De Koolhandel opnieuw belemmerd Burgerlijke Staat! Ons Oouranfenverhaal Spr»oeidag te Hoorn De Vereeniging van Oudleerlingen der R. T. W. S. te Hoorn en Alkmaar houdt op 9 Januari 1932 in het Parkhotel te Hoorn een tentoonstelling van sproeiwektuigen en sproeimiddelen. Meer dan een tiental firma's zullen met de nieuwste werktuigen (voor motor- zoowel als handkracht) en bestrij dingsmiddelen tegen plantenziekten aanwezig zijn. Tevens zal in het plantsoen achter het Parkhotel met meerdere sproeimachines gedemonstreerd wor den. De tentoonstelling wordt geopend 9.30 uur voor middag en duurt tot 5 uur namiddag, de demon straties zullen gehouden worden van 10 uur voorm. tot 1 uur nam. Vooral op het gebied van plantenziektenbestrij- ding in boomgaarden zijn de sproeimachines de laat ste jaren zeer verbeterd, doch ook bij de machines, benoodigd voor het besproeien van tuinbouwgewas- sen (en van deze speciaal de aardappel) zijn wel nieuwheden naar voren gekomen. Voor personen of groepen van personen, die zich met het oog op het sproeien van aardappelen of andere gewassen een nieuwe machine willen aan schaffen, zullen op deze tentoonstelling alle ge- wenschte inlichtingen verkrijgbaar zijn. In aansluiting op deze tentoonstelling wordt door Ir. v. d. Plassche, Rijkstuinbouwconsulent voor Zee land te Goes, een lezing gehouden over: „Het be strijden van schadelijke insekten en plantenziek ten." De interessante en leerzame wijze waarop de heer van de Plassche zijn onderwerpen behandelt, de bezoekers een nuttig bestede middag. De entree is zoo laag mogelijk gesteld en be draagt voor de tentoonstelling 10 cent, voor de lezing 25 cent. Land- en Tuinbouw Proeven met het ontsmetten van uienzaad, genomen door de Commissie van Correspondenten van den Plantenziektenkundigen dienst „Kring Langedijk". Evenals in het vorig jaar zijn ook dit jaar weer proeven genomen met het ontsmetten van uienzaad, n.l. te Broek op Langendijk, Sint Pancras en Zuid- Scharwoude. Door omstandigheden is het niet mo gelijk in alle gevallen gegevens te verstrekken. Te Sint Pancras was geen verschil te zien tus- schen het ontsmette en het niet behandelde zaad. Door tusschenkomst van den correspondent, den heer Mallekote, is het zaad van den heer S. de Ruiter aldaar behandeld met Germisan en wel voor 1 snees terwijl 1 snees onbehandeld zaad kreeg. Ook dit proefveld leverde geen resultaat op, noch in opbrengst, noch in kwaliteit. Een perceel van den heer Kaan was als volgt ingericht: 1 snees onbehandeld. 1 snees het zaad behandeld met Uspulum (droog l snees het zaad behandeld met> Germisan (1/4 pet.). De stand van het geheele perceel was heel goed. De uien zijn geoogst 25 Aug. en terstond geveild. De opbrengsten waren: Perceel 1 (onbehandeld)200 kg. uien schoon gewicht. 425 kg uien schoongewicht. 75 kg. nep vuil gewicht. Totaal 700 kg. en 350 stuks stijve uien. Perceel 2. (behandeld met Uspulum): 150 kg groote uien, schoon gewicht. 512 kg uien schoon gewicht. 130 kg. nep vuil gewicht. Totaal 792 kg. en 125 stuks stijve uien. Perceel 3. (behandeld met Germisan): 285 kg. groote uien schoon gewicht. 390 kg. uien schoon gewicht. 72 kg nep vuil gewicht. Totaal 727 kg en 345 stuks stijve uien. Een ander proefperceel gaf zulk een onregel- matigen stand te zien, dat we genoodzaakt waren dit perceel te laten vervallen. Het komt ons wenschelijk voor deze proeven in 1932 op meerdere plaatsen te herhalen en daarbij ook andere ontsmettingsmiddelen toe te passen. De rapporteur L. Mallekote. De secretaris van Herwijnen. Proeven ter bestrijding van „knoppen" of knol- voet in de kool, genomen door de Commissie van Correspondenten van den Plantenziekten kundigen dienst „Kring Langedijk." Op verschillende plaatsen werden proeven geno men ter bestrijdiing van knolvoet. Naar aanleiding van een artikeltje in het „Tijd schrift over Plantenziekten", waarin uitkwam, dat men in het buitenland met betrekkelijk geringe hoeveelheden versch gebluschte kalk zeer goede resultaten had, werd besloten, ook deze proeven door de Commissie te doen plaats vinden. Naast ongebluschte kalk werd nog gebruik gemaakt van Kalkstikstof, die daarvoor gratis was ter beschik king gesteld en verder werd nog een proef genomen met de reeds veel beproefde ontsmettingsmiddelen van de N.V. „Defa" n.l. Uspulun. Wel was reeds besloten geen gebruik meer te maken van dit middel, als zijnde onbruikbaar voor dit doel, maar op verzoek van den importeur heeft de heer Hazeloop nogmaals een proef ermede ge nomen. In Sint Pancras, Obdam en Koedijk ging men als volgt tewerk: 1 snees kreeg 125 kg. versch gebluchte kalk. 1 snees kreeg £5 kg kalkstikstof. 1 snees bleef onbehandeld. Verschillen ten opzichte van knolvoet konden niet worden vastgesteld. Overal op den akker kwamen zeer geringe verschijnselen van knolvoet voor. Tengevolge van het niet voldoende optreden der ziekte konden dus geen cijfers worden gemaakt. Dit verschijnsel doet zich bij het nemen van proe ven zeer veel voor. Ten opzichte van den groei kon men opmerken dat het met kalkstikstof behandelde deel veelal beter stond dan het met kalk behandelde en het onbehandelde. Soms was men van meening, dat de kalkgift remmend werkte op den groei. Kalkstik stof gaf in het algemeen betere opbrengsten. In een geval (bij vroege gele) was de kool op het met kalk stikstof behandelde eerder oogstbaar. Proef tegen knolvoet bij den heer Dignum te Noordscharwoude. De oppervlakte bedroeg een kleine bunder. Op de plaats zelf is 4000 kg. ongebluschte kalk gebluscht, terstond uitgestrooid en goed met eggen ingewerkt. Ongeveer 10 dagen later zijn 12000 planten (zuur- koolwitte) uitgeplant. Op twee plaatsen van het teirein is een gedeelte onbehandeld gebleven. Elk ter grootte van een klein snees. De algemeene indruk is, dat hier de versch ge bluschte kalk goed geholpen heeft. Niet dat alle planten vrij blevzn van knop, daarvoor wes de ver deeling van de kalk in den grond onvoldoende. Maar toch brachten 5/6 deel der planten het tot een redelijk product. Bij het snijden zijn honderde planten over het veld opgetrokken waarbij bleek, dat vele vrij waren van knobbels. Andere hadden slechts kleine gezwellen. Langs de greppels kwam het meest knop voor. Op de onbehandelde gedeelten is geen enkele plant vrij gebleven. 5/6 deel leed in heel erge mate aan knolvoet en kool ls van deze deelen niet gesne- Het grondmonster dat van tevoren genomen was bevatte absoluut geen koolzude kalk. Proef tegen knolvoet bij den heer P. Bekker te Noordscharwoude. De te gebruiken planten waren geteeld op een gezonde plantenbaan en den 9en Juni 1931 uitge plant op de volgende wijze. A. 7 regels werden ongeveer 1 week voor het planten op den grond bespoten met een oplossing van een „pasta" die zwelstof bevatte. Hier werd dus den grond bespoten. B. 5 regels kregen 1/4 L. 1/4 pet. Uspulun-oplos- sing in het plantgat. Verder werden deze planten op de gewone wijze geplant. C. 5 regels. Het onderste deel der stengels en de wortels der planten werden voor het planten ge doopt in een mengsel van 1/3 klei, 1/3 koemest en 1/3 uspulun-oplossing 1/4 pet. Daarna gewoon ge plant. D. 5 regels. De planten worden na het planten begoten met 1/4 L. uspulun-oplossing 1/4 pet. E. 5 regels. De planten worden voor het planten gedoopt als in C. en 14 dagen daarna gegoten als bij D. F. 5 regels onbehandeld. Deze proef is tweemaal herhaald. Hoe vreemd het ook klinken moge, toch kan met zekerheid worden medegedeeld, dat reeds 14 dagen na het uitplanten verschuilen waren op te mergen. Het met Pasta bespoten deel stak zeer gunstig af bij het overige deel van den akker en die voorsprong heeft het behouden tot het najaar toe. De gedeelten, waar een begieting was toegepast hadden aanvankelijk een heele toer en waren achter bij de onbehandelde en gedoopte. Vooral waar gegoten was voor het planten kwam dit sterk tot uiting. M.i. verdient het geen aanbe veling deze methode opnieuw toe te passen. Gedurende den zomer zijn de perceelen geregeld geïnspecteerd geworden, knolvoet verschijnselen deden zich niet voor. Na het snijden der kool zijn de struiken uitgetrokken en gecontroleerd, waarbij op te merken viel, dat het pasta gedeelte vrij van knolvoet was. De overige perceelen vertoonden ver schijnselen van de ziekte echter zeer onbeduidend. Wij zouden niet durven beweren, dat het onbehan delde deel sterker was aangetast met pasta. De cijfers waren als volgt: No. 1. 7 regels. Behandeld met pasta. Opbrengst 300 K.G. No. 2. 5 regels. 1/4 Uspulun voor het planten. 145 K.G. No. 3. 5 regels. Gedoopt in Uspulun en kiel en mest. 155 K.G. No. 4. 5 regels. 1/4 L. Uspulun na het planten. 150 K. G No. 5. 5 regels. Gedoopt als in 3, 14 dagen later 1/4 L. Uspulun. 140 K.G. No. 6. 5 regels. Onbehandeld. No. 7. 5 regels. 1/4 Uspulun voor het planten. 150 K.G. No. 8. 5 regels. Gedoopt in Uspulun, klei en mest. 130 K.G. No. 9. 5 regels. 1/4 L. Uspulun na het planten, 158 K.G. No. 10. 5 regels. Gedoopt als 3, 14 dagen later 1/4 L. Uspulun. 205 K.G. No. 15. 5 regels. Onbehandeld. De volgende proef, waarvan wé het schema laten volgen is genomen op den Proeftuin „Kennemer- land" en stond onder toezicht van den heer Haze loop Percen- aantal aantal tage Behandeling planten knolv. knolv. Uspulun in de plantgaten 120 11 9:1 pet. Gedoopt in Uspulun 180 35 19.4 pet. Gedoopt en begoten 180 26 14.4 pet. Begoten direcht na 't planten 180 30 16.6 pet. Onbehandeld 180 55 30 pet. Voor het doopen der wortels in Uspulun werd gebruikt een soort brei, bestaande uit 1/3 deel koe mest. 1/3 deel uspulun-oplossing van 1/4 procent. Voor het begieten werd alleen een scheutje van deze oplossing toegediend na het planten. Als de planten gedoopt werden en begoten had de begieting plaats omstreeks veertien dagen na het planten. Uspulun in de plantgaten beteekent, dat de op lossing van 1/4 procent uspulun in de plantgleuf werd gegoten voordat de plant werd gepoot. Zooals men ziet, heeft men hier weer zeer goede resultaten door het gebruik van Uspulun. Dit ls echter wel meer voorgekomen. Zie daarvoor de ver slagen van de Commissie van het jaar 1929. SINT PANCRAS. Burgerlijken Stand over de maand December 1931. Geboren: Anna, dochter van Dirk Kloosterboer en Cornelia Anna Gerritsen. Gerrit Jan, zoon van Jacob Bobeldijk en Catharina Alida Bellis. Loop der bevolking over 1931. Aantal inwoners op 31 December 1930: 747 m. 628 vr. totaal 1429. I Ingekomen in 1931 45 m. en 51. Geboren in 1931 15 m. 10 vr. totaal 807 m. 743 vr. Vertrokken in 1931 51 m. en 48 vr. i Overleden in 1931 11 m. en 8 vr. Totaal 62 m. en 56 vr. Bevolking op 31 December 1931 745 m. en 687 vr. Totaal 1432. Aantal huwelijken 10. Levenloos aangegeven 1. INGEZONDEN Mijnheer de Redacteur. De moeilijkheden, die tegenwoordig de handel ondervindt, zijn talrijk. Wij weten het alleen aan den Langendijk. De landen, die in Europa nog geen deviezen bepalingen hebben, zijn aan één hand te tellen, t.w. Frankrijk, België, Italië, Zwitserland en Engeland. Door de depreciatie van het pond is de handel op Engeland zeer onzeker. De koerSen der Centrale Europeesche rijken kunnen ieder oogen- blik instorten. Hooge invoerrechten werken belemmerend. De credietwaardigheid van vele afnemers zeer problematiek. Zoo kan men deze sombere optelling voortzetten en menigeen zal zich afgevraagd hebben of afvra gen, hoe komt de Langedijk in het nieuwe jaar van zijn kool af. Dat heeft men zich afgevraagd en als summum van alle wijsheid legt men de handel in groenten- land zelf nieuwe belemmerinigen op. Geen bonnen meer voor ut-de-hand verkoop zullen worden gege ven. De handel moet koopen op de veiling, wat er niet ls. Tuinders, gaat op dezen ingeslagen weg voort. Met dank voor de door U verleende ruimte. RENS SLOT en BONNET. ZUIDSCHARWOUDE. Burgerlijke Stand over de maand December 1931. Geboren: Grietje, dochter van Jacob Heneweer en Maria Zweep. Adrianus Anthonius, zoon van Johannes Broersen en Catharina Floris. Hendri- kus, zoon van Hendrikus Dirks en Johanna van den Abeele. Gustaaf Cornells, zoon van Jan Thijs Kunnen en Guurtje Helder. Overleden: Marijtje Mak, oud 65 jaar, weduwe van Jan Spaans. BROEK OP LANGENDIJK. Burgelijken Stand over de maand December 1931. Geboren: Cornelis, zoon van J. Kamp en Tr. Krijger. Getrouwd: D. Bijlsma, 26 j. te Schagen en P. Groenveld, 18 j. G. Huizinga 19 j. te Smilde en N. Otto 19 jaar. D. Hopman 21 j. en Sóphie Luise Hofma 22 j„ te Bergen. Overleden: Neeltje Dirkmaat, oud 74 jaar, we duwe van Jacob Diepsmeer. Ingekomen en vertokken personen in de maand December 1931. Ingekomen: W. de Leeuw, arbeider, van den Hel der. J. de Boer, schoenmaker, van Oudkarspel. Vertrokken: C. Bakker, arbeider, naar Nederhorst den Berg. J. Kasten, arbeider, naar Zuidschar- woude. J. Glas, met gezin, zonder beroep naar Heerhugowaard. K. H. Mugge, met gezin, op zichter, naar 's-Hertogenbosch. N. Otto, echtge- noote van G. Huizinga, naar Opmeer. G. Dirk- maat, hulp in de huishouding, naar Dieren. G. Balder, hulp in de huishouding, naar St. Pancras. Tr. Dekker dienstbode naar Haarlem. BROEK OP LANGENDIJK. Loop der bevolking over het jaar 1931. Geboren 23 (30) jongens en 22 (33) meisjes. To taal 45 (65). Overleden 10 (4) mannen en 13 (9) vrouwen. Totaal 23 (13). Levenloos aangegeven 3 (1). Huwelijken 16 (14). Erkenningen 0 (1). Ingekomen personen 31 (38) mannen en 30 (46) vrouwen. Totaal 61 (84). Vertrokken personen 39. (71) mannen en 73 (60) vrouwen totaal 132 (131). Op 1 Januari 1932 bedroeg de bevolking 1170 (1185) mannen en 1192 (1223) vrouwen. Totaal 2362 (2408) mannen. Alzoo een vermindering van het zielental met 46 personen. De tusschen haakjes geplaatste cijfers hebben be trekking op het vorig jaar. Mijnheer de Eedacteur, Beleefd verzoek ik u eenige plaatsruimte in uw courant. Bij voorbaat mijn dank. Toen ik Zaterdag in uw blad de openingsrede las van deu voorzitter der Provinciale Commis sie van de jl. Binsdag gehouden vergadering, kwam ik tot de ontdekking dat over het oprich tten van een nieuwen bond, m. i. verkeerd werd geoordeeld. Het ligt heelemaal niet in de be doeling, wanneer de tuinders lid worden van een ■vakorganisatie, de oude organisatie den oorlog te verklaren. [Met enkele woorden zou ik dat kunnen bewijzen. Heeft de veilingsorganisatie zelf den weg niet gewezen om te komen tot het oprichten van een vakbond? Ele 'nfvoorstel van „de Eendracht' voor een paar jaar terug inge diend bij den „Noorderiharktbond" om te ko men tot een onderlinge verzekering tegen ha- gelschade kon geen steun vinden, om'dat het net werd beschouwd als eeu veilingsbelang. Verleden jaar is door „Tuinbouwbelang" en „de Eendracht" begonnen met zaadselectie vau roo- de bewaarkool om te komen tot een ziektevrij soort. Hoor de vele kosten hieraan verbonden, werd dit in handen gegeven van den „Noorder- marktbond welke, omdat het een belang was voor de geheele koolstreek, om steun verzocht bij den Vierbond. "Wat bleek alras. De L. G. C|. was er niet voor te vinden, zij zag er zeker niet het mut van in als veilingsbelang, anders had zij toch ezker mee moeten gaan. Ook zou ik kunnen noemen het keuren va naarclappelen, dat buiten de veiling om, zoo 'belangrijk is voor de bouwers. Verder zijn er de belangen van dé landpaehters en hypotheekboeren. Hit zijn ook terdege tundersbelangen,, maar hooren ook al weer niet thuis bij de veilingsorganisatie. Ein ze ker zullen, er in de toekomst meerdere gevallen zich voordoen, waarvoor een vakbond noodza kelijk zal blijken. Ik geloof dan ook, dat wij tuinders met een gerust geweten lid kunnen worden van den Neutralen Bond. Het verwondert mij dan ook, dat sommigen zich zoo bang maken van een nieuwe organisatie. Of is men soms bang, dat met deze organisatie ook een andere geest ouder de tuinders zal komen? O. BOBiST Pz. DIE MODERNE MEISJES. Door H. RESTONO. Als ik de schrijver van deze nonsens ooit ontmoet, zei Dorothy Black, en smeet 't ochtend blad door de kamer heen, dan zal hij wat beleven! Ze was geheel alleen en sprak in de lucht, met een gezicht, alsof* de onbekende, die haar woede zoo had opgewekt, tegeover haar zat. Ze had allen tijd om zich te ergeren, want het was Zondag, er wachtte geen kantoor. De waanzin! zei ze dien middag tegen haar getrouwde zuster, dat gezeur over het moderne meisje altijd, wat is dat toch voor een ding, het „moderne meisje". Was jij er geen, is Kitty het niet en Louis Reddon? Zijn dat niet allemaal meisjes, die elk weer een ander type hebben en waren de meisjes van 1800 niet modern,in 1800? En heb ben niet ten allen tijde vervelende zeuren van oude heeren of aftandsche oude vrijsters beweerd, dat „het treurig is tegenwoordig met die moderne meisjes!" Wind je niet op, lachte Eveline, Jim en ik kennen den zondaar goed, die dat geschreven heeft. Het is George Storm. Hij is heusch heel geschikt, maar wat wil je? Mannen hebben altijd een neiging tot generaliseeren. Ze zouden graag willen dat de meisjes tege lijkertijd engelachtige huisvrouwen, onderworpen haremslavinnen, uitstekende danseressen, geestige kameraden, verleidelijke flirts, intelligente vrien den en smachtende lelies waren, raasde Dorothy. Wel, als ik meneer Storm ontmoet, zal ik hem leliën! Daar verheug ik me op, lachte Eveline, kom je Dinsdagavond op Hoekiepoekie passen? Ja hoor, ik ren dadelijk van kantoor hier heen, beloofde haar zuster. Eveline en Jim hadden het niet rijk, ze konden er geen meisje op na houden en zouden nooit kun nen uitgaan sinds er een baby was, als Dorothy niet gewillig bereid was, hen ertoe in de gelegenheid te stellen, door na een vermoeienden kantoordag op Hoekoepoekie te komen passen. Dien Dinsdag haaste ze zich naar haar zuster en dwong haar, zich dade lijk na het diner rustig te gaan kleeden, zij zou de vaten wel wasschen. Toen de twee vertrokken waren wierp Dorothy een blik in de kinderkamer en constateerde, dat Hoekiepoekie in het rijk der kinderdroomen was, waarna ze de gramophoon aanzette in afwachting dat het waschwater kookte. Ze danste een beetje rond in haar eentje, denkend aan haar chef, die lachend gezegd had: „Wat een haast! Die moderne meisjes hollen maar weg naar dancing en bios- coopen! Ja, jadie moderne meisjes." Opeens merkte ze dat er iemand voor het raam stond en naar binnen keek, want het was een be nedenhuis. Even later werd er gebeld en er stond een jongeman voorr haar. Niemand thuis, zei Dorothy onlogisch. De familie is uit, bedoel ik. Ik pas op Hoekiepoekie. De jongeman keek haar glimlachend aan. Waarom gaat U niet liever ergens met mij dansen, dan zou alleen in de huiskamer van uw zuster? U bent zeker Dorothy? Ik ken U van foto's. Mijn naam is Storm, U kunt gerust met me uit gaan, uw zuster en zwager kennen mij goedof mag ik U anders hier gezelschap houden? Dorothy keek hem strak aan en plotseling ant woordde ze. „Ja, U mag me gezelscchap houden, komt u maar binnen." Ze ging hem voor, niet naar de huiskamer maar naar de keuken. Ik wou net beginnen met afwasschen, zei ze, U kunt me prachtig helpen drogen. Storm trok een wat onthutst geziicht. Maar eh Alstubliefteen beetje opschieten, zei Do rothy en duwde hem een heet, nat bord in de handen. Au! zei hij, maar begon gehoorzaam te dro gen. Een tijdje werkten ze door. Het gaat vlug met z'n tweeën, zei Dorothy. Eveline behoefde zich dan niet te vermoeien en haastje repje aan te kleeden, weet u. 't Is niet alles een huishouden èn een man èn een baby te verzorgen. Ze had het heel wat gemakkelijker toen ze ook nog op kantoor was. Maar wat zal ik U zeggen, ze prefereerde Jim en dit leventje boven haar goede salaris en gemakkelijk baantje. En dan zijn er van die idioten die beweren, dat de moderne meisjes egoistisch zijn en niet kunnen liefhebben! Uw zuster is een uitzondering, zei Storm. Zoo? Ik ken een vrouwtje, dat haar betrek king heeft aangehouden. Dank zij dit feit kunnen haar man en zij zich allerlei prettige dingen ver oorloven, die onmogelijk zouden kunnen als hij alles alleen moest betalen. Ze maken in de vacantie een mooie reis en nooit is er in dat huwelijk ge zanik over een nieuwen hoed of japon, want die betaalt ze zelf en met verjaardagen krijgt hij geen cadeautje van zijn eigen geld! En dan heb je van die mannen die moord en brand schreeuwen, als een vrouw blijft werken in een betrekking, alsof je het geluk van je man alyleen kunt maken met je afsloven in de keuken, zeilen boenen en de wasch doen! Maar die schreeuwers zijn dezelfde mannen, die later, als ze zoo'n huisvrouw bezitten, scenes maken over iedere cent huishoudgeld en jammeren, dat ze zich geen pretjes en mooie reizen meer kunnen ver- oorlooven sinds ze getrouwd zijn! Storm liet bijna een schaal vallen. Dorothy redde die op het nippertje. Er zijn van die hardnekkige dwazen die zich ook verbeelden, dat het moderne meisje geen bord kan wasschen, zei ze, alleen, omdat ze ook nog wat anders kan. Storm opende zijn mond om te antwoorden, toen er van boven luid gehuil klonk. Dat is Hoekiepoekie, zei Dorothy en snelde weg. Storm volgde haar, na eenige aarzeling. Hij vond haar bij het bedje, verfjeefsehe pogingen doende om de kleine tot kalmte te brengen. Met baby's omgaan moet men ook kunnen! zei Storm. Dorothy tilde zwijgend het kind uit bed en wiegde het in haar armen, totdat het niet meer huilde en insliep. Toen legde ze het zachtjes weer neer,-dekte het toe, en verliet de kamer, op haar teenen, ge volgd door Storm. Wat zei U ook weer? vroeg ze in de gang. O, jaiets over baby's. Behoort U soms ook tot de mannen die meenen, dat een vrouw minder moe derlijk gevoel heeft naarmate ze meer hersens bezit? Het modernebegon Storm. Het moderne meisje, zei Dorothy energiek, dat is mijn vriendin Ethel, die het brood verdient voor haar moeder en kleine zusje. Dat is een meisje hier uit de straat dat verpleegster is en al haar tijd wijdt aan arme zieken. Dat is Eveline, dat is mevrouw Lancaster, die haar jongens een goede opvoeding kan geven, dank zij het feit, dat ze werkt, want haar man is niets waard. Vroeger was zoo'n gezin aan de nietswaardigheid van zoo'n man te gronde gegaan, nu zijn de kinderen gered en de vrouw neemt een positie van belang in. Het mo derne meisje, dat ben ik Hier moest ze even ademhalen. Ik die van 's morgens tot in den namiddag en dikwijls nog 's avonds werk op kantoor, en dat is heusch werken en niet, zooals sommigen mannen, voortdurend flirten, met je chefs! Ja, ik gebruik poeder en lippenstift, deden het onze grootmoeders soms niet? Ja, ik dans graag en doe niet preutsch en geloof niet, dat de man een wonderwezen is, ver boven ons vrouwen gesteld,* integendeel, ik geloof dat een man er treurig aan toe is, als er niet vroeg of laat een vrouw wordt gevonden, om hem te hel pen, te steunen, te verplegen, te troosten, als dat noodig is. Wij zijn alleen maar oprechter, flinker, werkzamer dan honderd jaar geleden dat is alles. En nu ga ik thee zetten! Storm herademde. De avond verliep verder zon der dispuut en heel gezellig. Toen Eveline en haar man thuiskwamen, riep de eerste lachend. Die vind ik goed! Daar heb je nu de schrijver van het artikel, waar je zoo nijdig om was, Dorothy! Heb je hem flink den mantel uitgeveegd? Storm keek Dorothy aan, het hart was hem in de schoenen gezonken, maar hij herademde, want ze lachte. Ja, zei ze, jullie hebt heel wat gemist! Ik heb een kleine wraakneming gehouden in jullie keuken. U heeft nu gezien, meneer Storm, dat ik borden kanwassen en baby's kan wasschen en baby's be handelen, hopelijk zult u dat onthouden voor het geval u weer eens over het moderne meije schrijft. Ik zal, zei Storm met overtuiging, een artikel wijden aan het moderne meisje, aan haar charme, haar flinkheid en kameraadschap, haar gevoel ^oor humor. Ik zal schrijven dat een meisje van vroeger, 'n maar haar gekwetst had, zich zou hebben aan gesteld, misschien appelflauwtes had gekregen, diep verontwaardigd zou hebben gedaan en eindelooze excuses verlangd. Terwijl het meisje van nu zich lachend wreekt 'en dan de spons erover haalt en goede vrienden wordt! Handige kerel, grijnsde Jim! Storm keek Do rothy aan en constateerde, dat het moderne meisje zelfs nog blozen kan. En dat het haar even lief staat als het meisje van honderd jaar geleden. Velen worden z menschen royale gi gemeenscl menschen een klein wekelijksi doen, nen twee 1 lie bijdre wordt he geslagen, wij all H'aaron te schepp op Zatein ilubje in ie afsp l biidrj oeeren we n onze 1 Eat me oen, crisi x-.stuurdc set. Stuu Eens een He verl iet natioi -ent der 10 procen dragen, d: "eest no< Maar d plaatselijl uitkeerin£ :ent te b, Men m: geregeld,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1932 | | pagina 4