Uit den Omtrek nieuwstijdingen Pluimveeteelt OnsCourantenverhaal Öp een uur, dat de duisternis nog maar al te zeeiT gelijkt op die van den vorigen avond, gaat een wekker. Is het Zwitsersch is het Hol- landsch fabrikaat? We kunnen het niet zien. Er wordt een knopje omgedraaid, het electrisch licht gaat aan, wat kan door deze eenvoudige beweging al niet in werking gesteld worden van Neder- landseh product: een schakelapparaat van Haze- meijer; eeD kabel van de Hollandsche Draad en Kabelfabriek en een Philips' gloeilamp. Doch nu begint het pas. Nadat met vreugde de nieuwe dag met zijn vele mogelijkheden begroet is, bieden bad en waschtafel (uit Maastricht) het met Limburgsche kolen verwarmde water. We staan na deze bewerking op een rubbervloer van Vredestein en drogen ons af met een bad handdoek uit Twente of Brabant. Hoeveel grond stoffen uit alle deelen der wereld zijn al in deze paar zaken verwerkt, die ons de eefkte oogenblik- ken van den dag veraangenamen? Vervolgens doen hun werking: een spons uit de Middelland- sche Zee; handdoeken, waarvan de katoen groeide in Amerika; zeep, die overal vandaan kan, maar uit Nederland dient te komen. En dan de vele artikelen, waarmede we vervol gens ons bekleeden en behangen. Zijn de dessous- tjes niet uit Duitschland afkomstig, de sokken uit Frankrijk, de schoenen uit Engeland en een pak, natuurlijk van Engelsche stof? Misschien is dit alles ook uit Nederland afkomstig, maar hebben we ons gelukkig laten maken met een buitenlandsch merk, dat er eerst opgedrukt moest worden, voordat we het als voldoende degelijk wliden aanvaarden. Het is echter ook mogelijk i dit alles direct uit het eigen land te koopen. Dat het dan minder goed zou zijn of minder degelijk j of minder fraai, heeft gewoonlijk nog niemand j ervaren, die de moeite deed om te zoeken naar 1 het goede, wat hier ook wordt vervaardigd. Doch het is dikwijls gemakkelijker zich door een kleer maker of winkelier iets te laten geven, waarop deze wellicht iets meer verdient, of dat hij altijd verkoopt, uit gemakzucht of omdat zijn klanten nu eenmaal nooit vragen naar artikelen uit het eigen land afkomstig. Wij laten ons vervolgens door buitenlanders scheren. IE en Gilette is nu eenmaal geen Hol- landsch product. Maar Nederlandsche scheerzeep is minstens evengoed en bovendien goedkooper dan Engelsche en de scheerkwast behoeft ook niet uit Frankrijk ingevoerd te worden. Etn vervolgens de vele middeltjes, die ter versiering of ter ver sterking van den uiterlijken en innerlijken mensch de toilettafel sieren. Haar- en tanden- en andere borstels, haarwater en tandpasta mitsgaders de noodige zalfjes, pillen, opeders en drankjes we koopen het bij voorkeur met een buitenlandsch merk en bedenken gewoonlijk niet, dat Neder landsche fabrieken veel van dit alles ook maken, soms een beetje anders, soms even goed, ook wel eens beter. Het ontbijt kan de internationale stemming in ons versterken. Het begint al met de beste van alle dranken, de thee uit Java. Brood van tarwe uit Argentinië, ontbijtkoek, vervaardigd met 7 soorten honing, uit alle deelen der wereld bijeen gezocht; marmelade, niet uit Engeland en boter, niet uit Denemarken; roggebrood van Nederland- schen bodem, eieren van Nederlandsche kippen en spek van Nederlandsche varkens. Het servies is uit Maastricht, (o# zou het van Wedgwood zijn) en het tafelgoed is, met alles wat er verder op staat, Hollandsch product. (We nemen nl. geen Engelsche H.O.) De courant op Nederlandsch papier (van Russisch hout) brengt de wereldge schiedenis van den laatsten dag op enkele pagi na's onder onze oogen en wijst bijna even duide lijk als de tot nu toe doorleefde gebeurtenissen van den jongen dag, in alle berichten Op den on- j iderlingen samenhang tusschen alle opinies en gebeurtenissen, die de wereld iederen dag opnieuw bewegen. Na nog even door een Zweedsch toestel getelefoneerd te hebben, een Amerikaanschen vul penhouder in den zak te hebben gestoken naast een potlood van Tsjechoslowakije, den voorraad Engelsche tabak of Duitsche sigaretten te hebben aangevuld, wordt het Engelsche fabrikaat ver der bevorderd door het gebruik van hoed cn jas terwijl wie niet een Nederlandsche fiets gebruikt door een auto uit Amerika, Italië of Frankrijk naar trein of kantoor wordt gebracht, waar het internationale leven verder wordt toegepast. Deze enkele greep uit hetgeen wij dagelijks ge- brruiken en verbruiken, bevestigt onze verwon dering over den waanzin dezer wereld, waar alle landen meenen vreemde artikelen te moeten we- rren, .alsof we ook maar een oogenblik zonder deze, uit de geheele wereld samengebrachte za ken zouden kunnen leven. In zijn verbruik is ieder mensch wereldburger geworden en hij moet dat blijven of wel hij zou tot een barbaarsch stadium van civilisatie moeten terugkeeren, waar toe vooralsnog de bereidheid niet bestaat. Iets anders is echter, dat wij al deze artikelen kunnen koopen, nadat ze in het buitenland be werkt zijn tot eindproduct, maar ook nadat dit in ons eigen land geschied is. Want wat wij koo pen is niet alleen de grondstof. Maar ook de ar beid, die deze verwerkte. Etn die kan in bijna alle gevallen Nederlandsch zijn. Wie Nederland- s?he producten duurder of slechter zou bevinden, zal wel zoo wijs zijn, ze niet te koopen. Maar hoe weinigen doen moeite om te ervaren of dit wer kelijk het geval is. In negen van de tien gevallen laten we ons leiden door sleur, door gemakzucht door luiheid of door den schoonen scljijn van een buitenlandschen naam, die onze naieve ver beelding eigenlijk toch nog machtig imponeert. Aan alle zijden richt het buitenland steeds hoogere tariefmuren op tegen Nederlandsche pro ducten. "Het is begrijpelijk dat er Steeds meer stemmen opgaan om hier te lande hetzelfde te doen tegen buitenlandsche producten. Wij geloo- ven dat dit voor ons land, dat zoozeer op Inter nationalen handel is aangewezen, meer gevaren dau voordeelen zou meebrengen. Maar we géloo- ven ook, dat er maar een middel is om aan deze gevaren te ontkomen, dat iedereen zichzelf re kenschap geeft of hij voldoende meewerkt aan dat belang dat in alle opzichten ook het zijne is: dat het hem aangaat als deel der Nederlandsche volksgemeenschap, als verantwoordelijk lid onzer maatschappij, als belastingbetaler, als mede-be langhebbende in onze nationale economische ge zondheid; dat iedereen den Nederlandschen arbeid steunt door, waar mogelijk, Nederlandsch pro duct te koopen. Wanneer alle Nederlanders bij al hun dagelijk- sche aankoopen, hun kleine en groote, steeds hun w'inkeliers en leveranciers zouden vragen: geef mij Nederlandsch fabrikaat, dan zouden ze mis schien soms van hun winkelier, die bij den ver koop daarvan geen bijzonder voordeel heeft of die nu eenmaal aan buitenlandsche artikelen ge wend is, hooren, dat dit niet bestaat of slecht is. Wellicht zouden ze nu én dan een minderwaardig artikel ontvangen, want die zijn er ook van het Nederlandsche fabrikaat. Maar in bijna alle ge vallen zou degeen, die werkelijk moeite doet om een goed Hollandsch product te krijgen, ontdek ken, dat dat bestaat. Er moet alleen nog eerst veel sleur overwonnen worden. Wanneer alle Ne derlanders het voorbeeld van onze Engelsche bu ren, voor wie het „Buy British" vanzelfsprekend, is, zouden volgen, zou zonder behulp van ingrij pende overheidsmaatregelen, die in onze economie niet passen en die waarschijnlijk meer gevaren dan voordeelen zouden brengen, onze industrie den sterkst mogelijken steun ontvangen; im-mers een, die uit ons zelf komt en gegrond is in een gezond nationaal gevoel. Wij zullen steeds aangewezen blijven op aller lei grondstoffen en ook op verschillende artikelen uit het buitenland. Maar wij zijn, voor het over- groote deel van de artikelen, die wij dagelijks ge- en verbruiken, niet aangewezen op den bui- landschen arbeid; die arbeid wordt evengoed in Nederlandsche ondernemingen geleverd en in Ne derlandsch product verwerkt. Door in Nederlandsch product Nederlandschen arbeid te koopen, helpt men de werkloosheid der Nederlandsche arbeiders bestrijden, steunt men den arbeid van Nederlandsche ondernemingen. Aan versterking van dit nationale belang kun nen we allen iederen dag medewerken. Vraagt eerst Nederlandsch product. (Uit: Maatschappij-belangen Tijdschrift v. .4. Ned. Mij. voor Nijverheid en Handel.) SINT FANCHAS. Donderdag 11 Februari gaf het gemengde koor „Zanglust" een concert in het café van den heer Bouwstra. Directeur de heer H. J. Zaal. Muzikale medewerking verleenden de heer en Jac. Sieuwerts viool, D. Horse saxophoon, Fred. Groot pianist. Om ieder nummer op zichzelf weer te geven zou teveel plaats vorderen. "Doch we kunnen wel zeggen, dat het zangspel op hoog peil stond, uitspraak en gelijkheid, waren best te noemen. Het beste kwam tot zijn recht naar onze mee ning „Du Hirte Israels." Terwijl „de Spijskaart" we zouden kunnen zeg gen als attractienummer herhaald werd op ver zoek. Het dameskoor klonk niet zoo vol als het ge heele koor, de sopranen waren te gering in aantal. Uitspraak en samenzang waren ook daarin uitste ken, doch de te zwakke sopranen deden wel eenige afbreuk aan het geheel. De muzikale medewerking was op uitstekende wijze verzorgd. Vooral de violist kon zich in een daverend applaus verheugen. Wij kunnen dan ook niet anders, dan den heer Zaal en zijn gezelschap geluk te wenschen met dit schitterend geslaagd avondconcert. Een .gezellig bal besloot dezen avond. MEER DAN 6 MILLIOEN WERKLOOZEN. Het „Handelsblad" meldt: Volgens een bericht van het Rijksbureau voor werkloosheid nam het aantal werkloozien in de tweede helft van de maand Januari 1932 veel lang zamer toe dan in de eerste helft der maand en In de vorige maanden. Echter overschreed het aantal werkloozen voor het eerst de zes millioen. Het aantal werkloozen, dat zich aangemeld heeft bij de arbeidsbeurzen bedroeg op 31 Jan. 3.041.000 De stijging van 15 Januari31 Januari bedroeg 75.000, terwijl zij in de eerste helft van Januari 298.000 bedroeg. (Ter vergelijking diene dat in Nederland met 8 millioen inwoners het aantal werkloozen geschat wordt op meer dan 250.000. In Engeland met 44.5 millioen inwoners zijn bijna 2.75 millioen werkloozen. Duitschland telt 63 millioen inwo ners, waarvan iets meer dan 30 millioen mannen) Volkshoogesehoolwcrk in Blarehem. Het lijkt misschien wel een waagstuk in dezen tijd jonge menschen uit te noodigen voor een vier weeksche cursus voor algemeene ontwikkeling? Wij meenen het juist nu te moeten doen, daar we uit ervaring weten, dat er veel jongens zijn, bij wie groote behoefte bestaat voor hun ontwikke ling in verschillende vakken eenerzijds, voor hun algemeene menschvorming anderzijds, te doen wat zij kunnen. De cursus staat open voor vrouwen en meisjes die den leeftijd van 18 jaar hebben bereikt, die gewOon lager onderwijs hebben gffhaét en de volle vier weken kunnen blijven. Ze wordt gehouden van ;29' "Februari29 Maart, omvat lessen als: hygiene, economie, bouwkunst, tuinaanleg, boek bespreking enz. Hiernaast wordt ook tijd besteed aan gymnastiek, muziek, handenarbeid, spel en sport. De cursus gaat uit van de vereeniging Wood- brookers in Holland, die op religieus standpunt staat. De kosten bedragen f 40.welk bedrag ineens of in deelen betaald kan worden. Eir zijn ook enkele heele en halve vrijplaatsen. Aanmeldin gkan geschieden bij de directrice Mej. O. C. Wilbrenninck, de Garpentierstraat 82, den Haag, die op aanvraag programma's zendt en inlichtingen geeft. Een belangrijk vraagstuk. Vojr pluimveehouders in erisistijd. Met wat de eitjes op het oogenblik nog opbren gen kan de pluimveehouder, mits hij ze in behoor lijk aantal raapt, misschien nog zijn kosten dek ken, maar straks levert het bedrijf zeer zeker groote verliezen op. Reeds in Maart zal dat het geval wezen, omdat de productie dan over bet algemeen het hoogst is. Met zulk een perspectief moeten de pluimvee houders nu reeds de vraag oplossen: moet ik in het nu aanvangende seizoen al dan niet fokken. Wie plan heeft om het bedrijf of nevenbedrijf of ook maar zijn liefhebberij ondanks de moeliijke omstandigheden voort te zetten, omdat hij rekent op een uiteindelijk herstel van de zieke maatschappij, die zal geneigd wezen om kort en goed te besluiten, ook in dit jaar te fokken en zijn pluimveestapel te vernieuwen. Het is zoo klaar gebleken in vele voorafgaande jaren, dat men slechts op den eersten leg der hoenders een beohorlijke winst kan boeken, dat de jaarlijk- sche renovatie van den pluimveestapel in vele bedrrijve ntot een vaste gewoonte is geworden die men geneigd is om te blijven volgen, zonder dat men telkens weer de overwegingen nagaat, waar uit die gewoonte groeide, Laten we er in dit ar tikel echter nog eens aan herinneren. Op tijd in het voorjaar geboren hennen, die ook verder op de juiste wijze zijn opgefokt, vangen den leg aan in het najaar omstreeks October en zetten haar productie voort tot den rui in het volgende najaar behoudens soms een korte onderbreking in Januari voor een lichten half- rui. Die eerste leg gaat dus over een periode van een jaar. v Alvorens daarna den tweeden leg aan te van gen, maakt een hoen een min of meer zwaren rui door en ze neemt daarna nog wat rust. In gun stige gevallen zijn overjarige kippen in het be gin van December weer productief, maar vele hoenders eerst een maand later. De tweede leg loopt derhalve over een periode van 89 maan den en is bovendien minder straf. Er is dus een verschil in het geproduceerde aantal eieren van het eerste en het tweede legjaar ten nadeele van het laatste. Niet alleen ec'hter wordt door eerstejaars hoenders meer geprodu ceerd, maar dat meerdere wordt bovendien ge gaard in den tijd dat de eieren het duurst zijn. In de wintermaanden. Natuurlijk is het aanfokken van een nieuwen hoenderstapel duurder dat het onderhouden van overjarige kippen gedurende enkele maanden van onproduetiviteit, maar de voordeelen van vernieu wing overschreden als regel verre die meerdere kosten. Datzelfde echter achten we voor de naaste toekomst uitgesloten. Als men aanneemt, dat een jonge hen, voor ze legrijp is aan alles en alles ruim twee gulden zal hebben gekost we berekenen meer precies f2.252.50 en dat we aan overjarige kippen bij de huidige voederprijzen hoogstens een gulden ten koste hebben te leggen in deze rustperiode van enkele maanden, dan zou het verschil van f 1.251.50 vergoed moeten worden uit de meer productie van jonge hennen. Bij een behoorlijken winterprijs der eieren kan dat zéér zeker, maar nu het te verwachten is, dat bij de huidige groo te overproductie een nivelleering van seizoen- prijzen op komst is op lager basis nog dan de thans geldende prijzen kan het boven genoemde verschil niet meer worden goed gemaakt. Men moet dus aannemen, dat in de eerstkomende ja ren meer voordeel te behalen zal zijn, althans minder nadeel zal worden geleden, met tweede en misschien zelfs met derdejaars hennen, dan met jongen aanfok. "We zouden daarom willen adviseeren om de jonge hennen van het vorige seizoen dit jaar niet te vervangen, maar aan de aangehouden dieren al onze aandacht en al onzen tijd te besteden. Laten we, al zij het slechts tijdelijk, valnestcon- trole gaan toepassen om de slechte legters te loe ren kennen. Voor dezulke heet opruimen de bood schap want alleen van het allerbeste materiaal kunnen we nog eenig voordeel verwachten. Ons advies is misschien minder prettig voor de leveranciers van fokmateriaal, maar ook zij kunnen beter een of twee slechte jaren aanvaar den, dan heel het pluimveebedrijf te zien ruinee ren door een onverantwoordelijke aanmoediging van den fok in de huidige omstandigheden. Er zijn trouwens nog pluimveehouders genoeg die ook dit jaar, zij het in beperkte mate, zich nieuw materiaal moeten of willen verschaffen Be motieven die hen daarb ijleiden, bespreken we in ons volgend artikel. Correspondentie. Een paar vragen over hok kenbouw vinden zeer binnenkort beantwoording in een speciaal artikel over dat onderwerp. SCHOPPENHEER. door R. ASSTON. Er zijn geen bijgelooviger menschen dan zij, die oorsronkelijk den draak hebben gestoken met bij geloof en dan door een toeval zijn bekeerd. Annette Keulmans had altijd haar vriendin uit gelachen, omdat die bleek werd, als zij bij ongeluk onder een ladder doorliep en op geluk hoopte, als zij een schimmel zag.. En op een dag bekende An nette, dat ze vaak naar een kaartlegster ging, die „ongelooflijk" was. Annette spotte: Een reis over het water en een brief en asdat u je in acht mot neme voor een donkere vrouw. Ga eens mee, drong de vriendin. Je zult zien, dat het heusch iet sbijzonders is Maar niet lachen hoor. Annette bolofde dat ze een plechtig gezicht zou zet ten en op een middag gingen zij tezamen naar de kaartlegster, die zich madame Madeleine noemde. Annette kon niet nalaten, madamein het Fransch aan te spreken, doch de kaartlegster, die voor heeter vuren gestaan had, antwoordde laconiek: „Uwes ken best Hollandsch spreke, uwes is toch een Hol landsche? Ik bin hier al solang! Ik spreek me Hol landsch als een Hollandsche, hour. Ze lanceerde dat met een rustige brutaliteit, die Annette over blufte. Madame Madeleine bezat de menschenkennis zoo noodig voor de uitoefening van haar beroep. Ze taxeerde deze nieuwelinge terwijl ze gedienstig stoe len aanschoof een toen deze wat lacherig had aan gehoord wat aan haar vreindin voorspeld werd en zij zelf aan de beurt kwam, zei madame Made leine „u bent getrouwd" Dat had ze natuurlijk aan de trouwringg gezien. „Goed getrouwd ook, met een man die een best inkomen heeft Dat zag ze aan de keurige kleeding. „En uwes man is ook goed voor u." Zoo'n net vrouwtje krijgt alleen rin gen en kettinkjes van haar eigen man. En daar dit vrouwtje mooie sieraden droeg, moest die man wel goed voor haar zijn. „Uw huwelijk is niet ongeluk kig, maar toch verveelt u zich wel eens en voelt u zich heelemaal niet gelukkig." Welke getrouwde vruw maakte dat nooit door. En dan zoo'n pittig uitziend vrouwtje. Zoo ging het door. Langzaam maar zeker werd Annette geïmponeerd. Madame Madeleine had ook geluk. Ze voorspelde lukraak een gevaar, maar niet erg, voortkomende uit onvoorzichtigheid" en 2 dagen later struikelde Annette, hard de trap afloo- pende doch bezrde zich niet erg. Het maakte zoo veel indruk op haar, dat ze madame Madeleine weer opzocht Die telde sindsdien een klant meer. Madame Madeleine had het jonge vrouwtje al gauw heele maal door. Ze merkte best, dat de andere zich in derdaad vervveelde en naar emoties verlangde en uitgaande va nhet standpunt wie zoekt zal vinden, begon ze haar alvast de emoties te voorspellen. Ze zou een donkeren man leeren kennen, die haar noodlot werd. Hij zou een demonische natuur bezit ten en haar er misschien toe brengen, haar veilig tehuis en braven man te verlaten. Als ze niet op paste zou die man haar weldra geheel overheerschen doch als ze zich dadelijk met kracht verzette, kon' ze hem overwinnen. Met dreigende vinger wees de kaartlegster telkens „ziedu, Schoppenheer leg telkens op tafel, u kent er zeker van zijn dat het uitkomp." Verdiept in gedachten keerde Annette naar huis terug Ze wist zelf niet of ze de voorspelling met verheugenis begroette of dat die haar beangstte. Waarschijnlijk beide, maar ze voelde zicli toch erg beklemd als ze zich voorstelde, haar rustig bestaan- tje door zoo'n cycloon bedreigd te zien. Vervuld van dit alles kwam ze de woonkamer binnen en bleef als versteend staan. Want naast haar man zata een vreemdeling, met twijfeloos zwrt haar, een donkere teint, en bruine oogen. Zonder twijfel schoppenheer. Met wild kloppend hart staarde ze hem aan. Dat de voorspelling zoo snel zou uitkomen^ had ze niet verwacht. Haar man merkte niets van dit zonderlinge optre den, doch stelde opgewekt voor: „Sen oude schoolvriend vah me, Frans Bergmans, Mijn vrouw. Is dat niets grappig, Netje? Sinds jaren heb ik Frans niet gezien en opeens staat hij tegen over me op de straat. Annette voelde bepaald medelijden met haar man die zoo geheel onbewust was van het noodlot, dat hem bedreigde. Toen trachtte ze gewoon te praten, schonk thee, keek heimelijk en veel naar den bezoeker en voelde haar hart onrustig kloppen. Er was geen twijfel mogelijk. Het was schoppen heer. De emotie was in haar leven gékomen. Dit was dus de demonische man, waarover je zoo vaak las en die je op films bewonderde. Een vrij benau wende tegenwoordigheid in het werkelijke leven. Ze weifelde tusschen den wensch, zich dadelijk krachtig te verzetten tegen zijn fatalen invloed, of den sleur gang van een vrij eentonig leventje, wat te laten verbreken door hem. Haar man vroeg hem te di- neeren, en zij dacht tragisch, arme, onwetende ziel. Frans werd een graag geziene gast in hun huis. Annette voelde zich steeds meer omstrikt door zijn noodlottigen involde. Ze was zich bewust, dat ze hem niet zou kunnen weerstaan, dat ze huis en haard zou verlaten voor hem. Op een dag kwam Frans, toen zij alleen thuis was. Er lag een vreemde uitdrukking op'Zijn gelaat en zij yoelde haar hart bonzen. Nu kwam het. Zie je begon hij, ik wilde je iets zeggen, iets vragen en liever niet, waar je man bij is. Het is een liefdesaangelegenheid en jij als vrouw kunt dat beter beoordeelen. Ik ben zoo verlegen moet je we ten en sinds lang verliefd op een meisje, zonder dat ik den moed kan vinden haar te vragen. Di verwenschte bedeesdheid van me. Mag ik even? Het theewater kookt Annette was een tijdje bezig met theezetten en in dien tijd bekwam ze van haar emoteis. „Vertel eens zei ze hartelijk, hoe is ze? Hij kwam los en weldra wits ze precies hoe het meisje eruit zag. „Ik zou maar regelrecht naar haar toe gaan en haar vragen, ried ze. „Ik kan de woorden niet over mijn lippen krijgen, bekende de mislukte demon. „Wel, schrijf het haar dan. Dat was een idee. Stralend van dankbaarheid ver trok hij. Annette stond een tijdje in gedachten half lachend, half verschrikt. Ze besefte opeens, dat het allemaal niets dan suggestie was geweest. Maar wat een domheid. Schoppenheer. Madame Madeleine was een vaste klant kwijt. Neen, twee, Want toen Annette in diep vertrouwen haar vriedin de targi-komiache geschiedenis vertel de, was dier vertrouwen in de Sttbylle eveneens ge schokt. (Nadruk verboden.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1932 | | pagina 6