nevens 3 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk
met3 proefjaren, zonder het opleggen van bijzondere
voorwaarden.
Een levenskunstenaar met een religieus tintje.
Op 30 Nov. 1931 werd een oplichtingszaak be
handeld tegen zekeren heer Geert van der L., wien
het op 12 Sept. te Enkhuizen was gelukt door listige
kunstgrepen, waaronder een gefingeerd beroep op
een gereformeerd predikant eenige contanten los
te werken van den heer P. Struik, een waardigheids
bekleeder in de Geref. Kerk te Enkhuizen.
De verdachte heer G. v. d. L. was bij de behan
deling zijner nogal ernstige zaak destijds niet aan
wezig en had dus niet veel tegen te praten toen
hij op voorstel van den heer officier consequent tot
de geëischte gevangenisstraf voor den tijd van 2
maanden werd veroordeeld
Het scheen echter wel, dat deze veroordeeling hem
ten slotte had wakker geschud, althans kwam ver
oordeelde in verzet tegen het vonnis en werd heden
de. zaak opnieuw opgeroepen.
Aangezien echter de opposant niet op het gestelde
uur present was, nam de heer officier de gunstige
kans waar, vervallen verklaring te requireeren. De
politierechter wees dienovereenkomstig vonnis en
was deze kous direct afgebreid.
Een probleem, dat niet prima vista was op te lossen
De 2l-jarige Lodewijk van St., van beroep slager
bankwerker, seizoen venter, kortom, manusje van
alles, is ondanks zijn jeugdigen leeftijd en frisch
uiterlijk lang niet afkeerig van de gaven van Bachus
En eenmaal onder den invloed van dit prikkelende
vocht geraakt, verandert hij van een gewilligen kal-
men jongen in een ware woesteling, die vernielt wat
hem in den weg komt.
Zoo stond hij dan op 14 Dec. terecht, omdat hij in
den nacht van 12 Sept. zich te Venhuizen duchtig
had verzet tegen gemeente en rijkspolitie en bo
vendien de celdeur van het gemeentelijk arrestan
tenlokaal had vernield, behalve nog een erfvrede-
breuk, die hem tenlaste werd gelegd. Natuurlijk
stond Lodewijk, die al eens meer voor den rechte\
plechtig beterschap had beloofd en nu weer zijn
woord had gebroken, er niet zoo heel mooi voor
doch werd toch de gelegenheid te baat genomen hem
nog een kans te geven en een reclasseeringsonder-
zoek gelast met aanhouding der zaak tot 1 Februari
Vandaag kwam dus dit punt opnieuw aan de
orde en moeten we tot ons leedwezen al direct ver
klaren, dat de candidaat voor een voorw. straf weer
niet met een schoone lei voor mr Ledeboer ver
scheen, doch zich inmiddels te Alkmaar aan ver
nieling van een café-inventaris had schuldig ge
maakt. Zooals uit de volgende zaak tegen hem zal
blijken. Het gebeurde op 1 Jan. dat hij in een aanval
van drankrazernij in een den vele „bars", getooid
met welklinkende namen, waarmede gelukkig Alk
maar wordt overstroomd, 'n stuk uit een bierglas
zou hebben gebeten en na dit smakelijk hapje met
een stoel een lamp en daarop een café-ruit had
vernield, op grond van efficiëncy waren de zaken
bij elkaar gevoegd.
Door Lodewijk, thans geheel normaal en er on
schuldig uitziende, erkende de vernielingen, hoewel
hij de feiten niet meer kon herinneren. Zijn eenig
excuus was, ik was dronken! Thans had hij zich
in verbinding gesteld met den bekenden philan-
troop de heer Ambagtsheer en zich aangesloten bij
een geheelonthoudersvereen.
In zijn nadeele pleitte evenwel niet weinig, dat
tegen verdachte weder een nieuwe strafzaak was
ingekomen en wel verduistering van een rijwiel
De verdachte beweerde echter dit rijwiel niet ver
duisterd te hebben. Hij had de fiets in bruikleen
gekregen van zekeren Piet Leyen en was hem de
fiets in St. Pancras weer ontstolen. De officier
merkte echter op dat deze verklaring in 't minst
niet klopte met de aan de politie gedane opgave.
De heer Wiggers deelde mede dat verdachte hem
zelf een bezoek had gebracht. Verdachte was thans
lid van de loge der Tempelieren. Voorts meende
de heer Wiggers dat verdachte niet altijd even
wichtig en op grond van al deze omstandigheden
stelde de heer Wiggers voor de behandeling op
nieuw 3 maanden uit te stellen. Dan heeft ver
dachte nog ruimschoots gelegenheid zijn goede voor
nemens in daden om te zetten.
Conform besldten. Op 9 Mei zullen we verder
zien.
Hij wou zeker een menagerie aanleggen.
De 19-jarige Joh. v. d. H., wonende te Hoorn, had
op 9 Juli 's morgens uit verschillende hokken op
het erf van den heer D. Groot te Beets weggenomen
2 konijnen en 2 kippen, met het doel dit pluimvee
voor eigen bate te gelde maken. De jonge man had
vroeger alreeds een paardestaart afgesneden en was
dit dus niet zijn eerste proefstuk. Door den heer
Wiggers werd geadviseerd een voorw. straf onder
goede leiding en toezicht is misschien van dezen
delinquent nog wel iets te maken. Opname in het
„Hooge Land" de bekende loouterings kolonie is
dan zeer gewenscht.
Het scheen echter wel dat de begeerte van den
verdachte naar het „Hooge Land" niet al te krach
tig was. Hij wilde liever werken en ergens in den
kost gaan.
Besloten werd tot hernieuwd uitstel en wel tot
15 Februari a.s.
Strop van 15 gulden.
Een ongeldig nummerbewijs gepresenteerd.
De 54-jarige caféhouder, Ger. M., te Graft had
gebruik gemaakt van een nummerbewijs dat ten
name stond van den heer G. Heijnis. Op 19 Dec.
werd hij te Avenhorn op den Zes Stedenweg ge
snapt. Bedoeld nummerbewijs had hij tijdelijk ge
leend van bovengemelden heer G. Heijnis, mede te
Graft woonachtig. Eisch f20 boete of 20 dagen.
Uitspraak f15 boete of 15 dagen.
Men kan ook van het goede te veel genieten.
De automobilist, Krijn H., loonploeger te Anna
Paulowna was door den kantonrechter aldaar, ver
moedelijk als gevolg van zijn al te gewaagde pres
taties verstoken van het genot van zijn rijbewijs
voor den tijd van 6 maanden met ingang van 28
Juli 1931.
Desondanks echter werd de tijdelijk onbevoegd
verklaarde heer H. op 2 December aangehouden
door den rijksveldwachter Brouwers, toen door hem
het verbod werd overtreden en de verdachte op
vordering van den officier veroordeeld tot 1 maand
gevangenisstraf.
De veroordeelde was bij de behandeling van zijn
zaak absent en blijkbaar viel het resultaat hem lang
niet mee, zoodat hij tegen het vonnis in verzet
kwam en de zaak heden in zijn tegenwoordigheid
nogmaals werd afgewikkeld.
Verdachte laboreerde bij de eerste behandeling
aan de Spaansche grens en kon dientengevolge niet
aanwezig zijn.
Hij verklaarde thans, dat hij op gezegden datum
nog in het bezit was van zijn rijbewijs, wat echter
volgens den politierechter niets ter zake deed. De
rechterlijke ontzegging was voldoende. Gerequireerd
werd bevestiging van het vonnis. Vonnis conform
uitspraak bij verstek.
Landelijk voetbal enthousiasme.
Een stompende of slaande bedrijfsleider
De 33-jarige bedrijfsleider Corn. Petr, W„ wo
nende te Venhuizen had rekening en verantwoording
af te leggen ter zake mishandeling van den heer
J. Wever uit Grootebroek, die door hem op 13 Dec.
ter gelegenheid van een voetbalwedstrijd aldaar zou
zijn geslagen of gestompt.
Volgens verdachte zou J. Wever geweigerd hebben
zijn controlebewijs te vertoonen. Ook had hij niet
gehoord naar de instructies van den scheidsrechter,
voorts ontkende W. getuige opzettelijk te hebben
mishandeld. Hij had W. bij de borst willen grijpen
om hem terug te dringen doch was per ongeluk in
zijn gelaat terecht gekomen. De gem. veldwachter
Key had gezien dat verdachte iemand uit het pu
bliek een stomp toediende, deze stond echter niet
op de eerste rang.
De heer Schriks, Hoofdonderwijzer te Venhuizen,
aanwezig als getuige a decharge op verzoek van
verdachte, gewaagde van het irriteerend optreden
van een gedeelte supporters van Bovencarspel af
komstig en verklaarde voorts dat de heer Wever
na het gebeurde nog verschillende café's had bezocht
wat in strijd was met zijn bewering dat hij zich in
twee daagen niet in het publiek had durven ver
toonen vanwege zijn opgezwollen koon. Volgens den
heer Key was Wever flink verwond. Hij droeg nog
het lidteeken. Eisch f 25 boete of 25 dagen.
De matsch eindigde daarop voor den getuige
10 daar verdachte werd veroordeeld tot f 20 boete
of 20 dagen.
Een driftige buurvrouw uit de Liefdelaan.
De niet verschenen mej. Kniertje Gr., huisvrouw
J. T„ wonende in de vermaarde Liefdelaan te Alk
maar had op 13 Dec. j.l. een viertal ruten verbrijzeld
in het door haar buurvrouw D. Th. Schouten be
woonde perceel aldaar. Dit was gedaan bij afwezig
heid der bewoners, Zij vonden echter in hun woning
de echtgenoot van de vernielzuchtige dame, die
mededeelde dat zijn vrouw, met wie hij in onmin
leeft, om de vernieling grondig te bewerkstelligen
een putdeksel had gebezigd. Mej. Stoutjesdijk, 'n
onderwijzeres, die daar wandelde met haar ver
loofde had een jonge vrouw de daad zien plegen
en haar hond zien wegloopen. Eisch f10 boete of
10 dagen. Vonnis conform.
Een onhandelbare graantjes pikker.
De 50-jarige Derk D„ had zich te Helder op 28
Dec. met geweld verzet tegen den agent Allaart,
die hem, op grond dat hij zich in kennelijke staat
bevond, zooals bleek uit de wartaal die hij sprak,
de slingerende gang en de jenevergeur, die hij ver
spreid, wenscht over te brengen naar de gemeente
lijke ontnuchteringsgelegenheid. De verdachte he
den terecht staande, beweerde zich van het gebeurde
niets te herinneren. Tegen de heer D„ die zich op
een respectabel strafregister uit vroeger dagen kon
beroemen, werd gevorderd 14 dagen gev. Vonnis
f 30 boete of 30 dagen en 2 maanden gev. voorwaar
delijk met 3 proefjaren.
ARRONDISSEMENTS RECHTBANK TE ALKMAAR.
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
Zitting van Dinsdag 2 Febr. Uitspraken vorige ziting
Klaas Gerrit de L. slagersknecht, Medemblik, ge
detineerd. Huisvredebreuk en bedreiging met dood
slag. 12 maanden gev. waarvan 6 maanden voorw.
met 3 proefjaren en schadevergoeding.
Corn. M., Uitgeest Heling 3 maanden gev.
Nic. K. Grootebroek mishandeling f 40 boete of
40 dagen.
Een gevaarlijk uitziende verduisteringzaak van
Texel
Als eerste en eenige verdachte verscheen heden
voor de meervoudige strafkamer de ruim veertig
jarige veehouder, Jacob Cornells W., te Texel, welke
verdachte zich had te verantwoorden ter zake een
door hem gepleegde verduistering van f3458, in de
maand Juni van het vorige jaar, ten nadeele van
den eersten getuige Vlas, met wien hij omstreeks
dien tijd uitoefende een aardappelhandel voor ge-
zamentlijke rekening en welk bedrag als zijnde de
helft der opbrnest van de gekochte aardappelen,
door verdachte in de wacht zou zijn gesleept.
In deze zaak waren gedagvaard een tiental ge
tuigen, waaronder de heer J. Ott, hoofd der school
te Alkmaar, een bekend schriftdeskundige in cri-
mineele zaken.
Door den verdachte warem zijnerzijdsch een aantal
getuigen a decharge, door hem op de zitting opge-
gevenn.
Volgens verklaring van den veehouder was ge
zegde getuige Cornelis Vlas hem f 2500 schuldig,
van welke oorzaak dezer schuld hij een langdurig
en voor een buitenstaander tamelijk onbegrijpelijk
definitie gaf.
Het ging hier over aardappelen die gekocht en
verkocht waren, terwijl uit de latere opgave van
verdachte bleek, dat deze schuld zelfs was opge
klommen tot f4288.
De brigadier der rijksveldwacht, van Twuyver,
verklaarde op verzoek van den president, dat de
verdachte volgens uitlatingen van andere perso
nen, niet bij uitstek gunstig bekend stond. De Bri
gadier kon echter persoonlijk en uit eigen ervaring
geen bepaald ongunstige anticedenten releveeren.
De verdachte veehouder aardappelen handelaar
bestond met zijn compagnon de afspraak, dat die
schuld geleidelijk van de opbreaigst der aardappe
len van het aan C. Vlas toekomende deel kon wor
den afgehouden.
De 61-jarige koopman Cornelis Vlas deelde mede
dat hij aan verdachte geen cent schuldig was, wel
andersom. Hij ontkende beslist bet feit, dat ver
dachte f 4288 van hem zou hebben te vorderen
met de krachtige woorden: Geen denken aan!
Voorts ontkende getuige beslist dien geheelen aard
appelen handel met verdachte.
Wel had hij aardappelen gekocht in kleine par
tijtjes, die hij direct had voldaan.
Een feit was dat verdachte nog om f 100 te leen
was gekomen toen getuige afweesig was. De vol
gende morgen kwam hij reeds vroeg terug om zijn
leeningsverzoek te herhalen, die getuige hem ook
ter hand stelde.
De datum had getuige in zijn boekje genoteerd.
Getuige had een partij „piepers" zooals hij ze
meermalen amicaal noemde, die niet verkocht wer
den en op voorstel van verdachte zou deze partij
in Amsterdam aan de markt worden gebracht, ver
dachte had een schip besteld en toen dit'"Vaartuig
in de haven verscheen, werd de partij ingeladen en
opperde verdachte, omdat de partij wat klein was,
nog wat aardappelen er bij te koopen, waarin Vlas
toestemde. Van verschillende personen kocht Vlas
voor zijn rekening nog aardappelen. De verdachte,
die ook een partij aardappelen had ingebracht
stelde het echter voor dat Vlas een schuld had van
f4200 en de aflossing zou geschieden als hiervoren
;is medegedeeld.
Getuige Vlas beweerde echter dat van die conditie
geen woord aan was.
Wel was geconditioneerd en telefonisch bevestigd
dat de commissionair Vos in Amsterdam het ont
vangen geld in geen geval aan een persoon zou
afgeven.
Voorts had getuige aan Vos gevraagd om een
voorschot opdat hij de leveranciers ook kon voldoen.
Van al de verkochte aardappelen kwam echter
slechts f 1500 terecht.
Verdachte was echter bij getuige aan huis geko
men en had gezegd: de centjes benne binne, mijn
zuster heeft ze in bewaaring!
Waarop de vrouw van getuige zou hebben uitge
roepen: Wat doet die d'r met 'r pooten an? Wel wat
ongegineerd, meheer, zei getuige verontschuldigend,
maar zoo ging het.
Getuige had echter maar steeds vergeefs gewacht
op het geld, wel had hij van verdachte een brief
gekregen in de woning van getuige.
Dit briefje bevond zich bij de stukken en werd
overlegd, doch verdachte lochende elke bekendheid
met dit epistel. Evenmin had hij aan getuige eea
briefkaart overhandigd van den heer C. Vos uit
Amsterdam.
Het schip aardappelen had opgebracht f4542.
Hiervoor moest feitelijk worden uitbetaald aan ver
dachte f 1082.75 en aan getuige f 895, doch aange
zien getuige Vlas al de gekochte aardappelen had
voldaan aan de bouwers, had deze te vorderen
f3458.70 van den verdachte.
Hierop was het verhoor van Vlas verloopig be
ëindigd en nam de oude heer in de getuigenbank
met zichtbaar genoegen een pruimpje.
Mej. Clasina Boom, husvrouw van den heer C.
Vlas, die gemoedelijk door den president werd aan
gemaand, zich stipt te houden aan de waarheid,
terwijl haar echtgenoot gedurende dit verhoor de
zaal moest verlaten.
Mej. Vos verklaarde dat haar man absoluut geen
schuld had aan verdachte en hij haar steeds op
de hoogte hield van zijn verbintenissen. Haar man
koopt bijna altijd contant, op de insinuatie ver ver
dachte, dat tusschen Vlas en diens vrouw een on
aangename verstandhouding zou bestaan, ant
woordde mej. Vlas dat 4 jaar geleden iets was voor
gevallen, wat later in de minne was geschikt.
Voorts werd getuige gehoord omtrent verschil
lende besprekingen over den handel in aardappelen
in tegenwoordigheid van getuige.
Door verdachte werd ontkend dat onder den
maaltijd ten huize van Vlas was besproken, dat ver
dachte niet in staat was de toegezegde 600 mund
aardappelen te leveren, om het tekort aan te vullen
had haar man voor zijn rekening verschillende
partijtjes bij gekocht. Later had haar man aan den
heer Vos te Amsterdam telefonisch verzocht om
een voorschot.
Verdachte ontkende dit alles, ook dat hij gezegd
zoou hebben dat men niet naar Amsterdam be-
hefde te gaan, omdat zijn zuster het geld onder
haar berusting had.
Door verdachte werd trouwens zoo ongeveer alles
ontkend omtrent hetgeen mej. Vlas verklaarde, ook
wat betrof de scène met den brief van de zuster van
verdachte en dé briefkaart van den heer Vos.
Onwaar: zei de verdachte.
De brief of de briefkaart zat in een vuile ver-
scheeurde envelop van de Grondcredietbank.
Verdachte beweerde alstoen heelemaal niet ten
huize van Vlas te zijn geweest.
Mej. Vlas verzekerde echter dat de vrachtrijder
A. Slegt kon getuigen, dat verdachte dien dag bij
hen in huis is geweest.
Hij zat op zijn vrachtwagen te wachten. Want ver
dachte zou meerijden.
Dit gebeurde op 13 Juni. De vrachtrijder zag de
klompen van verdachte voor de deur staan.
De heer C. Vos, aardappelkoopman te Amsterdam,
had in Mei 1931 als commissionair in opdracht
van verdachte gehandeld. Hij werd opgebeld van
Texel door Vlas en verdachte en alstoen had getuige
op verzoek van Vlas f 1500 voorschot aan verdachte
uitbetaald. Verdachte had te voren aan getuige
gezegd, dat Vlas buiten de zaak stond.
Later had de heer Vos het restant pl.m. f 3000 ge
zonden aan de bank van den heer Verdoes, met wie
verdachte in rekening Courant stond.
Mej. Maria Cornelia Wabeke, veehoudster en
zuster van verdachte werd in afwijking van de
rooster gehoord, als getuige a decharge.
Zij ontkende van Vos een bedrag van f 4500 te
hebben ontvangen. Dat zij den vermaarden brief
zou hebben geschreven werd door haar niet bepaal#
ontkend, maar zij had zooveel brieven geschreven.
In dien brief had zij echter medegedeeld wel
f4500 van Vos te hebben ontvangen
Op aandringen van den president verklaarde zij
eindelijk na veel omwegen, dat zij, naar zij geloofde,
den brief niet te hebben geschreven.
De president verlangde een bepaald antwoord.
Ja of neen!
Nu verklaarde zij dan, den brief niet te hebben
geschreven.
Voorts verklaarde deze dame, dat Vlas wel eens
bij haar broer was geweest en hem toen om geld
is gevraagd.
De heer Vlas ontkende dit echter pertinent en de
conferentie met deze twee getuigen gaf meermalen
aanleiding tot opgewonden tooneeltjes en veel hila
riteit.
De heer Ott, onderwijzer te Alkmaar, gehoord als
getuige schrift deskundige, die tot de con
clusie was gekomen dat verdachte de schrijver was
van de in het proces meermalen genoemden brief,
zooals door den schriftkundigen technisch wera
aangetoond.
Een hypothese die natuurlijk door verdachte met
zijn gewone pertinentie werd ontkend.
Na de pauze werd de behandeling voortgezet met
het hooren van den 64-jarigen koopman Jan Y.
Witte te Texel, buurman van Corn. Vlas, verkla
rende dat hij voor dezen persoon nimmer groote
voorraden aardappelen had zien vervoeren. Hij
heeft er ook geen ruimte voor. Vlyas staat bekend
als een man, die steeds zijn aankoopen regelmatig
voldoet.
De 26-jarige arbeider, Pieter Wijngaard, voorma
lig knecht van verdachte deeld mede dat in 928
aan Vlas waren geleverd 3 a 400 mud.
Een hoeveelheid van 000 H.L. is nooit aan Vlas
geleverd en hij heeft er ook geen berging voor.
Zijn toenmalige patroon had zich nooit over de
onsoliditeit van Vlas beklaagd.
Getuige Jos. v. d. Velden, thans wonende te St.
Janssteen, had, toen hij nog op Texel vertoefde in
dienst van verdachte in 23 cn 29 aardappelen aan
Vlas geleverd, geen groote hoeveelheden, b.v. 1000
H.L. Deze verklaring klopte niet met hetgeen hij
vroeger vroeger had verklaard en de president wees
hem in krachtige bewoordingen op het gewicht van
den eed.
Voorts werd aan de verklaringen van dezen getui
ge, gehoord op verzoek van verdachte, niet veel
waarde gehecht.
Daarop werd gehoord C. H. Kikkert, vrachtrijder
te Texel, deze verklaarde dat verdachte en Vlas
ruzie hadden gekregen over aardappelen en toen
was er gezegd, dat hun zaken waren afgedaan. Ge
tuige bevond zich toen ten huize van verdachte.
Tusschen de heeren Kikkert en Vlas ontstond over
deze aangelegenheid een scherpe woordenwisseling,
waarop de president tusschen beide kwam en de
orde herstelde.
Volgens verklaring van Kikkert zou Vlas getracht
hebben den vader van Kikkert over te halen dat
deze zijn zoon zou bewegen niet tegen hem te ge
tuigen, welke verklaring de vader van getuige Kik
kert schriftelijk bevestigde.
De getuige Vlas ontkende zulks pertinent.
De bloemkweeker A. Witte, die zich in Augustus
of September 1931 in de woonkamer van den ouden
heer Kikkert bevond had gehoord dat Vlas den
ouden Kikkert wilde bewerken, te willen voorkomen
dat de jonge Kikkert niet tegen hem zou getuigen.
De getuige Vlas verklaarde dat hij den ouden heer
Kikkert waarschuwde dat bij verdachte een plan
netje werd ineengezet, tegen hem, waaraan ook zijn
zoon Cor deelnam. De jonge Kikkert, die deftig in
de advocatenbank was gezeten, begon toen luide te
protesteeren, waarop hij tijdelijk uit de zaal werd
gezet.
Vervolgens werd ook verdachte de deur gewezen,
opdat Witte vrijer kon praten.
Van der Velde had destijds een boerderij van
verdachte bewoond, welke boerderij later is afge
brand!
Als getuige a decharge werd gehoord de 29-jarige
broeder van verdachte, die verklaarde dat Vlas in
1929 duizend mud aardappelen gekocht had, ook
had getuige den heer Vlas herhaaldelijk om het
geld gemaand.
Feitelijk werd met de verklaringen van dezen
getuige zoo'n beetje den draak gestoken.
Het schrift van zijn broer kende deze getuige niet,
ook werd gehoord de koopman Mets, die verklaarde
dat Vlas hem had gezegd, dat hij totaal met ver
dachte had afgerekend. Later bleek echter dat hier
gold vroegere zaken, niet de zaak waar het om ging.
Ten slotte werd gehoord mej. v. d. Velde, te St.
Janssteen en expres daaruit gearriveerd, waarop de
president leuk opmerkte: „Nou, nou, dat zal geld
kosten, welke dame verklaarde dat Vlas geregeld
aardappelen betrok van verdachte.
Vlas had haar met 50 gulden willen omkoopen
om haar te doen verklaren dat haar broer betaald
was.
De heer Vlas tikte op zijn voorhoofd en qualifi-
ceerde haar verklaring als fantasie. Hij kende het
mensch niet eens.
Hierop werd aan den heer officier het woord ver
leend tot het houden van zijn requisitoir. Uitvoerig
ging de officier daarin het verloop van deze inge
wikkelde zaak na, om tot de conclusie te komen dat
verdachte zich aan de hem telaste gelegde verduis
tering had schuldig gemaakt, van de rechtmatigheid
der schuldvergelijking was niets gebleken, zooals
de officier nader aantoonde. Absoluut was niet be
vestigd, dat Vlas in 1929 een partij van 1000 H.L.
aardappelen zou hebben gekocht en niet betaald.
Ter zake verduistering van f3458.70 vorderde de
officier ten slote 4 maanden gevangenisstraf.
Uitspraak 23 Februari.