Brief uit het Buitenland
Uit den Omtrek
Rechtszaken
BERLIJN IN HET TEEKEN
VAN DE OPRUIMING.
De inventaris-uitverkoop viert hoogtij.
(door onze Correspondente.)
Onze nakomelingen zullen in de geschiedenisboe
ken van hun tijd kunnen lezen van de vierde nood
verordening in het jaar 1931. En als deze geschie
denisboeken door scherpzinnige historici geschreven
zijn, zal men er niet alleen de droge feiten in vinden
maar zal er tevens duidelijk in uitkomen, hoezeer
iedereen doordrongen is van de politieke binnen-
en buitenlandsche gebeurtenissen, hoe zeer dit besef
van de ernst van den toestand in alle lagen der
bevolking bestaat, h.oe men in bioscopen en thea
ters, ja, zelfs op de, straten de gevolgen er van kan
aanschouwen.
De aanblik van de straten is op zich zelf reeds
een boek voor den scherpen waarnemer. Iedere ge
beurtenis weerspiegelt zich daarin. Aanplakbiljet
ten en reclameplakkaten kunnen even gewichtige
documenten zijn, als de diplomatieke papieren, en
hetgeen de marktkooplieden en straathandelaren roe
pen, of hethgeen er in de etalages geschreven staat
is even opmerkelijk als de lange statistische berich
ten in de couranten.
Berlijn ziet er bont uit in deze dagen van span-
ring; tot zelfs in de fijnste wijken voelt men de on
rust aan. Van boven tot beneden zijn de muren met
felgekleurde papieren bedekt. Zelden heeft men
drukwerk zoo zien spreken, als thans hier heht geval
is. Dwars over de ruiten van de zaken zijn zij geplakt
rood, groen, geel en blauw, de meest barbaarsché
tinten. De afschuwelijkste combinaties zijn uitgevon
den om toch maar in het oog te vallen,, want ver
kocht moet er worden, „tot iederen prijs,."
Inventaris-uitverkoop! Het devies is, zooals een
groote zaak in kunstvoorwerpen bronsfiguren, schil
derijen en marmer in groote letters op beide ven
sters vermeldt: „Alles moet wegvoor eiken
prijs."!
Om dit te bereiken hebben de kooplieden alle mid
delen te baat genomen. Waarschijnlijk hebben zij
den geheelen Zaterdagmiddag en Zondag heftig
zitten peinzen over pakkende slagzinnen en tee-
keningen, die moetne dienen, om de klantne te
dwingen hun laatste muntstukken uit de beurs te
kloppen en in waren o mte zetten. Slagzinnen en
teekeningen, die nog duidelijker, nog onbarmhartiger
verraden, welke enorme teleurstellingen zij zelf
reeds ondervonden hebben, welke verliezen zij leden
en nog lijden.
Het resultaat van al dit peinzen is onbeschrijflijk
interessant, is zoo verschillend in smaak, tempe
rament, zoo kleurig, zoo heftig, dat de geheele
stad wel in oproer lijkt te zijn. Een kleine wandeling
door de straten, langs de groote en kleine magazij
nen, zal ons verder in deze sfeer brengenook
al zijn onze zakken tamelijk leeg.
Er zijn er, die met verzen trachten te bereiken,
daar zij van meening zijn, dat woorden die rijmen,
de menschen nog het meest pakken.
Zoo'n jas kont u net van pas!
Deze hoed staat u nergens zoo goed.
Dit vest alleen bij Karl Rest.
Ook wel leest men: Halt! Niet verder! Eerst zien,
eerst u verwonderen over zooveel elegance, over
zulk een snit! En dan bij ons binnengaan en koo-
pen!Dit is nu wel geen proza, een nazaat
van Schiller en Goethe volkomen waardig, maar
tenslotte kan men van een meester-kleermaker, d'f
als liefhebberij het schrijven van slagzinnen-proza
beoefent, ook niet verwachten, dat hij volkomen in
gewijd is in de geheimenissen der literatuur.
„Zoo goedkoop koopt u nooit meer onze prijzen
zijn ongelooflijk laag." Dat is zoo ongeveer het re
frein van ieder opschrift. Maar halt! Welke dichter
lijke ziel heeft hier gewerkt: „Het oude gaat
het nieuwe komtook nieuwe prijzen!" Het
is een fabrikant van slaapkamerameublementen.
Wie had dat ooit gedacht. Hoewel, dat moeten wij
bekennen een vleugje romantiek bezitten in de
eerste paltas wel onze slaapkamerameublementen.
Velen speculeerenop het onverwoestbare geloof
aan sprookjes van velen onzer medemenschen. Reu-
zenplakaten bekleeden de muren van een waren
huis en roepen in geel en rood„Wonder boven won
der" en op den gevel van een bonthandel en gros
„Zelfs roodkapje zag nooit een schoonere pels dan
hier. De prijzen zijn bijna te mooi om waar te zijn.
Sommige zaken verwijzen in hun reclames zelfs naar
de politieke gebeurtenissen van den laatsten tijd.
Boven een winkel hangt een reuzebord, met de woor
den: „Bruning zegt 10 procent wij zeggen 20
procent" of ook wel: „Volgens noodverordening
50 procent prijsvermindering." Overal spookt de
ze noodverordening, overal spookt ook de nood. Een
peuterig klein winkeltje is bijna geheel schuilge
gaan achter een wapperend zeil, waarop geschil
derd staat: „Wij ruimen alles op tegen ieder aan
nemelijk bod.' Aan den overkant is een groote
schoenwinkel; ook daar gilt en brult het van den
gevel: „Voor bijna de helft van den prijs" maar
wat helpt het allemaal? Schuin daartegenover be
weert de concurrentie: „alles voor een vierde deel
der vroegere prijzen."
Neen, de concurrentie spaart elkkar niet, kan
kaar ook niet sparen, want het is een strijd met alle
middelen om eigen behoud. Maar iets voelen wij
toch wel, als een winkelpui ons tegenroept: „Koopt
hier of gezult berouw hebben."
De straat is als een spullebaas voor zijn circustent
brallend, scheeuwergi, vol valsche beweringen,
ij dele beloften. Zij ziet er in deze dagen niet erg
voornaam uit. Maar men heeft gelijk: tegenwoorlig
moet men in de eerste plaats op het lijfsbehoud
letten en in de laatste plaats naar schoonheid kij
ken.
Als men door de Brelijnsche straten loopt, krijgt
men den indurk dat de kooplieden zich wel door de
moeilijkheden weten heen te slaan. Lange menschen
massa's trekken langzaam aan de etalages voorbij,
maar zij blijven niet alleen voorbij loopen, en ver-
langend naar deze zoo ongelooflijk goedkoope heer-
lijkheden uitikijken, doch zij schijnen speciaal op
dezen dag gewacht te hebben, want de zaken loopen
alle vol, de verkoopers hebben handen te weinig,
om iedereen te helpen en op de gezichten van de
koopers leest men een zekere schuchtere voldaanheid
Zoo is het thans te Berlijn gesteld.
KOEDIJK.
Woensdagavond werd door de Tuinbouwvereeniging
„de West" te Koedijk, de algemeene Jaarvergadering
gehouden in de zaal van den heer Jb. Groot.
De heer W. Visser, voorzitter opent de vergadering
en schetste in het kort den toestand over het afge-
loopen jaar en dankt het gemeentebestuur voor de
verleende medewerking, waarna door den heer W.
Butter, secretaris, de notulen worden voorgelezen.
Hierna deelt de voorzitter mede, dat er hier goe
de gelegenheid bestaat om witvleezige aardappelen
te verbouwen, daar er in dezen handel nog goede
prijzen voor betaald worden, hierna een verzoek
van de af deeling Koedijk van arbeiders in het Land
Tuinbouw- en Zuivelbedrijf, om aan de veiling zelf
geen kool te lossen. (Dit werd door verschillende
afdeelingen gesteund.) maar dit door de transport
arbeiders te laten verrichten.
Dan komt in behanedling de rekening van den
penningmeester. De heer Joh. Blaauboer deelt mede
dat alles in orde is bevonden. De ontvangsten heb
ben bedragen f 1565.85 de uitgaven f1529.98. Na de
rekening wordt mededeeling gedaan van het Jaar
verslag, dat de West op het oogenblik 184 leden telt
en dat onder de ongunstige omstandigheden men
evengoed met moed begonnen was, maar overal
tegenslag kreeg. Ten eerste met de aardappelziekte,
ten tweede met de vroege koolopbrengst, die ook on
gunstig was en ten derde de regeeringshulp bleef
uit. Dit had tot gevolg het beleggen van vele ver
gaderingen. Er werd een woord van hulde gebracht
aan den burgemeester en aan den gemeenteraad en
aan het personeel ter gemeente-secretarie, voor de
vele werkzaamheden, en nog wacht men op hulp.
De secretaris werd dank gebracht voor zijn Jaar
verslag en had een applaus van de vergadering in
ontvangst te nemen.
Hierna volgt verkiezing van twee bestuursleden,
aftredend de heeren K. Stam en P. Geus. De heer K.
Stam werd herkozen en nieuw gekozen de heer G.
Klomp De heer C. Spaan werd herkozen als bestuurs
lid van het marktbestuur.
De heer Mulder zegt, dat het voorstel van Zuid-
scharwoude over de sociaal economische lasten bij
het rijk te brengen, thuis behoort bij den Neutralen
Bond en dergelijke vereenigingen en niet op de ver
gadering der L.G.C. De afgevaardigden zullen tarch
ten dit op de vergadering der L. G. C. niet te doen
bespreken.
Door den heer P. Zwetsman wordt voorgesteld de
betrekking van veilingleider met andere betrekkin
gen te cobineeren, uit een oogpunt van bezuiniging.
Door den voorzitter, en de heeren Mulder en Hart
wordt dit voorstel op verschillende wijze bespro
ken waarbij gewezen wordt op de belangrijkheid van
deze functie.
Bij meerderheid van stemmen wordt besloten dit
op den beschrijvingsbrief te brengen en dit op de
vergadering der L. G. C. te bespreken.
Dezelfde spreker acht het noodig, dat de samen
stelling der provinciale commissie gewijzigd wordt.
Spr. keurt de houding van de commissie tegenover
„de West' af. Hij acht het noodig in deze commissie
uitsluitend practische tuinders te benoemen.
De voorzitter zegt hierop dat men niet alles op
de Provinciale commissie schuiven kan en wijst op
de geringe medewerking van de regeering.
De heer Zwetsman wijst nog veder op de tekort
koming van de Provinciale commissie. Zij gevoelt
het niet zoo aan den lijve.
De voorzitter zegt, dat de voorzitter van de Prov.
Comm. uit den tuinbouw voortkomt, en veel invloed
heeft.
De heer Zwetsman wijst verder nog op de mini
mumprijzen en zou gaarne een fonds vormen om de
minimumprijzen uit te kunnen betalen.
De voorzitter zegt, dat er aan gewerkt wordt om
daarin verbetering te brengen.
Als afgevaardigden naar de vergadering van de
L. G. C. werden gekozen de heeren P. Zwetsman,
Jb. Otto, K. Stam, C. Prins, W. Butter, G Klomp,
M Mulder, P. Hart, P. Lammerschaag, Jb. Zwets
man, C. Beets en Jb. Boldewijn als plaatsvervan-
Rondvraag.
De Burgemeester dankt voor de tot hem gerichte
hartelijke woorden. Spr. geeft een korte uiteen
zetting van zijn opvatting terzake van de Rijks-
credietverleening. Spr, doet toezegging indezezoo-
veel mogelijk spoed te zullen betrachten en spreekt
de hoop uit, dat na deze credietverleening weer
normale tijden zullen aanbreken.
De voorzitter sluit hierna de vergadering en dankt
den Burgemeester voor diens tegenwoordigheid.
BROEK OP LANGENDIJK.
Op uitnoodiging der catechisanten was prof. Gros
heide van Amsterdam overgekomen, om door middel
van lichtbeelden weer te geven het ontstaan van
den Bijbel. Voor dit doel was welwillend de geref.
kerk afgestaan, welke geheel gevuld was met be
langstellenden.
Op duidelijke en interssante wijze werd vertoond,
hoe in de oudheid gedeelten werden bewaard op pa
pyrusrollen en later opgeschreven om toch maar iets
van den Bijbel in huis te hebben, terwijl weer latei-
door de ontwikkeling de Bijbel te duur werd om te
koopen, terwijl tenslotte de boekdrukkunst in staat
stelde den Bijbel in zijn geheel te drukken, welke
nu in verschillende talen over de geheele wereld
is verspreid, en van zulk een groote waarde is.
NOORDSCHARWOUDE.
ARRONDISSEMENTS-RECHTBANK
TE ALKMAAR.
De Privé-Secretaresse heden voor de 10e week in
Amsterdam geprolongeerd.
Wij willen thans nog met een enkel woord de aan
dacht vestigen op het. feit, dat nog slechts een paar
luttele uren ons scheiden van het vertoonen van de
Privé-Secretaresse, in „de Roode Leeuw' te Zuid-
scharwoude.
Wij werden hiertoe bewogen door het feit, dat
heden voor de tiende week deze uitmuntende rol
prent te Amsterdam voor de tiende week is gepro
longeerd in het Ryalto-theater.
Het moet al een heel mooie film zijn, wil zij voor
een paar weken worden geprolongeerd, maar dat
de Privé-Secretaresse thans voor de tiende week in
Amsterdam draait, en dat eenige malen per dag,
mag toch wel een bewijs zijn, dat hier iets bijzon
ders wordt gegeven.
En dat heeft deze filmb in hoofdzaak te danken
aan de fijne karakters die hierin worden uitgebeeld
Omdat zij van een prettige gezonde geest getuigt
Omdat hierin kostelijke humor wordt ten toon ge
spreid.
Het mag de grootste amusementsfilm van de
laatste jaren worden genoemd een Greenbaum
Filma product onder regie van den vermaarden
Wilhelm Thiele, den regisseur o.a. ook van „Liebes-
Walzer."
In deze film wordt men meegesleept door het wel
verzorgde en beschaafd geaccentueerde spel van de
Berlijnsche actrice Renate Müller, het uitmuntende
spel van Hermann Thimig van het Rheihardt The
ater en men amuseere zich met de kostelijke grap
pen van den besten komiek van de Berliner Bühne
Felix Bressart.
De muziek werd vervaardigd door Paul Abraham
i den componist van de oprette „Viktoria und Ihr
Op geweldige wijze is in dit filmwerk gebruik ge
maakt van muzikale effecten,
i Enna afloop zal men niet anders zingen dan „Ich
bin ja heut' so glücklich.'
Nogmaals „de Privé-Secretaresse" is ongetwijfeld
de schlager van het seizoen, een film die men gaar
ne twee maal ziet.
Nieuwstijdingen
Plaatselijk
Nieuws
BROEK OP LANGENDIJK.
Woensdagavond jl. werd in de ger. kerk een ge
combineerde vergadering met begunstigers (sters) ge
houden door de Jonge Meisjes- en Jongelingsvereeni
gingen op gereformeerden grondslag.
Ds. Donner opende met psalmgezang, en gebed,
riep een welkom toe aan de talrijke aanwezigen,
waarna volgde de jaarverslagen en het overbrengen
der groeten van de afgevaardigden der verschillen
de zusterverenigingen ter plaatse en in den omtrek
Door twee leden werd een Bijbelsch en maatschap
pelijk onderwerp behandeld, waarop een aangename
gedachtenwisseling volgde.
Eenige voordrachten werden gehouden ernst en
luim, terwijl door een gemengd koor, gevormd uit
de leden der vereeniging, enkele liederen, zeer mooi
ten gehoore werden gebracht.
Vermelding verdient nog, dat verschillende hoofd
figuren van den bond op het witte doek werden
gebracht welke met applaus werden begroet, terwijl
bij tijd en wijle chocolade werd geschonken en koek
gepresenteerd.
Te ruim een uur werd deze geanimeerde bijeen
komst op de gebruikelijke wijze gesloten.
EEN BLOEMBOLLENDRAMA.
Zooals het zich soms afspeelt.
Het „Zeeuwsche Landbouwblad" geeft het vol
gende verhaal, hetwelk wij zonder commentaar
overnemen:
I. Marktdag te Goes.
Een als heer gekleed persoon, zich noemende ver
tegenwoordiger van een firma, die we zullen aan
duiden met X., bloembollenhandelaar uit „Bollen
land", spreekt een eenvoudig keuterboertje aan, over
de slechte tijden en de schitterende resultaten van
het bollenbedrijf, over verstandige menschene die
in dezen crisistijd iets nieuws beginnen, over de ge
steldheid van den grond, over groote winsten.
(Keuterboertje hapt niet toe, wil er nog wel
eens over denken).
n. In de woning van keuterboertje.
De vertegenwoordiger komt nogmaals praten over
de bollenteelt. Onder vier oogen worden de voor
spiegelingen mooier. Het geld is als het ware maar
uit den grond te halen; teelten op Zeeuwschen grond
zijn schitterend, vooral tulpen. Groote verdiensten,
weinig arbeid, geen kennis is vereischte, winsten van
f 10 a f 12 per roe, nog nooit in akkerbouw vertoond.
Ieder verstandig mensch zou er van watertanden,
doch het is maar aan enkelen, die wat durf hebben,
gegeven
Keuterboertje weifelt, hij wil geen contract tee
kenen
Er komt een nieuw voorstel, n.l. om voor geza-
melijke rekening bollen te telen. De boer moet de
bollen koopen, doch pacht en arbeidsloon kunnen
in mindering gebracht worden van de resultaten.
De bollen kosten f 40 a f 45 per H. L., hierop kan
direct halve pacht en half arbeidsloon in mindering
komen en bij afname der bollen het restant. Een
contract is niet noodig, of hij de bollen mag notee-
ren.
Keuterboertje hapt toe, er is geen contract, er
behoeft direct niet betaald te worden, 't Is een
royale behandeling.
III. De bollen komen, worden geplant en eenige
maanden later komt er een accept, om te teekenen.
Het betreft de bollen, koopsom f300. Keuterboertje
teekent. Op dit bedrag kan immers de halve pacht
en half arbeidsloon in mindering worden gebracht!
IV. Een groote bankinstelling dringt aan op be
taling van het accept van f 300! Keuterboertje wei
gert; hij is geen f300 schuldig aan de bank noch
aan de firma. Er komt weer een aandrang. Weer
weigering.
De bollen staan in de schuur. Keuterboertje biedt
ze aan af te leveren. Antwoord van de firma: Deze
bollen hebben geen waarde, nu ze nog niet ge
plant zijn (werden vorig jaar op denzelfden tijd
aan f40 a f45 per H.L. berekend).
De bank houdt aan, dreigt. Keuterboertje zegt het
bedrag niet schuldig te zijn.
V. Keuterboertje heeft geteekend, de wet wordt
toegepast en we lezen in de dagbladen: Failliet ver
klaardKeuterboertje!
En nog zegt Keuterboertje, dat hij geen f300
schuldig is. Immers hij mocht halve pacht en half
arbeidsloon in mindering brengen. Hij ziet in de
bank toch altijd nog maar die Firma
Ziehier een drama, zooals zich soms afspeelt! Laat
iedereen, die in bloembollen willen gaan doen, toch
eerst deugdelijke inlichtingen inwinnen en voor
zichtig zijn!
Meervoudige Strafkamer.
Zitting van Dinsdag 19 Januari.
Uitspraken vorige zitting.
Jacob W. Helder, hooger beroep vonnis ovértr.
art. 22 motor- en rijwielwet, f 100 boete of 50 dagen
en 3 maanden ontzegging rijbevoegdheid. Wil
lem Sm. Alkmaar .gedetineerd, verduistering, 9maan
den gevangenisstraf. Verdachte deed afstand.
Arie H. Helder, gedetineerd, misdr. art. 247, ontslagen
van rechtsvervolging en geplaatst in een krankzin
nigengesticht voor den tijd van een jaar. Pieter
VI. Tesel, wederspannigheid. Corn. Br. Helder,
ambtsbelemmering, f 50 boete of 50 dagen. Corn.
B. Koedijk misdr. art. 247, 6 maanden gev voorwaar
delijk met 3 proefjaren.
NIEUWE ZAKEN.
Nachtelijk stroopersdrama in de duinen van
Binnen.
In den nacht van 20 op 21 Augustus hielden eenige
jachtliefhebbers zonder jachtvergunning zich on
ledig met het stroopen op hazen of konijnen, alles
was welkom, in de duinen van den heer van Vliet
te Egmond Binnen, zulks met behulp van een bran
dende carbidlantaarn, de moderne lichtbak. Deze
bedrijvigheid in Hollands blonde duinen werd alras
opgemerkt door eenige jachtopzieners, waaronder
ook de heer D. J. Koelewijn en overeenkomstig hun
plicht haastten Koelewijn en zijn collega zich om
te trachten aan deze strooperij een einde te ma
ken. De botsing tusschen de wildstroopers en jacht
opzieners is gewoonlijk niet zoetsappig en kunnen er
rake klappen vallen tusschen de mannen, die ver
schillende belangen hebben, worden uitgedeeld. Ook
hier bleef een gewelddadig samentreffen niet uit en
raakte Koelewijn in een heftige worsteling met een
der lichtbakliefhebbers. Gedurende dit bakkelijen
kreeg de strooper gelegenheid den jachtopziener een
slag toe te dienen met de carbidlantaarn en een
stok, waarop hij wist te ontkomen, den overwon
nen jachtopziener bloedend verwond achterlatend.
Het eenige wat van zijn tegenowordigheid ter plaat
se blijk gaf, was een achtergelaten pet. De jachtop
ziener vermeende echter in zijn tegenstander den 27
jarigen vischer Jan D. uit Egmond aan Zee te
hebben herkend en deze stond thans dan ook als
verdacht van mishandeling terecht, doch hij ont
kende deze telasteleggingen en beweerde dat de be
doelde pet. ter zitting aanwezig en die hem, om
de waarheid hulde te doen, wel wat krap was, toe
behoorde aan zijn broeder Cornelis.
Het bleek echter dat verdachte zijn heldendaden
in de duinen zelf had uitgebazuind voor zekeren hr.
C. Apeldoorn, die heden echter helaas niet ter zit
ting aanwezig was.
Bovendien was Jan D.'s aangezicht gewond, als
gevolg van de worsteling en op het gelaat van broe
der Cornelis was niets van dien aard waar te
nemen.
Deze broeder verscheen nu ook als getuige, doch
had geen lust een eed af te leggen, een formaliteit,
die hem vermoedelijk wat riscant voorkwam, Op
zijn verklaringen werd alsnu door de rechtbank geen
prijs gesteld.
De weduwe Smit, in wier woning Jan D. beweerde
dien nacht te hebben doorgebracht in gezelschap
van haar zoon A. Smit, kwalificeerde dit als een
leugen. Wel was Jan den volgenden morgen bij
haar geweest en had toen een wondje aan het hoofd
terwijl Jan haar ook mededeelde, dat hij met Koe
lewijn in de duinen aan het bakkeleien was geweest.
Hoewel Cornelis D. niet als getuige werd gehoord
mocht hij wel de pet opzetten en werd hem dit
hoofddeksel zelf opgepast door den president. De
heer C. Apeldoorn, inmiddels uit Rotterdam gearri
veerd en zwager van verdache, had dien nacht
ook deel uitgemaakt van het gezelschap met den
lichtbak. Hij zag echter in het duin ook andere
lichtschijnsels, zoodat hij het maar veiliger achtte
het hazenpad te kiezen, liever dan door een jachtop
ziener bij de kladden gepakt te worden.
Aan dezen zwager had Jan dan later in extenso
verhaald, dat hij met Koelewijn in conflict was ge
komen. Volgens dialoog van verdachte stond ook
zijn zwager te liegen.
De heer officier memoreerde het stroopersincident
in de duinen en deed uitkomen, dat het hier niet
Kees, doch Jan D. was geweest. Aanvankelijk werd
Cornelis verdacht, doch later bleek meer duidelijk
dat aan Jan de twijfelachtige eer toekwam, zooals
de officier, hoewel met moeite sprekende, meer uit
voerig aantoonde, Tenslotte gaf de officier te ken
nen, dat het stroopen vooral in de tegenwoordige
omstandigheden hem niet zoo vreeselijk voorkwam,
doch het gewelddadig optreden den jachtopziener
kon spreker niet door de vingers zien en terzake
dit ernstig feit vorderde de offcier 2 maanden ge
vangenisstraf.
De autobestuurder die geen schuld voelde.
De 25-jarige heer Joh. Mart. F., wonende Kerk
steeg te Hoorn, had volgens het oordeel van den
kantonrechter te Hoorn op 4 October met zijn mo
torrijtuig een aanrijding veroorzaakt op den Wa-
lingsdijk nabij Ursem, bestuurd door een waschfa-
brikant uit Alkmaar, den heer Veer. Naar de be
scheiden meening van den veroordeelde wat dit ver
oordeelend vonnis echter niet juist en trof hem
geen schuld, zoodat hij alle reden meende te hebben
in hooger beroep te komen. Als gevolg van deze
handeling werden we dan heden weer eens onthaald
op een uiteraard zeer vervelend hooger beroepzaak-
je, ontleend aan de motor- en rijwielwet.
De appellant beweerde dat niet hij, doch de heer
Veer de schuld droeg van deze aanrijding. Deze heer
had in de verte de lichten van een naderenden auto
en had uit voorzorg rechts van den weg gestopt en
de remmen vastgezet. Niettegenstaande dezen maat
regel werd zijn wagen toch aangereden. Voorts had
hij zijn lichten gedempt. De rechtsche wielen ston
den tegen den weg.berm aan, dus was er ruimte
genoeg om te passeeren. De aanrijding veroorzaakte
een linkerbandbarst.
Volgens verdachte stond Veer met zijn wagen niet
rech doch scheef op den weg.
Na de aanrijding bleek de radiateur van den door
apellant bestuurden wagen beschadigd en liep het
water er uit.
Als getuigen werden gehoord echtgenoote en doch
ter van den heer Veer, welke verklaringen overeen
komstig de getuigenis van het hoofd des gezins wa
ren. Voorts werden nog gehoord een drietal leden
der familie Verduin, vischhandel uit Hoorn, die zich
bevonden in dgn door apellant bestuurden auto.
Volgens waarneming van den vischkoopman Ver
duin, stond de kar van Veer niet scheef, maar wel
de voorwielen gedraaid.
De verklaringen des heeren Verduin kwamen niet
overeen met betrekking tot het inmengen van po
litie in de zaak en de schaderegeling. Veer kon
geen veldwachter vinden en toen zou worden be
sloten geen aangifte te doen en de verzekering de
schade te doen regelen.