Nieuwsblad v. Holl. Noorderkwartier Weekagenda No. 6 DONDERDAG 14 JANUARI 1932 41e Jaargaag Bedactour 1. H. KEIZER. Bureel Noordscharwoude. Wij kunnen niet. Een nabetrachting komt TELEFOON INTERCOMMUNAAL NO. 52. NIEUWE LANGEDIJKER COURANT DEZE COURANT VERSCHIJNT DINSDAG DONDERDAG - en ZATERDAG. - Abonnmentsprtjs: per 3 maanden ƒ1.15. - UltflaVfl I flflM 1. H. KEIZER. ADVERTENTIEN Van I5 regels 75 cent; elke regel meer 15 cent. GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE. 15 Januari: 7.30 Gemeenteraad Zuidscharwoude. 16 Januari. Hotel „Concordia". Openbare verga dering Langedijker Bestuurdersbond, Filmver- tooning. 19 Jap. Jaarvergadering Ziekenvereeniging te Uroek op Langendijk „Steunt Elkander.," Voorstellen wonden ingewacht tot uiterlijk Woensdag 13 Januari a.s. bij den secretaris H. Vinke. 25 Januari. Hotel „Concordia", 7.30 uur, Jaarver gadering „Onderling Hulpbetoon". 23, 24 en 25 Januari. N. H. Cinema met de Privé- Secretaresse in de „Roode Leeuw" te Zuid scharwoude. 27 Januari: Hotel de Brederode, Oudkarspel, 7 uur Jaarvergadering „Hulp in Nood." Het verlossende woord! Reeds zeer vaak in de geschiedenis heeft het „Noh possumus", d.i. de verklaring van onmacht om datgene te doen, wat verlangd werd of geëischt, de schrikkelijkste gevolgen na zich sleept. Het „non possumus" van de Servische regeering als antwoord op het Oostenrijksche ultimatum is het sein ge weest voor den jongsten wereldoorlog. Meestentijds bevatten die woorden dan ook een gevreesde ver klaring, maar nu eindelijk werden zij een verlos sende uitspraak, nu de Duitsche rijkskanselier ze bezigde ten opzichte van een hervatting der herstel betalingen. Heel de wereld weet, hoe de verplichting tot betaling van enorme schulden, over en weer Duitschland aan de vroegere geallieerden* en deze weer aan de Ver. Staten het economische wereld bestel ontwricht houdt en de maatschappelijke crisis bij voortduring verergert. Iedereen wéét dat en tóch. omdat men de consequenties van onder linge schulddelging niet aandruft en vooral omdat overwinningswaan en bekrompen egoïsme zich er tegen verzetten om den geslagen vijand de meeste vruchteji van zulke schulddelging te gunnen, daar om laat men de welvaart der wereld liever vergaan, dan de consequenties te aanvaarden van het eenig reddend besluit. De machthebbers bedisselden weer een Herstel conferentie, niet om de zieke wereld door de eenig mogelijke operatie voor goed te genezen, maar om er weer drankjes te mengen en nieuwe bloedtrans fusies te ontwerpen, die de lijdende maatschappij nog een- poosje sukkelend in het leven zouden kun nen houden en de definitieve saneering uit te kun nen stellen, tot wéér later! Maar nu zijn al die wereld-kwakzalvers is eens aan het schrikken gebracftt door den Duitschen Michel, wien men jaren lang het bloed aftapte om door transfusie het zieke werldje draaiende te kun nen houden. „Non possumus", zei Brüning, nu niet en overd rie jaar niet en nóóit meer! Het beetje bloed, dat haar nog rest, heeft Duitschland zelf noodig en de wereld kan er niet mee gebaat zijn. Of Bruning den moed tot die verklaring van zich zelf heeft, of dat het hier den moed van Hittler- wanhoop betreft, doet weinig ter zake. De verkla ring is er en de menschheid kan er mee gebaat zijn, omdat de aarzelende werelddoktoren er door gedreven zullen worden tot het inzicht, dat ze dat andere geneesmiddel te baat zullen moeten nemen, dat een definitief herstel kan bewerken, maar dat ze uit halfslachtigheid wilden reserveeren voor het uiterste moment van noodzaak. Alles, wat werelddokter is, knikte, toen Bruning gesproken had, meer ze maakten tevens een gebaar van afgrijzen. „Zoo vlak-weg zégt men de dingen niet in de diplomatie" heette het. ..Meer dan ooit", zei de voorzichtige dokter Mac Donald, „is nu de Herstelconferentie noodig". Als we den Duitschen Michel maar eenmaal in de consult kamer hebben, zoo denkt hij, dan is hij misschien nog wel te bepraten om zich nog voor enkele jaren voor onzen transfusiedienst beschikbaar te houden, al was het maar voor den schijn." Maar de menschheid hoopt, dat het slachtoffer voet bij stuk zal houden, opdat de maatschappij eindelijk eens van haar onzekerheidslot worde ver lost. Het mes moet er in, de zieke plekken moeten worden uitgesneden, opdat de wereld weer leve door haar eigen gezond bloed. Dat is een algemeen belang, dus ook voor ons land. Het is eeen waandenkbeeld, te meenen, dat de wereld door Duitsche betalingen te redden zou zijn. Zelfs geen Fransche of Amerikaansche wereld. Duitschland is arm op het oogenblik en als het over eenige jaren weer in staat zou zijn om haar schul den te voldoen, dan zou dat zijn uit de welvaart, die het uit andere landen had geroofd. Geld groeit niet aan en het arme Duitschland van heden kan over enkele jaren onmogelijk rijk zijn uit zich zelve. Rijkskanselier dr. Bruning zei het zoo klaar bij het jaarlijksch banket van de Amerikaansche Kamer van koophandel te Berlijn, op 12 Dec. j.l. „Duitschland kan haar schulden slechts betalen uit de overschotten op den uitvoer. Men staat thans voor deze beslissing: óf men late Duitschland uit voeren, óf men belemmere den uitvoer, doch dan maken de schuldeischers zelf de betaling der schul den onmogelijk." Natuurlijk wenscht men geen geld van Duitsch land, dat men eerst zelf moet voorschieten uit eigen welvaartsbronnen van handel en industrie. Toen liet Brüning zijn „Non possumus" hooren. Het is alles heel logisch. En het is alleen de logica der feiten, waarvoor de politieke kwakzalvers zullen moeten zwichten. Laten wij eendrachtig met elkander sa menwerken. Ik doe een beroep op uw aller steun en medewerking. ;Met den wensch, dat de discussies be knopt en zakelijk zullen worden ge houden en de goede toon zal worden gehandhaafd. „C'est le ton qui fait la musique". We moeten terug naar de verkiezingen. In Oudkarspel was de toestand eenigszins precair geworden, d. i. twijfelachtig, nl. wat betreft de eventueele samenstelling van den raad. In bij zonderheden treden is minder noodig. Elke par tij er zijn er heel wat tracht haar verte genwoordiger in den raad te krijgen en waar 'de kansen voor sommige partijen gering waren, daar ging het „botje bij botje" en wat zagen wij gebeuren te Oudkarspel, de vertegenwoordiger der IS. D. A. P., de heer Zaagman, bleek te zijn de zondebok en werd de woestijn ingejaagd. Ja, maar zegt de heer Zaagman, ik laat me zóo maar niet wegsturen, ook al krijg ik een krijt streep op mijn jas in de verkiezingskrant van de S. D. A. Pi. en dacht en handelde! naar het woord van Ibsen: „Sterk is hij, die alleen durft te staan." Ik heb toch zeker ook mijn aanhan gers, zoo meende hij en trok er op uit. Niet naar de woestijn, die is te zandig, daar stormt de iS <une,en en om die door te trekken heb je kameelen noodig. Neen, ik ga per pedes aposto- lorum het dorp door en vraag aan mijn tuinbou- wende burgers of ik 't dan zoo verbruid zou hebben, dat mij geen zetel meer in den raad zou toekomen, waar ik vier jaar van mijn kos telijk leven voor de belangen der gemeente heb gezeten .gesproken, gepleit en gedebatteerd. En het resultaat was verrassend. Eir uit gewor pen door zijn partijgenooten en er weer In ge worpen door zijn vrienden. Hij bedankte voor zijn partij bleef de beginselen getrouw en het wilde vaandel voerde het devies: „Gemeente belangen." Em, waar is het „gemeentebelan gen" slaat meer in dan .„partijbelangen:" Nog zoo dom niet! Eln wij gelooven, dat er op den avond van den dag der verkiezing in alle huizen de naam van Zaagman "heeft geklonken in alle toonaarden, in mineur, in majeur, en toasten er tussehendoor. Maar in de S.D'.A.P.afdeeling werd deze ze gepraal beschouwd als een Pyrrhus-overwinning, die den overwinnaar meer zou verzwakken dan de overwonnene. De atmosfeer was met elec- trieiteit geladen. De vergaderingen kwamen en zoo af en toe kon men uit de maat en de grillige toonzetting van het preludeum, dat het groote-elkander-inf het-haar-zittendef-gemeentebelangeh-eonoert in luidde, reeds ontdekken, dat er hulplijnen noodig waren om de toonhoogte der muzikale hooge trillers van zenuwachtige opwinding, of de la ge bastonen van den met een grafstem zich uitende 'Siberische minachting, aan te geven, af gebroken door staccato's, welke alle gelegenheid gaven om adem te scheppen. En nu heeft de groote uitvoering van het me- lo-drama plaats gehad. Eigenlijk eerder dan de kapelmeester zich had voorgesteld, maar die dan toch, bezield met de gedachte: „Een bemoedigend woord verteedert de harten", den dirigeerstok zwaaide met kunstenaarstalent, en vooraf de so nate BakkerZaagman inleidde. Het muzikale stuk bestond, buiten de versie ring, werkelijk uit vier van vorm verschillende deelen, nl.: 1. Adres van den gemeenteraad van Oterleek. 2. Brief van den gemeente-arts Dr. J- G. Vo gelenzang. 3. Adres van de gezamenlijke Moderne-, Ka tholieke-, Christelijke- en Federatieve Werk nemers-Organisaties 4. Stopzetting uitkeering aan noodlijdende tuin ders. Oterleek kreeg een pil te slikken, die zwaar genoeg zal hebben gelegen of nog ligt. Op voorstel van den Raad om adhaesie te betuigen ,op een adres tot verlaging der tractementen van Burgemeesters, Secretarissen en "Gemeente-Ont vangers, antwoordde de heer Zaagman, dat toen twee jaar terug door Ged. Staten de salarissen werden verhoogd, van Oterleek geen verzet werd gehoord. Was de melk toen duurder? vraagt genoemd raadslid ironisch. Ja, mijnheer Zaag man, dat was ze en twee jaar terug was 't boter tje op den bodem. Ein het had wellicht een zeer goeden indruk gemaakt, als u tegen den heer Kos- ielijk had gezegd en dan het liefst eenigszins theatraal „collega, reik mij de hand!" Em als wij ons niet vergissen, zinspeelde u op de samenvoeging van de Langedijker gemeenten, Broek op Langendijk uitgezonderd toen u aanraadde om de kleine gemeenten maar op te ruimen als middel van bezuiniging. W;ij hoo ren in dezen toch zeker nog wel nader van u De brief van dr. Vogelenzang, waarin hij mil- delijk meldde 10 procent van zijn salaris te wil len afstaan ter verlichting van de gemeente-fi- nantien, die in dezen crisistijd al geducht worden aangesproken, gaf waarlijk ook al reden tot de bat. Wij vragem: „Hoe is het mogelijk!" Em de besprekingen over dit nobel gebaar ston den o. i. in het teeken van ongemotiveerde ach terdochtigheid. Em na het gebral wordt ten slotte de schenking aanvaard. Want wij noe men- het een schreeuwende vertooning een der gelijke daad, die den ambtenaar eert, op onhof felijke wijze te verklaren als een middel om an deren op te wekken hetzelfde te doen of er de booze gedachte uit te distilleeren, dat „het adres voor allerlei uitlegging vatbaar is. Hier begon de (dissonant reals te klinken, die zich voorloopig niet in een schoone harmonie zou oplossen. Nog eens, hoe is het mogelijk, dat men deze als blijk van medeleven voorbeeldige daad heeft kun nen verdenken, en daarmede heeft aangetast de eer van een man, 'dien men reeds langer dan dertig jaren kent en aanspraak heeft op ieders achting. Em dan volgt het adres, inhoudende het ver zoek de steunregeling voor georganiseerde arbei ders vast te stellen of aan hun productief werk te verschaffen. Hier bleek men van den tongriem gesneden te zijn. Men was zoo loslippig mogelijk en kwam de gal boven bij enkele raadsleden als oorzaak van toorn, boosheid en wrok. M;en veegde elkaar den mantel uit en wij dachten aan het volgende versje: 'Met u strijd ik niet meer, fatsoen gebiedt mij 't zwijgen, Een snuifje bood men u, gijgooit met prdevgen. Een eindeloos debat. Neen, eindeloos niet. Er kwam een einde aan, niettegenstaande de heeren Bakker en Zaagman elkander in het worstelstrijd- perk niet los bonden laten. Em de heer Bakker gaf toestemming door te zeggen: „Ga je gang maar!' en reageerde voorloopig met geen enkel woord op de filippica van 'den heer Zaagman, die den sociaal-democratischen wethouder ver weet, dat hij zwak was en als roode wethouder met modder naar de arbeiders gooide. Toch ont vangt de heer Zaagman satisfactie, als de heer Rakker meent aan zijn eer verplicht te zijn Zaag man te antwoorden. Em het loopt maar over werkverschaffing aan werkloozen, die er bij na niet zijn en over het verschaffen van werk dat er niet is. Die heer Rijper gooit ook nog een duit in het zakje en de wethouder krijgt 't dus warm genoeg, maar de voorz. neemt 't voor hem op, verklaart, dat hij een gevoelsmensch is en '•oor iedereen klaar staat. En na de verdediging van den heer Bakker komt de heer Rijper nog eens uit den hoek en verklaart, dat wethouder Blakker wel zijn goede hoedanigheden heeft op gesomd, maar, dat hij niets tot stand heeft gebracht. f j D|o voorzitter tracht een en ander te ontze- nuwen en verklaart ronduit, dat de heer Rijper den toestand in de gemeente niet kent. Vuile aanval, plichtverzaking, grievend verwijt, bittere pillen en persoonlijke grieven uitspelen relletjes uitlokken ziedaar de alternatieven die kwistig kwinkeleeren in het koor van verwij ten, aantijgingen en beschuldigingen waarin „plichtverzaking" het motief is, dat door de geheele klachten-melodie weerklinkt. Eindelijk valt de dirigeerstok en het hoofd nummer is vertolkt. En na al het krakeel wordt zonder hoofdelij- j kc stemming besloten, dus bij acclamatie, de toe- juichingen en handgeklap bleven uit, het adres I voer kennisgeving aan te nemen, i Ook de uitkeering aan de noodlijdende tuin ders wordt stop gezet. "Wethouder Blakker stem de tegen. Het crisis-comité zorgt nu verder voor steun in natura. Na de rondvraag nog een hoffelijk woord, doch rond voor den kop als hij is, van den voorzitter, die later nog wel eens aan z'ijn goede wenschen bij de opening zal hebben gedacht. Em nu ons oordeel over dit muzikale septet bij de uitvoering van dit melo-drama? Bezetting van het corps uitstekend. Het samenspel kop beter. Op de maat dient voortaan beter gelet. 'Men lette vooral op de dirigeerstaf Leiding 8. Em verder is gebleken, dat, niettegenstaande het roffelen van de groote trom, de voorstellen van B. en W., onder welk college een roode wet houder, die zijn partij machtig is, alle werden aangenomen. "Nog zoo kwaad niet. Nu voortaan beter oppassen, edelachtbare hee ren, opdat de voorzitter bij volgende zittingen zal kunnen zeggen: jJM.it Euch ist es gut spazieren!" CORRESPONDENTIE. Wij ontvingen een ingezonden stuk, welks in houd te persoonlijk is, om welke reden het dan ook niet kan worden opgenomen. RED,.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1932 | | pagina 1