ZÉPlf 12 MaaFt 1032
toestand in het Weiland
Haagsche brief
Groente Grootfrandelaren-Vereeniging
„DE KOOPHANDEL"
naar voren dienen te komen, omdat iemand ons
wenscht te spreken of een boodschap voor ons
heeft. Het dienstmeisje, de huisvrouw of meneer
zelf snelt of schuifelt al naar gelang de -verwacht
ting hoog of laag gespannen is, naar do deur om
te zien wat er verlangd wordt.
De bel en de menschen aan onze deur. Hierov
Ziiju er ia de naaste toekomst protect iep lann en te
verwachten
Ite vooruitzichten niet rooskleurig!
door J. BlARENDlSIE
Voorzitter van den Blond Westland.
In het Jaarverslag over 1930, dat ik voor de
fruit- en groentenveiling Poeldijk uitsprak, was
ik reeds gedwongen melding te maken van een
Vrij algemeen ingetreden malaise en van de han
delspolitiek der ons omringende landen, waarvan
de Nederlandsche tuinbouw, in het algemeen ge
sproken, voor een zeer belangrijk deel afhankelijk
is. Poen echter hadden wij in hoofdzaak te ma
ken met de Duitsche invoerrechten en met de
sterk verminderde koopkracht aldaar. Hoezeer
heeft zich de toestand in het afgeloopen jaar 1931
ijl dien zin ontwikkeld.
Beschouwen wij eens even de verschillende oor
zaken, dié hiertoe aanleiding hebben gegeven
Ten eerste trad in het midden van den zomer
1931 een stagnatie in het geldverüber in Duitsch
land in, waardoor de toch al vele moeilijkheden
voor den export daarheen nog met een belangrij
ken factor werden vermeerderd. Nadien kwam
in dat land een deviezenverordening voor den
invoer tot stand, waardoor onze export nog meer
bemoeilijkt werd. Het is vanzelfsprekend dat wij
toen een poging deden om de bakens met het
verkopen van het getij te verzetten, in dien zin
dat de toch al zeer belangrijke afzet naar En ge
land van nog meer beteekenis werd. Ik spreek
dan in dit geval in het bijzonder voor den tuin
bouw in het Westland.
Maar hoe werd onze hoop bedrogen. In de
eerste helft van 1931 was er van een willigen ex
port nog sprake, in de tweede helft kwam er
echter een zeer ongunstige wijziging, doordat
men het Eingelsche betaalmiddel den gouden
standaard ontnam, waardoor een zeer sterke
waardedaling intrad en een valutaverschil van
30 procent tegenover het Nederlandsche betaal
middel ontstond.
Welke gevolgen had dit in directen zin voor
het Westlnad. Wel, de prijzen der producten, die
voor de depriciatie van het pond, op de veiling
werden gebracht, waren gunstig te noemen, doch
onmiddellijk na de pondendaling had een sterke
prijsvermindering plaats, waardoor onze hoofd
producten, tomaten en druiven, aker sterk hadden
te lijden. Vooral het artikel druiven dat tot
een der belangrijkste hoeksteenen voor het West-
landsche tuinbouwbedrijf kan worden gerekend
is door de daling van het pond een groote
tegenvaller geworden. Een ongewoon groot deel
van dit artikel moest hierdoor zijn weg vinden
naar de binnenlandsche markten en kon daar
uiteraard in zoo'n plotseling toegenomen kwan
tum geen voldoenden prijs opbrengen, zoodat de
totaal-uitkomst van dit artikel beneden de produc
tiekosten is gebleven. Wanneer wij ons totaal
productiekwantum druiven van 10.000.000 kg.
per inwoner in ons land omslaan, dan komen wij
tot het bescheiden kwantum van 1.25 kg. per
hoofd. Nemen wij aan dat slechts de helft van
het aantal inwoners in staat is druiven te gebrui
ken, dat wordt dit 2.5 kilogram die in ongeveer
6 maanden geconsumeerd moeten worden. Hieruit
zou men dus kunnen concludeeren dat het mo
gelijk kan worden geacht, om op den duur ons
volle kwantum druiven op de birmenlandsche
markten te plaatsen. De oorzaak der zeer sterke
inzinking van de prijzen op de binnenlandsche
markten moet dan ook wél voor een groot deel
worden gezocht in de te plotselinge toename
van de daarop aangevoerde kwantums.
JBny British in wecking.
Terugkomende op onze uitvoermoeilijkheden
moeten daaraan nog worden toegevoegd de in de
laatste dagen van het vorige jaar vastgestelde
douanerechten, welke voor kasdruiven zullen be
dragen van 5 Januari tot 30 Juni as. 4 pence)
per Engelsch pond (453 gram), en van 1 Juli
tot 11 December 2 pence per pond en die tevens
in zeer belangrijke mate ons andere fruit zullen
belasten behalve de meloenen, voorts onze groen
ten. Nieuwe aardappelen zullen in den tijd dat zij
in het Westland worden gerooid, niet belast wor
den, terwijl later voor tomaten een recht is be
paald van 2 pence van 1 Juni tot 31 Juli en-
van 1 penny van 1 Augustus tot 31 October,
alles per Engelsch pond. Het jaar dat inmiddels
is ingetreden zal ons leeren in hoeverre deze rech
ten vernietigend zullen zijn voor een verderen
export van onze producten naar Engeland.
Ondanks het feit, dat wij als leiders, van een
groote tuinbouworganisatie ons volkomen bewust
zijn van de moeilijkheden, die zich in de naaste
toekomst z uilen voordoen, staan wij vanzelf-spre-
kend machteloos tegenover de finantieele en han
delspolitieke maatregelen der verschillende lan
den. Het eenige waartoe wij, in directen zin,
in staat zijn is, bij de regeering aandringen op
het treffen van maatregelen, waardoor de afzet
van onze producten zoo mogelijk kan worden be
vorderd. Zoo is onmiddellijk door den bond West
land, na het bekend worden van de Engelsche
tarieven, een uitvoerig schrijven gericht aan den
minister van Arbeid Handel en Nijverheid, waar
van een afschrift is gezonden aan den Minister-
rand en aan den minister van Staat, minister van
tcnnenlandsche zaken en landbouw.
In dit schrijven hebben wij onze ongerustheid
lt-en aanzien van den afzet van onze producten
uiteengezet, met het verzoek dit nader monde
ling te mogen toelichten, waartoe wij dan ook
in staat zijn gesteld. Verder is er door het bonds
bestuur een commissie benoemd, waarin zitting
hebben ir. J. M. Riemens, rijkstuinbouwconsulent
en de heeren M. Prins en J. Kuyenhoven Kan
om de verschillende belangrijke vraagstukken
nauwkeurig te bestudeeren en eventueel nieuwe
richtlijnen aan te geven.
Protectie in de toekomst
Waartoe zullen wij in de naaste toekomst, door
do protectiemaatregelen van de groote omringen
de landen, worden gedwongen? Zal de regee-
ring^ tenslotte worden genoodzaakt om het voor
beeld van anderen te volgen? Uiteraard kunnen
wij op deze vragen geen positief antwoord geven
maar wanneer de toestand tenslotte zoo critiek
wordt, dat het rijke en zoo nijvere Westland in
de eerste plaats en tenslotte ook andere tuinbouw
gebieden in Nederland dreigen erdoor ten gron
de te gaan, zullen waarschijnlijk krasse maatre
gelen moeten worden getroffen, öns in deze
vraagstukken thans te verdiepen, heeft voorloo-
pig nog geen zin, daar de toestand nog niet nij
pend genoemd mag worden. Wel heerseht er, en
dat spreekt vanzelf, een nerveuze gedrukte stem
ming, die uiteraard haar oorzaak vindt in de slap
te. Getracht wordt om, zij het dan ook zonder
winst of zelfs met verlies, zooveel mogelijk aan
den gang te blijven, doch de huidige situatie
werkt in vele opzichten nivelleerend. Alom, in
het geheele Westland, doet zich een slapte gel
den, die zich niet uitsluitend beperkt tot den
tuinbouw. De aanverwante bedrijven, metselaars
timmerlui, kortom alle bedrijven die in nauw
contact met den tuinbouw staan, vertoonen de
symptomen van de ultra moderne ziekte, die ma
laise heet.
fn verband met de maatregelen, die de Eingel
sche regeering heeft getroffen teneinde te voor
komen dat de Coloradekever, die in sommige
Fransche tuinbouwgebieden wordt aangetroffen
in Engeland wordt ingevoerd en die op een ver
bod van invoer van deze artikelen, geteeld bin
nen den straal van 500 kilometer vanaf het be
smette gebied berusten, is door den bond West
land een adres aan den minister van Landbouw
gericht om eventueele maatregelen te treffen dat
door Nederlandsche bemiddeling dit verbod niet
kan worden overtreden, daar wij er in zoo'n geval
ten zeerste bij geschaad zouden zijn. Dit adres
is geenszins bedoeld als aansporing tot protectie
wij willen slechts trachten te voorkomen dat En
geland, dat ons thans reeds zoo in onzen uitvoer
belemmert, het ons straks nog moeilijker maakt.
zou zeker een heel boek kunnen geschreven wor
den en onze bekende schrijfster Ina Boudier—
Bakker heeft bij het schrijven van haar boek „de
op op de deur" onbewust zeker wel aan de per
sonen gedacht, die door middel van de bel con-
tact met ons zoeken.
Over het algemeen staat de bel bij de huis
vrouw of de dienstbode in een groote stad niet
erg in aanzien. Menig huisvader wordt als hij
des avonds moet mopperen dat het eten niet op
tijd klaar is onthaald op een verhaal, dat de bel
den geheelen dag niet heeft stilgestaan. Als hij
nader op deze verontschuldiging ingaat en dan
vraagt wie er alzoo geweest zijn, dan staat hij
even verwonderd over de verscheidenheid van
menschen, die meenen het recht te hebben het
werk van de huisvrouw te onderbreken.
Het begint in sommige huishoudens al vroeg,
dat overgaan van de bel. Nauwelijks is de huis
vrouw uit haar bed gestapt, of tweemaal bellen
duidt erop, dat de melkboer gereed staat om
de dagelijks benoodigde melk, eventueel ook bo
ter en eieren af te leveren. De melkboer is een
vaste, klant. Hij alleen bezit het privelege 2-
maaal te bellen, een gewoonte, die trouwens bij
na over geheel ons land is ingeburgerd. De an
dere leveranciers, die komen hooren, bellen al
len maar een keer tegelijk en als de huisvrouw
geen bepaalden tijd met haar leveranciers heeft
afgesproken, is het altijd een verrassing, „wie er
nu weer belt."
Over die dagelijks weerkeerende bellers, die
trouwens op verzoek bellen, in zekeren zin dus
uitgenoodigd zijn, willen we het niet hebben, ook
niet over den vuilnisman, die belt en zonder iets
t6 zeggen doorloopt naar andere woningen en de
huisvrouw dikwijls een onnoodige of dubbele
.gang naar de voordeur doet maken.
Neen, we willen het hebben over de ongeregel
de bellers, kooplieden in alles en nog wat, vooral
echter over de crisiskooplieden en de werkloozen
kooplieden.
Een keurig in de kleeren gestoken heer staat
aan de voordeur. Als een kind of een dienstmeisje
opendoet, vraagt hij met een vlotte vanzelfspre
kendheid in zijn stem mevrouw te spreken., zeg
maar, dat het voor een belangrijke aangelegenheid
's. De boodschap wordt aldus overgebracht.
Mevrouw snelt naar de voordeur en vraagt vrien
delijk wat de keurig gekleede heer verlangt. Deze
houdt een betoog over de crisis, de werkloosheid,
over maatschappelijk hulpbetoon, die hem geen
steun verleent, omdat zijn meubels nog zoo goed
onderhouden zijn en over het crisis-comité, dat
hem ook al niet wil helpen, omdat zijn vrouw
niet uit werken gaat. We zijn van goede afkomst
mevrouww. Ik heb altijd een goede betrekking
gehad en mijn vrouw zou onmogelijk buiten de
deur kunnen gaan werken, zonder haar gezond
heid in gevaar te brengen. Voor mij zijn er ner
gens betrekkingen te vinden, ondanks de uitste
kende relaties, waarover ik beschik. Dan volgen
een heele serie namen met bekende klanken, die
als men het mag gelooven, tot de intieme ken
nissen van den heer behooren. Als de heer, die
zich inmiddels ook nog heeft voorgesteld, ten
slotte ijn verhaal gedaan heeft, komt de aap uit
de mouw, in dit geval een map pos'tpapier uit een
actetasch, die hij bij zich heeft. Deze biedt hij
te koop aan, de te geven prijs aan de beleefdheid
van mevrouw overlatend. Wel zegt hij nog even
terloops hoeveel de inkoopsprijs bedraagt want
men zou de waarde van het papier eens Ie laag
mogen aanslaan. Deze keurig gekleede heer boekt
in negen van de tien gevallen succes en dikwijls
laat men hem zijn map postpapier weer in de ac
tetasch steken.
Des avonds kan men deze keurig gekleede heer
in een nog beter costuum in een van de Haa°--
sche dancings aantreffen en aan zijn kornuiten
hooren vertellen dat hij weer een uitstekende dag
gemaakt heeft. Tien mappen verkocht, inkoops
prijs vijftig cents, netto ontvangsten tien gulden
Een ander geval dat echter dicihter bij de op
lichting staat dan het voorafgaande. Elen glazen
wasscher belt aan, die een verhaal opdischt van
werkloosheid en ellende. Is in betrekking geweest
bij een groote glazenwasscherij, die, door de ma
laise genoodzaakt een deel van haar personeel te
ontslaan ,ook voor hem geen werk meer had. Hij
is nu, dank zij een voorschot van maatschappelijk
hulpbetoon voor eich zelf begonnen. Hij doet een
zeer voordeelige aanbieding om in abonnement
de glazen te wasschen. Als hij dan nog vertelt
van een groot gezin, dat hij moet onderhouden,
is de huisvrouw in de meeste gevallen zoo geroerd
dat zij hem de klandizie wel wil gunnen en het
abonnementsgeld voor drie maanden vooruit be
ta* lt. De glazenwasscher vraagt een emmertje
schoor, water en begint de glazen te wasschen.
Volgens afspraak zou hij over veertien dagen
moeten terugkomen, maar wie er over veertien
dagen aan de bel trekt, geen glazenwasscher.
Ook de volgende weken verschijnt hij niet. Deze
vorm van oplichting heeft zulke groote afmetin
gen aangenomen, dat er dezer dagen een waarschu
wing van de politie is gepubliceerd om zich van
to voren goed te overtuigen van de soliditeit van
de glazenwasscherij alvorens tot het nemen van
j een abonnement over te gaan.
J Tenslotte willen wij enkele woorden wijden
j aan een geheel ander soort „bellentrekkers", het
j gilde van de colporteurs in stofzuigers en radio-
apparaten. Deze worden in heele horden dage
lijks over de stad losgelaten. Vooral in nieuwe
wijken trachten zij hun stofzuigapparaten aan de
vrouw te brengen. Zooals we vroeger aan de deur
een drukwerkje plaatsten, dat ongevraagd druk
werk niet wordt teruggegeven, kan men nu bij
verschillende huizen een kaart zien hangen, waar
op staat te lezen, dat men hier van een radio
toestel en een stofzuiger is voorzien.
Maar we hebben ook nog het tegenovergestelde
gehoord, nl. dat er huisvrouwen zijn, die de stof
zuiger- en radio-apparaten colporteurs gastvrij ont
vangen en zich een stofzuigapparaat laten de-
monstreeren om hun woning een goede beurt
te geven en een radio-apparaat een week vrijblij
vend op proef te verlangen. Daar er nog al ver
schillende merken zijn, kan dit spelletje vele we-
kena chtereen worden voortgezet, zonder dat tot
huurkoop van stofzuiger- of radiotoestel wordt
overgegaan.
Omtrent de vervoerkosten, geldende voor tuin
bouwartikelen, is door het Centraal Bureau van
Tuinbouwveilingen reeds jaren achtereen actie ge
voerd voor het verkrijgen van verlaagde spoor-
vrachttarieven voor tuinbouwproducten. Door de
Tweede Kamer werd naar aanleiding van het hier
omtrent behandelde bij de begrootingsdebatten
een commissie benoemd om rapport uit te brengen
over deze kwestie. Deze commissie staat onder
leiding van professor de Vries. De voorzitter v.
het Centraal Bureau, de heer P. V. Valstar, die
zitting had in deze commissie, heeft zich echter
gedwongen gevoeld zich daaruit terug te trek
ken. Deze commissie zou nl. op korten termijn
een rapport samenstellen. Volgens de meening
van den heer Valstar is zij hierin tekort gescho
ten en vond hij geen vrijheid hieraan verder mee
to werken. De exorbitant hooge vrachten der j vooral dit jaar wel eens noodig zou kunnen zijn
Donderdagavond zeven uur kwam de G roente-
Groothandelaren-Vereeniging „Koophandel" ten
huize van den heer P. Kramer te Zuidscharwoude
in vergadering bijeen.
De voorzitter, de heer O. Wagenaar Kz„ opent
de vergadering met het uitspreken van de vol
gende rede:
Mijne Heeren,
Van harte heet ik u welkom op onze Jaarver
gadering, welke ook ditmaal weer gehouden wordt
voor het jaarlijksche handelsseizoen is afgeloo
pen. Een algemeene vergadering was gewenscht
omdat het noodig is omtrent punt 5 van onze
agenda een beslissing te nemen. Wij verbinden
dus hieraan meteen onze jaarlijksche bijeenkomst
waarin u bij monde van den secretaris en penning
meester verslag wórdt gedaan over het afgeloo
pen jaar. Hiermede te wachten tot het einde
van -het seizoen zou denkelijk wat laat wor
den, gezien de groote voorraden kool die er nog
verwerkt moeten worden. Velen onzer zouden
dan allicht niet aanwezig kunnen zijn, omdat het
dan nog al eens gewoonte is op reis te gaan, wat
spoorwegen blijven inmiddels bestaan. Wel wordt
Hj onderling contract door de directie der Spoor
wegen aan verzenders bij garantie van een mini
mum hoeveelheid te Verzenden goederen reductie
verleend, doch alleen een algeheele verlaging kan
den tuinbouw in hooge mate ten goede komen.
Meer en meer heeft er expeditie met vrachtauto's
over groote afstanden plaats. Zal dit op den duur
de eenige mogelijkheid blijken om de Spoorwe
gen te overtuigen tot een verlaging over te gaan
De huisbel en de menschen aan onze
deur. Ongevraagde gasten, die ook
nog wel eens van pas zijn.
In de groote stad gaat het over het algemeen
lang niet zoo gemoedelijk toe als op het platte
land, waar men nog dikwerf huizen aantreft,
die met den goed ouderwetschen klopper zijn toe
gerust, terwijl sommige landhuizen en boerderij
en niet eens een aanmeldingsmiddel naast de deur
hebben. Toch is de moderne tijd ook al op het
platteland doorgedrongen en treft men er naast
de halfdeuren met een ouderwetsche klink een
eleetrische drukbel aan. Op het platteland voelt
men niet zoozeer de behoefte aan een béldeur.
doch des te meer in een groote stad, waar het
verkeerslawaai onze ooren doof heeft gemaakt
voor het gemoedelijke roepen aan de voordeur.
We hebben dus een bel aan de voordeur, eeu
eleetrische bel oï een trekbel, het signaal dat we
De tijdenz ijn voor den koopman, vooral die op
het buitenland handelt, niet gemakkelijk. Niet
dat wij moeite hebben onze producten in
hoofdzaak kool te koopen. De afzet liet tot
kort geleden veel te wenschen over, maar waar
het in hoofdzaak om gaat is betaling te krijgen.
Het zijn nog maar heel weinig landen, waarop
de handel gewoon is, met meerdere is de handel
practisch onmogelijk. Het is nog niet zoo heel
lang geleden dat wij hier als exporteurs bij el
kaar waren om de moeilijkheden eens met elkaar
onder het oog te zien en te trachten het risico
zooveel mogelijk te beperken. De besprekingen,
toen gehouden, hebben, op een uitzondering na,
namelijk het niet meer frankeeren der zendingen,
tott niets geleid. Ik zou bijna zeggen, integen
deel. Wat men namelijk zoo af en toe wel eens
hoort of onder de oogen krijgt, zou doen ver
motden, dat er geen vuiltje aan de lucht is. U
moet me goed verstaan. Het is niet mijn bedoe
ling- den een of ander een verwijt te maken, wij
doen er misschien allen om het hardst aan mee,
en de een doet het omdat de ander het niet laten
kan. Handel en concurrentie, mits op een eerlijke
manier, zijn echter geheel vrij. Toch zou ik wil
len waarschuwen: laat deze vrijheid niet in roe
keloosheid ontaarden. Met name zou ik Duitsch-
land willen noemen, waar de toestanden, sedert
we daarover als exporteurs bijeen waren nog in
geen enkel opzicht zijn verbeterd. De handelaren
daar kunnen zooveel importeeren als ze maar
willen, alleen is de betaling zooals we weten niet
vrij en in kringen waar men omtrent een en an
der beter op de hoogte kan ziin dan wij, be
schouwt men het opschroeven van de Markenkoers
zoowel als het vasthouden aan den gouden stan
daard in Duitschland beiden als geheel kunstma
tig. Dat op dit gebied alles mogelijk is hebben wij
nog niet lang geleden in Engeland gezien. Nog
maals heeren, u moet hierin geen critiek zien.
U moet deze woorden niet anders dan als een
goed bedoelde waarschuwing opvatten.
In een vergadering, die uw bestuur met den
„Vierbond" heeft gehouden, werd door twee vei-
iingsbesturen, namelijk die van Broek op Lan-
gendijk en Noordscharwoude besloten met ingang
van'l Januari van dit jaar het koopen op bon
nen af te schaffen, de besturen van Obdam en
Warmenhuizen meenden deze wijze van verkoop
te moeten handhaven.
Uw bestuur heeft gemeend, het toen maar eens
aan de tuinders te moeten overlaten. Lang ge
noeg. ik denk al welhaast tien jaar, hebben wij
tegen afschaffing der bonnen geprotesteerd.
Nu zullen de tuinders misschien weldra zeggen
zie je wel, dat het zonder bonnen evengoód is
gegaan, waartegen wij echter zouden kunnen be
weren, zie je wel, dat de prijzen er niet door ver
beteren. Alleen voor zendingen naar Amerika
wordt een uitzondering gemaakt. Als men moei
te uit dat land een order heeft weten te krijgen,
kan men, mits men eerst de noodige vergunning
heeft gekregen, uit de hand koopen wat er in de
veilingen -niet te krijgen is. Dat op sommige da
gen door de genomen maatregelen de afzet van
het product ook naar andere landen er nadeel
van ondervindt, dat zult u ongetwijfeld met me
eens zijn. Wanneer de handel volog aan den gang
is, moeten er Maandags bv. steeds bestellingen
een dag worden uitgesteld. Voor de zooveelste
maal wil ik er de veilingbesturen nog eens op
wijzen dat het noodig is maatregelen te nemen,
dat ook in het begin van het winterseizoen goe
de kwaliteit kool of liever dat er niet zooveel
slechte wordt aangevoerd. M.i- zou het voor
handel zoowel als voor tuinbouw het. beste zijn,
de koolexport maar onder de landbouwuitvoerwet
wet te brengen. Nog zou ik het volgennde tot de
tuinders in onze omgeving willen zeggen, name
lijk wat meer verscheidenheid in de teelt hunner
producten te brengen. Meer dan eens is er door