaatsen werden proeven geno
men ter bestrijdiing van knolvoet.
Naar aanleiding van een artikeltje in het „Tijd
schrift over Plantenziekten", waarin uitkwam, dat
men in het buitenland met betrekkelijk geringe
hoeveelheden versch gebluschte kalk zeer goede
resultaten had, werd besloten, ook deze proeven
door de Commissie te doen plaats vinden. Naast
ongebluschte kalk werd nog gebruik gemaakt van
Kalkstikstof, die daarvoor gratis was ter beschik
king gesteld en verder werd nog een proef genomen
met de reeds veel beproefde ontsmettingsmiddelen
van de N.V. „Defa" n.l. Uspulun.
Wel was reeds besloten geen gebruik meer te
maken van dit middel, als zijnde onbruikbaar voor
dit doel, maar op verzoek van den importeur heeft
de heer Hazeloop nogmaals een proef ermede ge
nomen.
In Sint Pancras, Obdam en Koedijk ging men als
volgt tewerk:
1 snees kreeg 125 kg. versch gebluchte kalk.
1 snees kreeg £5 kg kalkstikstof.
1 snees bleef onbehandeld.
Verschillen ten opzichte van knolvoet konden
niet worden vastgesteld. Overal op den akker
kwamen zeer geringe verschijnselen van knolvoet
voor. Tengevolge van het niet voldoende optreden
der ziekte konden dus geen cijfers worden gemaakt.
Dit verschijnsel doet zich bij het nemen van proe
ven zeer veel voor.
Ten opzichte van den groei kon men opmerken
dat het met kalkstikstof behandelde deel veelal
beter stond dan het met kalk behandelde en het
onbehandelde. Soms was men van meening, dat de
kalkgift remmend werkte op den groei. Kalkstik
stof gaf in het algemeen betere opbrengsten. In een
geval (bij vroege gele) was de kool op het met kalk
stikstof behandelde eerder oogstbaar.
Proef tegen knolvoet bij den heer Dignum te
Noordscharwoude.
De oppervlakte bedroeg een kleine bunder. Op de
plaats zelf is 4000 kg. ongebluschte kalk gebluscht,
terstond uitgestrooid en goed met eggen ingewerkt.
Ongeveer 10 dagen later zijn 12000 planten (zuur-
koolwitte) uitgeplant. Op twee plaatsen van het
teirein is een gedeelte onbehandeld gebleven. Elk
ter grootte van een klein snees.
De algemeene indruk is, dat hier de versch ge
bluschte kalk goed geholpen heeft. Niet dat alle
planten vrij blevzn van knop, daarvoor wes de ver
deeling van de kalk in den grond onvoldoende. Maar
toch brachten 5/6 deel der planten het tot een
redelijk product. Bij het snijden zijn honderde
planten over het veld opgetrokken waarbij bleek,
dat vele vrij waren van knobbels. Andere hadden
slechts kleine gezwellen. Langs de greppels kwam
het meest knop voor.
Op de onbehandelde gedeelten is geen enkele plant
vrij gebleven. 5/6 deel leed in heel erge mate aan
knolvoet en kool ls van deze deelen niet gesne-
Het grondmonster dat van tevoren genomen was
bevatte absoluut geen koolzude kalk.
Proef tegen knolvoet bij den heer P. Bekker te
Noordscharwoude.
De te gebruiken planten waren geteeld op een
gezonde plantenbaan en den 9en Juni 1931 uitge
plant op de volgende wijze.
A. 7 regels werden ongeveer 1 week voor het
planten op den grond bespoten met een oplossing
van een „pasta" die zwelstof bevatte. Hier werd
dus den grond bespoten.
B. 5 regels kregen 1/4 L. 1/4 pet. Uspulun-oplos-
sing in het plantgat.
Verder werden deze planten op de gewone wijze
geplant.
C. 5 regels. Het onderste deel der stengels en de
wortels der planten werden voor het planten ge
doopt in een mengsel van 1/3 klei, 1/3 koemest en
1/3 uspulun-oplossing 1/4 pet. Daarna gewoon ge
plant.
D. 5 regels. De planten worden na het planten
begoten met 1/4 L. uspulun-oplossing 1/4 pet.
E. 5 regels. De planten worden voor het planten
gedoopt als in C. en 14 dagen daarna gegoten als
bij D.
F. 5 regels onbehandeld.
Deze proef is tweemaal herhaald.
Hoe vreemd het ook klinken moge, toch kan met
zekerheid worden medegedeeld, dat reeds 14 dagen
na het uitplanten verschuilen waren op te mergen.
Het met Pasta bespoten deel stak zeer gunstig af
bij het overige deel van den akker en die voorsprong
heeft het behouden tot het najaar toe.
De gedeelten, waar een begieting was toegepast
hadden aanvankelijk een heele toer en waren achter
bij de onbehandelde en gedoopte.
Vooral waar gegoten was voor het planten kwam
dit sterk tot uiting. M.i. verdient het geen aanbe
veling deze methode opnieuw toe te passen.
Gedurende den zomer zijn de perceelen geregeld
geïnspecteerd geworden, knolvoet verschijnselen
deden zich niet voor. Na het snijden der kool zijn
de struiken uitgetrokken en gecontroleerd, waarbij
op te merken viel, dat het pasta gedeelte vrij van
knolvoet was. De overige perceelen vertoonden ver
schijnselen van de ziekte echter zeer onbeduidend.
Wij zouden niet durven beweren, dat het onbehan
delde deel sterker was aangetast met pasta. De
cijfers waren als volgt:
No. 1. 7 regels. Behandeld met pasta. Opbrengst
300 K.G.
No. 2. 5 regels. 1/4 Uspulun voor het planten.
145 K.G.
No. 3. 5 regels. Gedoopt in Uspulun en kiel en
mest. 155 K.G.
No. 4. 5 regels. 1/4 L. Uspulun na het planten.
150 K. G
No. 5. 5 regels. Gedoopt als in 3, 14 dagen later
1/4 L. Uspulun. 140 K.G.
No. 6. 5 regels. Onbehandeld.
No. 7. 5 regels. 1/4 Uspulun voor het planten.
150 K.G.
No. 8. 5 regels. Gedoopt in Uspulun, klei en
mest. 130 K.G.
No. 9. 5 regels. 1/4 L. Uspulun na het planten,
158 K.G.
No. 10. 5 regels. Gedoopt als 3, 14 dagen later
1/4 L. Uspulun. 205 K.G.
No. 15. 5 regels. Onbehandeld.
De volgende proef, waarvan wé het schema laten
volgen is genomen op den Proeftuin „Kennemer-
land" en stond onder toezicht van den heer Haze
loop
Percen-
aantal aantal tage
Behandeling planten knolv. knolv.
Uspulun in de plantgaten 120 11 9:1 pet.
Gedoopt in Uspulun 180 35 19.4 pet.
Gedoopt en begoten 180 26 14.4 pet.
Begoten direcht na 't planten 180 30 16.6 pet.
Onbehandeld 180 55 30 pet.
Voor het doopen der wortels in Uspulun werd
gebruikt een soort brei, bestaande uit 1/3 deel koe
mest. 1/3 deel uspulun-oplossing van 1/4 procent.
Voor het begieten werd alleen een scheutje van
deze oplossing toegediend na het planten.
Als de planten gedoopt werden en begoten had
de begieting plaats omstreeks veertien dagen na het
planten.
Uspulun in de plantgaten beteekent, dat de op
lossing van 1/4 procent uspulun in de plantgleuf
werd gegoten voordat de plant werd gepoot.
Zooals men ziet, heeft men hier weer zeer goede
resultaten door het gebruik van Uspulun. Dit ls
echter wel meer voorgekomen. Zie daarvoor de ver
slagen van de Commissie van het jaar 1929.
SINT PANCRAS.
Burgerlijken Stand over de maand December 1931.
Geboren: Anna, dochter van Dirk Kloosterboer en
Cornelia Anna Gerritsen. Gerrit Jan, zoon van
Jacob Bobeldijk en Catharina Alida Bellis.
Loop der bevolking over 1931.
Aantal inwoners op 31 December 1930: 747 m.
628 vr. totaal 1429.
I Ingekomen in 1931 45 m. en 51.
Geboren in 1931 15 m. 10 vr. totaal 807 m. 743 vr.
Vertrokken in 1931 51 m. en 48 vr.
i Overleden in 1931 11 m. en 8 vr. Totaal 62 m. en
56 vr.
Bevolking op 31 December 1931 745 m. en 687 vr.
Totaal 1432.
Aantal huwelijken 10. Levenloos aangegeven 1.
INGEZONDEN
Mijnheer de Redacteur.
De moeilijkheden, die tegenwoordig de handel
ondervindt, zijn talrijk. Wij weten het alleen aan
den Langendijk. De landen, die in Europa nog geen
deviezen bepalingen hebben, zijn aan één hand te
tellen, t.w. Frankrijk, België, Italië, Zwitserland en
Engeland. Door de depreciatie van het pond is de
handel op Engeland zeer onzeker. De koerSen der
Centrale Europeesche rijken kunnen ieder oogen-
blik instorten.
Hooge invoerrechten werken belemmerend.
De credietwaardigheid van vele afnemers zeer
problematiek.
Zoo kan men deze sombere optelling voortzetten
en menigeen zal zich afgevraagd hebben of afvra
gen, hoe komt de Langedijk in het nieuwe jaar van
zijn kool af.
Dat heeft men zich afgevraagd en als summum
van alle wijsheid legt men de handel in groenten-
land zelf nieuwe belemmerinigen op. Geen bonnen
meer voor ut-de-hand verkoop zullen worden gege
ven. De handel moet koopen op de veiling, wat er
niet ls.
Tuinders, gaat op dezen ingeslagen weg voort.
Met dank voor de door U verleende ruimte.
RENS SLOT en BONNET.
ZUIDSCHARWOUDE.
Burgerlijke Stand over de maand December 1931.
Geboren: Grietje, dochter van Jacob Heneweer
en Maria Zweep. Adrianus Anthonius, zoon van
Johannes Broersen en Catharina Floris. Hendri-
kus, zoon van Hendrikus Dirks en Johanna van den
Abeele. Gustaaf Cornells, zoon van Jan Thijs
Kunnen en Guurtje Helder.
Overleden: Marijtje Mak, oud 65 jaar, weduwe
van Jan Spaans.
BROEK OP LANGENDIJK.
Burgelijken Stand over de maand December 1931.
Geboren: Cornelis, zoon van J. Kamp en Tr.
Krijger.
Getrouwd: D. Bijlsma, 26 j. te Schagen en P.
Groenveld, 18 j. G. Huizinga 19 j. te Smilde en
N. Otto 19 jaar. D. Hopman 21 j. en Sóphie
Luise Hofma 22 j„ te Bergen.
Overleden: Neeltje Dirkmaat, oud 74 jaar, we
duwe van Jacob Diepsmeer.
Ingekomen en vertokken personen in de maand
December 1931.
Ingekomen: W. de Leeuw, arbeider, van den Hel
der. J. de Boer, schoenmaker, van Oudkarspel.
Vertrokken: C. Bakker, arbeider, naar Nederhorst
den Berg. J. Kasten, arbeider, naar Zuidschar-
woude. J. Glas, met gezin, zonder beroep naar
Heerhugowaard. K. H. Mugge, met gezin, op
zichter, naar 's-Hertogenbosch. N. Otto, echtge-
noote van G. Huizinga, naar Opmeer. G. Dirk-
maat, hulp in de huishouding, naar Dieren. G.
Balder, hulp in de huishouding, naar St. Pancras.
Tr. Dekker dienstbode naar Haarlem.
BROEK OP LANGENDIJK.
Loop der bevolking over het jaar 1931.
Geboren 23 (30) jongens en 22 (33) meisjes. To
taal 45 (65).
Overleden 10 (4) mannen en 13 (9) vrouwen.
Totaal 23 (13).
Levenloos aangegeven 3 (1).
Huwelijken 16 (14).
Erkenningen 0 (1).
Ingekomen personen 31 (38) mannen en 30 (46)
vrouwen. Totaal 61 (84).
Vertrokken personen 39. (71) mannen en 73 (60)
vrouwen totaal 132 (131).
Op 1 Januari 1932 bedroeg de bevolking 1170
(1185) mannen en 1192 (1223) vrouwen. Totaal 2362
(2408) mannen.
Alzoo een vermindering van het zielental met 46
personen.
De tusschen haakjes geplaatste cijfers hebben be
trekking op het vorig jaar.
Mijnheer de Eedacteur,
Beleefd verzoek ik u eenige plaatsruimte in
uw courant. Bij voorbaat mijn dank.
Toen ik Zaterdag in uw blad de openingsrede
las van deu voorzitter der Provinciale Commis
sie van de jl. Binsdag gehouden vergadering,
kwam ik tot de ontdekking dat over het oprich
tten van een nieuwen bond, m. i. verkeerd werd
geoordeeld. Het ligt heelemaal niet in de be
doeling, wanneer de tuinders lid worden van een
■vakorganisatie, de oude organisatie den oorlog
te verklaren. [Met enkele woorden zou ik dat
kunnen bewijzen. Heeft de veilingsorganisatie
zelf den weg niet gewezen om te komen tot het
oprichten van een vakbond? Ele 'nfvoorstel van
„de Eendracht' voor een paar jaar terug inge
diend bij den „Noorderiharktbond" om te ko
men tot een onderlinge verzekering tegen ha-
gelschade kon geen steun vinden, om'dat het
net werd beschouwd als eeu veilingsbelang.
Verleden jaar is door „Tuinbouwbelang" en „de
Eendracht" begonnen met zaadselectie vau roo-
de bewaarkool om te komen tot een ziektevrij
soort. Hoor de vele kosten hieraan verbonden,
werd dit in handen gegeven van den „Noorder-
marktbond welke, omdat het een belang was
voor de geheele koolstreek, om steun verzocht
bij den Vierbond. "Wat bleek alras. De L. G. C|.
was er niet voor te vinden, zij zag er zeker niet
het mut van in als veilingsbelang, anders had
zij toch ezker mee moeten gaan. Ook zou ik
kunnen noemen het keuren va naarclappelen, dat
buiten de veiling om, zoo 'belangrijk is voor de
bouwers. Verder zijn er de belangen van dé
landpaehters en hypotheekboeren. Hit zijn ook
terdege tundersbelangen,, maar hooren ook al
weer niet thuis bij de veilingsorganisatie. Ein ze
ker zullen, er in de toekomst meerdere gevallen
zich voordoen, waarvoor een vakbond noodza
kelijk zal blijken.
Ik geloof dan ook, dat wij tuinders met een
gerust geweten lid kunnen worden van den
Neutralen Bond. Het verwondert mij dan ook,
dat sommigen zich zoo bang maken van een
nieuwe organisatie. Of is men soms bang, dat
met deze organisatie ook een andere geest ouder
de tuinders zal komen?
O. BOBiST Pz.
DIE MODERNE MEISJES.
Door H. RESTONO.
Als ik de schrijver van deze nonsens ooit
ontmoet, zei Dorothy Black, en smeet 't ochtend
blad door de kamer heen, dan zal hij wat beleven!
Ze was geheel alleen en sprak in de lucht, met
een gezicht, alsof* de onbekende, die haar woede
zoo had opgewekt, tegeover haar zat. Ze had allen
tijd om zich te ergeren, want het was Zondag, er
wachtte geen kantoor.
De waanzin! zei ze dien middag tegen haar
getrouwde zuster, dat gezeur over het moderne
meisje altijd, wat is dat toch voor een ding, het
„moderne meisje". Was jij er geen, is Kitty het niet
en Louis Reddon? Zijn dat niet allemaal meisjes,
die elk weer een ander type hebben en waren de
meisjes van 1800 niet modern,in 1800? En heb
ben niet ten allen tijde vervelende zeuren van oude
heeren of aftandsche oude vrijsters beweerd, dat
„het treurig is tegenwoordig met die moderne
meisjes!"
Wind je niet op, lachte Eveline, Jim en ik
kennen den zondaar goed, die dat geschreven heeft.
Het is George Storm. Hij is heusch heel geschikt,
maar wat wil je? Mannen hebben altijd een neiging
tot generaliseeren.
Ze zouden graag willen dat de meisjes tege
lijkertijd engelachtige huisvrouwen, onderworpen
haremslavinnen, uitstekende danseressen, geestige
kameraden, verleidelijke flirts, intelligente vrien
den en smachtende lelies waren, raasde Dorothy.
Wel, als ik meneer Storm ontmoet, zal ik hem
leliën!
Daar verheug ik me op, lachte Eveline, kom
je Dinsdagavond op Hoekiepoekie passen?
Ja hoor, ik ren dadelijk van kantoor hier
heen, beloofde haar zuster.
Eveline en Jim hadden het niet rijk, ze konden
er geen meisje op na houden en zouden nooit kun
nen uitgaan sinds er een baby was, als Dorothy niet
gewillig bereid was, hen ertoe in de gelegenheid te
stellen, door na een vermoeienden kantoordag op
Hoekoepoekie te komen passen. Dien Dinsdag haaste
ze zich naar haar zuster en dwong haar, zich dade
lijk na het diner rustig te gaan kleeden, zij zou
de vaten wel wasschen.
Toen de twee vertrokken waren wierp Dorothy
een blik in de kinderkamer en constateerde, dat
Hoekiepoekie in het rijk der kinderdroomen was,
waarna ze de gramophoon aanzette in afwachting
dat het waschwater kookte. Ze danste een beetje
rond in haar eentje, denkend aan haar chef, die
lachend gezegd had: „Wat een haast! Die moderne
meisjes hollen maar weg naar dancing en bios-
coopen! Ja, jadie moderne meisjes."
Opeens merkte ze dat er iemand voor het raam
stond en naar binnen keek, want het was een be
nedenhuis. Even later werd er gebeld en er stond
een jongeman voorr haar.
Niemand thuis, zei Dorothy onlogisch. De familie
is uit, bedoel ik. Ik pas op Hoekiepoekie.
De jongeman keek haar glimlachend aan.
Waarom gaat U niet liever ergens met mij
dansen, dan zou alleen in de huiskamer van uw
zuster? U bent zeker Dorothy? Ik ken U van foto's.
Mijn naam is Storm, U kunt gerust met me uit
gaan, uw zuster en zwager kennen mij goedof
mag ik U anders hier gezelschap houden?
Dorothy keek hem strak aan en plotseling ant
woordde ze. „Ja, U mag me gezelscchap houden,
komt u maar binnen."
Ze ging hem voor, niet naar de huiskamer maar
naar de keuken.
Ik wou net beginnen met afwasschen, zei ze,
U kunt me prachtig helpen drogen.
Storm trok een wat onthutst geziicht.
Maar eh
Alstubliefteen beetje opschieten, zei Do
rothy en duwde hem een heet, nat bord in de
handen.
Au! zei hij, maar begon gehoorzaam te dro
gen. Een tijdje werkten ze door.
Het gaat vlug met z'n tweeën, zei Dorothy.
Eveline behoefde zich dan niet te vermoeien en
haastje repje aan te kleeden, weet u. 't Is niet
alles een huishouden èn een man èn een baby te
verzorgen. Ze had het heel wat gemakkelijker toen
ze ook nog op kantoor was. Maar wat zal ik U
zeggen, ze prefereerde Jim en dit leventje boven
haar goede salaris en gemakkelijk baantje. En dan
zijn er van die idioten die beweren, dat de moderne
meisjes egoistisch zijn en niet kunnen liefhebben!
Uw zuster is een uitzondering, zei Storm.
Zoo? Ik ken een vrouwtje, dat haar betrek
king heeft aangehouden. Dank zij dit feit kunnen
haar man en zij zich allerlei prettige dingen ver
oorloven, die onmogelijk zouden kunnen als hij
alles alleen moest betalen. Ze maken in de vacantie
een mooie reis en nooit is er in dat huwelijk ge
zanik over een nieuwen hoed of japon, want die
betaalt ze zelf en met verjaardagen krijgt hij geen
cadeautje van zijn eigen geld! En dan heb je van
die mannen die moord en brand schreeuwen, als
een vrouw blijft werken in een betrekking, alsof
je het geluk van je man alyleen kunt maken met
je afsloven in de keuken, zeilen boenen en de wasch
doen!
Maar die schreeuwers zijn dezelfde mannen, die
later, als ze zoo'n huisvrouw bezitten, scenes maken
over iedere cent huishoudgeld en jammeren, dat ze
zich geen pretjes en mooie reizen meer kunnen ver-
oorlooven sinds ze getrouwd zijn!
Storm liet bijna een schaal vallen. Dorothy redde
die op het nippertje.
Er zijn van die hardnekkige dwazen die zich
ook verbeelden, dat het moderne meisje geen bord
kan wasschen, zei ze, alleen, omdat ze ook nog wat
anders kan.
Storm opende zijn mond om te antwoorden, toen
er van boven luid gehuil klonk.
Dat is Hoekiepoekie, zei Dorothy en snelde
weg. Storm volgde haar, na eenige aarzeling. Hij
vond haar bij het bedje, verfjeefsehe pogingen
doende om de kleine tot kalmte te brengen.
Met baby's omgaan moet men ook kunnen!
zei Storm.
Dorothy tilde zwijgend het kind uit bed en wiegde
het in haar armen, totdat het niet meer huilde en
insliep. Toen legde ze het zachtjes weer neer,-dekte
het toe, en verliet de kamer, op haar teenen, ge
volgd door Storm.
Wat zei U ook weer? vroeg ze in de gang.
O, jaiets over baby's. Behoort U soms ook tot
de mannen die meenen, dat een vrouw minder moe
derlijk gevoel heeft naarmate ze meer hersens
bezit?
Het modernebegon Storm.
Het moderne meisje, zei Dorothy energiek,
dat is mijn vriendin Ethel, die het brood verdient
voor haar moeder en kleine zusje. Dat is een meisje
hier uit de straat dat verpleegster is en al haar
tijd wijdt aan arme zieken. Dat is Eveline, dat is
mevrouw Lancaster, die haar jongens een goede
opvoeding kan geven, dank zij het feit, dat ze
werkt, want haar man is niets waard. Vroeger was
zoo'n gezin aan de nietswaardigheid van zoo'n man
te gronde gegaan, nu zijn de kinderen gered en de
vrouw neemt een positie van belang in. Het mo
derne meisje, dat ben ik
Hier moest ze even ademhalen.
Ik die van 's morgens tot in den namiddag en
dikwijls nog 's avonds werk op kantoor, en dat is
heusch werken en niet, zooals sommigen mannen,
voortdurend flirten, met je chefs! Ja, ik gebruik
poeder en lippenstift, deden het onze grootmoeders
soms niet? Ja, ik dans graag en doe niet preutsch
en geloof niet, dat de man een wonderwezen is, ver
boven ons vrouwen gesteld,* integendeel, ik geloof
dat een man er treurig aan toe is, als er niet vroeg
of laat een vrouw wordt gevonden, om hem te hel
pen, te steunen, te verplegen, te troosten, als dat
noodig is. Wij zijn alleen maar oprechter, flinker,
werkzamer dan honderd jaar geleden dat is alles.
En nu ga ik thee zetten!
Storm herademde. De avond verliep verder zon
der dispuut en heel gezellig.
Toen Eveline en haar man thuiskwamen, riep
de eerste lachend. Die vind ik goed! Daar heb
je nu de schrijver van het artikel, waar je zoo nijdig
om was, Dorothy! Heb je hem flink den mantel
uitgeveegd?
Storm keek Dorothy aan, het hart was hem in de
schoenen gezonken, maar hij herademde, want ze
lachte.
Ja, zei ze, jullie hebt heel wat gemist! Ik heb
een kleine wraakneming gehouden in jullie keuken.
U heeft nu gezien, meneer Storm, dat ik borden
kanwassen en baby's kan wasschen en baby's be
handelen, hopelijk zult u dat onthouden voor het
geval u weer eens over het moderne meije schrijft.
Ik zal, zei Storm met overtuiging, een artikel
wijden aan het moderne meisje, aan haar charme,
haar flinkheid en kameraadschap, haar gevoel ^oor
humor. Ik zal schrijven dat een meisje van vroeger,
'n maar haar gekwetst had, zich zou hebben aan
gesteld, misschien appelflauwtes had gekregen, diep
verontwaardigd zou hebben gedaan en eindelooze
excuses verlangd. Terwijl het meisje van nu zich
lachend wreekt 'en dan de spons erover haalt en
goede vrienden wordt!
Handige kerel, grijnsde Jim! Storm keek Do
rothy aan en constateerde, dat het moderne meisje
zelfs nog blozen kan. En dat het haar even lief
staat als het meisje van honderd jaar geleden.
Velen
worden z
menschen
royale gi
gemeenscl
menschen
een klein
wekelijksi
doen, nen
twee 1
lie bijdre
wordt he
geslagen,
wij all
H'aaron
te schepp
op Zatein
ilubje in
ie afsp
l biidrj
oeeren we
n onze 1
Eat me
oen, crisi
x-.stuurdc
set. Stuu
Eens een
He verl
iet natioi
-ent der
10 procen
dragen, d:
"eest no<
Maar d
plaatselijl
uitkeerin£
:ent te b,
Men m:
geregeld,