Pluimveeteelt
OnsGourantenverhaal
Woop onze Lezeressen
!Pi
verdere goede fo minder goede verhouding tusschen
ouders en kind.
Hoewel men tegenwoordig door de bureaux van
beroepskeuze de ouders tracht bij te staan en voor
te lichten bij de oplossing van dit moeilijke pro
bleem, zullen ook de leiders dezer bureaux vaak voor
onoplosbare raadselen staan, waar het betreft ziel
kundige opwellingen, die een kind tot de voorkeur
voor een of ander beroep drijven. Soms zal hij ge
dreven worden door den wensch zich tegen de ou
ders te willen verzetten, in andere gevallen zal hij
den drang in zich gevoelen meer te willen en ook
te kunnen worden, dan zijn ouders noodig oordeelen-.
Deze kwesties in den minne met beleid tot een
goede oplossing te brengen is de taak der ouders,
meer nog dan die der raadgevers bij de beroepskeuze
wier werk het vooral is, om in de eerste plaats vast
te stellen of een kind lichamelijk en psychologisch
voor een of ander broep geschikt is.
Zeer vaak gebeurt het tegenwoordig nog, dat
deze of gene beroepskeuze een te betreuren dwa
ling geweest blijkt te zijn, die enkel en alleen het
gevolg is van den zielstoestand van het tot ontwik
keling komende jonge mensch die vandaag veroor
deelt, wat hij gisteren nog voorstond.
De medische wetenschap wijst er eveneens met
nadruk op, dat de puberteitsleeftijd een groot aantal
zielkundige stemmingsverschijnselen met zich mede
kan brengen, die vaak zelfs groote afmetingen aan
nemen, en het den jongen mensch vaak zeer moeilijk
kunnen maken.
Wij allen hebben deze ontwikkelingsperiode door
moeten maken en wij zullen moeten toegeven, dat
de voorvallen, die ons zieleleven in onze jonge jaren
zoo sterk konden beïnvloeden, nu geheel anders
door ons worden opgenomen en zelfs langs ons
heen gaan, omdat wij er bovenuit gegroeid zijn.
Toch is het zoo noodig om ons in de moeilijke
jaren onzer kinderen in te denken, in hun zorgen en
strijd en hen kalm en ernstig tegemoet te komen op
dat zij hun evenwicht herkrijgen.
Zeer vaak is juist de tijd der beroepskeuze verbon
den met het zich losmaken van het ouderlijk huis
met een grooter gevoel van zelfbewustheid eenerzijds
en een groote gevoeligheid en schuchterheid tegen
over de werkelijkheid van het leven anderzijds.
Soms uiten deze gevoelens zich in een zekere vij
andigheid tegen de ouders en tegen al degenen die
boven hen gesteld zijn. De jonge menschen zijn
opstandig en dreigen niet te zullen volgen, dat
vader of moeder voor hen gekozen heeft.
Ook is de jeugd in de ontwikkelingsjaren vaak op
klaarlichten dag aan het droomen, onder den in
vloed van boeken of bioscopen en maken zij zich
zelf tot helden dezer fantasieën, terwijl zij zich in
derdaad te kort gedaan gevoelen, wanneer hun om
geving er niet de noodige aandacht aan besteed.
Het eigenaardige van deze fantasieën is boven
dien dat de droomer bang is te spreken, over datgene
wat hij in stilte doorleeft, en het met zich omdraagt
waardoor hij in conflict komt met de realiteit.
Hoevele ouders vergeten echter niet, hun eigen
jeugdjaren, wanneer zij voor het feit staan, dat het
kind zijn tweede geboorte doorleeft. Zij vragen zich
angstig af, hoe komt het kind zoo veranderd. Zij
hebben hun kind niet aders gekend dan dat het
voor hen een bron van vreugde en geluk was van
waar nu die algeheele ommekeer?
Zij vergeten dat het tijdstip gekomen is, dat zij
door een natuurlijken drang voortgedreven zich in
nerlijk trachten los te maken als gevolg van zijn
ontwikkeling van kind tot jong mensch.
Dit nieuwe wezen dat tot voor korten tijd nog zoo
gezellig en vertrouwelijk was, gaat nu plotseling
een verlangen naar een zaamheid vertoonen en wil
vanuit deze eenzaamheid zijn eigen weerld leven,
niet meer in de beschermende armen zijner ouders
maar in den maalstroom van het cm hem bruisen
de leven al zijn moeiten en gevaren.
Zoo zal hij zich bewust trachten los te maken van
de ouderlijke voogd!j om ook in de keuze van zijn
beroep zijn eigen weg te volgen, daar hij meent,
dat zijn ouders immers toch geen begrip hebben
van zijn willen en van zijn kunnen.
Toch zal het eindoel de meeste jonge menschen
slechts vaag en wankel voor oogen staan, evenals
hun heele wezen nog onzeker is door het ingrijpen
de veranderingsproces, dat zij ondergaan.
Tegenover deze voortdurend wisselende stemmin
gen, het leven tusschen hoop en vrees, moed en
moedeloosheid, zelfvertrouwen en een gevoel van
minderwaardigheid, moeten de ouders trachten een
waardige, geduldige en begrijpende houding aan te
nemen.
Noodig is een liefdevolle hand, die hen onmerkbaar
leidt, maar zeker ook een waakzaam oog houdt, dat
toeziet met wie de jonge menschenkinderen om
gaan, want juist deze leeftijd maakt hen zoo ont
vankelijk voor minder goede invloeden.
Wij moeten als liefdevolle toeschouwers ons trach
ten tevreden te stellen een lichtende baak te zijn
evenals de groote lichten der havenhoofden, die in
donkere nachten gestadig de havenhoofden verlich
ten, oudat zij den zeevaarder den weg wijzen, waar
door zijn schip in veilige haven kan voeren.
Keert de jonge schipper dan van zijn eerste reis
terug, dan zal hij wellicht ook de juiste maat voor
de juiste beoordeeling zijner fantasie hebben gevon
den en dan is tevens de tijd aangebroken, waarop
hij de waardevolle raad zijner ouders naar waarde
weet te schatten.
(Nadruk verboden.)
DRAISIflA-vAiMVMKEMBURG'S
••iLEVERTR
•LEEUWARDEN*
WIE TOCH MOETEN FOKKEN.
Het gaat slecht met onze pluim veebedrijven
Zeer zeker zal de toestand eens verbeteren, maar
nooit meer zullen we 25 millioen kippen met voor
deel kunnen exploiteeren, zooals we dat in de
xlaa+ste jaren deden en ook nimmer zullen de prij-
xzen uit dien tijd weerkeeren.
x In de toekomst zullen dus, of de pluimveesta
pels sterk ingekrompen zijn, of de pluimveeteelt
zal in handen komen van slechts enkele personen
die groote hoenderparken exploiteeren. We hou
den het op het eerste, omdat het bedrijf van be
perkten omvang, ook de pluimveeteelt als bij be
drijf op de boerderij, het meest loonend zal zijn,
daar bletaalde arbeidskrachten de kostenreke
ning het zwaarst zullen drukken.
We gaan dus vermoedelijk naar de exploitatie
van kleine bedrijven, maar ook daar alleen kan
een ecnigszins beteekenende winst worden ge
maakt met het allerbeste materiaal, met kippen
dus van zeer hooge productiviteit.
Alles wat niet eerste klas is, zal in de komen
de jaren worden opgeruimd, maar wie later nog
mee wil tellen in de pluimveeteelt, zal daarnaast
hebben te zorgen, dat zijn geselecteerde foktoom
op peil blijft door regelmatigen nieuwen aanfok
en door bloedverversching. Ook dit jaar dus zal
in de meeste pluim veebedrijven gefokt moeten
worden, doch alleen om wille van den foktoom
zeiven, voor nieuw en beter materiaal daarin.
Natuurlijk mag niet worden volstaan met de nood
zakelijke verjonging van den foktoom alleen,
maar mede zal men voldoende jonge hennen moe
ten kweeken om daaruit door valnestcontrole 't
allerbeste te kunnen kiezen en Tde productieve
kwaliteit van den foktoom op te voeren.
Dan zijn er dit jaar vele pluimveehouders, die
zich voor het eerst een goeden foktoom moeten
verschaffen. Tot nu toe stelden vélen hunner,
al was dat niet de verstandigste eoonomische po
litiek. zich tevreden met uit eigen materiaal te
kweeken, zonder dat ze er geselecteerde fokdie-
ren op na hielden, omdat de gemiddelde opbrengst
toch wel bevredigend was en winst op het be
drijf mogelijk maakte. Voor de toekomst zal dat
niet meer gelden.
Zulke pluimveehouders moeten straks ze
worden door de eierprijzen gedwongen bun
pluimveestape] opruimen en zich een beperkt
aantal prima dieren verschaffen van zeer hooge
productiviteit. Omdat kosten van arbeid en voe
ding praetisch gelijk blijven, kunnen ze alleen op
de exploitatie van zulke kippen nog winst boe
ken, althans verliezen vermijden of drukken.
Ze hebben op bet oogenblik daartoe de hulp
noodig van de leveranciers van fokmateriaal. Het
kweeken van productieve stammen en regelmatige
valnestcontrole, zijn onbegonnen, te kostbaar en
tijdroovend werk geweest op bedrijven, waar het
om consumptie-eieren te doen was.
Op hoenderparken, waar het echter speciaal
om het verkrijgen van goed fokmateriaal gaat, is
dat heel anders. Daar kon men zich het meerdere
werk en de meerdere kosten getroosten, omdat
de eieren en kuikens ook extra prijzen opbrachten
en brengen. De A.P.N.V. heeft die bedrijven on
der controle en garandeert, dat men er krijgt, wat
aangeboden wordt en verlangd.
Het is verkeerd om terwille van een paar cen
ten voordeel, eieren van eigen kippen voor broed-
doleeinden te gebruiken, omdat men later onbe
rekenbaar groot nadeel heeft door mindere op
brengsten. Om te laten zien, welke voordeelen
men met goed fokmateriaal kan bereiken, geven
we hier een paar cijfers van de jongste legdemon
st.ratie op het Oosting-Instituut voor Kleinvee-
teelt te Emmen. Hoenderparken, die onder con
trole gesteld zijn van de A.P.N.V. moeten gedoo-
gen, dat vanwege ie organisatie in het voorjaar
onverwacht wat eieren uit het bedrijf worden
weggehaald. Dde worden, dan in het Oosting-In
stituut bebroed en uit de jonge hennen worden
door loting 10 stuks plus 2 reservehennen aange
wezen voor valnestcontrole, gedurende een jaar.
Welnu ,de jongste controle van zulke hennen gaï
bv. tot resultaat, dat in de afd. witte leghorns
de stamboekofkkerij ,,'t Molentje" te Venraij-
Heijde, eerste werd met 2162 eieren van 10 hen
nen. Tweede werd de heer 3teenstra te Ureterp
met 2 118 eieren van 10 kippen. Derde de heer van
Bouningen te Kerk-Avezaath met 2224 eieren
echter van veèl minder gemiddeld gewicht, van
10 kippen.
Zulke resultaten worden op gewone bedrijven
zelfs niet in de verte benaderd, als men bedenkt,
dat het hier geen keurfoktoomen betrof, maar
jonge hennen, buiten de bedrijven gefokt uit wil
lekeurig door buitenstaanders geraapte eieren.
Alleen pluimveehouders, die met dergelijk ma
teriaal een nieuwen pluimveestapel gaan opbou
wen, kunnen zich in de toekomst handhaven.
door L. MACCORY.
Ik als oom heb het zoo gemakkelijk niet. Lastig
vak. Speciaal als je een oom bent van veertig en
een nichtje hebt, dat achttien is, blauwe oogen en
blonde krullen bezit en een eigenwijs kinnetje. Dit
laatste onderschatte men ook niet. Het was eenvou
dig genoeg, toen Audrey een klein meisje was, dat
je op je knieën nam en malle verhalen vertelde
heel onpaedagogische verhalen volgens haar wet
tige bezitters en waarvoor je speelgoed mee
bracht en massa's prentenboeken. Maar later werd
Audrey een meisje, dat men niet meer op de knie
kon nemen, dat zich poedert en parfumeert en dat
aanbidders heeft. Het vorige jaar gaf ik haar een
kerstcadeautje, waarnaar ze, zooals ik wist, vurig
verlangd had, een armbandhorloge. Haar vader zei:
Je lijkt wel gegk. Het is veel te kostbaar voor zoo'n
kind.
Onzin, zei ik, ze is al een heele dame en ik, als
oude man, mag wel es uit mijn slof schieten.
Je doet alsof een man van zes en dertig Methu
salem is, meende Audrey's moeder.
In elk geval is het om en bij de veertig, gaf ik
ten antwoord en in verhouding tot Audrey is dat
zoowat Methusalem.
Ik zei dit met des te meer beslistheid, omdat er
soms momenten waren, waarinn het verschil mij
niet zoo groot voorkwam als in werkelijkheid het
geval was. Waarschijnlijk overwerkt, niet heelemaal
normaal meermoet erg voor je zelf oppas
sen.
Welnu, ik doe mijn best als oom zijnde, niet uit
mijn rol te vallen. Ik ben degeen geweest, die het
eerst ontdekte wat een geschikte man Phil Atkins
voor Audrey zou zijn. Haar vader vond het een ei
genwijze kwast, maar ik verdedigde hem en troost-
te haar toen we onder vier -oogen waren: vaders
zijn altijd jaloersch op hun dochters. Phil is een
beste jongen, met een uitstekende toekomst. On hij
aanbidt je.
Audrey keek me aan met haar oogen, die eiken dag
blauwer lijken te worden. Kan dat? Of is ze een
natuurwonder?
Vader is altijd zoo overdeven, zei ze, er bestaat
immers niets tusschen Phil en mij? We dansen veel
samen, flirten een beetje, nu jaOn kwamen
kuiltjes in haar wangen.
Daarvoor zijn jullie jong, zei ik, hoe oud is Phil
eigenlijk?
Vier en twintig, geloof ik. Net goedachttien
en vier en twintig.
Och, malle Mike, zegt Audrey, die het sinds
eenigen tijd niet zwaar meer opneemt wat mijn
oomelijke waardigheid betreft. Haar vader neemt
ook dat kwalijk. Ouderwetsch. Moderne kindei en noe
men zelfs hun vader bij den naam. Laat staan een
ouden man.
Met dat al zit er niet veel voortgang in de zapk
zaak, ik meen de idylle tusschen Audrey en Phil.
On op een middag vond ik Audrey in tranen. Ik
kan me niet herinneren haar sinds haar prilste
jeugd te hebben zien schreien en het gaf me een
schok. Ik nam haar in mijn armen en troostte
haar zoo goed ik kon en ze beweerde, dat ik heel
goed troosten kon. Ze legde haar hoofd tegen mijn
schouder en hield mijn hand vast, als in de verre,
gelukkie jaren.
Papa lastig geweest, informeerde ik voorzichtig.
Haar hoofd bewoog ontkennend, zoodat haar krul
len mijn wang streelden.
Ruzie met mama dan?
Zelfde ontkennende beweging.
Met Phil?
Geen beweging. Aha!
Vertel het je ouden oom maar, moedigde ik
aan. Hebben jullie ruzie gehad? Ja? Zoo, zoo, erg.
Heftig knikken.
Wat heeft hij misdaan?
Orgens in de buurt van mijn bovenste vestknoop
mokt een stem: „Hij zei iets, dat ik hem nooit nooit
zal vergeven.
Ik glimlachte wijs.
Kindje zulke ruzietjes hooren erbij. En dat je
het je zoo aantrekt is voor mij een teeken dat je
veel van hem
Ze kwam met een vaartje overeind en haar oogen
vlamden boos.
Ik trek het me heelemaal niet aan.
Nieuwe tranenvloed.
Natuurlijk, suste ik, maar het zou toch wel
prettiger zijn, als het weer in orde kwam, niet.
Audrey keek me werkelijk aan met dreigende
oogen. „Mike als je het waagt je er mee te bemoeien
dandan zal ik je eeuwig haten, daar!
Nu, ja, dat kennen we. Ze liep opeens weg, klein
driftig ding. Ik bleef achter, in gepeins verdiept.
Voelde me terneergeslagen en oud, erg oud. Gek,
zooals je mooie jaren voorbij vliegne en opeens merk
je, dat het uit is, dat anderen jong zijn, anderen
worden bemindja, ja, het is maar eenmaal
lente, wie heeft dat ook weer gezegd? Als je nog
eenmaal jong kon zijnzoo jong als Phil
Ik moet beslist vacantie nemenoverwerkt,
absoluut overwerkt.
Phil ontvangt me norsch en luistert met een boos
gezicht naar mijn vermaningen. Ik praat en praat
Wat een koppige ezel is dat. In zijn plaats zou ik.
Plotseling valt hij me in de rede.
Weet u eigenlijk waarom Audrey zoo boos is
Om iets wat je zeiwat weet ik niet.
Dan zal ik het u vertellen, zegt hij grimmif.
Ik zei iets van u.dat ik niet veel geloofde va*pg
die oompjesmanieren, van u, dat u wel de kat it F
het donker zou knijpen en toen werd ze woest.
Dat was ook geen nette insinuatie, zeg ik stijf
jes.
Nu ja, ik meende niets ergs, maar iemand di
zoo jong is gebleven als u, die zoo knap is, zoovee
chance heeft, ja, trekt u nu maar geen gezicht
u het niet weet, iedere vrouw kijkt naar u, als
ergens binnenkomt. J
Maarmaar wel in elk geva
vind ik het zeer onbegrijpelijk dat Audrey het voo
haar ouden oom opnam.
Phil lachte. Tenminste hij maakte een geluid, da
er voor door moest gaan. Toen begon hij wild heet
en weer te loopen in de kamer, met beide handet
gesticuleerend als een gek en riep: „Oude oom
hij meent het waarachtig ook nog, geloof ik, di
blinde ezel. Komt hier om ons met elkaar te ver
nen. Alsok ik me nog langer zal laten gebruiker!
om hem jaloersch te maken. Als een meisje zool
dwaas is verliefd te worden op een man, die naai
alle vrouwen kijkt behalve naar haar en doof blijf!
als een kwartel voor al haar avances en blind if
voor haar liefde en zelfs niet boos is te krijgen, ai]
ze voor zijn oogen met een anderflirtdan.
dan moet zij dat weten, maar ik verkies die andei
niet te zijn. Ik heb het haar ronduit gezegd,
bent eenvoudig dol verliefd op dien oom van je, dal
is het. En ik bedank ervoor, aan het spelletje lanl
ger mee te doen.
De jongen is overwerkt. Absoluut overwerkt. Hol
komt hij op het idee. Wat een jaloersch Othello!
Kan een lastig echtgenoot worden. Als je ze'fj
al jaloersch bent op een ouden oomIk moe
gereden hebben als een gek. Wat bonst mijn hart
Overwerktabsoluut. Of ouderdom. Laat ik noi
oppassen en mezelf niet belachelijk maken. Wat
juffrouw Audrey wil me niet zien? Ik moet haa
spreken, gewichtige boodschapNatuurlijk i
alles een waanzinnig misverstand. Twee jonge gek
ken. Moet dat in orde maken. Ik, als oude man.
Komt ze niet? Dood ongelukkig natuurlijk. Zal u
wel weer bij elkaar krijgen. Jeugd bij jeugd.Hè
wat is ze bleekDag kindEn die oogen
Nou kalm en verstandig zijngeen gekke din
gen doen.
Audrey, ik kom van Philneen, wordt nu nie
boos, hij is een dwaas, dat ik met je eens ben
haalt zich de malste dingen in het hoofdmaa
ik weet best, dat het niet zoo isstel je voor
zoo jong en mooi en liefen ik, ouwe oom
waarom huil je nu weer kindjeToe. doe i'
niet, ik kan het niet verdragenik zal absoh
gekke dingen zeggen en doen alslieve iing.
leun je hoofd maar tegen me aanik hou zoo«
veel van jezoo ontzettend veelmaar itu
ben een oud manwat, lach jeC
Ja, natuurlijk lach ik jij oud malle Mike
Haar vader betrapte ons. Pijnlijkik als oui
oomEnfin, dat mag ik niet meer zeggen va|
mijn meisje.
(Nadruk verboden.)
EM
larenk
De te
jlaats 1
dei
budkar
Na:
I «loordsi
ONZE KEUKEN.
WAT ETEN WIJ DEZE WEEK?
ZONDAG:
Vermicellisoep rosbeef doperwten aardap
pelen gemberpudding.
MAANDAG:
Koud vleesch spruitjes aardappelen gries
meelpudding met amandeltjes.
DINSDAG:
Karbonade gestoofde zuurkool aardappel
puree havermoutcreme.
capucijners aardappelen
WOENSDAG:
Gebakken spek
watergruwel.
DONDERDAG:
Cornedbeef met tomatensaus groene kool aard
appelen chocoladepudding.
VRIJDAG I:
Omelet met garnalenregout witte boonen met
zure saus beschuit met bessensap.
VRIJDAG II:
Pikante ha vermoutkoek jes knolraap aardap
pelen jan in de zak of ketelkoek.
ZATERDAG
Varkenslapjes gedroogde appeltjes aardap
pelen rijstenbrij.
GEMBERPUDDING
1.5 dl. melk, 1 dl. gembersiroop, 75 gram gember,
2.5 dl. 3 eierdooiers, 6 blaadjes witte gelatine en 40
gram suiker.
De eierdooiers worden met de suiker geklopt en
vermengd met de kokende melk, daarna wordt de
pan met kokend water gezet, opdat ze gebonden is,
terwijl men vooral goed moet blijven roeren. Is de
saus gereed, dus 'voldoende dik, dan wordt de in
koud water geweekte en daarna goed uitgeknepen
gelatine bijgevoegd, de gemberstroop en de fijn
gehakte gember.
We laten de massa nu staan, totdat alles bekoeld
is en drillerig begint te worden, roeren er echter
van tijd tot tijd in o mhet zakken der gelatine te
voorkomen en voegen daarna de stijfgeklopte room
toe. Een pudingvorm wordt nu omgespoeld en ge
vuld met de puddingmassa, zoodra men bemerkt
dat d e gemberstukjes. niet me<;r zakken^
GRIESMEELPUDDING MET AMANDELTJES.
1 1. melk, 100 granji griesmeel, 100 gram suiker, 50
gram amandelen, wit van drie efieren.
We broeien de amandelen in heet water en kunnen
ze daardoor gemakkelijk van de bruine velletjes ont
doen en hakken of malen ze fijn. De melk wordt
aan den kook gebracht en hierin worden de gemalen
amandelen nog een minuut of liien getrokken, voor
dat de griesmeel en suiker erbij komen. Zijn de
laatste ingrediënten bijgevoegd, dan moet de gries
meel nog eenlge minuten noder voortdurend roeren
doorkoken, totdat ze dik van de lepel valt. De ei
witten, die overgebleven zijn van de gemberpudding
van Zondag zijia zeer stijf geklopt en deze komen
door de puddisig heen, waarna alles nog eenige
oogenblikken doorkoken moet en overgebracht wordt
in een met koud water omgespoelde puddingvorm.
De pudding is dan door de bijvoeging van het ei
wit heerlijk luchtig.
st 193
co:
jek op
OMMELET MET GARNALENRAGOUT.
5 eieren, 5 lepels water, 30 gram boter, peper
zout, 150 gram garnalen, 2 dl. melk, 20 gram bloen
1 eetlepel gehakte peterselie.
De eieren kloppen we met het water, peper en zou
smelten de boter en voegen de eieren erbij, waaral
wij in de vloeistof prikkne, totdat de eieren begin]
nen te stollen en de ommelet verder op een zeer laar
pitje licht bruinbakken. Terwijl wij de ommelei
nu verder laten gaar worden, maken wij het sausji
door boter en bloem te vermengen, melk bij te voe]
gen en peper en daarna gehakte peterselie en ten]
sliotte de in warm water gewasschen en uitgelekte
garnalen. De ommelet is klaar en wordt nu op een
verwarmde schotel opgediend, op de eene helft korri
de garnalenragout en de andere helft wordt er ove]
heen geslagen.
PIKANTE HAVERMOUTKOEKJES.
120 gram havermout, 2 eieren, halve dl. melk, 1
30 gram boter, peper zout, noot, maggi aroma,
eetlepel gehakte peterselie.
De eieren worden met het zout, peper noot, en mai
gi aroma, geklopt en hierin laten wij de havermouf
gedurende eenige uren weeken. De ui wordt heel fijl
gesnipperd en in de boter gaar gesmoord, daarna
met de peterselie door het havermoutmengsel gel
roerd, waarna in ruim boter koekjes worden gebak!
ken, die op een verwarmde schotel worden opgedien"
De overgebleven boter wordt nog even nagewarm|
met 100 gram boter en daarna gezeefd opgedie
als jus.
Deze koekjes met de pikante bruine jus kunnen he]
vleesch zeer goed vervangen, zij zijn smakelijk
goedkoop.
JAN IN DEN ZAK. llkülSS
300 gram bloem, 200 gram krenten en rozijnenM
40 gram gist, halve liter melk, 3 eieren, een weinig tegeno
zout.
De bloem doen wij in een kom. Wij maken in hetjjjB
midden een kuiltje waarin de met een weinig laiij jjL„ i
we melk en suiker opgeloste gist doen en de eierei Srlt;tKU
Van het midden uit roeren wij nu om de bloc: 4 uur
met de eieren gist en melk te vermengen, waarrfH
bij scheutjes tegelijk de rest van de melk erbij wol
gevoegd, totdat een mooi gelijk beslag is gekregf
dat vrij dik is. Daarna wordt het op een wi
plaats gezet of in een kom met- heet water om
laten rijzen.
Een uitgespoelde doek wordt met bloem bestroi
en hierin komt het beslag, nadat het goed gew:
schen krenten en rozijnen er doorheen zijn geroei
De doek wordt dichtgebonden, doch zoo dat er ff
noeg ruimte overblijft om te rijzen. Daarna de do
met inhoud gedurende 2.5 uur in een pan met hr
water koken.
EENIGE VASTE MENU'S.
Garnalencroutons.
Eieren met kerrysaus en witte boonen.
Aardappelpuree.
Veldsla met bieten pommes frites.
Gebakken bot.
Gort met rozijnen.
Vischgehakt.
Worteltjes, aardappelen.
Peterseliesaus.
Appelschotel.
ven 0
^LfMAA