Pluimveeteelt OnsGourantenverhaal Woop onze Lezeressen !Pi verdere goede fo minder goede verhouding tusschen ouders en kind. Hoewel men tegenwoordig door de bureaux van beroepskeuze de ouders tracht bij te staan en voor te lichten bij de oplossing van dit moeilijke pro bleem, zullen ook de leiders dezer bureaux vaak voor onoplosbare raadselen staan, waar het betreft ziel kundige opwellingen, die een kind tot de voorkeur voor een of ander beroep drijven. Soms zal hij ge dreven worden door den wensch zich tegen de ou ders te willen verzetten, in andere gevallen zal hij den drang in zich gevoelen meer te willen en ook te kunnen worden, dan zijn ouders noodig oordeelen-. Deze kwesties in den minne met beleid tot een goede oplossing te brengen is de taak der ouders, meer nog dan die der raadgevers bij de beroepskeuze wier werk het vooral is, om in de eerste plaats vast te stellen of een kind lichamelijk en psychologisch voor een of ander broep geschikt is. Zeer vaak gebeurt het tegenwoordig nog, dat deze of gene beroepskeuze een te betreuren dwa ling geweest blijkt te zijn, die enkel en alleen het gevolg is van den zielstoestand van het tot ontwik keling komende jonge mensch die vandaag veroor deelt, wat hij gisteren nog voorstond. De medische wetenschap wijst er eveneens met nadruk op, dat de puberteitsleeftijd een groot aantal zielkundige stemmingsverschijnselen met zich mede kan brengen, die vaak zelfs groote afmetingen aan nemen, en het den jongen mensch vaak zeer moeilijk kunnen maken. Wij allen hebben deze ontwikkelingsperiode door moeten maken en wij zullen moeten toegeven, dat de voorvallen, die ons zieleleven in onze jonge jaren zoo sterk konden beïnvloeden, nu geheel anders door ons worden opgenomen en zelfs langs ons heen gaan, omdat wij er bovenuit gegroeid zijn. Toch is het zoo noodig om ons in de moeilijke jaren onzer kinderen in te denken, in hun zorgen en strijd en hen kalm en ernstig tegemoet te komen op dat zij hun evenwicht herkrijgen. Zeer vaak is juist de tijd der beroepskeuze verbon den met het zich losmaken van het ouderlijk huis met een grooter gevoel van zelfbewustheid eenerzijds en een groote gevoeligheid en schuchterheid tegen over de werkelijkheid van het leven anderzijds. Soms uiten deze gevoelens zich in een zekere vij andigheid tegen de ouders en tegen al degenen die boven hen gesteld zijn. De jonge menschen zijn opstandig en dreigen niet te zullen volgen, dat vader of moeder voor hen gekozen heeft. Ook is de jeugd in de ontwikkelingsjaren vaak op klaarlichten dag aan het droomen, onder den in vloed van boeken of bioscopen en maken zij zich zelf tot helden dezer fantasieën, terwijl zij zich in derdaad te kort gedaan gevoelen, wanneer hun om geving er niet de noodige aandacht aan besteed. Het eigenaardige van deze fantasieën is boven dien dat de droomer bang is te spreken, over datgene wat hij in stilte doorleeft, en het met zich omdraagt waardoor hij in conflict komt met de realiteit. Hoevele ouders vergeten echter niet, hun eigen jeugdjaren, wanneer zij voor het feit staan, dat het kind zijn tweede geboorte doorleeft. Zij vragen zich angstig af, hoe komt het kind zoo veranderd. Zij hebben hun kind niet aders gekend dan dat het voor hen een bron van vreugde en geluk was van waar nu die algeheele ommekeer? Zij vergeten dat het tijdstip gekomen is, dat zij door een natuurlijken drang voortgedreven zich in nerlijk trachten los te maken als gevolg van zijn ontwikkeling van kind tot jong mensch. Dit nieuwe wezen dat tot voor korten tijd nog zoo gezellig en vertrouwelijk was, gaat nu plotseling een verlangen naar een zaamheid vertoonen en wil vanuit deze eenzaamheid zijn eigen weerld leven, niet meer in de beschermende armen zijner ouders maar in den maalstroom van het cm hem bruisen de leven al zijn moeiten en gevaren. Zoo zal hij zich bewust trachten los te maken van de ouderlijke voogd!j om ook in de keuze van zijn beroep zijn eigen weg te volgen, daar hij meent, dat zijn ouders immers toch geen begrip hebben van zijn willen en van zijn kunnen. Toch zal het eindoel de meeste jonge menschen slechts vaag en wankel voor oogen staan, evenals hun heele wezen nog onzeker is door het ingrijpen de veranderingsproces, dat zij ondergaan. Tegenover deze voortdurend wisselende stemmin gen, het leven tusschen hoop en vrees, moed en moedeloosheid, zelfvertrouwen en een gevoel van minderwaardigheid, moeten de ouders trachten een waardige, geduldige en begrijpende houding aan te nemen. Noodig is een liefdevolle hand, die hen onmerkbaar leidt, maar zeker ook een waakzaam oog houdt, dat toeziet met wie de jonge menschenkinderen om gaan, want juist deze leeftijd maakt hen zoo ont vankelijk voor minder goede invloeden. Wij moeten als liefdevolle toeschouwers ons trach ten tevreden te stellen een lichtende baak te zijn evenals de groote lichten der havenhoofden, die in donkere nachten gestadig de havenhoofden verlich ten, oudat zij den zeevaarder den weg wijzen, waar door zijn schip in veilige haven kan voeren. Keert de jonge schipper dan van zijn eerste reis terug, dan zal hij wellicht ook de juiste maat voor de juiste beoordeeling zijner fantasie hebben gevon den en dan is tevens de tijd aangebroken, waarop hij de waardevolle raad zijner ouders naar waarde weet te schatten. (Nadruk verboden.) DRAISIflA-vAiMVMKEMBURG'S ••iLEVERTR •LEEUWARDEN* WIE TOCH MOETEN FOKKEN. Het gaat slecht met onze pluim veebedrijven Zeer zeker zal de toestand eens verbeteren, maar nooit meer zullen we 25 millioen kippen met voor deel kunnen exploiteeren, zooals we dat in de xlaa+ste jaren deden en ook nimmer zullen de prij- xzen uit dien tijd weerkeeren. x In de toekomst zullen dus, of de pluimveesta pels sterk ingekrompen zijn, of de pluimveeteelt zal in handen komen van slechts enkele personen die groote hoenderparken exploiteeren. We hou den het op het eerste, omdat het bedrijf van be perkten omvang, ook de pluimveeteelt als bij be drijf op de boerderij, het meest loonend zal zijn, daar bletaalde arbeidskrachten de kostenreke ning het zwaarst zullen drukken. We gaan dus vermoedelijk naar de exploitatie van kleine bedrijven, maar ook daar alleen kan een ecnigszins beteekenende winst worden ge maakt met het allerbeste materiaal, met kippen dus van zeer hooge productiviteit. Alles wat niet eerste klas is, zal in de komen de jaren worden opgeruimd, maar wie later nog mee wil tellen in de pluimveeteelt, zal daarnaast hebben te zorgen, dat zijn geselecteerde foktoom op peil blijft door regelmatigen nieuwen aanfok en door bloedverversching. Ook dit jaar dus zal in de meeste pluim veebedrijven gefokt moeten worden, doch alleen om wille van den foktoom zeiven, voor nieuw en beter materiaal daarin. Natuurlijk mag niet worden volstaan met de nood zakelijke verjonging van den foktoom alleen, maar mede zal men voldoende jonge hennen moe ten kweeken om daaruit door valnestcontrole 't allerbeste te kunnen kiezen en Tde productieve kwaliteit van den foktoom op te voeren. Dan zijn er dit jaar vele pluimveehouders, die zich voor het eerst een goeden foktoom moeten verschaffen. Tot nu toe stelden vélen hunner, al was dat niet de verstandigste eoonomische po litiek. zich tevreden met uit eigen materiaal te kweeken, zonder dat ze er geselecteerde fokdie- ren op na hielden, omdat de gemiddelde opbrengst toch wel bevredigend was en winst op het be drijf mogelijk maakte. Voor de toekomst zal dat niet meer gelden. Zulke pluimveehouders moeten straks ze worden door de eierprijzen gedwongen bun pluimveestape] opruimen en zich een beperkt aantal prima dieren verschaffen van zeer hooge productiviteit. Omdat kosten van arbeid en voe ding praetisch gelijk blijven, kunnen ze alleen op de exploitatie van zulke kippen nog winst boe ken, althans verliezen vermijden of drukken. Ze hebben op bet oogenblik daartoe de hulp noodig van de leveranciers van fokmateriaal. Het kweeken van productieve stammen en regelmatige valnestcontrole, zijn onbegonnen, te kostbaar en tijdroovend werk geweest op bedrijven, waar het om consumptie-eieren te doen was. Op hoenderparken, waar het echter speciaal om het verkrijgen van goed fokmateriaal gaat, is dat heel anders. Daar kon men zich het meerdere werk en de meerdere kosten getroosten, omdat de eieren en kuikens ook extra prijzen opbrachten en brengen. De A.P.N.V. heeft die bedrijven on der controle en garandeert, dat men er krijgt, wat aangeboden wordt en verlangd. Het is verkeerd om terwille van een paar cen ten voordeel, eieren van eigen kippen voor broed- doleeinden te gebruiken, omdat men later onbe rekenbaar groot nadeel heeft door mindere op brengsten. Om te laten zien, welke voordeelen men met goed fokmateriaal kan bereiken, geven we hier een paar cijfers van de jongste legdemon st.ratie op het Oosting-Instituut voor Kleinvee- teelt te Emmen. Hoenderparken, die onder con trole gesteld zijn van de A.P.N.V. moeten gedoo- gen, dat vanwege ie organisatie in het voorjaar onverwacht wat eieren uit het bedrijf worden weggehaald. Dde worden, dan in het Oosting-In stituut bebroed en uit de jonge hennen worden door loting 10 stuks plus 2 reservehennen aange wezen voor valnestcontrole, gedurende een jaar. Welnu ,de jongste controle van zulke hennen gaï bv. tot resultaat, dat in de afd. witte leghorns de stamboekofkkerij ,,'t Molentje" te Venraij- Heijde, eerste werd met 2162 eieren van 10 hen nen. Tweede werd de heer 3teenstra te Ureterp met 2 118 eieren van 10 kippen. Derde de heer van Bouningen te Kerk-Avezaath met 2224 eieren echter van veèl minder gemiddeld gewicht, van 10 kippen. Zulke resultaten worden op gewone bedrijven zelfs niet in de verte benaderd, als men bedenkt, dat het hier geen keurfoktoomen betrof, maar jonge hennen, buiten de bedrijven gefokt uit wil lekeurig door buitenstaanders geraapte eieren. Alleen pluimveehouders, die met dergelijk ma teriaal een nieuwen pluimveestapel gaan opbou wen, kunnen zich in de toekomst handhaven. door L. MACCORY. Ik als oom heb het zoo gemakkelijk niet. Lastig vak. Speciaal als je een oom bent van veertig en een nichtje hebt, dat achttien is, blauwe oogen en blonde krullen bezit en een eigenwijs kinnetje. Dit laatste onderschatte men ook niet. Het was eenvou dig genoeg, toen Audrey een klein meisje was, dat je op je knieën nam en malle verhalen vertelde heel onpaedagogische verhalen volgens haar wet tige bezitters en waarvoor je speelgoed mee bracht en massa's prentenboeken. Maar later werd Audrey een meisje, dat men niet meer op de knie kon nemen, dat zich poedert en parfumeert en dat aanbidders heeft. Het vorige jaar gaf ik haar een kerstcadeautje, waarnaar ze, zooals ik wist, vurig verlangd had, een armbandhorloge. Haar vader zei: Je lijkt wel gegk. Het is veel te kostbaar voor zoo'n kind. Onzin, zei ik, ze is al een heele dame en ik, als oude man, mag wel es uit mijn slof schieten. Je doet alsof een man van zes en dertig Methu salem is, meende Audrey's moeder. In elk geval is het om en bij de veertig, gaf ik ten antwoord en in verhouding tot Audrey is dat zoowat Methusalem. Ik zei dit met des te meer beslistheid, omdat er soms momenten waren, waarinn het verschil mij niet zoo groot voorkwam als in werkelijkheid het geval was. Waarschijnlijk overwerkt, niet heelemaal normaal meermoet erg voor je zelf oppas sen. Welnu, ik doe mijn best als oom zijnde, niet uit mijn rol te vallen. Ik ben degeen geweest, die het eerst ontdekte wat een geschikte man Phil Atkins voor Audrey zou zijn. Haar vader vond het een ei genwijze kwast, maar ik verdedigde hem en troost- te haar toen we onder vier -oogen waren: vaders zijn altijd jaloersch op hun dochters. Phil is een beste jongen, met een uitstekende toekomst. On hij aanbidt je. Audrey keek me aan met haar oogen, die eiken dag blauwer lijken te worden. Kan dat? Of is ze een natuurwonder? Vader is altijd zoo overdeven, zei ze, er bestaat immers niets tusschen Phil en mij? We dansen veel samen, flirten een beetje, nu jaOn kwamen kuiltjes in haar wangen. Daarvoor zijn jullie jong, zei ik, hoe oud is Phil eigenlijk? Vier en twintig, geloof ik. Net goedachttien en vier en twintig. Och, malle Mike, zegt Audrey, die het sinds eenigen tijd niet zwaar meer opneemt wat mijn oomelijke waardigheid betreft. Haar vader neemt ook dat kwalijk. Ouderwetsch. Moderne kindei en noe men zelfs hun vader bij den naam. Laat staan een ouden man. Met dat al zit er niet veel voortgang in de zapk zaak, ik meen de idylle tusschen Audrey en Phil. On op een middag vond ik Audrey in tranen. Ik kan me niet herinneren haar sinds haar prilste jeugd te hebben zien schreien en het gaf me een schok. Ik nam haar in mijn armen en troostte haar zoo goed ik kon en ze beweerde, dat ik heel goed troosten kon. Ze legde haar hoofd tegen mijn schouder en hield mijn hand vast, als in de verre, gelukkie jaren. Papa lastig geweest, informeerde ik voorzichtig. Haar hoofd bewoog ontkennend, zoodat haar krul len mijn wang streelden. Ruzie met mama dan? Zelfde ontkennende beweging. Met Phil? Geen beweging. Aha! Vertel het je ouden oom maar, moedigde ik aan. Hebben jullie ruzie gehad? Ja? Zoo, zoo, erg. Heftig knikken. Wat heeft hij misdaan? Orgens in de buurt van mijn bovenste vestknoop mokt een stem: „Hij zei iets, dat ik hem nooit nooit zal vergeven. Ik glimlachte wijs. Kindje zulke ruzietjes hooren erbij. En dat je het je zoo aantrekt is voor mij een teeken dat je veel van hem Ze kwam met een vaartje overeind en haar oogen vlamden boos. Ik trek het me heelemaal niet aan. Nieuwe tranenvloed. Natuurlijk, suste ik, maar het zou toch wel prettiger zijn, als het weer in orde kwam, niet. Audrey keek me werkelijk aan met dreigende oogen. „Mike als je het waagt je er mee te bemoeien dandan zal ik je eeuwig haten, daar! Nu, ja, dat kennen we. Ze liep opeens weg, klein driftig ding. Ik bleef achter, in gepeins verdiept. Voelde me terneergeslagen en oud, erg oud. Gek, zooals je mooie jaren voorbij vliegne en opeens merk je, dat het uit is, dat anderen jong zijn, anderen worden bemindja, ja, het is maar eenmaal lente, wie heeft dat ook weer gezegd? Als je nog eenmaal jong kon zijnzoo jong als Phil Ik moet beslist vacantie nemenoverwerkt, absoluut overwerkt. Phil ontvangt me norsch en luistert met een boos gezicht naar mijn vermaningen. Ik praat en praat Wat een koppige ezel is dat. In zijn plaats zou ik. Plotseling valt hij me in de rede. Weet u eigenlijk waarom Audrey zoo boos is Om iets wat je zeiwat weet ik niet. Dan zal ik het u vertellen, zegt hij grimmif. Ik zei iets van u.dat ik niet veel geloofde va*pg die oompjesmanieren, van u, dat u wel de kat it F het donker zou knijpen en toen werd ze woest. Dat was ook geen nette insinuatie, zeg ik stijf jes. Nu ja, ik meende niets ergs, maar iemand di zoo jong is gebleven als u, die zoo knap is, zoovee chance heeft, ja, trekt u nu maar geen gezicht u het niet weet, iedere vrouw kijkt naar u, als ergens binnenkomt. J Maarmaar wel in elk geva vind ik het zeer onbegrijpelijk dat Audrey het voo haar ouden oom opnam. Phil lachte. Tenminste hij maakte een geluid, da er voor door moest gaan. Toen begon hij wild heet en weer te loopen in de kamer, met beide handet gesticuleerend als een gek en riep: „Oude oom hij meent het waarachtig ook nog, geloof ik, di blinde ezel. Komt hier om ons met elkaar te ver nen. Alsok ik me nog langer zal laten gebruiker! om hem jaloersch te maken. Als een meisje zool dwaas is verliefd te worden op een man, die naai alle vrouwen kijkt behalve naar haar en doof blijf! als een kwartel voor al haar avances en blind if voor haar liefde en zelfs niet boos is te krijgen, ai] ze voor zijn oogen met een anderflirtdan. dan moet zij dat weten, maar ik verkies die andei niet te zijn. Ik heb het haar ronduit gezegd, bent eenvoudig dol verliefd op dien oom van je, dal is het. En ik bedank ervoor, aan het spelletje lanl ger mee te doen. De jongen is overwerkt. Absoluut overwerkt. Hol komt hij op het idee. Wat een jaloersch Othello! Kan een lastig echtgenoot worden. Als je ze'fj al jaloersch bent op een ouden oomIk moe gereden hebben als een gek. Wat bonst mijn hart Overwerktabsoluut. Of ouderdom. Laat ik noi oppassen en mezelf niet belachelijk maken. Wat juffrouw Audrey wil me niet zien? Ik moet haa spreken, gewichtige boodschapNatuurlijk i alles een waanzinnig misverstand. Twee jonge gek ken. Moet dat in orde maken. Ik, als oude man. Komt ze niet? Dood ongelukkig natuurlijk. Zal u wel weer bij elkaar krijgen. Jeugd bij jeugd.Hè wat is ze bleekDag kindEn die oogen Nou kalm en verstandig zijngeen gekke din gen doen. Audrey, ik kom van Philneen, wordt nu nie boos, hij is een dwaas, dat ik met je eens ben haalt zich de malste dingen in het hoofdmaa ik weet best, dat het niet zoo isstel je voor zoo jong en mooi en liefen ik, ouwe oom waarom huil je nu weer kindjeToe. doe i' niet, ik kan het niet verdragenik zal absoh gekke dingen zeggen en doen alslieve iing. leun je hoofd maar tegen me aanik hou zoo« veel van jezoo ontzettend veelmaar itu ben een oud manwat, lach jeC Ja, natuurlijk lach ik jij oud malle Mike Haar vader betrapte ons. Pijnlijkik als oui oomEnfin, dat mag ik niet meer zeggen va| mijn meisje. (Nadruk verboden.) EM larenk De te jlaats 1 dei budkar Na: I «loordsi ONZE KEUKEN. WAT ETEN WIJ DEZE WEEK? ZONDAG: Vermicellisoep rosbeef doperwten aardap pelen gemberpudding. MAANDAG: Koud vleesch spruitjes aardappelen gries meelpudding met amandeltjes. DINSDAG: Karbonade gestoofde zuurkool aardappel puree havermoutcreme. capucijners aardappelen WOENSDAG: Gebakken spek watergruwel. DONDERDAG: Cornedbeef met tomatensaus groene kool aard appelen chocoladepudding. VRIJDAG I: Omelet met garnalenregout witte boonen met zure saus beschuit met bessensap. VRIJDAG II: Pikante ha vermoutkoek jes knolraap aardap pelen jan in de zak of ketelkoek. ZATERDAG Varkenslapjes gedroogde appeltjes aardap pelen rijstenbrij. GEMBERPUDDING 1.5 dl. melk, 1 dl. gembersiroop, 75 gram gember, 2.5 dl. 3 eierdooiers, 6 blaadjes witte gelatine en 40 gram suiker. De eierdooiers worden met de suiker geklopt en vermengd met de kokende melk, daarna wordt de pan met kokend water gezet, opdat ze gebonden is, terwijl men vooral goed moet blijven roeren. Is de saus gereed, dus 'voldoende dik, dan wordt de in koud water geweekte en daarna goed uitgeknepen gelatine bijgevoegd, de gemberstroop en de fijn gehakte gember. We laten de massa nu staan, totdat alles bekoeld is en drillerig begint te worden, roeren er echter van tijd tot tijd in o mhet zakken der gelatine te voorkomen en voegen daarna de stijfgeklopte room toe. Een pudingvorm wordt nu omgespoeld en ge vuld met de puddingmassa, zoodra men bemerkt dat d e gemberstukjes. niet me<;r zakken^ GRIESMEELPUDDING MET AMANDELTJES. 1 1. melk, 100 granji griesmeel, 100 gram suiker, 50 gram amandelen, wit van drie efieren. We broeien de amandelen in heet water en kunnen ze daardoor gemakkelijk van de bruine velletjes ont doen en hakken of malen ze fijn. De melk wordt aan den kook gebracht en hierin worden de gemalen amandelen nog een minuut of liien getrokken, voor dat de griesmeel en suiker erbij komen. Zijn de laatste ingrediënten bijgevoegd, dan moet de gries meel nog eenlge minuten noder voortdurend roeren doorkoken, totdat ze dik van de lepel valt. De ei witten, die overgebleven zijn van de gemberpudding van Zondag zijia zeer stijf geklopt en deze komen door de puddisig heen, waarna alles nog eenige oogenblikken doorkoken moet en overgebracht wordt in een met koud water omgespoelde puddingvorm. De pudding is dan door de bijvoeging van het ei wit heerlijk luchtig. st 193 co: jek op OMMELET MET GARNALENRAGOUT. 5 eieren, 5 lepels water, 30 gram boter, peper zout, 150 gram garnalen, 2 dl. melk, 20 gram bloen 1 eetlepel gehakte peterselie. De eieren kloppen we met het water, peper en zou smelten de boter en voegen de eieren erbij, waaral wij in de vloeistof prikkne, totdat de eieren begin] nen te stollen en de ommelet verder op een zeer laar pitje licht bruinbakken. Terwijl wij de ommelei nu verder laten gaar worden, maken wij het sausji door boter en bloem te vermengen, melk bij te voe] gen en peper en daarna gehakte peterselie en ten] sliotte de in warm water gewasschen en uitgelekte garnalen. De ommelet is klaar en wordt nu op een verwarmde schotel opgediend, op de eene helft korri de garnalenragout en de andere helft wordt er ove] heen geslagen. PIKANTE HAVERMOUTKOEKJES. 120 gram havermout, 2 eieren, halve dl. melk, 1 30 gram boter, peper zout, noot, maggi aroma, eetlepel gehakte peterselie. De eieren worden met het zout, peper noot, en mai gi aroma, geklopt en hierin laten wij de havermouf gedurende eenige uren weeken. De ui wordt heel fijl gesnipperd en in de boter gaar gesmoord, daarna met de peterselie door het havermoutmengsel gel roerd, waarna in ruim boter koekjes worden gebak! ken, die op een verwarmde schotel worden opgedien" De overgebleven boter wordt nog even nagewarm| met 100 gram boter en daarna gezeefd opgedie als jus. Deze koekjes met de pikante bruine jus kunnen he] vleesch zeer goed vervangen, zij zijn smakelijk goedkoop. JAN IN DEN ZAK. llkülSS 300 gram bloem, 200 gram krenten en rozijnenM 40 gram gist, halve liter melk, 3 eieren, een weinig tegeno zout. De bloem doen wij in een kom. Wij maken in hetjjjB midden een kuiltje waarin de met een weinig laiij jjL„ i we melk en suiker opgeloste gist doen en de eierei Srlt;tKU Van het midden uit roeren wij nu om de bloc: 4 uur met de eieren gist en melk te vermengen, waarrfH bij scheutjes tegelijk de rest van de melk erbij wol gevoegd, totdat een mooi gelijk beslag is gekregf dat vrij dik is. Daarna wordt het op een wi plaats gezet of in een kom met- heet water om laten rijzen. Een uitgespoelde doek wordt met bloem bestroi en hierin komt het beslag, nadat het goed gew: schen krenten en rozijnen er doorheen zijn geroei De doek wordt dichtgebonden, doch zoo dat er ff noeg ruimte overblijft om te rijzen. Daarna de do met inhoud gedurende 2.5 uur in een pan met hr water koken. EENIGE VASTE MENU'S. Garnalencroutons. Eieren met kerrysaus en witte boonen. Aardappelpuree. Veldsla met bieten pommes frites. Gebakken bot. Gort met rozijnen. Vischgehakt. Worteltjes, aardappelen. Peterseliesaus. Appelschotel. ven 0 ^LfMAA

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1932 | | pagina 6