Langs en op den Straatweg Pluimveeteelt Uit den Omtrek Indrukken van een trekvogel tusschen Hamburg lagn is dit alles niet zoo erg. Wie zou hetgeen en oerlijn. men den studenten vergeeft en toeschrijft aan (Boor een eigen correspondent.) Het trekkende leger Ik bracht een nacht door in de „Herberge zur Heimat in een klein stadje, waarvan de naam niet ter zake doet. Maar in dezen nacht waren er hier zeer zeker dubbel zooveel gasten aanwezig als in de vier hotelletjes, die het stadje telde, te zamen. Em als men de boeken, waar iedere gast zijn naam in schrijft met elkaar had vergeleken, voorop gesteld, dat iedereen zijn waren naam en beroep opgegeven had, zou men in de ho telletjes slechts handelsreizigers en pachters aan treffen, terwijl de verscheidenheid van beroepen in ons verblijf welhaast even groot was, als die der toevallig passeerende menschen in Éamburg of Berlijn. Wie zijn zij P Welke types vindt men onder de trekkenden in deze Decembermaand In de eer ste plaats de menschen, die ergens werk trachten te vinden. Dat is ongeveer de helft. Zij hebben nog steeds goede schoenen aan de voeten en een bundeltje werktuigen bij zich, dikwijls verbergen zij ergens ingenaaid in de zoom van hun vest bij voorbeeld een bankbiljet. Zij ontvangen dik wijls van hun gezin brieven naar de een of ande- -ao.ig ut jo uojud ui jejsoom uajjjfojj 'djgqjsq 0jt pen van drie en smeden bij een spelletje skat plannen, hoe zij het moeten aanleggen, om met kerstmis thuis te zijn. Zij vertegenwoordigen de solide helft der landwegenbevolking, van eer lijken arbeid en het goede willen. Waar zij eigej? lijk werk zullen vinden, weten zij weliswaar zelf niet, maar de hoop blijft lang behouden. En dat is tenminste nog een geluk. Zij vceren geen strijd om hun bestaan. Als zij bij een boer aankloppen, rinkelen zij mét klein geld, dat^zij in de zak dragen en vragen „Wat kost het Alleen bij de meesters van hun beroep eischen zij het hun toekomende geld, dat tegen woordig echter ook al heel mager eri' schaarsoh is. Soms hebben zij een of twee dagen werft en dan blijven zij gedurende dien tijd in de herber gen wonen, want de ervaring heeft hen geleerd dat men tegenwoordig noch mag rekenen op het Paradijs op Aarde, noch op geregelden arbeid. iSommigen van hen zouden ook geen vast werk willen hebben. Dat zijn de enkele schilders en decorateurs. Ook verschillende etaleurs zoeken naar werk. Zij verdiénen, vooral nu het tegen Kerstmis loopt, meer op deze wijze, dan dat zij vast werk gehad zouden hebben. Reizende mon teurs en smeden vinden meermalen gelegenheid bij den een of anderen reparateur of boer iets te verdienen met garagewerk of het herstellen van landbouwmachines. Hierbij is het natuurlijk hoofdzaak dat men niet te vlug met de werkzaam heden klaar komt en vooral, dat men doet alsof het een geweldig moeilijk werk was geweest. Een droevig hoofdstuk In iedere herberg treft men behalve deze lie den, die nog met beide voeten op den grond staan, die zich er door heen weten te slaan en de hoop nooit geheel verliezen, nog een ander tvpe aan de jeugdige trekvogel. Velen van deze jongelieden van 17 tot 20 jaar oud hebben nooit in hun leven geregeld werk gehad en niet altijd uit gemakzucht, maar omdat er eenvoudig geen werk was, vanaf het oogenblik, dat zij de schoolbanken verlieten. Uit hun manier van doen spreekt een soort van trots soms en gemaakte waardigheid, die echter niet diepep ligt dan de huid en de zoo slordig mogelijk gedragen kleeding. Als wij een kijkje in hun ziel konden nemen, zouden wij vinden wat dikwijls reeds in hun oogen te lezen staat het verlangen naar een tehuis, naar vast werk naar eenig burgerlijk zelfrespect. Nu zijn zij nog toegankelijk voor allerlei booze plannen, die op de landwegen besproken worden, nu wer pen zij nog scheeve blikken op de „ouden" in de herbergen, om te zien, welke uitwerking hun bluffende woorden op hen hebben, nu vertellen zij nog van hun kleine meeningsverschillen met politie-agenten, van hun toekomstplannen, van hun geheimzinnige relaties, die zij in Berlijn of in Hamburg hebben. Zoolang deze jongelieden met elkaar op stap gaan, zoolang zij eerlijke .toekomstplannen ont werpen en enkele rustige elementen onder hen het geestelijk evenwicht weten te bewaren, zoo lang zij slechts onschuldige grappen maken, zoo hun jeugdigen overmoed, een jongen man, die voor zijn bestaan strijdt, langs den straatweg, kwalijk nemen? Maar anders gesteld is het met hen, dei in handen gevallen zijn van een ervaren metgezel. Zij betalen meestal de rekening voor hun gcedgeloovigheid met een leven achter de tra lies en een verwoeste toekomst. Onder de zeven jongens tusschen 18 en 20 jaar in deze herberg, waren er twee, die de mid delbare school hadden bezocht tot en met de derde klasse. Een ander was al eens circusartiest geweest en had de halve wereld doorgereisd. Een derde was in opleiding voor "koopman geweest Die rest waren allemaal inwoners van groote ste den. Waarom trekken jullie hier langs de wegen? Ach, dat gedoe bij ons thuis. Waar men loopt, overal kleine broertjes en zusjes. Geen stukje plaats yoor je zelf. Nooit geld en vader steeds wanhopig of in de olie. Bijna een vierde van deze trekkende jeugd is afkomstig uit deze omgeving. Be „ervaren" klanten In Duitschland heeft een landlooper geen aan- geanam leven. Hij heeft meer te verdragen dan een man, die den zwaarsten arbeid tegen een karig loon moet verrichten. Bij zijn doellooze wandelingen ontbreekt de betoovering der ro mantiek, die den Amerikaanschen „tramp" het le ven veraangenaamt. Hier zijn geen steppen, geen Ontdekkingsreizen op de baanschuivers der prai- rietreinen, niets van dat alles. Het leven van een Duitschen vagebond is een eeuwige aaneen schakeling van honger en koude, van prikkel draad en ontelbare politievoorschrifteri, van gen darmes en waakhonden, van wantrouwen en min achting. In de herberg waar ik zit, heeft ook een vijftig jarige man een plaatsje gevonden. Hij naait een groote scheur in zijn groezelig hemd. Het is de bekende „Pfalzer Heinie" die reeds dertienmaal den weg van Koningsbergen naar Ludwigshafen heetf afgelegd, die iederen straatweg in Difitsch- land kent en die de meeste herbergen weet te vinden. Het is een landlooper, waarvan men wel eens in de boeken leest, maar zonder roman tische nimbus, die men daarbij aantreft. Hij pruimt tabak en spuw! peinzend in de openstaan de schuif van de groote steenen kachel, zoodat het sist, want de kachel staat witgloeiend. Zijn kleeding is tot op den draad versleten, maar zon der gaten of scheuren. Hij draagt twee jassen over elkaar en drie paar broeken. Hij is nog steeds boos, want hij heeft zich speciaal naar Hamburg begeven, om daar den winter in de ge vangenis door te brengen. Tenminste clat hootep hij. Maar zijn opzet mislukte. De staat heeft in dezen tijd geen geld om landloopers te voeden de gevangenisstraf bleef uit, ja zelfs had de rechter hoonend, zooals Heinie geërgerd vertelde, gezegd „een man van uw talent zal zich overal wel doorheen slaan." H ijwas slechts ge- srtaft met een verbod tot oponthoud op Ham- burgsch gebied. Heinie werpt mij zijn dagboek toe. Hij heeft trekreeords geslagen, die geen sportsman hem verbeteren zou. En dan mag men niet vergeten, dat dergelijke recordloopers niet worden aange vuurd door de enthousiaste uitroepen van een menigte menschen. Integendeel waar zij op duiken, moeten zij zich dadelijk de minachting van een iedereen laten welgevallen, want het groote publiek beschouwt iedereen, die te voet langs de straatwegen trekt als landloopers. Ein bovendien moeten zij dikwijls hun marschen af leggen op baarzen of schoenen, die uit elkaar dreigen te vallen, die met touwtjes en riemen bij elkaar worden gehouden. De echte vagebond be kommert zich hierover al heel weinig, maar voor den werklooze, die zich in den winter 1931— 1932 op den straatweg bevindt, is de weg dikwijls een spitsroedenloop, een ondragelijke kwelling. En tot de menschen, die in het trekken werke lijk slechts een middel zien om werk te vinden, behoort driekwart der bevolking. Een telling heeft bewezen dat van de 8649 op de landwe gen tusschen Hamburg en Berlijn dwalende per sonen er 2582 werkelijk landloopers zijn. De professionals leven natuurlijk van hetgeen zij bij een bedelen. Zij hebben weliswaar evengoed als een ander in de herbergen recht van wonen, maar de werkzoekenden houden zich niet met hen op en vermijden hen overal zooveel mogelijk. Nadruk verboden. haar groote waardeering uit voor de toewijding I en volharding, waarmede vooral in de jaren der langdurige vacatures was gewerkt en stand ge- I houden. Vervolgens wees zij op nieuwe pers pectieven voor "de grootere vereeniging. Vooral werd door de spreekster den nadruk erop gelegd dat deze nieuwe vereeniging een kern moest vor men, waardoor het kerkelijk leven, dat op het oogenblik zeer veel reden tot tevredenheid geeft, zich zoo mogelijk nog zal mogen uitbreiden. Wij vrouwen hebben grooten invloed op de sfeer van ons gezin. Laten wij er dus zorg voor dragen, dat er een goede invloed van ons uitgaat. Voorloopig hebben zich reeds ongeveer 40 vrouwen aangesloten. Tevens kan nog vermeld worden, dat er des Woensdagsmiddags van 4 tot 5 uur gelegenheid bestaat voor meisjes, die nog te jong zijn voor de groote meisjesvereeniging, om handwerkles te ontvangen. Leidsters dezer kleine meisjesver eeniging zijn mevrouw van Dijk, mevr. Kaan en mw. van der Hoof. Zoo neemt het vereenigingsleven in onze ge meente met de kerk als middelpunt meer en meer in bloei toe, hetgeen zeker een zeer ver blijdend teeken mag zijn. NOO RDiSCH ARW OUDE. Woensdag 10 Februari a.s. des avonds om 7 uur, hoopt in de Geref. kerk te Noordscharwoude op te treden dr. K. P. Groot van Djoejacarta tot het houden van een zendingsrede, in het bij zonder den arbeid der Medische zending be treffende. Niemand verzuime dr. K. P. Groot, de beken de directeur van het Fetronella Hospitaal te Djoejacarta (Midden Java)) met verlof tijdelijk hier te lande, over zijn arbeid in Indië te hooren Allen, die belang stellen in de Medische Zen ding, zijn hartelijk welkom. versche appelen van een daartoe door den Minister van Handel af te geven vergunning is afhankelijk gesteld. Voor het verkrijgen eener invoervergun ning is een recht verschuldigd van half pet. Tevens dat op 1 Februari in Zweden een groot aantal tariefsverhoogingen van kracht zijn gewor den Deze verhoogingen zijn bewerkstelligd door de heffing van toeslagen op de bestaande invoerrechten Van de voor ons District belangrijkste artikelen' welke door deze tariefsverhooging worden getrof fen, kunnen onder meer worden genoemd' dessert kaas, aardappelen, diverse groenten, o.a. bloemkool tomaten, asperges. NOORDSCHARWOUDE. Wij verwijzen ouders en belangstellenden naar de in dit nummer voorkomende advertentie van de plaatselijke gymnastiekvereenigingen „Hercu les" en „Hygiea' waarin wordt aangekondigd, dat morgen Zondagmiddag een adspirantendag wordt gehouden in het lokaal van den heer J. de Bakker alhier. SINT MAARTEN—STROET. Anti-Communistische Avond. Plaatselijk Nieuws NO OR DiSCII A RWOUDE. Naar wij vernemen zal door de afdeeling Lan- gedijk en Omstreken van de Algemeene Vereeni ging voor Bloembollencultuur op Zaterdag 27 Februari in hotel „Qoncordia" te Noordschar woude, de veelbesproken film van „Bol tot Bloem" worden opgevoerd. Het mag zeker overbodig heeten, deze pracht film op bijzondere wijze aan te bevelen. OUDiKAR&PEL. Maandag 1 Februari was het een buitenge wone bijeenkomst van de Herv. Vrouwenclub. Er bestonden namelijk al lang plannen tot uit breiding en nu zijn Maandagavond deze plannen besproken. Vele vrouwen hadden gevolg gege ven aan deze uitnoodiging, zoodat het zaaltje dat door de kerkvoogden practisch veranderd is geworden, een vroolijken aanblik bood. Mevrouw van Dijk zette de bedoeling uiteen en wees erop, dat het werk, dat door de meer in tieme vrouwenclub tot nu toe verricht werd, onvermidnerd. voortgezet zou worden, en sprak Woensdagavond 1.1. werd er in 't bouw een film vertoond, die, evenals de lezing met authenthieke lichtbeelden, een beeld trachtte te geven van de geloofsvervolging in Rusland. De heer Vieveen van Dijkum, een enthousiast anti-communist, heeft ons, op verzoek van de A. R. en R. K. Propaganda-clubs, de film en de licht beelden op duidelijke wijze toegelicht en verklaard. Om even na zeven kon de voorziter der R. K. propagandaclub, de heer Stoop, de aanwezigen een hartelijk welkom toeroepen. Het verblijdde hem en ons, dat de zaal zoo goed gevuld was. Onmiddellijk hierna neemt de heer Vieveen van Dijkum het woord. Op zeer klare wijze vertelde de veel bereisde explicator 't een en ander van zijn en anderer ervaringen. De korte inhoud van de film was deze: Een oor spronkelijk welgestelde familie in Rusland hoort de „zegeningen" die 't Communisme brengen zal. Met mooie leuzen wordt hen a. h.w. een paradijs op aarde voorgespiegeld. Ja, ze wenschen ook wel tot dezulken te behooren, die 't opnemen voor armen en verdrukten. Maarwat worden ze te leurgesteld. Inplaats van de heilstaat een ware hel, warin moord en doodslag de maatregelen zijn, in menigte toegepast, om dat „heerlijke" te brengen. Een gewezen stalknecht, die ons door zijn schaam teloos drankmisbruik al tegen zich ingenomen heeft, zwaait den scepter aan 't hoofd van een bende onrechtvaaardige rechters. Zware knerpende machines moeten dienen om 't geluid der uitgehongerde ten doode gedoemde onschuldigen, onhoorbaar te maken. En tochis dat Russische volk een zeer godsdienstig volk. Want laten we niet vergeten, dat de Bolsjewisten slechts 1 pet. der bevolking uit maken. Hoe komt 't dan, dat de 99 andere procent dat toelaat? Wel, 't Russische volk heeft geleerd onvoorwaar delijke gehoorzaamheid, nee, slaafsche onderdanig heid onder de Czaristische Regeering. Een enkele zwakke poging der onderdrukten wordt met wreed geweld den kop in gedrukt. Wat wordt de held van ons verhaal ontgoocheld! Zelfs heeft men de kogel op hèm gericht! Aan de telefoon hoort hij 't bevel tot zijn weder inhech tenisneming uitspreken. Hij vlucht, door onafzien bare sneeuwvelden,, moet zich in goederenwagons verbergen voor de Tsjeka, maar kan, na moeizamen tocht, met zijn vrouw de grens rivier bereiken. Wat kunnen wij voor die arme menschen doen? Alleen bidden? Bidden voor die arme verdrukten. Maar ook voor die Godloochenende Satanisten. Alleen bidden? Neen: Bid en Werk. Ook Offeren! Maar kunnen we wel offeren in dezen tijd? Wij zijn toch crisis-lijders? Wij zijn toch arm? Ver geleken, bij onze Russische broeders: neen! Schat rijk! En daarom, laat het propaganda-bureau uit Soest (Rembrandtlaan 23) niet bij U te vergeefs aankloppen. Stel haar in de gelegenheid ook in uwe gemeente te ageeren tegen 't steeds bruter optreden dezer wereldverwoesters! Gij offert, gij geeft uw geld, maargij ontvangt meer den ge gaaft! De Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Hollandsch Noorderkwartier maakt hiermede be kend, dat door haar een mededeeling is ontvangen van het Departement van Arbeid, Handel en Nijver heid, dat de invoer in Hongarije o.m. van kaas en KIPPEN OF EENBEN? Elke kippenhouder heeft van tijd tot tijd lust gevoeld om het ook eens met de eendenfokkerij te probeeren. Over de productie van eenden im mers hoort men regelmatig wondere verhalen en eenden stellen bovendien weinig eischen aan haar huisvesting, in tegenstelling met de kippen. Het grootste bezwaar voor het houden van een den, de behoefte aan zwemwater, is vervallen, nu onderzoekingejn uitwezen, dat de meest pro ductieve soorten geheel op het droge kunnen wor den gehouden. Indische loopeenden bv. en Khaki Campbell's, welke al erg voldaan zijwn met een teiltje water of een cementen goot, waarin ze wat kunnen poedelen. Poktoomen echter ver- eischen zwemwater. Vooral de berichten uit Tonsel lokten, waar vele duizenden eenden met succes en voordeel werden we durven niét meer van worden spre ken - gehouden in modelbedrijven, waar men het heele jaar door zooveel eieren weet te rapen, als er eenden worden gehouden. Daarin schuilt dan maar een heel klein tikje overdrijving. Het een den bedrijf lokt inderdaad sterk, voor al in dezen tijd, nu de uitkomsten met de kip- penteelt steeds slechter worden. Laten we het daarom eens objectief bezien, wat wel de wer kelijke kansen zijn in het eendenbedrijf. Onder de eendenrassen kennen we er slechts twee, die inderdaad den naam van nutrassen verdienen en goed tieren op het droge; het zijn de bovengenoemde Indische loopeenden en de Khaki Campbell's, M.e't andere rassen behoeft men het, als het om de eieren gaat, niet te pro beeren. Loopeenden en Campbell's zijn lang niet alle prima legsters ze moeten daartoe van een goeden legstam zijn. In goed doorgefokte Loop eenden en Campbell's is een hooge productiviteit inderdaad als erfelijke eigenschap vast te leg gen, al toont ook ten deze de natuur zich wel eens grillig door afwijkingen. Er zijn dus zeer hoöge legëijfers te bereiken. Op den eendenlegwedstrijd in Beemster legde de meest productieve toom van zes eenden van 15 October 1930 tot 10 October 1931, dus binnen het jaar 313 340 348 347 317 en 334 eieren. Alle eenden legden dus meer dan 300 eieren per jaar. D,at was een topresultaat, maar ook het""algemeen gemiddelde van de 36 deel nemende eenden bleef niet ver beneden 300. De loopeenden behaalden een algemeen gemiddelde van 265, de Khaki Campbell's van 285. Alleen op de legcijfers gelet dus, zou de een- denhouderij moeten worden aanbevolen. Wel brengen eendeneieren per stuk minder op dan kippeneieren, maar de totale ontvangsten zijn door de veel grootere productie toch hooger dan van de kippen. We hebben de gemiddelde opbrengst per toom van zes stuks kippen berekend, die deelnamen aan den legwedstrijd te Bruchem. Die opbrengst bleek te bedragen f49.34. Wje be rekenden ook de gemiddelde opbrengst der eie ren van een toom wedstrijdeenden in Beemster dat was f81.10 een verschil dus van ruim f 30 per toom of f 5 per stuk in geldopbrengst. En toch kunnen we de eendenhouderij, behou dens bijzondere omstandigheden niet aanbeve-len Hoofdmotief is, dat eenden men excuseere ons de uitdrukking ware vreetzakken zijn, die bovendien voor een goede productie ook een duur voer eischen, met een hoog percentage nl. aan dierlijke eiwitstoffen, Men kan een eend des noods wel veel minderwaardig voedsel voorzet ten, waarmede aan haar vraatzucht is te voldoen maar dan legt ze niet veel. Het geldelijk ver schil tusschen de opbrengst van een eend of kip bedraagt ten hoogste 1.5 cent per dag, maar aan exxtra voederkosten is men meer kwijt. Tenzij men door bijzondere omstandigheden aan een goed en goedkoop voer kan komen, qls in Tonsel bv. en in plaatsen aan de kust van de Zuiderzee waar men zeer goedkoop nest, dit is kleine visch kan bekomen. D>e smaak der eieren wordt er wel door beinvloed, maar de eieren worden in hoofd zaak in fabrieken en 'bakkerijen verwerkt. Overtuigd dat de eendenhouderij straks in ons land niet meer loonend kan zijn, als straks de Zuiderzee is afgesloten, wordt thans reeds op het Rijks Proeffokstation te Beekbergen een reeks proeven genomen met andere goedkoope voeders, maar het is zeer twijfelachtig of men zal slagen, want er is op dat gebied al heel veel geëxperimenteerd. Zeker, in dezen tijd moet de eendenhouderij sterk worden ontraden. Er is een geweldige over productie aan eieren in ons land, de markt blijft op catastrofale wijze dalen. Het minder ge zochte eendenei ondervindt daarvan de ergste gevolgen. Het is zoo goed als onverkoopbaar.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1932 | | pagina 3