Gemeenteraad Zuidscfaarwoude
voorlezing van het stuk. va nhet Witte Kruis en
dat is ook gebeurd.
De heer Ootjers. Ma®r hier was een verzoek om
het niet te doen.
Voorzitter stelde er prijs op, omdat dan de leden
konden hooren, dat het beter was, niet te oordee-
len over andermans zaken. Het was misschien aan»
genamer geweest wanneer het allemaal adhaesie-
betulgingen waren geweest.
De heer Barten zeide, dat het veel tijd zou hebben
bespaard, met hetzelfde resultaat. De heer Kooy was
het hiermede eens.
Verzoek om adhaesie Oterleek
Aders van den gemeenteraad van Oterleek houdende
verzoek adhaesie te willen betuigen aan zijn verzoek
aan Ged. Staten dezer provincie inzake verlaging
salarissen Burgemeesters, Secretarissen en Ontvan
gers in Noordholland en weer invoering van het 8.5
procent verhaalrecht voor pensioenstorting.
Voorzitter deelde mede dat de wethouders voor
adhaesiebetuiging zijn. Voorzitter zeide, als de min
derheid van B. en W., dat men zijn eigen besluit ont
zenuwde, door het adres van Oterleek aan te nemen
De heer Ootjers zag dit niet in en begreep de be
doeling niet. Die pensioen heeft, moet er ook iets
voor betalen. Van huis uit is pr. wel voor premievrij
pensioen, maar dan voor iedereen.
Er werd besloten adhaesie te betuigen.
Het voorstel van den heer Kansen om de presen
tiegelden der raadsleden en de salarissen der wet
houders te verlagen zal, door de ziekte van den hr.
Kansen in de volgende vergadering worden be
handeld.
Aangaan geldleening Lichtbedrijven.
Besloten werd tot het aangaan van een geldleening
bij de N. V. voor Gemeentecrediet, groot 36000 gul
den tegen een rente van hoogstens 5 procent af te
lossen in 30 jaren.
De jaarlijksche kermis versteld.
Op verzoek van verschillende belanghebbenden
werd verzocht, den aanvangsdatum der kermis te
vervroegen op den eersten Zondag in Augustus. Ge
woonlijk wordt de kermis den eersten Zondag in Sep
tember gehouden doch valt dan samen met de Alk-
maarsche kermis.
B. en W. adviseeren gunstig te beschikken.
Wet houder Barten zegt, principieel tegen de ker
mis te zijn doch wil de aanvragers in deze wel
tegemoet komen.
Aldus besloten.
De rondvraag leverde niets op, waarna de voorzit
ter overging tot sluiting der openbare vergadering.
Vergadering van den raad der gemeente Zuid-
scharwoude op Vrijdag 15 Januari 1932, des avonds
half acht ten raadhuize.
Voorzitter Jhr. A. L. van Spengler, Burgemeester.
Sec retaris de heer J. Th. Kunnen.
Afwezig de heer K. Dijkhuizen.
De voorzitter opent de vergadering met een woord
van welkom, en doet het spreker leed, dit niet on
der gunstiger omstandigheden te kunnen doen, en
wil geen terugblik werpen op het afgeloopen jaar,
daar dit voor allen ongunstig is geweest. Ondanks
de economische toestanden zeer ongunstig zijn, wil
spreker zich toch wagen aan den wensch dat het
jaar 1932 moge brengen wat 1931 niet bracht. Spr.
hoopt dat dit jaar voor de gezinnen gunstig moge
zijn.
Hierna worden de notulen der vorige vergadering
ongewijzigd goedgekeurd.
Ingekomen is het proces verbaal van kasverifica-
tie, gehouden op 29 December jl., waaruit blijkt
dat de ontvangsten hebben bedragen f86906.48, de
uitgaven daarentegen f83534.38, zoodat in kas aan
wezig moest zijn en was een bedrag van f3372.10.
Onder de uitgaven is begrepen een bedrag groot
f27000 geplaatst op de boerenleenbank.
Ingekomen is van Ged. Staten goedkeuring op de
suppletoire begrooting ten behoeve van den steun
aan tuinbouwers groot f3000.
Van hetzelfde college goedkeuring omtrent de
verstrekking van kasgeld ten behoeve van het elec-
triciteitsbedrijf.
Idem ten aanzien van de wijziging der algemeene
politieverordening.
Idem aan het raadsbesluit tot aankoop van het
land van de Kerkeweide.
Van hetzelfde college bericht dat de beslissing
aangaande de begrooting van 1932 is verdaagd.
Deze stukken worden voor kennisgeving aange
nomen.
De heer Dijkhuizen komt ter vergadering.
Ingekomen is een schrijven van het college van
B. en W. van Noordscharwoude, alsmede van de
gemeente Oterleek en van den Ned. Bond van Ge
meente-ambtenaren, alle betrekking hebbende op
een verlaging der jaarwedden van Burgemeesters,
Secretarissen en Ontvangers.
B. en W. stellen voor deze stukken voor kennis-
gevgin aan te nemen.
Zonder eenige bespreking wordt aldus besloten.
Ingekomen zijn twee schrijvens van het Witte
Kruis houdende de mededeelingen, hoe de subsidie
is besteed voor de wijkverpleging.
Van het Wit Gele Kruis is een schrijven ontvangen
waarin de hoop wordt uitgesproken, dat bij de eerst
volgende behandeling der begrooting de subsidie
van 5 cent per R. K. inwoner wordt verhoogd.
B. en W. stellen voor deze stukken voor kennis
geving aan te nemen.
De heer GROEN zegt, dat de subsidie aan het Witte
Kruis verleend is voor een geheel jaar, ten behoeve
van de tweede zuster. Na ingewonnen inlichtingen
is het speker gebleken, dat de zuster eerst in het
najaar is gekomen en dat slechts voor een paar
maanden het salaris is betaald, doch zijn de gel
den tevens aangewend voor aanschaffing van de
hoogtezon.
Volgens spreker is de subsidie gedeeltelijk ten
te onthouden, aan de subsidie van 1932.
onrechte genoten en stelt spreker voor dat deel
De VOORZITTER merkt op, dat het nadeelig sal
do van het Witte Kruis ook te wijten is aan de
aanschaffing van de hoogtezon en dat bij de ver
leening van de subsidie tevens zijn genoemd de
werkzaamheden van de tweede zuster, waarbij ook
behoorde de bediening van de hoogtezon.
Waar de besprekingen bij de begrooting van dien
aard zijn geweest, is het toch moeilijk om nu hierop
terug te komen.
De heer GROEN acht de voorstelling van de zaken
niet juist. Bij de behandeling van dit onderwerp
heeft de heer du Burck op een der vorige verga
deringen gezegd om inlichtingen in te winnen.
Toen was de zaak aan velen niet duidelijk. Als dit
nu wel het geval is dan is het niet recht. De wijk
verpleging wordt erbij gehaald, doch deze heeft
niets te maken met de hoogtezon. Het tarief voor
het gebruik van de hoogtezon moet aan het Witte
Kruis worden betaald om de kosten eruit te halen
De VOORZITTER betoogd, dat de hoogtezon ten
algemeene nutte is en dus ook de subsidie gedeelte
lijk daarvoor is benoodigd.
De heer KRAMER vraagt of er twee stukken
zijn ingekomen van het Witte Kruis.
De VOORZITTER antwoordt hierop bevestigend
en zegt dat het eerste schrijven bevat de ontvang
sten en uitgaven terwijl het tweede gaat over de
uitgaven aan de tweede zuster en de hoogtezon.
Dienaangaande merkt de heer KRAMER op, dat
de administratie van het Witte Kruis en de wijk
verpleging absoluut gescheiden moet worden gehou
den. Wat nu betreft de beide schrijvens zegt spr.,
dat het eerste niet juist was, waardoor opnieuw in
lichtingen zijn gevraagd, waarop het tweede schrij
ven is binnengekomen. Deze kwestie stuit spr. te
gen de borst want nu wordt er weer de hoogtezon
bijgehaald. Het Witte Kruis vraagt voor het gebruik
van de hoogtezon 50 cent per keer. Dit is tamelijk
hoog en voor velen een groot bezwaar.
In Alkmaar doet men het gratis en heeft men
van hieruit dus alleen de buskosten te betalen.
Spr. betwijfelt hèt of men er hier wel zooveel op
verbeterd is. Als de gemeenschap de hoogtezon be
taalt dan heeft men er ook recht op. Mocht nu
blijken dat de subsidie niet is genoten voor het doel
waarvoor deze was bestemd dan is zij ook ten on
rechte genoten.
De VOORZITTER meent goed te doen met de
inlichting dat het tweede schrijven geen rectificatie
maar een nadere toelichting is.
Hierop volgen eenige onderlinge discussies.
De heer du Burck zegt, ook in B. en W. deze
zaak breedvoerig te hebben behandeld. Echter heeft
spreker zich niet kunnen overtuigen van den in
houd van de subsidieaanvrage aangezien het adres
zoek is. Spr. acht het niet wenschelijk deze zaak
verder uit te spinnen en stelt voor dat de raad
zijn oordeel zal uitspreken bij de behandeling van
de begrooting 1933.
Spr. herinnert zich, dat destijds het besluit is
genomen dat de leden zoowel van het Witte Kruis
als van het Wit Gele Kruis gebruik kunnen maken
van de hoogtezon.
En niet leden dus niet.
Dit zal toch wel nooit de bedoeling van den raad
zijn geweest.
De heer GROEN zegt, dat nu de heer du Bruck
de zaak zoo stelt, dat hij een beroep doet op her.
algemeen belang, nu zou het zoo zijn om de zaak
maar te laten gaan.Dat alle leden van het Witte
Kruis er gebruik van maken is niet meer het geval.
Er is op een verzoek van het Wit Gele Kruis aan
het Witte Kruis geen gehoor gegeven om eventueel
samen te werken op het gebied der wijkverpleging.
Het gevolg daarvan is geweest, dat het Wit Gele
Kruis ook een hoogtezon heeft aangeschaft. Het
Witte Kruis heeft de hoogtezon in eigendom, en nu
de zaken zoo staan zal het voor den raad toch moei
lijk zijn om zich van subsidie te onthouden. Spr.
zegt nogmaals, dat de subsidie ten onrechte is geno
ten en zal de raad de consequenties ervan moeten
De heer DIJKHUIZEN vindt het verbazend jam
mer, dat de grens voor de zieken zoo sterk wordt
getrokken. De subsidie voor de jaren 1931 en 1932
zijn al reeds uitgekeerd en valt het niet mee om
deze in te trekken ofschoon er tdch wel iets onbil
lijks in ligt. Spr. herinnert zich nog wel, dat destijds
door den heer Zeeman is aangekondigd, dat het Wit
te Kruis een hoogtezon zou aanschaffen, waardoor
een tweede zuster noodig was. Dus is de hoogtezon
wel van invloed.
De VOORZITTER deelt mede, dat van het bo-
doelde adres een afschrift aanwezig is en verzoekt
den secretaris dit voor te lezen.
Hieruit blijkt, dat het de bedoeling was, om een
hoogtezon aan te schaffen wat dan ook een dei-
redenen was om een tweede zuster aan te stellen.
De heer MULLER zegt, dat de beslissing voor-zijn
tijd is genomen. Waar de kwestie zoo ernstig is,
en waar men niet kan samengaan, gaat spr. ac-
voord met het voorstel du Bruck, om dat een ieder
in de gelegenheid is nog eens grondig studie te ma
ken van deze zaak.
De heer KRAMER zegt, dat het adres een resume
geeft van de werkzaamheden en memoreert spr..
dat destijds de beschikking is gevraagd over een
schoollokaal. Later is door de wijkverpleging een
hoogere subsidie aangevraagd, waaruit blijkt, dat
reeds een half jaar eerder het idee van de hoogtezon
bestond. Het heeft spr. getroffen, dat de zaak niet
is behandeld zooals dit behoorde. Spr. geeft hierna
nog een kort overzicht van het verloop hierbij op
merkende, dat de houding van het bestuur van
het Witte Kruis tegen alles was.
Waar haast in alle plaatsen aldus spreker, sa
menwerking tusschen beide vereenigingen bestaat
en beschikken over een gemeenschappelijk magazijn
ligt in dit geval de schuld toch zeker niet bij de
R. K. Zooals het nu gaat wordt er raar omgespron
gen met de belangen der gemeentenaren, evenzoo
met de gemeentefinantien.
Bij de behandeling der begrooting 1933 zullen
dezelfde discussies worden gevoerd, Daarom steunt
spreker het voorstel Groen, de handeling van het
Witte Kruis keurt spreker af en wenscht spr. niet
dat, waar heit bestuur van het Witte Kruis schade
toebrengt aan de gemeente, dat deze door de ge
meente wordt vergoed.
De VOORZITTER stelt voor niet in herhalingen te
treden. Het voorstel Groen aldus Z. E. A., wordt
gesteund door den heer Kramer hetgeen dus betee-
kent dat het besluit van den raad genomen bij de
begrooting, moet worden herroepen. Waar echter
dit besluit na rijp overleg is genomen, kan spr.
niet anders dan zulks ontraden.
De heer KRAMER merkt op, dat het Witte Kruis
de bijdrage gegeven is voor 12 maanden en over een
tijdsverloop van negen en een halve maand ten on
rechte is genoten. Dit bedrag zou moeten worden
teruggestort. Waar hieraan practische bezwaren
zijn verbonden zou de subsidie voor 1932 hiermede
verminderd kunnen worden, hetgeen volgens spr.
zuiverder is.
De heer DIJKHUIZEN acht het niet juist om iets
terug te vorderen wat reeds gestort is doch zou
het wenschelijk achten indien het Witte Kruis dat
bedrag vrijwillig zou terug storten.
Hierna wordt het voorstel Groen in stemming
gebracht en wordt verworpen. 43.
Voor stemden de heeren Bekker Groen en Kra
mer.
Op verzoek van de stichting voor Landverhuizing
om een subsidie van f 10 wordt afwijzend beschikt.
Hierna komt aan de orde het bekende adres dei-
gemeente Ilpendam, inzake de regeling watervoor
ziening voor afgelegen gebieden.
B. en W. stellen voor dit schrijven voor kennis
geving aan te nemen er tevens op wijzende, dat
de vereeniging voor Ned. Gemeenten hiervoor het
aangewezen lichaam is.
De heer GROEN verdedigt het adres, hierbij op
merkende dat er in deze gemeente een gedeelte is,
dat geen waterleiding bezit.
De VOORZITTER merkt op, dat het provinciaal
bedrijf maakt dat het rendabel is. Z. E. A. heelt
hierbij aan het electrisch en het gasbedrijf, waarbij
ook degenen die aansluiting wenschen, hieraan heb
ben bij te dragen. Spr. vreest echter, dat aansluiting
van niet- rendabele gedeelten een verhooging voor
andere gebruikers tengevolge zal hebben.
De heer GROEN zegt, dat het hier gaat om het
platte land en wil geen stemming uitlokken.
Overeenkomstig het voorstel van B. en W. wordt
besloten.
Van het gemeentebestuur van Wehl is ingeko
men een verzoek om adhaesie te betuigen aan de
actie om te komen tot instelling van een ministerie
van Landbouw.
Voorgesteld wordt dit schrijven voor kennisgeving
aan te nemen.
Aldus wordt besloten.
Aan den heer J. du Burck, onderwijzer aan de o.l.
school, wordt op diens verzoek eervol ontslag ver
leend wegens zijn benoeming als leeraar aan de
Rijkskweekschool te Zierikzee.
Van de commissie van den Vleeschkeuringsdienst
is ingekomen een schrijven houdende de mededee-
ling, dat in de kringvergadering "besloten is, een
afwachtende houding aan te nemen inzake de aan
sluiting bij de verwerkingsinrichting te Barsinger-
horn.
De meerderheid van B. en W. stelt voor hiermede
accoord te gaan.
Wethouder J. DU BURCK in deze de minderheid
zegt inlichtingen te hebben ingewonnen bij den se
cretaris der verwerkingsinrichting te Schagen en is
het spreker gebleken, dat het voor de gemeente Zd.
Scharwoude niet mogelijk is zich zelfstandig daarbij
aan te sluiten, zoodat zijn standpunt vervalt.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel beslo
ten.
In verband hiermede deelt de VOORZITTER mede,
dat een schrijven in denzelfden geest als waartoe
de raad heeft besloten is ingekomen van de vereen,
van Ned. Gemeenten.
De VOORZITTER deelt mede, dat het Provinciaal
bestuur niet accoord is kunnen gaan inzake de re
geling der begrafenisrechten door Ged. bepaald op
40 gulden. Genoemd bestuur achtte 20 of 25 gulden
voldoende en is het voor Ged. Staten aanleiding ge
weest, deze regeling in dien geest te wijzigen.
Ingekomen is een adres van de R. K. Transport-
arbeidersvereeniging St. Bonifacius, om een steun
regeling te treffen voor de transportarbeiders.
De VOORZITTER merkt op dat het aantal dezer
arbeiders in de gemeente te gering is daar er niet
meer dan vijf of zes hier woonachtig zijn, die hun
werkzaamheden verrichten te Broek op Langendijk
of Noordscharwoude,
B. en W. stellen voor geen steunregeling voor
hen in het leven te roepen doch als zij vallen onder
de steunregeling van beide genomde gemeenten dat
de gemeente Zuidscharwoude die bedragen zal resti
tueeren.
Besloten wordt B. en W. hiertoe te machtigen.
Adres van de gezamenlijke moderne, R. K.,
Christelijke en Federatieve werknemersor
ganisaties, aan den Langendijk, houdende
verzoek de vaststelling van een steunrege
ling voor georganiseerde werklooze arbeiders
of het verschaffen van productief werk.
De voorzitter deelt mede, dat men in het college
van B. en W. zeer verbaasd was, dat men zich niet
eerst heeft overtuigd van de bestaande regeling,
daar hier reeds jaren een werkverschaffing is. Waar
hier reeds maatregelen getroffen zijn acht spr. een
dergelijk verzoek zeer ondankbaar tegenover den
raad.
Voorgesteld wordt het verzoek voor kennisgeving
aan te nemen.
De heer GROEN drukt er zijn verwondering over
uit, dat er den laatsten tijd niet aan de sloot is
gewerkt. B. en W. hebben hun toevlucht niet ge
nomen tot de bestaande werkverschaffing, wat be
treft het dempen doch wel tot het slikken.
De VOORZITTER merkt op, dat in de eerste plaats
de menschen hebben kunnen slikken. Allereerst om
dat hiermede het mes aan twee kanten snijdt,
omdat niet alleen de werkloozen hiermede zijn ge
holpen maar ook omdat de tuinbouwers tegen een
zeer matigen prijs mest voor hun land krijgen.
Het dempen van de sloot is geen noodzakelijkheid
Wel kan spr. mededeelen, dat het aantal personen
bij het baggeren zoo groot is geworden, dat door B.
en W. is besloten met a.s. Maandag met het dempen
te beginnen.
De heer KROON zegt, dat het slikken in het
voordeel is van slechts dat gedeelte der tuinbouwers
die de slik nog kunnen betalen.
De VOORZITTER antwoordt hierop dat men ook
naar de toekomst moet zien. De bedoeling is, dat
de werkloozen arbeid kunnen verrichten, met als
gunstig gevolg voor de tuinbouwers.
De heer GROEN zegt, dat het slikken geen groote
finantieele offers vraagt. Echter is door den raad
besloten de sloot te dempen. Nu is ieder jaargetijde
hier niet voor geschikt, zooals bijv. de zomermaan
den. Spr. acht het ook niet juist, om nu voor dubbe
le kosten te komen door het slikken en het dempen
terwijl thans de prijzen der kunstmest 2eer laag
zijn. Nu spr. het toch over de sloot heeft wenscht
spr. op te merken, dat het pad zoo goed als onbe
gaanbaar is en.geeft aan B. en W. in overweging
de daarlangs gelegen greppel te laten uitdiepen
en een dwarsgreppel te doen aanleggen. Intusschen
heeft spr. met dankbaarheid vernomen dat de sloot
zal worden gedempt. Spr. is van meening, dat aan'
de regeering steun kan worden gevraagd voor dezé
werkverschaffing wijl deze ook verleend is aan de
gemeente Grootebroek en wel voor hetzelfde object.
De VOORZITTER meenende dat door den vorigen
spreker de naam Hensbroek is genoemd, merkt op,
dat daar wordt betaald 24 cent per uur. en gaat de
minister uit van de loonstandaard die daar geldende
is.
Hierna wordt het voorstel van B. en W. aangeno
men.
Ingekomen is een verzoek van den landarbeiders-
bond om een voorschot van f 100.te mogen om
vangen ten behoeve van een directe uitbetaling aan
arbeiders, die anders zes dagen moeten wachten,
alvorens zij uitkeering ontvangen. Het bedrag zal
zoodra dit is ontvangen van den bond, worden
teruggestort.
Voorgesteld wordt het adres voor kennisgeving
aan te nemen, omdat men zich op de eerste plaats
kan wenden tot de boerenleenbank daar de gemeen
te toch geen geldschieter is.
De heer DU BURCK is er voor om alsnog een mid
del te zoeken om het gevraagde toe te staan.
De heer DIJKHUIZEN meent, dat men zich toch
voor dit geval kan wenden tot het crisis-comité.
De VOORZITTER is van meening, dat het toch
wel niet de bedoeling van het crisis-comité zal zijn
om leeningen te sluiten.
Wet houder BEKKER acht het niet noodig dat de
menschen moeten gaan stempelen omdat zij eerst
daags aan het werk kunnen.
De VOORZITTER voegt hier nog aan toe dat'ieder
werklooze verplicht is zich aan te melden.
Overeenkomstig het voorstel wordt besloten.
Nog is ingekomen een verzoek om steun te ver-
leenen aan de tuinbouwers.
De VOORZITTER deelt mede, dat de meerderheid
van B. en W. gunstig wenscht te beschikken en de
minderheid afwijzend.
Wet houder BEKKER is voor steun, omdat men
alle dagen de narigheid aan de veiling kan zien.
Spr. wil den steun verleenen echter onder voorwaar
de deze te doen beëindigen zoodra de regeeringssteun
komt.
De heer DU BURCK zegt, dat wie het intersieke
van de huisgezinnen der tuinbouwers meemaakt,
overtuigd is van den zeer ellendigen toestand. Spr.
acht het overbodig cijfers te noemen der slechte
opbrengsten der producten daar deze binnenkort
wel door de veilingen zullen worden bekend gemaakt.
Voorts memoreert spr. hoe in vele gemeenten reeds
is ingevoerd wat hier wordt gevraagd. Er dient re
kening gehouden te worden dat de gemeente een
groot gezin is en dat alles in het werk moet worden
gesteld om dit gezin te steunen, en is er dus alles
voor om het verzoek in te willigen. Spr. wijst erop,
hoe de reserves der gemeenten gekweekt zijn door
dezelfde bouwers die nu steun vragen. Waar de toe
stand zoo allebedroevendst is is er alle reden voor
om de steunregeling, die enkele weken geleden is
stop gezet weer in te voeren en moeten wij op
komen voor de belangen der tuinders.
Volgens spr. is de gemeente nog in staat om steun
te verleenen en wil spr. voortgaan met de steunver
lening totdat de rijksregeling is ingevoerd.
De VOORZITTER merkt op, dat als minderheid
men zou kunnen aannemen, dat spr. den toestand
niet geheel voelt. Niets is echter minder waar en
voelt spr. zelfs zeer sterk den toestand aan. Het
resumé is anders, en dat is, dat ook de plicht be
staat om ook andere zaken te bekijken. De raad
heeft drie duizend gulden uitgetrokken welk be
drag toereikend was tot 1 Januari, Toen is reeds
gezegd, dat er precedenten geschept konden worden
ten opzichte van anderen. Spr. zou daarom de za
ken eens willen omdraaien en wel dat als midden
standers, kooplieden en schippers in dezelfde om
standigheden zouden verkeeren zij dan ook konden
aankloppen bij de tuinbouwers. De toestand voor
alle bedrijven is zoo ernstig, echter is de raad zoo
voorzichtig om een grens te trekken.
Hierna geeft Z. E. A. een toelichting waarvoor
wij naar het verslag van den raad van Noordschar
woude verwijzen.
Spr. acht zich verplicht op de gemeentefinantien
te moeten wijzen wat betreft de voorschotten, waar
voor de gemeente voor 30 procent garant is, staan
wij voor het feit, dat er velen zullen zijn die de
gelden niet kunnen terugbetalen en zal de gemeen
te dit dus moeten doen. Reeds eerder heeft spreker
voorspeld dat het geld toch ergens vandaan moet
komen en zal dit een belastingverhooging welke
aanzienlijk zal zijn, tengevolge kunnen hebben, waar
door Zuidscharwoude voor velen onbewoonbaar zal
worden gemaakt.
Met cijfers toont Z. E. A aan dat vele opbreng-;
sten veel geringer zijn, en somt de bedragen op,
die reeds zijn aangewend voor werkverschaffing.
De heer MULLER werpt een terugblik op de tot
standkoming der steunregeling waarvoor vergeefs
bij de regeering is aangeklopt om subsidie.
Bij de stopzetting komt weer dezelfde drang naar
voren om steun, daar de tijden nu nog slechter en
kritieker zijn. Thans wordt een offer gevraagd van
alle gemeentenaren Echter zal de gedachte bestaan
dat ook de vakmenschen zullen zeggen, dat zij
het ook slecht hebben en is het niet denkbeeldig dat
ook zij zullen komen en kunnen zij niet voor den
neus worden gestooten. Spr. gaat daarom mee met
de minderheid.
De VOORZITTER merkt nog op, dat als er voor de
gemeente 50000 gulden noodig is, men zich er re
kenschap van moet geven, dat de gemeente dan voor
een bedrag van 15000 gulden garant moet zijn. en
gaat het niet aan om hierop later te besnoeien.
De heer GROEN zegt, dat over het algemeen ge
sproken steunregeling goed is, Treurig is het, dat
het aantal bouwers om steun steeds grooter wordt.
Daarom zal de regeering haar standpunt moeten her
zien. Rijkssteun kan worden verkregen, als men ziet
naar Koedijk. De grondslag zal te dien opzichte moe
ten vervallen, nl. loon. De rijkssteun heeft volgens
spr. een andere kern.
Als de credieten eerder waren gekomen zouden
zij zijn aangewend voor "de nooddruft in de gezin
nen. Komen zij nu dan zullen zij zijn voor de in
standhouding van de bedrijven in het nieuwe jaar.
Mocht de raad echter besluiten de steunregeling
weer in te voeren dan zou spr. deze alleen willen
doen gelden voor de allernoodlijdendste. om tegen
over de gemeentefinantien verantwoord te zijn. Spr.
kan voor deze regeling zijn, mits deze in beperkte
mate doorgaat.
De Jjeer DIJKHUIZEN zegt dat het een moeilijk
geval is. Als dit het laatste slechte jaar zou zijn,
dan kon wel doorgegaan worden met steun, maar
als het zoo door moet gaan, dan wordt de geheele
reserve weggewerkt.
Daarom is er alles voor om niet met de steun
regeling door te gaan doch thans het besluit te ne
men dat wat door de regeering wordt gevraagd toe te
staan.
De VOORZITTER acht dit laatste zeer onvoorzich
tig daar de gemeente het niet kan betalen.
De heer GROEN acht het wenschelijk, dat er een
gezamenlijke actie op touw wordt gezet om mildere
bepalingen te verkrijgen.
De VOORZITTER verwacht hiervan zeer weinig,
met het oog op hetgeen den laatsten tijd in de
verschillende gemeenteraden is behandeld.
Voorts deelt Z.E.A. mede dat eenigen tijd geleden
een verzoek is ingekomen van den burgemeester van
Sint Maarten, waarin verzocht werd, deel te nemen
aan een gemeenschappelijke vergadering. Z. E. A.
heeft hierin toegestemd doch heeft tot heden hier
van niets meer vernomen.
De heer KROON kan meegaan met de vorige spr.
doch stelt de vraag hoe het staat met het werk van
het crisis-comité.
De VOORZITTER maakt van deze gelegenheid ge
bruik om niet alleen het crisis-comité maar ook
vele ingezetenen openlijk (jank te brengen. Er is
mild geofferd.
Voorts merkt spreker op, dat het de bedoeling is,
dat alle crisis-slachtoffers wie ook, voor verarming
worden bewaard.
De heer KRAMER sluit zich bij den voorzitter aan
en merkt tevens op dat men niet moet vergeten,
dat velen verplicht zijn om de kool eerder te ver
knopen, om wat geld te kunnen ontvangen.
Toch zijn er nog velen, die nog een inkomen kun
nen verwachten, daar zij de kool hebben opgeslagen
ln dit geval is de gemeenschap toch zeker de aller
laatste, om die te steunen.
Het is wel eens goed wanneer er weer eens wat
wordt opgeruimd en geldt het ais een zuiver zakelij
ke kwestie tusschen de vorige steunregeling en die
nu wordt gevraagd. Voor veie gemeenten is het in
de huidige omstandigheden onmogelijk om steun
lo verleenen. Het is dikwijls zeer moei lijn maar er
wordt ook overdreven. Zoo weet spreker een geval
dat. iemand de eene dag steun ontving en den an
deren dag een briefje van honderd wisselde.
Spreker noemt het een schar.daal, dat iemand
sreun krijgt, terwijl hij nog 50J0 duizend gulden op
ce spaarbank heeft. De commissie treft in dezen
gom verwijt maar wel die pcasonen die een
moes accepteeren. Spr. weet hiervoor geen »oorcien
te vinden.
De VOORZITTER noemt het opliichcterij
De heer KRAMER hoopt, dat als de steunregeling er
komt het eergevoel zoo groot is, dat zij, die het niet
noodig hebben den steun zullen afwijzen.
Gezien echter wat de gemeente alreeds heeft ge
daan is het onmogelijk om zoo door te gaan. Voorts
wijst spr. op het zeer speculatieve bedrijf van zeei
vele bouwers, Er dient rekening gehouden te worden
met den tijd en dient men de bakens tijdig te ver
zetten en gaat het niet aan om de gemeenschap
maar te laten betalen. Dan wijst spr. er nog op, dat
de organisaties zelve niets gedaan hebben en geen
reserves hebben gevormd, waardoor zij zich zei ven
langen tijd hadden kunnen helpen.
De heer KROON geeft toe dan in land- en tuinö.
geen reservekassen zijn gemaakt, maar, zoo merkt
spr. op, vergeet de heer Kramer, dat de sociale las
ten aan de tuinbouwers zijn opgelegd.
Wethouder DU BURCK is van meening dat de
meerderheid van B. en W. het zal verliezen. Eshter
heeft zij het voorstel gedaan gedwongen door den
nood.
Er is het eerst gezien naar de onmiddellijke be
hoefte.
Spreker zegt dat de heer Kramer een goedkoope
bewering op touw heeft gezet door te zeggen, dat
zij zichzelven zoo lang hadden kunnen redden. Al
heeft men voorraad, dan zal de eindrekening toch
uitwijzen dat er verlies zal zijn, doch al is er winst,
dan zal steun toch nog noodig zijn, want het moet
toch zoo zijn dat men er van leven kan. Spreker
wil daarom het gevoel meer laten spreken en durft
te bewijzen, dat Zuidscharwoude steun kan ver
leenen. Ook al zal dit voor voortdurend zijn. Voorts
becritiseert spreker de vorige sprekers, en merkt op
dat men niet de individueele gevallen nemen moet
als basis voor de afwijzende beschikking. Spr. durft
zelfs met al hetgeen wat is aangevoerd hetgeen de
gemeente moet betalen, het toch er wel op te wagen.
De heer GROEN stelt voor een bedrag van 1000
gulden voor de eerste zes weken uit te trekken doch
uitsluitend voor de allernoodlijdendste bouwers.
Spreker doet het voorstel omdat de middelen van
het crisis-comité niet van dien aard zijn, daar ve-