Hike ireljer's
i
Speciaal Corsetlen-Magazijn
in CORSETTEN, BUIK-
BANDCORSETTEN, BUIK
BANDEN,
BUSTEHOUDERS, enz.
Voor de
Tuinliefhebbers
Die pachtcommissi?
Het wetsontwerp betreffende de pachtcommis
sie werd daarna verworpen met "24—22 stemmen
Bij de stemming over de pachtcommissie werd
medeegdeled dat de heer Smeenge zich bij het uit
brengen van zijn stem vergist heeft.
Mient 1/ Alkmaar Iel. 526
Buitengewone
Opruiming
Extra lage prijzen
Stoomeüi Palfhe tot 6 Fe
bruari 20 pCt. korting.
Land- en Tuinbouw
TULPENTEELT
TULPENRASSEN
4. Darwintulpen.
Deze tulpen, overal zeer bekend, werden in 1890
door reeds in ons eerste artikel genoemde firma
Krelage in den handel gebracht.
Hiermede is niet gezegd dat zij door deze firma
zijn gewonnen, want men kent dit eerder toe aan
een Duitsche monnik, wiens arbeid eerst later meer
bekend werd, zoodat deze tulpen jaren na ze waren
gewonnen uit een kloostertuin zijn geëxploiteerd.
Met Darwin heeft deze tulp dan ook niets te
maken, dan alleen haar naam doet Darwin's theorie
over de erfelijkheid in gedachtenis blijven.
5. Rembrandt-Tulpen.
Evenals de O. H. Fijne of Bizarren tulpen plotse
ling ontstaan zijn uit de Breedertulpen, zoo zijn de
Rembrandttulpen „fijn" geworden tulpen uit de
Darwintulpen. Het bekend „bont" worden der tulpen
vindt éénsklaps plaats en bestaat hierin dat b.v.
een effen roode kleur, witte, donkerroode vlammen
of strepen vertoont.
Daar de bloemen van deze tulpen bijna alle prach
tig gevlamd zijn evenals de schulderstukken van
Rembrandt alle typisch van die lichtvlekken ver-
toonen, heeft men heel juist aan deze tulpen ook
de naam van deze Hollandsche schilder (1606
1669) verbonden.
6. Parkiet- of Papegaai-tulpen.
Ook deze zijn ontstaan uit de Darwintulpen, maar
ook uit andere soorten. B.v. Fantasy, uit Darwin
Clara Butt; Marcia uit E. v. t. Eleonora; Sunshine
uit Cottage-tulp Bouton d'or, enz.
Evenals de Parkieten en vele Papegaaien gefran-
jerd en gekarteld zijn gevederd, zoo zijn de bloemen
ook van deze tulpen zeer eigenaardig gekarteld en
ingesneden. Vandaar deze naam aan deze tulpen
gegeven. Thans zijn deze tulpen zeer gevraagd en
worden voor sommige zeer hooge prijzen betaald.
Onder de nieuwste Parkiettulpen zijn zeer goede
broeiers, hetwelk de hooge prijzen die er voor be-
steeds worden, verklaard. Tot de z.g. groothandel
hebben deze tulpen zich nog niet kunnen opwerken.
Het blijven liefhebbers-tulpen.
7. Lelie-bloemige tulpen.
Dit ras, ook gewonnen door firma Krelage, door
een kruising van Darwintulpen met een Cottage
tulp (T. retroflexa) in 1902, en in den handel ge
bracht in 1914 (Sirene), vertoonen alle tulpenbloe
men welke een lelieachtigen vorm hebben. Het zijn
zeer sierlijke tulpen, welke in den handel een meer
bizondere, dan algemeene plaats innemen.
8. Triump-tulpen.
Deze tulpen welke in 1928 door Kerbert te Ben-
nebroek werd gewonnen, is ontstaan door kruising
van Darwintulpen met vroege tulpen.
Ze hebben de stevige stengel van de Darwins en
de vroege broei eigenschappen van de vroege Hul
pen. Het ras is nog nieuw, en de practijk zal moeten
uitmaken de gebruikswaarde in cultuur en handel.
Feit is dat tientallen Triump-tulpen uitstekende
broei-eigenschappen bezitten.
9. Ideal-Darwin-tulpen.
Dit ras dateerd ook uit de laatste jaren. Het is
in 1928 door de N.V. J. J. Grullemans te Lisse in den
handel gebracht.
Ook dit ras is ontstaan uit de Darwintulpen, welke
gekruisd werd met de late Cottage tulpen. De bloem
vorm doet aan de Darwintulpen denken, de steel
aan de Cottagetulp. De laatste zijn soms 40 tot 60
c.m. lang. Ook hieronder kent men zeer beste broei-
tulpen.
10. Botanische tulpen of Species.
de oorspronkelijke tulpensoorten, welke in
verschillende streken van de wereld worden aan-
getroffen. Ze komen zoowel uit Perzië als uit Azië.
k moeten we hier spreken van„deze
groep, bevat hoogst interessante soorten, waaronder
r„Lnog veel vroeë8r bloeien als de Due van Tholl-
tuipen, maar ook die nog veel later bloeien dan de
laatste Darwin, of Cottagetulp.
Wonder mooie vormen, prachtige kleuren treft
men in deze groep aan, maar de geheele groep blijft
eene verzameling voor liefhebbers, op slechts enkele
soorten na.
WisiteHezingen j f zijt.met alle ernst en strengheid aan
&ar% ER$iH e plaats bij te wonen, toch mag zeker een
©|2l S-SïigGHTlsSljic zeer dringende waarschuwing, hier. in dezen tijd
j op zijn plaats geacht worden. Ons hart wil zoo
IjB g LE A iffl" ^aaSt ,G°d °?,k ,de wereld dienen. Vooral de
P. GLAS.
Tuinbouw-Vakonderwijzer
D® MAAND FBBiRUARJ.
In den siertuin.
Nu het weer zoo zacht is en we nauwelijks meer
winter hebben te duchten, is er reeds heel veel
werk in den tuin te doen. Denk er vooral om,
tijdig de bollen te ontdekken, want ze zullen
door den zachten winter reeds vrij ver ontwik
keld zijn en het dek te lang blijft liggen, groeien
ze gijl uit. Wel voorzichtig wezen natuurlijk
niet al het dek gelijk wegnemen. Heesters moe
ten in deze maand gesnoeid worden, maar niet
dezulke welke op het hout van het vorig jaar
bloeien. Met die wachten we nog. Ook kunnen
heesters in deze maand nog worden verplant.
De rozen moeten eveneens van het dek wor
den ontdaan. Tegen bladwesp graven we rond
om struiken of stammen een steek aarde weg,
waarvoor we nieuwe aarde aanbrengen.
De Pelargoniums Geraniums die we stek
ten en gedurende den winter droog hielden, moe
ten we nu gaan begieten, opdat we ze bijtijds
kunnen verpotten en in Mei buiten kunnën uit
zetten.
Op de perken brengen we, voor zoover we dat
niet reeds in het najaar deden, de voorjaarsbloe
men, als vergeet me nietjes, violen, madeliefjes
Phloxen enz. In groepjes passen ze ook zeer
goed in het boordbed.
Uit de grasperken steken we de paardebloe
men, Weegbree en ander onkruid. D aarna be
mesten we. Per 10 vierkante meter 6 ons patent
kali en 6 ons superfosfaat, in Maart 3 ons zwa
velzure ammoniak, en in den zomer 2 ons chili
peter. Bij gebruik van gemengde kunstmest vol
ge men de daarbij aangegeven aanwijzingen.
Tn bakken en zaai pannen kunnen we
Asters zaaien en Violieren, Lobelia's en Pe
tunia's.
In den moestuin.
Het spitten moet nu zoo gauww mogelijk wor
den beëindigd.
We gaan reeds voort met zaaien en wel bij
opvolging spinazie, raapstelen en radijs. Ook
tuiriboonen kunnen worden gelegd. De vroege
Meidoppers konden de vorige maand al in den
grond nu wordt het zeker tijd.
Pootuien kunnen uitgeplant worden in voed
zamen grond en als het weer zacht blijft, dan
planten we ook weeuwen koolplanten, speciaal de
sluitkoolplanten. Bloemkool vereischt nog een be
schutte plaats tegen schutting of muur.
Vroege aardappelen kunnen we laten voorkie
men door ze op een warme plaats in het licht te
leggen. Doe dat in platte kistjes, dan kan men
ze gemakkelijk meenemen naar den tuin zonder
de planten te beschadigen, als ze in de 'tweede
helft van Maart in den grond worden gebracht.
Groote partijen legt men uit op rekken.
Wat de bemesting betreft van den moestuin:
stalmest brengen we met het spitten onder
kunstmest strooien we een tot twee weken voor
we zaaien ter plaatse uit. We harken de kunst
mest luchtig onder.
Aan muren en schuttingen zien we aan draden
d egrijsblauwe poppen der koolvlinders hangen.
Verzamel die om ze te verbranden. We krijgen
dan meer gave, mooie kooien.
In den fruittuin.
Ook hier kan nog worden verplant gesnoeid
en zelfs nog gespoten maar men moet er thans
wat haast mee gaan maken. Kronen kunnen
door enting worden omgevormd. Na den snoei
spitten we onder de fruitboomen stalmest luch
tigjes onder.
Met het snoeien van vijgen, perziken en abri
kozen moeten we nog een maandje wachten.
PFrambozen, bramen en wijnbessèft moeten nu
aan stokken of latwerk worden gebonden.
Hier en daar kunnen we wat aardbeien op den
kouden grond met ramen dekken om vroeger te
oogsten.
Kamerplanten,
Met onze kamerplanten moeten we thans voor
zichtig wezen. Ze staan tegen de hervatting van
den groei en treden allerlei insecten actief op.
We besproeien de planten nu regelmatig over de
kroon. Vleezige bladen sponzen we voorzichtig
af.
Met het verpotten van kamerplanten wachten
we nog even. AprilMei is daarvoor over het
algemeen de meest geschikte tijd.
Dloch ook is hem gegeven den naam van Pro
feet. Deze eerenaam, dien zij dragen, welke mid
delaars zijn 'tusscben God en Zijn volk, omdat
zij Zijn wil aan de menschen bekend maken, droe
gen mannen als Mozes en D'avid en Jesaja en
Paulns. Dit zijn de verkorenen in wie iets glanst
van den grootsten Profeet Qhristus. En deze
naam droeg ook Bileam. Welk een aangrijpende
tegenstelling vinden we dus bij dezen mensch.
Het is maar geen kennis bij overlevering die
Bileam bezat, maar God inspireert hem direct
door den Heiligen Geest. De Allerhoogste laat
zich in met dezen man en 'toont hem ongeziene,
heerlkije dingen. En dit is de tragiek van zijn
leven. Hoewel hij meer gezien had dan menige
Israëliet, toch houdt hij vast aan Satan en laat
toe dat deze ook zijn duivelsche, duistere din
gen hem inblaast.
Balak wist dat Bileam met de God Israels
in verbinding stond, dat hij, die in het heiden
dom leefde, toch stralen opving van Gods licht
in den nacht van verlatenheid en onkunde. Het
is wonderlijk ,maar het is een feit. Straks zullen
weer door bijzondere oepnbaring geleid, man
nen uit die landstreek opgaan naar het Joodsche
Biethlehem. Als wij de woorden lezen, welke deze
heidensche ziener gesproken heeft, we zouden
kunnen zeggen, het schoone gebed van den
godideloozen proefet, dan moeten we ons ver
bazen over de wonderlijke leidingen Gods.
„Mijn ziel sterve den dood des oprechten, en
mijn uiterste zij gelijk het zijne", spreekt hij
in hemiwee naar het kindschap Gods. Of hij be
zingt het heil der geloovigen met de woonden
„Hij, hun God, schouwt niet aan de ongerechtig
heden in Jacob, ook ziet Hij niet aan de boosheid
in Israel." Zelfs zoo kan hij in verrukking ko
men, dat hij met een profetenoog in de heerlijke
toekomst schouwt. „Er zal een ster voortgaan
uit Jacob, en er zal een scepter uit Israel op
komen.' En zoo, nadat hij deze woorden gespro
ken heeft, spoort hij Bal ak aan om het door hem
gezegende volk te verleiden tot afgoderij en hoe
rerij. Zoo zien wij dan welk een kind des dui
vels of Bileam was, en toch evengoed een open
baringskind Gods. De wonderlijke ontfermingen
Gods zijn wel heel duidelijk merkbaar aan dezen
mensch. Bileam staat als het ware voor ons in
de donkerheid van den nacht van zonde en hei
dendom, terwijl Gods felle bliksemschichten zijn
persoon hel verlichten en de donder van Gods
stem boven zij nhoofd het heelal vervult. Zoo
is Bileam. Onder het vlammenlicht Gods staat
hij en toch met een diep donker hart. Meer ver
licht dan wie ook is Israel en toch in de klauwen
van Satan. Geinspireerd door Gods Geest en toch
met de krachten der hel gewerkt, en gevorscht
en gewroet in de onderwereld. Welk een hope-
loozc verwoesting moet het geweest zijn in het
hart van dezen man. Hier is een wanhopige
zieleruine te zien die sidderen doet.
Hij wijst de gezanten van Balak af, maar wijst
ze zoo af, dat ze terug komen en tenslotte gaat
hij wel met ze mee. Hij zegt: „al gaf Balak mij
het huis vol goud en zilver zoo kan ik het be
vel des Heeren niet overtreden", maar toch loert
hij er op. De toeschroeiing van zijn geweten
komt dus hier ten duidelijkste uit.
Op een gegeven uit Bileams geschiedenis wil
ik nog wijzen. Ik zou wel kunnen zeggen, het
bekendste gedeelte. De meesten die wat van Bi
leam afweten, weten alleen van dit gedeelte iets
nl. van den ezel van Bileam. Ein het is meestal
spottend dat er dan over gesproken wordt. Hoe
zou ook een dier kunnen srpeken Het vindt dan
ook moeilijk geloof bij de wereld, dit Bijbelver
haal. Maar anders is het met de gemeente. Zij
vraagt niet of het wel mogelijk is, dat dit kon
gebeuren. Zlij aanvaardt het en zoekt verder,
zoekt naar de bedoeling van dit feit. Em dan
komt ze tot de schoone conclusie, dat hier Gods
ontfermingen te duidelijker uit spreken. Ziet de
zen Bileam gaan op den weg des verderfs, ge
waarschuwd, maar de waarschuwing niet achtende
Zelfs zendt God nog een engel op zijn weg, om
hem uitdrukkelijk (Jods wil te doen kennen. Hij
ziet den engel niet. Hij wil immers niet luisteren
Ein dan doet God het tegennatuurlijke. Het dier
dat hij berijdt spreekt met mensehenwoorden.
Zoo volledig gewaarschuwd wordt hij dat het
ten duidelijkste blijkt ,dat God het kwade niet
wil, maar het goede. Doch een geweten dat zoo
afgestompt is, slaat zich door alles heen.
D-an komt straks de gerechte straf. Bileam is
nooit meer thuis gekomen. Bij de Midianieten
heeft hij zich opgehouden, en straks valt hij
door het straffende zwaard der kinderen Israels.
Het volk dat in rust was, waakte op en neemt
het zwaard weer op. Het wordt weer een strij
dende Kerk. Het is wel merkwaardig. Een rus
tende kerk krijgt last van Bileam maar een strij
dende kerk doodt hem.
De geschiedenis van Bileam is wel d emeest
ontroerende uit de gansche Schrift. In het N.
Testament is er een pendant van te vinden, doch
deze is niet zoo sterk sprekend als die van Bi
leam. Ik bedoel de figuur van Simon de toove-
naar. Zooveel licht te hebben ontvangen en toch
in de duisternis weg te zinken. Zoo begenadigd
zijn en zich toch over te geven tot een prooi
an Satan.
Het is onze plicht bij de bespreking van dit
tragische Bijbelverhaal elkander te waarschu
wen voor die tweeslachtigheid, die Bileam ten
gronde richtte. Het duister en licht behoeft niet
zoo sterk te zijn. Maar als wij naar het woord
an Elia op twee gedachten hinken, naar reëhts
naar links buigen, met beide partijen, om
zoo te zeggen, goede vrienden blijven, dan wor
den wij een Bileamsfiguur. Al is deze lezing niet
als een gewone dienst des Woords, zooals ge
jonge menschen wil ik zeggen „als ge van den
dikken kabel der zonde maar een draadje vast
houdt, da nhoudt ge toch den kabel vast. En
uw geweten stompt af en uw gosdienst veruiter
lijkt. De band met uw God wordt er losser door
en gezweeft hoe langer hoe verder weg. Ge kunt
dan misschien nog wel gerust uw hoofd neerleg
gen en zeggen mijn ziel sterve den dood des
rechtvaardigen." Bileam wordt gevonden bij de
verslagen vijanden Gods. H ijia de duidelijke
bewijsgrond van de woorden van den Psalmist-
Wei ver van 'U de weelde zoekt,
Vergaat eerlang en wordt vervloekt.
Hij roeit hen uit die afhoereeren,
Etn U den trotschen nek toekeeren.
Maar daar tegenover mogen zij, die de zonde
loslaten en in stille overgave aan Gods leiding
zingen
Maar het is mij goed, mijn zaligst lot,
Nabij te wezen bij mijn God.
'k Vertrouw op Hem geheel en al,"
Den Heer, wiens werk ik roemen zal.
Dit lied, Psalm 73:14 werd hierna gezongen.
Als tweede gedeelte van mijn lezing heb ik
geonemd, de invloed die er van dezen persoon uit
gaat. Juist deze invloed is het voornaamste
want deze is blijvend. De invloed is het meest
kenmerkende van den persoon. En de invloed
die er van Bileam uitgaat is wel te vergelijken
met het slijmerige spoor dat een slak achterlaat,
Overal in de kerkgeschiedenis en in de geschie
denis van het Oude Verbond vinden we hem
terug. Twee apostelen Petrus en Judas heffen
hun vinger waarschuwend op voor deze dubbel
hartigheid. En ook de brief aan Pergamus toont
ons dezelfde afwijking.
De invloed is heel duidelijk te verklaren, want
de vermenging van goed en kwaad heeft hij als
met tien vingers bij anderen willen suggereeren.
Denk slechts aan den raad dien hij Balak de
vorst van Moab gaf. Balak moest de kinderen;
Israels een stok voor de voeten werpen. Bileam
kon ze niet vloeken, maar dan moest er 'iets
anders op bedacht worden. Niet uw soldaten
moet ge zenden, Balak, maar een ander leger
zal voor u overwinnen. Uw vrouwen en meisjes
moeten naar voren en moeten Israels tentenkamp
l'iiUKndiingen. Ge zijt in de verte nog familie
van ons .zullen ze zeggen, wij zijn immers na
komelingen van Lot, den neef van Abraham.
Er zijn toch zooveel dingen die we samen kun
nen doen. Dian zullen ze wel komen, de Israëlie
ten, eerst ter helfte maar dan ook wel tot over
de berg. En wat dan, vraagt Balak. Dan, zegt
Bileam ,zal de toorn Gods opvlammen en zullen
ze vanuit de hoogte getroffen worden. Dan is
den tijd voor uw soldaten om te overwinnen.
Balak heeft den raad van Bileam opgevolgd en
het is precies zoo uitgekomen als deze gezegd
heeft. Het volk zou ten onder zijn gegaan, in
dien en dit had Bileam niet doorzien en zal
^a-tan nooit kunnen begrijpen God zijn ver-
bond niet had gehouden en zijn trouw zou zijn
bezweken. Pinchas heilige speer kwam tusschen
beide en trad als rechter en meteen als bescher
mer op.
Bileam wist het bet-er dan menigen Hebreeer.
Hij raadde Balak aan hun den weg naar boven af
te snijden, hen aan te tasten bij den troon van
hun God. En het gelukte. Israel koppelde zich
aan Baal. Peor en verwekte zoo den 'toorn van
zijn eigen God.
En nu de tijd waarin de invloed van Bileam
naar voren treedt. Het volk was in rust. Eir was
geen krijg. Ze waren in de vlakke velden geko
men. Dat is altijd weer de periode waarin een
Bileam optreedt. Als ze moesten strijden volgen
ze hun Koning wel na, dan laten ze de wereld
wel in den steek. Maar zoodra er eenige ruimte
komt staat Bileam aan de deur, dan wenkt Sa
tan. N umoet er vermenging komen, want dan
heeft de Booze vrij spel.
De brief aan de gemeente te Pergamus geeft
den toestand precies zoo weer. In het begin
van den brief is het een lofprijzing van de ge
meente „en gij houdt mijnen naam en hebt mijn
geloof niet verloochend, ook in die dagen in
welke Antipas mijn getrouwe getuige was, w'e]
ke gedood is bij ulieden, daar de Satan woont."
Dat waren dus dagen van strijd, en moeite en
vervolging. Toen bleven zij staande in het ge
loof, maar zoodra de wereld wat welwillend te
genover hen staat, zoódra ze wat meer g-cduld
worden in Pergamus, gaat het verkeerd. Dan is
nocdig dat de Heer der gemeente zijn waarschu
wende stem laat hooren. „Maar nu heb ik tegen
u dat daar onder u zijn die de leer van Balaam
houden."
De geschiedenis van Pergamus is er een uit de
eerste eeuw van het Christendom. Maar steeds
weer is de geest van Bileam opgestaan. Als ge
de gansche geschiedenis der kerk nagaat dan vindt
ge overal weer deze dwaling. En kom nu ook
eens in onzen 'tijd en zie eens naar ons positieve
Christenvolk. Ook dit woont in de stad der we
reld zooals vroeger de gemeente van Pergamus.
Ook nu kunt ge vinden de kunst en de boekerij,
en ook nu rookt het ontzaglijke altaar voor den
jod dezer eeuw. Laten we, het ons maar eerlijk
>ekennenWe hebben het tegenwoordig heel goed
en rustig. De strijd van vroeger jaren ligt ver
achter ons. We herdenken dien strijd nu alleen
nog maar bij het een of ander jubileum. Maar
ook het gevaar van Blileam komt nu zoo onge
merkt dichtbij. Die wereld komt zoo graag in
ons midden en de samenkoppeling is haar bijzon
der welkom. Met betrekking tot het huwelijk is
er al zoo menig slachtoffer gevallen. We hebben
er wel een heel mooi woord voor. „Het kan nog
wel tot eeuwigen zegen worden." Van de ande
re partij, bedoelen we dan. Maar dan gebruiken