Brief uit het Buitenland Uit den Omtrek Rechtszaken BERLIJN IN HET TEEKEN VAN DE OPRUIMING. De inventaris-uitverkoop viert hoogtij. (door onze Correspondente.) Onze nakomelingen zullen in de geschiedenisboe ken van hun tijd kunnen lezen van de vierde nood verordening in het jaar 1931. En als deze geschie denisboeken door scherpzinnige historici geschreven zijn, zal men er niet alleen de droge feiten in vinden maar zal er tevens duidelijk in uitkomen, hoezeer iedereen doordrongen is van de politieke binnen- en buitenlandsche gebeurtenissen, hoe zeer dit besef van de ernst van den toestand in alle lagen der bevolking bestaat, h.oe men in bioscopen en thea ters, ja, zelfs op de, straten de gevolgen er van kan aanschouwen. De aanblik van de straten is op zich zelf reeds een boek voor den scherpen waarnemer. Iedere ge beurtenis weerspiegelt zich daarin. Aanplakbiljet ten en reclameplakkaten kunnen even gewichtige documenten zijn, als de diplomatieke papieren, en hetgeen de marktkooplieden en straathandelaren roe pen, of hethgeen er in de etalages geschreven staat is even opmerkelijk als de lange statistische berich ten in de couranten. Berlijn ziet er bont uit in deze dagen van span- ring; tot zelfs in de fijnste wijken voelt men de on rust aan. Van boven tot beneden zijn de muren met felgekleurde papieren bedekt. Zelden heeft men drukwerk zoo zien spreken, als thans hier heht geval is. Dwars over de ruiten van de zaken zijn zij geplakt rood, groen, geel en blauw, de meest barbaarsché tinten. De afschuwelijkste combinaties zijn uitgevon den om toch maar in het oog te vallen,, want ver kocht moet er worden, „tot iederen prijs,." Inventaris-uitverkoop! Het devies is, zooals een groote zaak in kunstvoorwerpen bronsfiguren, schil derijen en marmer in groote letters op beide ven sters vermeldt: „Alles moet wegvoor eiken prijs."! Om dit te bereiken hebben de kooplieden alle mid delen te baat genomen. Waarschijnlijk hebben zij den geheelen Zaterdagmiddag en Zondag heftig zitten peinzen over pakkende slagzinnen en tee- keningen, die moetne dienen, om de klantne te dwingen hun laatste muntstukken uit de beurs te kloppen en in waren o mte zetten. Slagzinnen en teekeningen, die nog duidelijker, nog onbarmhartiger verraden, welke enorme teleurstellingen zij zelf reeds ondervonden hebben, welke verliezen zij leden en nog lijden. Het resultaat van al dit peinzen is onbeschrijflijk interessant, is zoo verschillend in smaak, tempe rament, zoo kleurig, zoo heftig, dat de geheele stad wel in oproer lijkt te zijn. Een kleine wandeling door de straten, langs de groote en kleine magazij nen, zal ons verder in deze sfeer brengenook al zijn onze zakken tamelijk leeg. Er zijn er, die met verzen trachten te bereiken, daar zij van meening zijn, dat woorden die rijmen, de menschen nog het meest pakken. Zoo'n jas kont u net van pas! Deze hoed staat u nergens zoo goed. Dit vest alleen bij Karl Rest. Ook wel leest men: Halt! Niet verder! Eerst zien, eerst u verwonderen over zooveel elegance, over zulk een snit! En dan bij ons binnengaan en koo- pen!Dit is nu wel geen proza, een nazaat van Schiller en Goethe volkomen waardig, maar tenslotte kan men van een meester-kleermaker, d'f als liefhebberij het schrijven van slagzinnen-proza beoefent, ook niet verwachten, dat hij volkomen in gewijd is in de geheimenissen der literatuur. „Zoo goedkoop koopt u nooit meer onze prijzen zijn ongelooflijk laag." Dat is zoo ongeveer het re frein van ieder opschrift. Maar halt! Welke dichter lijke ziel heeft hier gewerkt: „Het oude gaat het nieuwe komtook nieuwe prijzen!" Het is een fabrikant van slaapkamerameublementen. Wie had dat ooit gedacht. Hoewel, dat moeten wij bekennen een vleugje romantiek bezitten in de eerste paltas wel onze slaapkamerameublementen. Velen speculeerenop het onverwoestbare geloof aan sprookjes van velen onzer medemenschen. Reu- zenplakaten bekleeden de muren van een waren huis en roepen in geel en rood„Wonder boven won der" en op den gevel van een bonthandel en gros „Zelfs roodkapje zag nooit een schoonere pels dan hier. De prijzen zijn bijna te mooi om waar te zijn. Sommige zaken verwijzen in hun reclames zelfs naar de politieke gebeurtenissen van den laatsten tijd. Boven een winkel hangt een reuzebord, met de woor den: „Bruning zegt 10 procent wij zeggen 20 procent" of ook wel: „Volgens noodverordening 50 procent prijsvermindering." Overal spookt de ze noodverordening, overal spookt ook de nood. Een peuterig klein winkeltje is bijna geheel schuilge gaan achter een wapperend zeil, waarop geschil derd staat: „Wij ruimen alles op tegen ieder aan nemelijk bod.' Aan den overkant is een groote schoenwinkel; ook daar gilt en brult het van den gevel: „Voor bijna de helft van den prijs" maar wat helpt het allemaal? Schuin daartegenover be weert de concurrentie: „alles voor een vierde deel der vroegere prijzen." Neen, de concurrentie spaart elkkar niet, kan kaar ook niet sparen, want het is een strijd met alle middelen om eigen behoud. Maar iets voelen wij toch wel, als een winkelpui ons tegenroept: „Koopt hier of gezult berouw hebben." De straat is als een spullebaas voor zijn circustent brallend, scheeuwergi, vol valsche beweringen, ij dele beloften. Zij ziet er in deze dagen niet erg voornaam uit. Maar men heeft gelijk: tegenwoorlig moet men in de eerste plaats op het lijfsbehoud letten en in de laatste plaats naar schoonheid kij ken. Als men door de Brelijnsche straten loopt, krijgt men den indurk dat de kooplieden zich wel door de moeilijkheden weten heen te slaan. Lange menschen massa's trekken langzaam aan de etalages voorbij, maar zij blijven niet alleen voorbij loopen, en ver- langend naar deze zoo ongelooflijk goedkoope heer- lijkheden uitikijken, doch zij schijnen speciaal op dezen dag gewacht te hebben, want de zaken loopen alle vol, de verkoopers hebben handen te weinig, om iedereen te helpen en op de gezichten van de koopers leest men een zekere schuchtere voldaanheid Zoo is het thans te Berlijn gesteld. KOEDIJK. Woensdagavond werd door de Tuinbouwvereeniging „de West" te Koedijk, de algemeene Jaarvergadering gehouden in de zaal van den heer Jb. Groot. De heer W. Visser, voorzitter opent de vergadering en schetste in het kort den toestand over het afge- loopen jaar en dankt het gemeentebestuur voor de verleende medewerking, waarna door den heer W. Butter, secretaris, de notulen worden voorgelezen. Hierna deelt de voorzitter mede, dat er hier goe de gelegenheid bestaat om witvleezige aardappelen te verbouwen, daar er in dezen handel nog goede prijzen voor betaald worden, hierna een verzoek van de af deeling Koedijk van arbeiders in het Land Tuinbouw- en Zuivelbedrijf, om aan de veiling zelf geen kool te lossen. (Dit werd door verschillende afdeelingen gesteund.) maar dit door de transport arbeiders te laten verrichten. Dan komt in behanedling de rekening van den penningmeester. De heer Joh. Blaauboer deelt mede dat alles in orde is bevonden. De ontvangsten heb ben bedragen f 1565.85 de uitgaven f1529.98. Na de rekening wordt mededeeling gedaan van het Jaar verslag, dat de West op het oogenblik 184 leden telt en dat onder de ongunstige omstandigheden men evengoed met moed begonnen was, maar overal tegenslag kreeg. Ten eerste met de aardappelziekte, ten tweede met de vroege koolopbrengst, die ook on gunstig was en ten derde de regeeringshulp bleef uit. Dit had tot gevolg het beleggen van vele ver gaderingen. Er werd een woord van hulde gebracht aan den burgemeester en aan den gemeenteraad en aan het personeel ter gemeente-secretarie, voor de vele werkzaamheden, en nog wacht men op hulp. De secretaris werd dank gebracht voor zijn Jaar verslag en had een applaus van de vergadering in ontvangst te nemen. Hierna volgt verkiezing van twee bestuursleden, aftredend de heeren K. Stam en P. Geus. De heer K. Stam werd herkozen en nieuw gekozen de heer G. Klomp De heer C. Spaan werd herkozen als bestuurs lid van het marktbestuur. De heer Mulder zegt, dat het voorstel van Zuid- scharwoude over de sociaal economische lasten bij het rijk te brengen, thuis behoort bij den Neutralen Bond en dergelijke vereenigingen en niet op de ver gadering der L.G.C. De afgevaardigden zullen tarch ten dit op de vergadering der L. G. C. niet te doen bespreken. Door den heer P. Zwetsman wordt voorgesteld de betrekking van veilingleider met andere betrekkin gen te cobineeren, uit een oogpunt van bezuiniging. Door den voorzitter, en de heeren Mulder en Hart wordt dit voorstel op verschillende wijze bespro ken waarbij gewezen wordt op de belangrijkheid van deze functie. Bij meerderheid van stemmen wordt besloten dit op den beschrijvingsbrief te brengen en dit op de vergadering der L. G. C. te bespreken. Dezelfde spreker acht het noodig, dat de samen stelling der provinciale commissie gewijzigd wordt. Spr. keurt de houding van de commissie tegenover „de West' af. Hij acht het noodig in deze commissie uitsluitend practische tuinders te benoemen. De voorzitter zegt hierop dat men niet alles op de Provinciale commissie schuiven kan en wijst op de geringe medewerking van de regeering. De heer Zwetsman wijst nog veder op de tekort koming van de Provinciale commissie. Zij gevoelt het niet zoo aan den lijve. De voorzitter zegt, dat de voorzitter van de Prov. Comm. uit den tuinbouw voortkomt, en veel invloed heeft. De heer Zwetsman wijst verder nog op de mini mumprijzen en zou gaarne een fonds vormen om de minimumprijzen uit te kunnen betalen. De voorzitter zegt, dat er aan gewerkt wordt om daarin verbetering te brengen. Als afgevaardigden naar de vergadering van de L. G. C. werden gekozen de heeren P. Zwetsman, Jb. Otto, K. Stam, C. Prins, W. Butter, G Klomp, M Mulder, P. Hart, P. Lammerschaag, Jb. Zwets man, C. Beets en Jb. Boldewijn als plaatsvervan- Rondvraag. De Burgemeester dankt voor de tot hem gerichte hartelijke woorden. Spr. geeft een korte uiteen zetting van zijn opvatting terzake van de Rijks- credietverleening. Spr, doet toezegging indezezoo- veel mogelijk spoed te zullen betrachten en spreekt de hoop uit, dat na deze credietverleening weer normale tijden zullen aanbreken. De voorzitter sluit hierna de vergadering en dankt den Burgemeester voor diens tegenwoordigheid. BROEK OP LANGENDIJK. Op uitnoodiging der catechisanten was prof. Gros heide van Amsterdam overgekomen, om door middel van lichtbeelden weer te geven het ontstaan van den Bijbel. Voor dit doel was welwillend de geref. kerk afgestaan, welke geheel gevuld was met be langstellenden. Op duidelijke en interssante wijze werd vertoond, hoe in de oudheid gedeelten werden bewaard op pa pyrusrollen en later opgeschreven om toch maar iets van den Bijbel in huis te hebben, terwijl weer latei- door de ontwikkeling de Bijbel te duur werd om te koopen, terwijl tenslotte de boekdrukkunst in staat stelde den Bijbel in zijn geheel te drukken, welke nu in verschillende talen over de geheele wereld is verspreid, en van zulk een groote waarde is. NOORDSCHARWOUDE. ARRONDISSEMENTS-RECHTBANK TE ALKMAAR. De Privé-Secretaresse heden voor de 10e week in Amsterdam geprolongeerd. Wij willen thans nog met een enkel woord de aan dacht vestigen op het. feit, dat nog slechts een paar luttele uren ons scheiden van het vertoonen van de Privé-Secretaresse, in „de Roode Leeuw' te Zuid- scharwoude. Wij werden hiertoe bewogen door het feit, dat heden voor de tiende week deze uitmuntende rol prent te Amsterdam voor de tiende week is gepro longeerd in het Ryalto-theater. Het moet al een heel mooie film zijn, wil zij voor een paar weken worden geprolongeerd, maar dat de Privé-Secretaresse thans voor de tiende week in Amsterdam draait, en dat eenige malen per dag, mag toch wel een bewijs zijn, dat hier iets bijzon ders wordt gegeven. En dat heeft deze filmb in hoofdzaak te danken aan de fijne karakters die hierin worden uitgebeeld Omdat zij van een prettige gezonde geest getuigt Omdat hierin kostelijke humor wordt ten toon ge spreid. Het mag de grootste amusementsfilm van de laatste jaren worden genoemd een Greenbaum Filma product onder regie van den vermaarden Wilhelm Thiele, den regisseur o.a. ook van „Liebes- Walzer." In deze film wordt men meegesleept door het wel verzorgde en beschaafd geaccentueerde spel van de Berlijnsche actrice Renate Müller, het uitmuntende spel van Hermann Thimig van het Rheihardt The ater en men amuseere zich met de kostelijke grap pen van den besten komiek van de Berliner Bühne Felix Bressart. De muziek werd vervaardigd door Paul Abraham i den componist van de oprette „Viktoria und Ihr Op geweldige wijze is in dit filmwerk gebruik ge maakt van muzikale effecten, i Enna afloop zal men niet anders zingen dan „Ich bin ja heut' so glücklich.' Nogmaals „de Privé-Secretaresse" is ongetwijfeld de schlager van het seizoen, een film die men gaar ne twee maal ziet. Nieuwstijdingen Plaatselijk Nieuws BROEK OP LANGENDIJK. Woensdagavond jl. werd in de ger. kerk een ge combineerde vergadering met begunstigers (sters) ge houden door de Jonge Meisjes- en Jongelingsvereeni gingen op gereformeerden grondslag. Ds. Donner opende met psalmgezang, en gebed, riep een welkom toe aan de talrijke aanwezigen, waarna volgde de jaarverslagen en het overbrengen der groeten van de afgevaardigden der verschillen de zusterverenigingen ter plaatse en in den omtrek Door twee leden werd een Bijbelsch en maatschap pelijk onderwerp behandeld, waarop een aangename gedachtenwisseling volgde. Eenige voordrachten werden gehouden ernst en luim, terwijl door een gemengd koor, gevormd uit de leden der vereeniging, enkele liederen, zeer mooi ten gehoore werden gebracht. Vermelding verdient nog, dat verschillende hoofd figuren van den bond op het witte doek werden gebracht welke met applaus werden begroet, terwijl bij tijd en wijle chocolade werd geschonken en koek gepresenteerd. Te ruim een uur werd deze geanimeerde bijeen komst op de gebruikelijke wijze gesloten. EEN BLOEMBOLLENDRAMA. Zooals het zich soms afspeelt. Het „Zeeuwsche Landbouwblad" geeft het vol gende verhaal, hetwelk wij zonder commentaar overnemen: I. Marktdag te Goes. Een als heer gekleed persoon, zich noemende ver tegenwoordiger van een firma, die we zullen aan duiden met X., bloembollenhandelaar uit „Bollen land", spreekt een eenvoudig keuterboertje aan, over de slechte tijden en de schitterende resultaten van het bollenbedrijf, over verstandige menschene die in dezen crisistijd iets nieuws beginnen, over de ge steldheid van den grond, over groote winsten. (Keuterboertje hapt niet toe, wil er nog wel eens over denken). n. In de woning van keuterboertje. De vertegenwoordiger komt nogmaals praten over de bollenteelt. Onder vier oogen worden de voor spiegelingen mooier. Het geld is als het ware maar uit den grond te halen; teelten op Zeeuwschen grond zijn schitterend, vooral tulpen. Groote verdiensten, weinig arbeid, geen kennis is vereischte, winsten van f 10 a f 12 per roe, nog nooit in akkerbouw vertoond. Ieder verstandig mensch zou er van watertanden, doch het is maar aan enkelen, die wat durf hebben, gegeven Keuterboertje weifelt, hij wil geen contract tee kenen Er komt een nieuw voorstel, n.l. om voor geza- melijke rekening bollen te telen. De boer moet de bollen koopen, doch pacht en arbeidsloon kunnen in mindering gebracht worden van de resultaten. De bollen kosten f 40 a f 45 per H. L., hierop kan direct halve pacht en half arbeidsloon in mindering komen en bij afname der bollen het restant. Een contract is niet noodig, of hij de bollen mag notee- ren. Keuterboertje hapt toe, er is geen contract, er behoeft direct niet betaald te worden, 't Is een royale behandeling. III. De bollen komen, worden geplant en eenige maanden later komt er een accept, om te teekenen. Het betreft de bollen, koopsom f300. Keuterboertje teekent. Op dit bedrag kan immers de halve pacht en half arbeidsloon in mindering worden gebracht! IV. Een groote bankinstelling dringt aan op be taling van het accept van f 300! Keuterboertje wei gert; hij is geen f300 schuldig aan de bank noch aan de firma. Er komt weer een aandrang. Weer weigering. De bollen staan in de schuur. Keuterboertje biedt ze aan af te leveren. Antwoord van de firma: Deze bollen hebben geen waarde, nu ze nog niet ge plant zijn (werden vorig jaar op denzelfden tijd aan f40 a f45 per H.L. berekend). De bank houdt aan, dreigt. Keuterboertje zegt het bedrag niet schuldig te zijn. V. Keuterboertje heeft geteekend, de wet wordt toegepast en we lezen in de dagbladen: Failliet ver klaardKeuterboertje! En nog zegt Keuterboertje, dat hij geen f300 schuldig is. Immers hij mocht halve pacht en half arbeidsloon in mindering brengen. Hij ziet in de bank toch altijd nog maar die Firma Ziehier een drama, zooals zich soms afspeelt! Laat iedereen, die in bloembollen willen gaan doen, toch eerst deugdelijke inlichtingen inwinnen en voor zichtig zijn! Meervoudige Strafkamer. Zitting van Dinsdag 19 Januari. Uitspraken vorige zitting. Jacob W. Helder, hooger beroep vonnis ovértr. art. 22 motor- en rijwielwet, f 100 boete of 50 dagen en 3 maanden ontzegging rijbevoegdheid. Wil lem Sm. Alkmaar .gedetineerd, verduistering, 9maan den gevangenisstraf. Verdachte deed afstand. Arie H. Helder, gedetineerd, misdr. art. 247, ontslagen van rechtsvervolging en geplaatst in een krankzin nigengesticht voor den tijd van een jaar. Pieter VI. Tesel, wederspannigheid. Corn. Br. Helder, ambtsbelemmering, f 50 boete of 50 dagen. Corn. B. Koedijk misdr. art. 247, 6 maanden gev voorwaar delijk met 3 proefjaren. NIEUWE ZAKEN. Nachtelijk stroopersdrama in de duinen van Binnen. In den nacht van 20 op 21 Augustus hielden eenige jachtliefhebbers zonder jachtvergunning zich on ledig met het stroopen op hazen of konijnen, alles was welkom, in de duinen van den heer van Vliet te Egmond Binnen, zulks met behulp van een bran dende carbidlantaarn, de moderne lichtbak. Deze bedrijvigheid in Hollands blonde duinen werd alras opgemerkt door eenige jachtopzieners, waaronder ook de heer D. J. Koelewijn en overeenkomstig hun plicht haastten Koelewijn en zijn collega zich om te trachten aan deze strooperij een einde te ma ken. De botsing tusschen de wildstroopers en jacht opzieners is gewoonlijk niet zoetsappig en kunnen er rake klappen vallen tusschen de mannen, die ver schillende belangen hebben, worden uitgedeeld. Ook hier bleef een gewelddadig samentreffen niet uit en raakte Koelewijn in een heftige worsteling met een der lichtbakliefhebbers. Gedurende dit bakkelijen kreeg de strooper gelegenheid den jachtopziener een slag toe te dienen met de carbidlantaarn en een stok, waarop hij wist te ontkomen, den overwon nen jachtopziener bloedend verwond achterlatend. Het eenige wat van zijn tegenowordigheid ter plaat se blijk gaf, was een achtergelaten pet. De jachtop ziener vermeende echter in zijn tegenstander den 27 jarigen vischer Jan D. uit Egmond aan Zee te hebben herkend en deze stond thans dan ook als verdacht van mishandeling terecht, doch hij ont kende deze telasteleggingen en beweerde dat de be doelde pet. ter zitting aanwezig en die hem, om de waarheid hulde te doen, wel wat krap was, toe behoorde aan zijn broeder Cornelis. Het bleek echter dat verdachte zijn heldendaden in de duinen zelf had uitgebazuind voor zekeren hr. C. Apeldoorn, die heden echter helaas niet ter zit ting aanwezig was. Bovendien was Jan D.'s aangezicht gewond, als gevolg van de worsteling en op het gelaat van broe der Cornelis was niets van dien aard waar te nemen. Deze broeder verscheen nu ook als getuige, doch had geen lust een eed af te leggen, een formaliteit, die hem vermoedelijk wat riscant voorkwam, Op zijn verklaringen werd alsnu door de rechtbank geen prijs gesteld. De weduwe Smit, in wier woning Jan D. beweerde dien nacht te hebben doorgebracht in gezelschap van haar zoon A. Smit, kwalificeerde dit als een leugen. Wel was Jan den volgenden morgen bij haar geweest en had toen een wondje aan het hoofd terwijl Jan haar ook mededeelde, dat hij met Koe lewijn in de duinen aan het bakkeleien was geweest. Hoewel Cornelis D. niet als getuige werd gehoord mocht hij wel de pet opzetten en werd hem dit hoofddeksel zelf opgepast door den president. De heer C. Apeldoorn, inmiddels uit Rotterdam gearri veerd en zwager van verdache, had dien nacht ook deel uitgemaakt van het gezelschap met den lichtbak. Hij zag echter in het duin ook andere lichtschijnsels, zoodat hij het maar veiliger achtte het hazenpad te kiezen, liever dan door een jachtop ziener bij de kladden gepakt te worden. Aan dezen zwager had Jan dan later in extenso verhaald, dat hij met Koelewijn in conflict was ge komen. Volgens dialoog van verdachte stond ook zijn zwager te liegen. De heer officier memoreerde het stroopersincident in de duinen en deed uitkomen, dat het hier niet Kees, doch Jan D. was geweest. Aanvankelijk werd Cornelis verdacht, doch later bleek meer duidelijk dat aan Jan de twijfelachtige eer toekwam, zooals de officier, hoewel met moeite sprekende, meer uit voerig aantoonde, Tenslotte gaf de officier te ken nen, dat het stroopen vooral in de tegenwoordige omstandigheden hem niet zoo vreeselijk voorkwam, doch het gewelddadig optreden den jachtopziener kon spreker niet door de vingers zien en terzake dit ernstig feit vorderde de offcier 2 maanden ge vangenisstraf. De autobestuurder die geen schuld voelde. De 25-jarige heer Joh. Mart. F., wonende Kerk steeg te Hoorn, had volgens het oordeel van den kantonrechter te Hoorn op 4 October met zijn mo torrijtuig een aanrijding veroorzaakt op den Wa- lingsdijk nabij Ursem, bestuurd door een waschfa- brikant uit Alkmaar, den heer Veer. Naar de be scheiden meening van den veroordeelde wat dit ver oordeelend vonnis echter niet juist en trof hem geen schuld, zoodat hij alle reden meende te hebben in hooger beroep te komen. Als gevolg van deze handeling werden we dan heden weer eens onthaald op een uiteraard zeer vervelend hooger beroepzaak- je, ontleend aan de motor- en rijwielwet. De appellant beweerde dat niet hij, doch de heer Veer de schuld droeg van deze aanrijding. Deze heer had in de verte de lichten van een naderenden auto en had uit voorzorg rechts van den weg gestopt en de remmen vastgezet. Niettegenstaande dezen maat regel werd zijn wagen toch aangereden. Voorts had hij zijn lichten gedempt. De rechtsche wielen ston den tegen den weg.berm aan, dus was er ruimte genoeg om te passeeren. De aanrijding veroorzaakte een linkerbandbarst. Volgens verdachte stond Veer met zijn wagen niet rech doch scheef op den weg. Na de aanrijding bleek de radiateur van den door apellant bestuurden wagen beschadigd en liep het water er uit. Als getuigen werden gehoord echtgenoote en doch ter van den heer Veer, welke verklaringen overeen komstig de getuigenis van het hoofd des gezins wa ren. Voorts werden nog gehoord een drietal leden der familie Verduin, vischhandel uit Hoorn, die zich bevonden in dgn door apellant bestuurden auto. Volgens waarneming van den vischkoopman Ver duin, stond de kar van Veer niet scheef, maar wel de voorwielen gedraaid. De verklaringen des heeren Verduin kwamen niet overeen met betrekking tot het inmengen van po litie in de zaak en de schaderegeling. Veer kon geen veldwachter vinden en toen zou worden be sloten geen aangifte te doen en de verzekering de schade te doen regelen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1932 | | pagina 3