Hike Breijer's De vicieuse cirkel De nood in den Tuinbouw Koppermaandag Uit den Omtrek Corsetten - Magazijn Mient 17 llkeaai Iel. 526 Buitengewom^J Opruiming Extra lageprijzen in CORSETTEN, BUIK- BANDCORSETTEN, BUIK BANDEN, BUSTEHOUDERS, enz. Ten, opzichte van dit belangrijk punt verschilden de verklaringen van de heeren Veer en Verduin en zullen we het hierbij maar laten. De heer officier vestigde de aandacht op het be kende verschijnsel dat de verklaringen der belang hebbenden niet overeenkwamen en na het geeurde kortelings te heben esproken, achtte de heer offi cier de voorstelling van de familie Veer de meest juiste, reden waarom Z. Ed. evestiging requireerde van het vonnis van den kantonrechter, waarbij ap pellant werd veroordeeld tot f 15 boete of 15 dagen. Een verkeersdrama dat een derde opvoering beleefde Op den 21 Juli vierde de veelbelovende schooljeugd uit het Zand gem. Zijpe haar jaarfeest in den vorm van een uitstapje per automobiel, n excursie die den heer Maurits N., 'n eerzaam koopman uit Amster dam, Amstel 62, in groote ongelegenheid zou bren gen. Op den Helderschen weg toch, tusschen Koedijk en Alkmaar naderde de file diverse motorrijtuigen door de bezitters welwillend beschikbaar gesteld ten dienste van de Zandtemer specpatria, van de an dere zijde kwam aangereden de heer Maurits in zijn 4 cylinder, terwijl geheel rechts van den weg de heer Joh. v. Heugten, bloemist te Alkmaar met zijn jeug dige zoon Piet fietste. De automobilist trachtte alsnu tusschen de schoolfeestauto's en de wielrijdsters door te laveeren, doch had daarbij het ongeluk het rijwiel van jongeheer Piet te raken, met het gevolg dat dit jongmensch kwam te vallen en zijn rijwiel werd beschadigd. Tegen den heer N. werd proces-verbaal opgemaakt en stond deze heer op 18 September terecht. Hij ontkende de schuld van deze aanrijding en kwam aandragen met de traditioneele ophelde ring, de geliefkoosde schuldverschuiving van alle in een verkeersongeval gewikkelde automobilisten, dat de knaap, misschien geschrokken door het ge geven signaal, onverwacht een zwenking naar links had gemaakt, waardoor een aanrijding onmogelijk werd. Ten dienste der automobilist gelaste kantonrech ter aanhouding en werd deze op 30 Oct. j.l. voort gezet met hooren van nieuwe getuigen van geva rieerde pluimage, n.l. brigadier der rijksveldwacht, het schoolhoofd en een melkcontroleur, die allen het uitstapje hadden medegemaakt als geleiders. Deze voortgezette behandeling pakte helaas niet uit in het belang van den heer Maurits N., De Kan tonrechter kwam lang niet malsch uit den hoek en gaf het voornemen te kennen, zeer streng te zullen optreden tegen roekelooze automobilisten, waarop hij den tamelijk verslagen verdachte ver oordeelde tot f30 boete of 30 dagen, schadevergoe ding aan den heer v. Heugten tot een bedrag van f14.20, benevens en dit was voor den zakenman, die zijn karretje geen dag kon missen, den genadeslag ontzegging van diens rijbevoegdheid voor den tijd van drie maanden. Het was direct aan het somber vertrokken gezicht van den veroordeelde wel te zien, dat hij met dit vonnis zeer zeker geen genoegen zou nemen en hij kwam dan ook in hooger beroep, dat dan heden werd behandeld. De appellant had zich thans van rechtskundigen bestand voorzien en als verdediger gekozen Mr. J. S. de Vries uit Amsterdam. De appellant ontkende schuld en noemde het on geval een samenloop van omstandigheden. De heer officier requireerde bevestiging, terwijl de verdediger de kracht van zijn betoog hoofdzake lijk richtte op de ontzegging der rijbevoegdheid, 'n bijkomende maatregel van veiligheid, waardoor de heer N. als handelsman, ten zeerste werd gedupeerd. Een slingerende autobestuurder in een onverlichte, wageni. De in 1886 geboren heer M. v. E., chauffeur, wonen de te Helder, was door den kantonrechter aldaar veroordeeld tot f 50 boete of 10 dagen, benevens ontzegging der rijbevoegdheid voor den tijd van 6 maanden, ter zake het feit hem subsidiair tenlaste gelegd, dat hij op 8 Juni, 's avonds half elf,te Helder op de Weststraat en Kanaalweg met een vierwielig motorrijtuig, waarvan de koplichten niet brandden, had gereden op een slingerende wijze, waaruit kon blijken dat hij verkeerde onder zoodanigen invloed van sterken drank, dat hij buiten staat was een motorrijtuig behoorlijk te besturen. De agent de Haan, die een en ander had geconstateerd, had te dier zake tegen van E. proces-verbaal opgemaakt met het hierboven gereleveerde gevolg. De veroordeelde wien dit tamelijk krasse maatre gel natuurlijk slacht beviel, kwam daartegen in hooger beroep, hetwelk heden werd behandeld. In deze zaak waren 5 getuigen a décharge gedagvaard, terwijl de appellant zelf twee getuigen a décharge had medegebracht. De heer de Haan had ook opgemerkt, dat de door verdachte bestuurde auto kennelijk de sporen droeg van een aanrijding, waarvan appellant echter niets beweerde te weten. De appellant was al eens veroordeeld tot 7 dagen principale hechtenis ter zake het in staat van dron kenschap een auto besturen. De president vroeg hem of dit geen les genoeg was geweest. De heer Gover, die met zijn uitverkorene dien avond op de Wetstraat zich in een auto bevond, had een auto, links van den weg en slingerend zien aankomen, Hij kon toen niet zien, wie de bestuur der wes, maar later op den Kanaalweg, toen die zelfde auto weer links kwam aanrijden en moest stoppen voor een lantaarnpaal, toen herkende hij den verdachte. De heer K. Kramer had op bewusten avond den verdachte in zijn Café gehad. Hij was wel vroolijk, maar niet dronken. Echter niet bepaald brand schoon. Voor de politie had deze heer een voor verdachte meer bezwarende verklaring afgelegd. Dit kon getuige, een druk ventje, zich thans niet meer herinneren. Van E. had geen bier, doch Champagne Pilz gedronken. De landbouwer K. Meijboer uit Breezand had 2 café's bezocht. Hij had zich bevonden in den wagen van verdachte. Ook deze getuige verklaarde iets anders voor den politie, dan nu door hem werd toegegeven. Thans was van E. heelemaal niet onder den invloed van drank geweest. Mej. Anna van Groningen fungeerde als getuige a decharge en was uitgeweest met den wagen van verdachte. Bezocht werden de café's van Kramer en Dekker. Verdachte was heelemaal niet onder den invloed. Anna af. De heer Petrus Dekker, caféhouder te Helder ver klaarde dat verdachte een kogelfleschje had gecon sumeerd en overigens volstrekt niet onder den in vloed verkeerde. De heer Heijboer, die door den officier werd ver dacht van meineed, werd nog eens extra krachtig door den president onder handen genomen. De heer Haan, de verbalisant, verklaarde alsnog dat Heijboer voor dén inspecteur Helder ook had verklaard, dat van E. nog meer onder den invloed verkeerde dan hij. De officier meende, dat men tegen dit dron- kenmans-systeem paal en perk moet stellen en vooralsnog de heeren Kramer en Dekker hield de officier nog in petto, te verzoeken tegen Heijboer procesverbaal op te maken als verdacht van mein eed en de stukken in handen te stellen van den rechter-commissaris. Hierop werd Heijboer tijdelijk onder bewaking gesteld en eerst nog eenige andere zaken afgedaan. Nadat deze processen waren afgedaan verscheen Heijboer weer ten tooneele had blijkbaar eieren voor zijn geld gekozen en gaf nu toe zelf 10 of 15 glazen bier te hebben gedronken, terwijl ook de appellant onder invloed zou hebben verkeerd, zoodat hij toe gaf dat zijn verklaring aan den agent de Haan des tijds overeenkomstig de waarheid was. Daarop werd getuige Petrus Dekker naar voren geroepen en ook tegen hem vorderde de officier als nu het opmaken van een proces-verbaal op grond van een tegen hem gerezen verdenking van meineed De heer Dekker bleef echter dapper bij zijn ver klaring, dat verdachte niet dronken was en slechts een kogelfleschje had gedronken. De officier zag alsnu van verdere actie tege nden caféhouder Dek ker af en vorderde nu het bewijs voldoende was geleverd f75 boete of 30 dagen en ontzegging rij bevoegdheid voor den tijd van een jaar. Een knaap als bestuurder op een zandtreintje. Overtreding arbeidswet door uitvinder. De uitvoerder W. H. K. te Barsingerhorn was ver oordeeld door den Kantonrechter te Schagen ter zake overtreding der arbeidswet tot f30 boete of 30 dagen omdat hij een te jeugdig persoon een krachtwerktuig had doen besturen zonder behoor lijk toezicht. Verdachte ontkende dat deze Paulus Sins ooit alleen de locomotief had bediend en dit was de oorzaak dat hij tegen het vonnis in hooger beroep was gekomen. De heer Groenink, controleur van den arbeid te Haarlem, had proces-verbaal opgemaakt, waarbij hij, heden als getuige gehoord, bleef volhouden De getuige Paulus Sins had hem verklaard, meer malen zonder toezicht de machine bediend te heb ben. De machinist was met verlof en dus afwezig. De inspecteur deelde voorts mede, dat de familie K. bij de arbeidsinspectie niet gunstig bekend stond. De getuige Paulus Sins werd ook geducht door den president onderhanden genomen en erkende alstoen een klein stukje alléén met de locomotief van het zandtreintje gereden te hebben. De heer officier achtte het vonnis juist gewezen en vorderde bevestiging. De appellant vond het wel een beetje zwaar. Een nalatig huisvader voor de meerv. strafkamer. De veehouder Cornells W. te Nibbixwoud was door den kantonrechter te Medemblik veroordeeld omdat hij als vader niet had gezorgd dat zijn in 1925 geboren dochter Treintje W. gedurende Juni 1931 niet geregeld de Openbare school had bezocht. De heer W. was tegen dit vonnis in hooger beroep gekomen en beweerde thans, dat naar zijn meening de afstand van zijn woning naar de openbare lagere school te groot was. Dit bedraag 6 kilometer. Twee openbare lagere scholen waren al voor z'n neus weg gebroken. Hij woonde in Nibbixwoud. De heer H. Pol, Hoofd der school werd als getuige gehoord. Deze verklaarde dat door het land den weg naar school belaangrijk verkort werd. Desgevragd verklaarde het schoolhoofd, dat er bezwaren waren een klein kind van 6 jaar dien weg te doen volgen. Het kind verscheen thans ter schole, omdat na dat de boerderij van appellant is ver brand, deze een andere dichter bij de school gele gen woning had betrokken. De officier wees er op, dat de kinderen waren in geschreven en de ouders dus verplicht waren te zorgen dat die kinderen geregeld het onderwijs volg den. De vader bleek echter niet onwillig doch on machtig en aangezien het milde vonnis van den kan tonrechter reeds aanduidde, dat met deze omstan digheid rekening was gehouden, vorderde de offi cier bevestiging. De appellant scheen nog niet vol daan en piekerde blijkbaar om in een nog hooger beroep te willen gaan. Dinsdag a.s. uitspraken. Verslag van Jen verkoop der weldadigheids postzegels 19311932. MMevr. R. PrinsVlessing schrijft ons: Als secretaresse van het comité tot verkoop van den .Weldadigheidspostzegel voor het kind voor Alkmaar en Omstreken heb ik weder het ge noegen verslag te mogen uitbrengen aangaande de werkzaamheden, verkoop en dientengevolge de resultaten over de maanden December 1391 en Januari 1932 (10 Dec.—10 Jan.) In totaal zijn verkocht 93018 zegels als volgt verdeeld: Alk maar en Omstreken 77595, Bergen 9929 en Broek op Langendijk 5494. Deze óijfers waren over 1930 -1931 resp* 74613, 10601, 15063. Over 1929— 1930 resp. 81433. 7416, 17036. De totale winst bedraagt over dit jaar in totaal 2556.81 te ver deden als volgt: Alkmaar 2138.371/2 Bergen 283.61, Broek op Langendijk 134.82i/2 In de op brengst van Alkmaar zijn twee giften begrepen resp. 36.50 en "1.2.50 geschonken door twee di recteuren, van N. V., die nu door het vast post- frankeerrecht geen postzegels meer noodig heb ben en „het. kind" geen schade wenschten te deen. Zeker een voortreffelijk navolgbaar voor beeld. dat helaas zoo weinig navolging heeft ge vonden, waardoor de mindere verkoop aan ban ken dit jaar 200 gulden minder bedroeg. De totale opbrengst der zegels was 6253.15. Er weiden nl. verkocht 42001 zegels van 3 cent, 15380 zegels van 5 cent, 32320 van 10 cent en 3817 zegels van 6 cent. In totaal is' de winst 225.37V2 minder dan het vorige jaar. Waar door de banken 200 gulden minder is gekocht en het aantal zegels dat verkocht is te Broek op Lan gendijk met 9589 is achteruitgegaan kunnen we ook gezien den verkoop in de grootere plaatsen, tevreden zijn. Verder zijn nog 736 pakjes briefkaarten ver kocht tegen 995 het vorige jaar. KOEDIJK. Poor R. en W. dezer gemeente is aan het Plaatselijk crisisoomité toestemming verleend tot het houden eener verloting van luxe en "huls houdelijke voorwerpen. De hoofdprijs bestaat uit een heeren of damesrijwiel. Doo rverschillende particulieren zijn eveneens prijzen voor deze ver loting beschikbaar gesteld. Kaar wij vernemen, zal het genoemde comi té het zeer op prijs stellen, indien dit goede vx,orbeeld door nog meerderen wordt gevolgd. Het comité is samengesteld als volgt: P. Kik kert, burgemeester, Mevr. KikkertKostelijk, W. Visser, Jb. Visser, P. Hart, A. HartSchrij ver, A. Groen, G. GroenLenting, Mevr. den Hartog, Mevr. Stuffers, J. Commandeur, J. Com mandeur—Beers. -- Bij deze leden zijn de loten verkrijgbaar. - KOEDIJK. Bloor het bestuur van het Centraal Genoot schap voor Kinderherstellings- en Vacantiekolo nies afdeeling Koedijk is besloten gedurende het tijdvak FebruariMaart. a.s. weder 3 kinderen uit te zenden. Stoomen Palihe tot 6 Fe bruari 20 pCt. korting. De wereld werk loosheid. Het internationaal arbeidsbureau heeft een overzicht gepubliceerd van de werkloosheid v. 1930 tot 1931 waarbij het volgende wordt gecon stateerd Engeland van 2.3 millioen tot 2.6 millioen, is 12 procent. Oostenrijk van 237.000 tot 273000 is .1.5 procent. Duitschland van 3.9 niillioen tot 5.3 millioen is 34 procent. Italië van 550.000 tot 909000 is 63 procent. Zwitserland van 34000 tot 58000 is 66 procent. In de Vereenigde Staten is het aantal werk- loozen toegenomen met 30 procent. In Polen met 24 procent en in Frankrijk met 566 procent Nu de moeilijkheden vermeerderen, de druk eer toe dan afneemt, geraken velen uit hun even wicht en lanceerer. gedachten, die van weinig na denken getuigen. Men schimpt op leiding en leiders, zij zijn te genwoordig «le wrijfpaal of wil men het befaam de hoofd van Jut, dat vele slagen heeft? op te vangen. Wie het meest en het felst slaat, kan re kenen op een prijsje in den vorm van instemming van meerdere ontevredenen. Ein als redmiddel geeft men dan aan, het stichten van een, nieu we organisatie. Er zijn er velen in de maak, of gemaakt, er is een Boerencomité, een Neutrale Bond, waar iedereen lid van kan worden, behalve degenen, die men er liever niet ziet. Zei niet de heer Vennik van Venhuizen op een vraag, of allen lid konden worden: „Die men- schen kerkelijken dan komen toch niet. Waarop de vraagsteller weer zeer adrem volgens het verslag interrumpeerde: „en is men dan nog neutraal? Hoe het ook zij, neutraal of niet neutraal, ra dicaal of gematigd, men wil een andere organisa tie, in het belang va nde sociaal-economische belangen. De bestaande organisatie kan meent men - daarom niets bereiken, wijl er Zooveel gezind ten in vertegenwoordigd, zijn. Als we nu voor alle gezindten bonden gaan organiseeren, zul len we dan meer voor den land- en "tuinbouw kunnen bereiken? Laat men zich die vraag eens ernstig stellen en daarop een antwoord zoeken. Men meent in gemoede, dat zulks baat zal brengen en men zal zien, dat er in de praktijk weinig of niets van 'terecht komt. De land- en tuinbouworganisaties worden alsdan verlengstuk ken of onderdoelen van de bestaande poltieke partijen. En wil men dan iets bereiken, dan speelt de eertijds hooggeroemde evenredigheid in de politiek toegepast, een belemmerende rol. Heuseh, we hebben niets tegen een neutralen bond. Wie dat wel heeft, zal ook het bestaans recht van den Boomschen Land- en Tuinbouw- bond en van den Ghr. Bioeren- en T.uindersbond moeten ontkennen. Men kan niemand de bevoegd heid ontzeggen, zich voor zijn beroep te orga niseeren in een organisatie, die met zijn levensbe schouwing overeenkomt. Doch zij, die meenen dat hun bond met veel enthousiasme door sommigen begroet, de verlos sing zal brengen, zal spoedig ontnuchterd wor den. Men is straks ook als bond op samenwerking met andere bestaande bonden van beroepsgenooton aangewezen. Alleen bepaalde wenschen en ver langens van de overheid afdwingen, terwijl men van tevoren weet, dat andere bonden daaraan hun medewerking op principieele gronden niet verleenen, men zal het wel ondervinden, daarvan komt niets terecht. Wat men in de bestaande organisatie afkeurt en wenscht op te heffen, door stichting van een eigen organisatie, vindt men straks in anderen precier zoo terug. En dat is de vicieuse cirkel. Waaraan niet is te ontkomen. Clearing van vorderingen op het buitenland. Door de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Hollands Noorderkwartier werd het volgen de telegram verzonden aan den Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid: Kamer van Kjoophandel voor Hollands Noor derkwartier, erkentelijk voor gedane stappen inzake clearing met Donau- en Scandinavische Rijken, acht spoedige regeling noodzakelijk, daar do wintercampagne va ngrove tuinbouw producten nog slechts drie maanden duurt en tijdige regeling honderdduizenden guldens meerdere opbrengst voor den Langendijk kan beteèkenen. Typografen plegen trotsch te zijn op hun Kop permaandag, omdat dat een bijzondere gedenkdag alleen voor hen is. Net echt-middeleeuwsch als uit den gildentijd. Die trots wordt niet weinig verhoogd door de geheimzinnige sfeer van dienKoppermaan- dag niet-ingewijden immers kennen de beteeke- nis van dien dag volstrekt niet, wat trouwens, laten we het den lezers in vertrouwen mededeelen ook met vele typografen zelf het geval is. Nie mand tenslotte behoeft zich voor dat gebrek aan kennis in dat opzicht te schamen, want ook de historische wetenschap doet eigenlijk niets dan gis sen naar de werkelijke beteekenis en wording van dien bij zonderen dag. Koppermaandag valt op den tweeden Maandag in het nieuwe jaar, of op den Maandag na Driekonin gen, wat op hetzelfde neerkomt. Van oudsher zon den de boekdrukkers dan hun poreve van bekwaam heid, neergelegd in almanak op kalender, aan hun klanten. Zij hadden er inderdaad hun uiterste best voor gedaan om eits moois, al naar den smaak van den tijd, te leveren en iets practisch. Door die ge woonte is zich in den loop der eeuwen het geloof gaan vastzetten, dat die Koppermaandag een feest dag der boekdrukkers was, maar historici hebben aangetoond dat zulks onjuist is. Al hadden veehou ders eertijds op Paschen de gewoonte om boterlam- metjes aan hun klanten te shchenken, daarom is Paschen nog niet het feest der boterboeren. We zeiden het reeds, dat de oorsprong van Kop permaandag geenszins bekend is. Er zijn historici, die beweren dat het eigenlijk een kappersfeestdag was. Het moet vroeger verboden geweest zijn om op bepaalde dagen bloed te laten vloeien, zoo'n dag zou ook de Maandag na Driekoningen zijn geweest. En waar onze kappers vroeger niet konden scheren zonder te snijden en te kerven, een euvel, waar mee ook hedendaagsche kappers nog erfelijk belast kunnen zijn daarom mochten onze voorouders zich dien dag niet laten „coppen" en hadden de coppers of kappers vrijaf. Waarom de kappersdag ook een feest der boekdruk kers werd zou verklaard kunnen worden uit de om standigheid dat deze edele vaklieden als regel een nevenbetrekking vervulden bij de kappers, nl. die van voorlezer. Als zoodanig hadden ze dien dag ook vrij en met de kappers togen ze dan aan het feesten Maar, dat is alles onjuist zeggen anderen ons. Kopperen beteekent vroeger smullen, drinken en pretmaken, en Koppermaandag zou een pretdag zijn geweest voor iedereen. Uitingen in vele oude Am- sterdamsche kronieken schijnen deze verklaring te bevestigen, want in de hoofdstad is veel gekopperd, door bijna alle vakmenschen. Waarom echter die brave Amsterdammers juist op Maandag na Drie koningen aan het pretmaken sloegen, vertelt de ge schiedenis ons niet. Wel vonden we een proeve van verklaring. Het feest zou dan al weer van heidenschen oorsprong de oude Joelfeesten der Germanen, die met Kerst wezen en als einde moeten worden aangemerkt van mis Midwinter begonnen. Koppersmaandag werd in de middeleeuwen ook veelal met het organiseeren van optochten gevierd. In Amsterdam schreed bv. een optocht van le prozen door de straten. Eigenlijk was het een grootsch opgezette bedetocht. De deelnemers droegen „een vlieger op de borst een klappe in de hant en een hoet op het hooft, bekleet met een witten bandt." Op hun schoot hielden de deelnemers een bord, waarop de toeschouwers of voorbijgangers geld wierpen. De deelnemers zaten in sleden, rond een bierton. Er werden des avonds gastmalen voor hen aangelegd, vermoedelijk uit de opbrengst van den optocht. In Utrecht en andere plaatsen was Koppermaandag een maskeradedag, in wezen eveneens een dag van drieste bedelarij. Het schijnt, dat hier en daar nog eenige overblijfselen van deze maskerade-traditie bestaan, speciaal op sommige Friesche dorpen, waar de kinderen opgetuigd door de straten gaan en toe- paselijke d. z. thans onverstaanbare liedjes zingend.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1932 | | pagina 4