Uit den Omtrek
nieuwstijdingen
Pluimveeteelt
OnsCourantenverhaal
Öp een uur, dat de duisternis nog maar al te
zeeiT gelijkt op die van den vorigen avond, gaat
een wekker. Is het Zwitsersch is het Hol-
landsch fabrikaat? We kunnen het niet zien. Er
wordt een knopje omgedraaid, het electrisch licht
gaat aan, wat kan door deze eenvoudige beweging
al niet in werking gesteld worden van Neder-
landseh product: een schakelapparaat van Haze-
meijer; eeD kabel van de Hollandsche Draad
en Kabelfabriek en een Philips' gloeilamp.
Doch nu begint het pas. Nadat met vreugde de
nieuwe dag met zijn vele mogelijkheden begroet
is, bieden bad en waschtafel (uit Maastricht)
het met Limburgsche kolen verwarmde water.
We staan na deze bewerking op een rubbervloer
van Vredestein en drogen ons af met een bad
handdoek uit Twente of Brabant. Hoeveel grond
stoffen uit alle deelen der wereld zijn al in deze
paar zaken verwerkt, die ons de eefkte oogenblik-
ken van den dag veraangenamen? Vervolgens
doen hun werking: een spons uit de Middelland-
sche Zee; handdoeken, waarvan de katoen groeide
in Amerika; zeep, die overal vandaan kan, maar
uit Nederland dient te komen.
En dan de vele artikelen, waarmede we vervol
gens ons bekleeden en behangen. Zijn de dessous-
tjes niet uit Duitschland afkomstig, de sokken
uit Frankrijk, de schoenen uit Engeland en een
pak, natuurlijk van Engelsche stof? Misschien
is dit alles ook uit Nederland afkomstig, maar
hebben we ons gelukkig laten maken met een
buitenlandsch merk, dat er eerst opgedrukt moest
worden, voordat we het als voldoende degelijk
wliden aanvaarden. Het is echter ook mogelijk i
dit alles direct uit het eigen land te koopen. Dat
het dan minder goed zou zijn of minder degelijk j
of minder fraai, heeft gewoonlijk nog niemand j
ervaren, die de moeite deed om te zoeken naar 1
het goede, wat hier ook wordt vervaardigd. Doch
het is dikwijls gemakkelijker zich door een kleer
maker of winkelier iets te laten geven, waarop
deze wellicht iets meer verdient, of dat hij altijd
verkoopt, uit gemakzucht of omdat zijn klanten
nu eenmaal nooit vragen naar artikelen uit het
eigen land afkomstig.
Wij laten ons vervolgens door buitenlanders
scheren. IE en Gilette is nu eenmaal geen Hol-
landsch product. Maar Nederlandsche scheerzeep
is minstens evengoed en bovendien goedkooper
dan Engelsche en de scheerkwast behoeft ook niet
uit Frankrijk ingevoerd te worden. Etn vervolgens
de vele middeltjes, die ter versiering of ter ver
sterking van den uiterlijken en innerlijken mensch
de toilettafel sieren. Haar- en tanden- en andere
borstels, haarwater en tandpasta mitsgaders de
noodige zalfjes, pillen, opeders en drankjes we
koopen het bij voorkeur met een buitenlandsch
merk en bedenken gewoonlijk niet, dat Neder
landsche fabrieken veel van dit alles ook maken,
soms een beetje anders, soms even goed, ook wel
eens beter.
Het ontbijt kan de internationale stemming in
ons versterken. Het begint al met de beste van
alle dranken, de thee uit Java. Brood van tarwe
uit Argentinië, ontbijtkoek, vervaardigd met 7
soorten honing, uit alle deelen der wereld bijeen
gezocht; marmelade, niet uit Engeland en boter,
niet uit Denemarken; roggebrood van Nederland-
schen bodem, eieren van Nederlandsche kippen
en spek van Nederlandsche varkens. Het servies
is uit Maastricht, (o# zou het van Wedgwood zijn)
en het tafelgoed is, met alles wat er verder op
staat, Hollandsch product. (We nemen nl. geen
Engelsche H.O.) De courant op Nederlandsch
papier (van Russisch hout) brengt de wereldge
schiedenis van den laatsten dag op enkele pagi
na's onder onze oogen en wijst bijna even duide
lijk als de tot nu toe doorleefde gebeurtenissen
van den jongen dag, in alle berichten Op den on- j
iderlingen samenhang tusschen alle opinies en
gebeurtenissen, die de wereld iederen dag opnieuw
bewegen. Na nog even door een Zweedsch toestel
getelefoneerd te hebben, een Amerikaanschen vul
penhouder in den zak te hebben gestoken naast
een potlood van Tsjechoslowakije, den voorraad
Engelsche tabak of Duitsche sigaretten te hebben
aangevuld, wordt het Engelsche fabrikaat ver
der bevorderd door het gebruik van hoed cn jas
terwijl wie niet een Nederlandsche fiets gebruikt
door een auto uit Amerika, Italië of Frankrijk
naar trein of kantoor wordt gebracht, waar het
internationale leven verder wordt toegepast.
Deze enkele greep uit hetgeen wij dagelijks ge-
brruiken en verbruiken, bevestigt onze verwon
dering over den waanzin dezer wereld, waar alle
landen meenen vreemde artikelen te moeten we-
rren, .alsof we ook maar een oogenblik zonder
deze, uit de geheele wereld samengebrachte za
ken zouden kunnen leven. In zijn verbruik is
ieder mensch wereldburger geworden en hij moet
dat blijven of wel hij zou tot een barbaarsch
stadium van civilisatie moeten terugkeeren, waar
toe vooralsnog de bereidheid niet bestaat.
Iets anders is echter, dat wij al deze artikelen
kunnen koopen, nadat ze in het buitenland be
werkt zijn tot eindproduct, maar ook nadat dit
in ons eigen land geschied is. Want wat wij koo
pen is niet alleen de grondstof. Maar ook de ar
beid, die deze verwerkte. Etn die kan in bijna
alle gevallen Nederlandsch zijn. Wie Nederland-
s?he producten duurder of slechter zou bevinden,
zal wel zoo wijs zijn, ze niet te koopen. Maar hoe
weinigen doen moeite om te ervaren of dit wer
kelijk het geval is. In negen van de tien gevallen
laten we ons leiden door sleur, door gemakzucht
door luiheid of door den schoonen scljijn van
een buitenlandschen naam, die onze naieve ver
beelding eigenlijk toch nog machtig imponeert.
Aan alle zijden richt het buitenland steeds
hoogere tariefmuren op tegen Nederlandsche pro
ducten. "Het is begrijpelijk dat er Steeds meer
stemmen opgaan om hier te lande hetzelfde te
doen tegen buitenlandsche producten. Wij geloo-
ven dat dit voor ons land, dat zoozeer op Inter
nationalen handel is aangewezen, meer gevaren
dau voordeelen zou meebrengen. Maar we géloo-
ven ook, dat er maar een middel is om aan deze
gevaren te ontkomen, dat iedereen zichzelf re
kenschap geeft of hij voldoende meewerkt aan
dat belang dat in alle opzichten ook het zijne is:
dat het hem aangaat als deel der Nederlandsche
volksgemeenschap, als verantwoordelijk lid onzer
maatschappij, als belastingbetaler, als mede-be
langhebbende in onze nationale economische ge
zondheid; dat iedereen den Nederlandschen arbeid
steunt door, waar mogelijk, Nederlandsch pro
duct te koopen.
Wanneer alle Nederlanders bij al hun dagelijk-
sche aankoopen, hun kleine en groote, steeds hun
w'inkeliers en leveranciers zouden vragen: geef
mij Nederlandsch fabrikaat, dan zouden ze mis
schien soms van hun winkelier, die bij den ver
koop daarvan geen bijzonder voordeel heeft of
die nu eenmaal aan buitenlandsche artikelen ge
wend is, hooren, dat dit niet bestaat of slecht is.
Wellicht zouden ze nu én dan een minderwaardig
artikel ontvangen, want die zijn er ook van het
Nederlandsche fabrikaat. Maar in bijna alle ge
vallen zou degeen, die werkelijk moeite doet om
een goed Hollandsch product te krijgen, ontdek
ken, dat dat bestaat. Er moet alleen nog eerst
veel sleur overwonnen worden. Wanneer alle Ne
derlanders het voorbeeld van onze Engelsche bu
ren, voor wie het „Buy British" vanzelfsprekend,
is, zouden volgen, zou zonder behulp van ingrij
pende overheidsmaatregelen, die in onze economie
niet passen en die waarschijnlijk meer gevaren
dan voordeelen zouden brengen, onze industrie
den sterkst mogelijken steun ontvangen; im-mers
een, die uit ons zelf komt en gegrond is in een
gezond nationaal gevoel.
Wij zullen steeds aangewezen blijven op aller
lei grondstoffen en ook op verschillende artikelen
uit het buitenland. Maar wij zijn, voor het over-
groote deel van de artikelen, die wij dagelijks
ge- en verbruiken, niet aangewezen op den bui-
landschen arbeid; die arbeid wordt evengoed in
Nederlandsche ondernemingen geleverd en in Ne
derlandsch product verwerkt.
Door in Nederlandsch product Nederlandschen
arbeid te koopen, helpt men de werkloosheid der
Nederlandsche arbeiders bestrijden, steunt men
den arbeid van Nederlandsche ondernemingen.
Aan versterking van dit nationale belang kun
nen we allen iederen dag medewerken.
Vraagt eerst Nederlandsch product.
(Uit: Maatschappij-belangen Tijdschrift v.
.4. Ned. Mij. voor Nijverheid en Handel.)
SINT FANCHAS.
Donderdag 11 Februari gaf het gemengde koor
„Zanglust" een concert in het café van den heer
Bouwstra.
Directeur de heer H. J. Zaal.
Muzikale medewerking verleenden de heer en
Jac. Sieuwerts viool, D. Horse saxophoon, Fred.
Groot pianist.
Om ieder nummer op zichzelf weer te geven zou
teveel plaats vorderen.
"Doch we kunnen wel zeggen, dat het zangspel
op hoog peil stond, uitspraak en gelijkheid, waren
best te noemen.
Het beste kwam tot zijn recht naar onze mee
ning „Du Hirte Israels."
Terwijl „de Spijskaart" we zouden kunnen zeg
gen als attractienummer herhaald werd op ver
zoek.
Het dameskoor klonk niet zoo vol als het ge
heele koor, de sopranen waren te gering in aantal.
Uitspraak en samenzang waren ook daarin uitste
ken, doch de te zwakke sopranen deden wel eenige
afbreuk aan het geheel.
De muzikale medewerking was op uitstekende
wijze verzorgd. Vooral de violist kon zich in een
daverend applaus verheugen.
Wij kunnen dan ook niet anders, dan den heer
Zaal en zijn gezelschap geluk te wenschen met
dit schitterend geslaagd avondconcert.
Een .gezellig bal besloot dezen avond.
MEER DAN 6 MILLIOEN WERKLOOZEN.
Het „Handelsblad" meldt:
Volgens een bericht van het Rijksbureau voor
werkloosheid nam het aantal werkloozien in de
tweede helft van de maand Januari 1932 veel lang
zamer toe dan in de eerste helft der maand en In de
vorige maanden.
Echter overschreed het aantal werkloozen voor
het eerst de zes millioen.
Het aantal werkloozen, dat zich aangemeld heeft
bij de arbeidsbeurzen bedroeg op 31 Jan. 3.041.000
De stijging van 15 Januari31 Januari bedroeg
75.000, terwijl zij in de eerste helft van Januari
298.000 bedroeg.
(Ter vergelijking diene dat in Nederland met
8 millioen inwoners het aantal werkloozen geschat
wordt op meer dan 250.000. In Engeland met
44.5 millioen inwoners zijn bijna 2.75 millioen
werkloozen. Duitschland telt 63 millioen inwo
ners, waarvan iets meer dan 30 millioen mannen)
Volkshoogesehoolwcrk in Blarehem.
Het lijkt misschien wel een waagstuk in dezen
tijd jonge menschen uit te noodigen voor een vier
weeksche cursus voor algemeene ontwikkeling?
Wij meenen het juist nu te moeten doen, daar we
uit ervaring weten, dat er veel jongens zijn, bij
wie groote behoefte bestaat voor hun ontwikke
ling in verschillende vakken eenerzijds, voor hun
algemeene menschvorming anderzijds, te doen wat
zij kunnen.
De cursus staat open voor vrouwen en meisjes
die den leeftijd van 18 jaar hebben bereikt, die
gewOon lager onderwijs hebben gffhaét en de volle
vier weken kunnen blijven. Ze wordt gehouden
van ;29' "Februari29 Maart, omvat lessen als:
hygiene, economie, bouwkunst, tuinaanleg, boek
bespreking enz. Hiernaast wordt ook tijd besteed
aan gymnastiek, muziek, handenarbeid, spel en
sport.
De cursus gaat uit van de vereeniging Wood-
brookers in Holland, die op religieus standpunt
staat. De kosten bedragen f 40.welk bedrag
ineens of in deelen betaald kan worden. Eir zijn
ook enkele heele en halve vrijplaatsen.
Aanmeldin gkan geschieden bij de directrice
Mej. O. C. Wilbrenninck, de Garpentierstraat 82,
den Haag, die op aanvraag programma's zendt en
inlichtingen geeft.
Een belangrijk vraagstuk.
Vojr pluimveehouders in erisistijd.
Met wat de eitjes op het oogenblik nog opbren
gen kan de pluimveehouder, mits hij ze in behoor
lijk aantal raapt, misschien nog zijn kosten dek
ken, maar straks levert het bedrijf zeer zeker
groote verliezen op. Reeds in Maart zal dat het
geval wezen, omdat de productie dan over bet
algemeen het hoogst is.
Met zulk een perspectief moeten de pluimvee
houders nu reeds de vraag oplossen: moet ik in
het nu aanvangende seizoen al dan niet fokken.
Wie plan heeft om het bedrijf of nevenbedrijf
of ook maar zijn liefhebberij ondanks de
moeliijke omstandigheden voort te zetten, omdat
hij rekent op een uiteindelijk herstel van de zieke
maatschappij, die zal geneigd wezen om kort en
goed te besluiten, ook in dit jaar te fokken en
zijn pluimveestapel te vernieuwen. Het is zoo
klaar gebleken in vele voorafgaande jaren, dat
men slechts op den eersten leg der hoenders een
beohorlijke winst kan boeken, dat de jaarlijk-
sche renovatie van den pluimveestapel in vele
bedrrijve ntot een vaste gewoonte is geworden die
men geneigd is om te blijven volgen, zonder dat
men telkens weer de overwegingen nagaat, waar
uit die gewoonte groeide, Laten we er in dit ar
tikel echter nog eens aan herinneren.
Op tijd in het voorjaar geboren hennen, die ook
verder op de juiste wijze zijn opgefokt, vangen
den leg aan in het najaar omstreeks October en
zetten haar productie voort tot den rui in het
volgende najaar behoudens soms een korte
onderbreking in Januari voor een lichten half-
rui. Die eerste leg gaat dus over een periode van
een jaar. v
Alvorens daarna den tweeden leg aan te van
gen, maakt een hoen een min of meer zwaren rui
door en ze neemt daarna nog wat rust. In gun
stige gevallen zijn overjarige kippen in het be
gin van December weer productief, maar vele
hoenders eerst een maand later. De tweede leg
loopt derhalve over een periode van 89 maan
den en is bovendien minder straf.
Er is dus een verschil in het geproduceerde
aantal eieren van het eerste en het tweede legjaar
ten nadeele van het laatste. Niet alleen ec'hter
wordt door eerstejaars hoenders meer geprodu
ceerd, maar dat meerdere wordt bovendien ge
gaard in den tijd dat de eieren het duurst zijn.
In de wintermaanden.
Natuurlijk is het aanfokken van een nieuwen
hoenderstapel duurder dat het onderhouden van
overjarige kippen gedurende enkele maanden van
onproduetiviteit, maar de voordeelen van vernieu
wing overschreden als regel verre die meerdere
kosten. Datzelfde echter achten we voor de
naaste toekomst uitgesloten.
Als men aanneemt, dat een jonge hen, voor
ze legrijp is aan alles en alles ruim twee gulden
zal hebben gekost we berekenen meer precies
f2.252.50 en dat we aan overjarige kippen
bij de huidige voederprijzen hoogstens een gulden
ten koste hebben te leggen in deze rustperiode
van enkele maanden, dan zou het verschil van
f 1.251.50 vergoed moeten worden uit de meer
productie van jonge hennen. Bij een behoorlijken
winterprijs der eieren kan dat zéér zeker, maar
nu het te verwachten is, dat bij de huidige groo
te overproductie een nivelleering van seizoen-
prijzen op komst is op lager basis nog dan de
thans geldende prijzen kan het boven genoemde
verschil niet meer worden goed gemaakt. Men
moet dus aannemen, dat in de eerstkomende ja
ren meer voordeel te behalen zal zijn, althans
minder nadeel zal worden geleden, met tweede
en misschien zelfs met derdejaars hennen, dan
met jongen aanfok.
"We zouden daarom willen adviseeren om de
jonge hennen van het vorige seizoen dit jaar niet
te vervangen, maar aan de aangehouden dieren
al onze aandacht en al onzen tijd te besteden.
Laten we, al zij het slechts tijdelijk, valnestcon-
trole gaan toepassen om de slechte legters te loe
ren kennen. Voor dezulke heet opruimen de bood
schap want alleen van het allerbeste materiaal
kunnen we nog eenig voordeel verwachten.
Ons advies is misschien minder prettig voor
de leveranciers van fokmateriaal, maar ook zij
kunnen beter een of twee slechte jaren aanvaar
den, dan heel het pluimveebedrijf te zien ruinee
ren door een onverantwoordelijke aanmoediging
van den fok in de huidige omstandigheden.
Er zijn trouwens nog pluimveehouders genoeg
die ook dit jaar, zij het in beperkte mate, zich
nieuw materiaal moeten of willen verschaffen
Be motieven die hen daarb ijleiden, bespreken we
in ons volgend artikel.
Correspondentie. Een paar vragen over hok
kenbouw vinden zeer binnenkort beantwoording
in een speciaal artikel over dat onderwerp.
SCHOPPENHEER.
door R. ASSTON.
Er zijn geen bijgelooviger menschen dan zij, die
oorsronkelijk den draak hebben gestoken met bij
geloof en dan door een toeval zijn bekeerd.
Annette Keulmans had altijd haar vriendin uit
gelachen, omdat die bleek werd, als zij bij ongeluk
onder een ladder doorliep en op geluk hoopte, als
zij een schimmel zag.. En op een dag bekende An
nette, dat ze vaak naar een kaartlegster ging, die
„ongelooflijk" was.
Annette spotte: Een reis over het water en een
brief en asdat u je in acht mot neme voor een
donkere vrouw.
Ga eens mee, drong de vriendin. Je zult zien,
dat het heusch iet sbijzonders is Maar niet lachen
hoor.
Annette bolofde dat ze een plechtig gezicht zou zet
ten en op een middag gingen zij tezamen naar de
kaartlegster, die zich madame Madeleine noemde.
Annette kon niet nalaten, madamein het Fransch
aan te spreken, doch de kaartlegster, die voor heeter
vuren gestaan had, antwoordde laconiek: „Uwes
ken best Hollandsch spreke, uwes is toch een Hol
landsche? Ik bin hier al solang! Ik spreek me Hol
landsch als een Hollandsche, hour. Ze lanceerde
dat met een rustige brutaliteit, die Annette over
blufte. Madame Madeleine bezat de menschenkennis
zoo noodig voor de uitoefening van haar beroep. Ze
taxeerde deze nieuwelinge terwijl ze gedienstig stoe
len aanschoof een toen deze wat lacherig had aan
gehoord wat aan haar vreindin voorspeld werd
en zij zelf aan de beurt kwam, zei madame Made
leine „u bent getrouwd" Dat had ze natuurlijk
aan de trouwringg gezien. „Goed getrouwd ook,
met een man die een best inkomen heeft Dat zag
ze aan de keurige kleeding. „En uwes man is ook
goed voor u." Zoo'n net vrouwtje krijgt alleen rin
gen en kettinkjes van haar eigen man. En daar dit
vrouwtje mooie sieraden droeg, moest die man wel
goed voor haar zijn. „Uw huwelijk is niet ongeluk
kig, maar toch verveelt u zich wel eens en voelt u
zich heelemaal niet gelukkig." Welke getrouwde
vruw maakte dat nooit door. En dan zoo'n pittig
uitziend vrouwtje.
Zoo ging het door. Langzaam maar zeker werd
Annette geïmponeerd. Madame Madeleine had ook
geluk. Ze voorspelde lukraak een gevaar, maar
niet erg, voortkomende uit onvoorzichtigheid" en 2
dagen later struikelde Annette, hard de trap afloo-
pende doch bezrde zich niet erg. Het maakte zoo
veel indruk op haar, dat ze madame Madeleine weer
opzocht Die telde sindsdien een klant meer. Madame
Madeleine had het jonge vrouwtje al gauw heele
maal door. Ze merkte best, dat de andere zich in
derdaad vervveelde en naar emoties verlangde en
uitgaande va nhet standpunt wie zoekt zal vinden,
begon ze haar alvast de emoties te voorspellen. Ze
zou een donkeren man leeren kennen, die haar
noodlot werd. Hij zou een demonische natuur bezit
ten en haar er misschien toe brengen, haar veilig
tehuis en braven man te verlaten. Als ze niet op
paste zou die man haar weldra geheel overheerschen
doch als ze zich dadelijk met kracht verzette, kon'
ze hem overwinnen.
Met dreigende vinger wees de kaartlegster telkens
„ziedu, Schoppenheer leg telkens op tafel, u kent
er zeker van zijn dat het uitkomp."
Verdiept in gedachten keerde Annette naar huis
terug Ze wist zelf niet of ze de voorspelling met
verheugenis begroette of dat die haar beangstte.
Waarschijnlijk beide, maar ze voelde zicli toch erg
beklemd als ze zich voorstelde, haar rustig bestaan-
tje door zoo'n cycloon bedreigd te zien. Vervuld van
dit alles kwam ze de woonkamer binnen en bleef
als versteend staan. Want naast haar man zata een
vreemdeling, met twijfeloos zwrt haar, een donkere
teint, en bruine oogen. Zonder twijfel schoppenheer.
Met wild kloppend hart staarde ze hem aan. Dat
de voorspelling zoo snel zou uitkomen^ had ze niet
verwacht.
Haar man merkte niets van dit zonderlinge optre
den, doch stelde opgewekt voor:
„Sen oude schoolvriend vah me, Frans Bergmans,
Mijn vrouw. Is dat niets grappig, Netje? Sinds jaren
heb ik Frans niet gezien en opeens staat hij tegen
over me op de straat.
Annette voelde bepaald medelijden met haar man
die zoo geheel onbewust was van het noodlot, dat
hem bedreigde.
Toen trachtte ze gewoon te praten, schonk thee,
keek heimelijk en veel naar den bezoeker en voelde
haar hart onrustig kloppen.
Er was geen twijfel mogelijk. Het was schoppen
heer. De emotie was in haar leven gékomen. Dit
was dus de demonische man, waarover je zoo vaak
las en die je op films bewonderde. Een vrij benau
wende tegenwoordigheid in het werkelijke leven. Ze
weifelde tusschen den wensch, zich dadelijk krachtig
te verzetten tegen zijn fatalen invloed, of den sleur
gang van een vrij eentonig leventje, wat te laten
verbreken door hem. Haar man vroeg hem te di-
neeren, en zij dacht tragisch, arme, onwetende ziel.
Frans werd een graag geziene gast in hun huis.
Annette voelde zich steeds meer omstrikt door zijn
noodlottigen involde. Ze was zich bewust, dat ze
hem niet zou kunnen weerstaan, dat ze huis en
haard zou verlaten voor hem. Op een dag kwam
Frans, toen zij alleen thuis was. Er lag een vreemde
uitdrukking op'Zijn gelaat en zij yoelde haar hart
bonzen. Nu kwam het.
Zie je begon hij, ik wilde je iets zeggen, iets
vragen en liever niet, waar je man bij is. Het is
een liefdesaangelegenheid en jij als vrouw kunt dat
beter beoordeelen. Ik ben zoo verlegen moet je we
ten en sinds lang verliefd op een meisje, zonder
dat ik den moed kan vinden haar te vragen. Di
verwenschte bedeesdheid van me.
Mag ik even? Het theewater kookt
Annette was een tijdje bezig met theezetten en in
dien tijd bekwam ze van haar emoteis.
„Vertel eens zei ze hartelijk, hoe is ze? Hij kwam
los en weldra wits ze precies hoe het meisje eruit
zag.
„Ik zou maar regelrecht naar haar toe gaan en
haar vragen, ried ze.
„Ik kan de woorden niet over mijn lippen krijgen,
bekende de mislukte demon.
„Wel, schrijf het haar dan.
Dat was een idee. Stralend van dankbaarheid ver
trok hij. Annette stond een tijdje in gedachten half
lachend, half verschrikt. Ze besefte opeens, dat het
allemaal niets dan suggestie was geweest. Maar wat
een domheid. Schoppenheer.
Madame Madeleine was een vaste klant kwijt.
Neen, twee, Want toen Annette in diep vertrouwen
haar vriedin de targi-komiache geschiedenis vertel
de, was dier vertrouwen in de Sttbylle eveneens ge
schokt.
(Nadruk verboden.)