INGEZONDEN Pluimveeteelt I (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.; Aan de Redactie van de „Nieuwe Lan- ged ijker Courant" te Noordscharwoade Mijnheer de Redacteur, tooi, kool en men weet niet waarheen er mede! In dc vergadering van Koophandel kwam het robleem van de koolafzet ook weer ter sprake en het te betreuren, dat uw verslag niet beter do temming weergaf, vooral wat de mogelijkheid «treft, om voldoende kool te verkrijgen, wan eer de handel daarvoor afzet heeft. Tuinders! Vraag u zelf eens eerlijk af: heeft et systeem van het straffe veilen u voordeel ge rucht? Hebben de prijzen zich na 1 Januari erbeterd Uw voormannen geven thans zelf blijk at ook zij voelen, er hapert wat en zelfs heel ;at. Zou anders Noorder mar kt bond met een voor tel komen voor de „Algemeene vergadering der 'ereeniging Groep Veilingsvereenigingen uit den iT. B.' op 7 April Erkend wordt ruiterlijk e onmacht der tuinders om de aanvoeren der tapelproducten naar behooren te regelen. Een nlichtingendienst wordt gevraagd, die u tuin- |ers, zal inlichten wat aangevoerd moet worden, ieer juist is het prae.advies van het bestuur, dat Is volgt is: „Het Groepsbestuur meent de aanneming „van dit voorstel te moeten ontraden. „Het verstrekken van inlichtingen omtrent „do behoefte in bepaalde landen en steden naar ...bepaalde producten is niet alleen buitenge woon moeilijk en kostbaar, doch bovendien zeer „gevaarlijk. Daartoe immers is het noodig een „overzicht te bezitten omtrent de geheele we reldsituatie van een bepaald product. Ein hoe „voortdurend wisselt niet deze situatie? Zelfs „het al of niet tijdig aankomen van een trein „of van een schip kan op de markt en dus op „den prijs een geweldigen invloed hebben. „Het Groepsbestuur meent, dat, veel meer „dan door het instellen van een inlichtingerf- dienst door onze veilingsorganisatie, het door „den Noordermarktbond beoogde doel kan wor- „den bereikt door overleg met de exporteurs, „die geregeld aan zijn veiling koopen. Deze „toch mogen op grond van de verbindingen, „welke zij dagelijks met alle deelen der wereld „telefonisch en telegrafisch onderhouden, ge- „acht worden beter de gewenschte inlichtingen „te kunnen verschaffen dan welke vanwege „onze organisatie in te stellen inlichtingen- dienst ook." Overleg met export! Dat is het advies, hetwelk ;egeven werdt door het hoofdbestuur. Overleg, aarom de handel reeds vele malen tevergeefs ieeft op aangedrongen. Eenzijdig is door den linbouw aan den Langendijk het besluit geno- len, den handel de gelegenheid te ontnemen, om at te verkrijgen wat hij noodig heeft. „Koophandel" zal thans opnieuw om overleg erzoeken en het is in het waarachtig belang voor llen te wenschen, dat de wenschen van den han- tel niet langer als van nul en geener waarde eschouwd worden, men zieh niet langer blijft I lind staren op een principe, dat practisch niet K rechtvaardigen is. Evenmin als het bestuur der tuinders vooruit ■an bepalen wat noodig is, evenmin kan de han del eenige dagen vooruit nauwkeurig het ver- Bmgde kwantum aangeven. Iedereen weet, dat Berschillende factoren er invloed op hebben. Duidelijk is het u toch allen, dat de kunstma- Kie beperking van uw markt geen baat geeft, tegendeel, u hebt u zelf geschaaddt. De ruim- I ;e markt geeft in doorsnee de beste prijzen. Ziet laar uw eigen veiliftgen en vergelijkt de ge- I aakte prijzen van den Noordermarktbond met Ioverige veilingen. Geeft den koopman, in be merkte mate, ook de gelegenheid, buiten de vei- Ing om te koopen, u verruimt uw markt en u laakt het mogelijk, dat de handel kan verkoo- ■en. Hoe wilt u hebben, dat er goed verkocht ordt, als er niet te koop wordt aangeboden dol, kool, is er overal nog! Die veilingen der atste dagen zou doen vermoeden dat het al aar- ge praakt. Al is de kool weinig waard, waard is altijd nog wat, wanneer er voldoende van ver egen kan worden. Geeft een ruime markt en u lt zien, dat het vlotter gaat! Met Hoogachting, RENS SLOT EN BONNET. .and- en Tuinbouw TULPENTEELT. Ile bemesting van tulpen. III (Slot.) I Volgens de voorgaande gegevens kunnen wij rekenen dat elk kilogram bollen ongeveer "D.7 •am stikstof, 0.5 gram kali en 0.2 gram fosfor- pur bevatten. Óm nu te kunnen berekenen hoe del meststof wij noodig hebben om edn goede ■twikkeling van het bollengewas te mogen ver wachten, moeten wij eigenlijk een bepaalde norm ■men om dit te kunnen berekenen. Laten wij eeps aannemen dat van een bunder J~.000 kilogram bollen geoogst kan worden, dat dus ongeveer 475 kilogram per snees, dan heb- il zij van stikstof 0.7 maal 20.000 kilo noodig, 140 kilo zuivere stikstof. Deze hoeveelheid stikstof kunnen Wij geven wers almeer' beginnen mede te werken op dit gebied, door middel van chilisalpeter ook door zwa- a' dat deze cultuurvoorzorg meerdere moeite vèizure ammoniak. Chilisalpeter bevat per 100 l™°dmTd^Ln?f-,Dit laatÜte Is wel zeer mi* kilo 15 5 procent .stikstof, Joodat wij da'n daar- SS^tAr^ff l^BPSSS- voor van 140 maal 100 gedeeld door 15.5 procent is het grootste gedeelte. 900 kilo ïjoodig hebben. Gebruiken wij liever Deze houding der tuinders geeft ons dan ook zwavelzure ammoniak dan hebben wii noodig meerdere vrijheid hunne aandacht te vragen op de 140 maal 100 gedeeld door 20.5 procent is 680 procent kilo per bunder. Per snees is dit 21 kilo chili, om 16 kilo zwavelzure ammoniak. Wat de kali betreft, heeft deze hoeveelheid van 20.000 kilo bollen noodig, 0.5 maal 20.000 kilogram is 100 kilo zuivere kali. De kali kunnen wij geven door het 40 proc. kalizout, maar ook door middel van patentkali, dat 25 procent kali inhoudt. Van het kalizout heeft men dan noodigper bunder 100 maal 100 gedeeld door 40 is 250 kilo, terwijl men van patentkali 100 maal 100 gedeeld door 25 is 400 kilo noodig heeft. Per snees wordt dit dus van kalizout ruim 6 kilo en van patentkali ongeveer 10 kilo. Zoo oppervlakkig zou men zeggen, dat rooit niets, wij geven of anders veel te veel, of deze berekening bevat een fout. Laten wij hieraan toevoegen, dat men met kalibemesting tevens re kening dient te houden met de nateelt en voor teelt. Gewoonlijk brengen wij tijdens de bemesting van tulpen ook al de kalibehoefte op het land voor de nateelt, wat met het oog op het absor- batievermogen van den grond wat., kali betreft, zeer goed mogelijk is, wat niet gezegd kan wor den bv. van alle stikstof bemestingen. Of er soms wel eens niet al te royaal met kali gegooid'wordt, laten wij in het midden. Het kan zijn daarover aanstonds nog een opmerking. Het benoodigd. fosforzuur kunnen wij toedie nen in den vorm van superfosfaat, of Thomas- slakkenmeel. Op het eene land zal het eene, op het andere land het andere beter voldoen. Ech ter, dit moeten wij thans onbesproken laten. Volgens voorgaande berekeningsmethode, heb ben wjj per bunder aan superfosfaat aan 300 ki lo genoeg, wanneer wij superfosfaat nemen van 14 'procent, Van Thomasslakkenmeelhebben we ongeveer 250 kilo noodig, berekend naar 18 procent Met Thomasslakkenmeel brengen wij nog zeer veel andere, waaronder zeer zeker heele goede voedingsstoffen op het land. Vooral kalk, on geveer f4 5 tot 55 kilo per 100 kilogram slakken meel, zoodat we hiermede wel ruim voldoende aan de kalkbehoefte van tulpen kunnen volstaan Dan bevat het nog magnesium, alsmede mangaan 56 procent welke stoffe-n, vooral de laatst genoemde, op bepaalde gronden met zure reactie, van beteekenis kunnen zijn. Wij zouden niet volledig zijn, als we dit onder werp hierbij eindigden. Nogmaals meenen wij de aandacht te moeten vestigen op ons voorgaand ar tikel, waar wij spraken over de aanvulling van voedingsstoffen in den grond, die noodig is door de opname van voedsels van het voorgaand gewas Hoewel onze gronden zgn. nog wel frisch zijn, voor den tulpenbouw, mogen wij toch niet ver geten, dat onze al jaren geteelde producten ook dezelfde voedingsstoffen opnemen als de tulpen. In verhouding zelfs meer. Nemen wij bv. eens het gewas aardappelen, dat volgens een berekening van 450 kilogram per snees, of 18.900 kilogram per ha. knollen en loof aan stikstof 115 kilo, en aan kali 152 kilo aan den grond onttrekken. Met de stikstof komen wij dan wel uit, maar met de kali komen wij dan ook met deze hoeveel heid tekort. Dit tekort dienen wij wel in reke ning te brengen daar anders ons land aan een kaligebrek zou kunnen beginnen te lijden. Vandaar ook onze opmerking bij de berekening van de benoodigde hoeveelheid kali die de tul pen noodig hebben. Men dient dus terdege rekening te houden met de voedselopname van het voorgaand gewas bij de tulpenbemesting, en men kan dan ook niet vol staan met alleen dat te geven wat het te telen gewas uit den grond opneemt. Tenslotte hebben wij met nog een factor re kening te houden, namelijk met de opneembaar heid van de meststoffen die wij geven en met de verandering die de opneembare voedingsstoffen in den grond kunnen ondergaan. Hij veel neerslag kunnen de gegeven oplosbare voedingsstoffen tijdens den winter althans voor do tulpen in het blad zijn, minder oplosbaar zijn geworden of zijn weggezakt. Daarbij komt nog, dat ook niet altijd alle mestsoorten in hetzelfde sezioenjaar voor de volle 100 procent opgenomen kunnen worden, vanwege hunne neven ver bin dingen, bv. Thomasslakkenmeel, daar de voe- dnigsstoffen die ze bevatten slechts ten deele oplosbaar zijn. Wij moeten het hierbij laten. Duidelijk is ze ker, dat ook het bemestingsvraagstuk hoogst in teressant en voor den belanghebbende van het meeste belang is. Het gaat ook hierbij terdege om de zilveren koorden. verkregen met het ontsmetten van wortelzaacl. Daar hier aan den Langendijk nog wat late wor telen worden geteeld, is voor hun in zonderheid deze proeven van veel belang. Door haar werd bij het nemen van kiemkracht- proeven van wortelzaad opgemerkt, dat op dit zaad, reeds op nat fütreerpapier, een zwartkleurige schim mel de kiemplantjes zoo hevig kon aantasten, dat reeds spoedig vele stierven. Ook bij uitzaai in den grond bleek, dat deze schimmel grooten invloed had op de opkomst van het zaad. Soms bleken de plantjes niet in staat te zijn boven den grond te komen, of zoo dit geschiedde, in latere stadia toch dood gaan. De schimmel die deze ziekte veroorzaakte, bleek tamelijk oppervlakkig op het zaad voor te komen en zich niet diep in het zaad in te werken. Als gevolg daarvan is de zwam dus zeer goed door ontsmetting te bestrijden. Zeer nauwkeurige proe ven hebben dat ook reeds aangetoont, en daarbij is nagegaan welke middelen en In welken vorm toegepast, hier zouden kunnen helpen. Na ont smetting was van de schimmelaantasting zoo goed als niets meer te vinden, welke resultaten nog dui delijker tot uiting kwam bij het uitzaaien van ont smet en niet ontsmet zaad in den grond. Zoowel droge- als nat-ontsmettingmiddelen gaven goede resultaten, hoewel het eigenaardig was, dat niet alle monsters wortelzaad even dezelfde uitkom sten gaven. De uitkomsten van de verschillende proeven waren als volgt: Opkomst na uitzaai in den grond na een ontsmet ting met 1/4 procent Uspulunoplossing: No. 1 niet ontsmet 24 proc. Ontsmet 39 procent. No. 2 niet ontsmet 30 proc. Ontsmet 47 procent. No. 3 niet ontsmet 26 proc. Ontsmet 31 procent. No. 4 niet ontsmet 5 proc. Ontsmet 56 procent. No. 5 niet ontsmet 69 proc. Ontsmet 90 procent. De nommers 3 alsmede 5 werden ook ontsmet door middel van Tillantin (R), met het resultaat dat het zaad met respectievelijk 33 en 87 procent opkwam. Nog een monster werd ontsmet met Ger- misan, hetwelk een uitkomst gaf van niet ontsmet 36 procent en ontsmet van 63 procent. Men ziet dus dat in alle gevallen het niet ont smette zaad als regel veel slechter opkwam dan het ontsmette zaad. Zeer sterk was dit wel het geval bij no. 4 hoewel dit zeer zeker als een bizonder geval aangemerkt mag worden. Toch was dit zaad van 69 procent kiemkracht! Het komt mij voor, dat deze uitkomsten van Dr. Doyer ons ten zeerste dienen aan te moedigen tot het nemen van ontsmettingsproeven, waartoe de Commissie van Correspondenten van den Planten- ziektenkundigen Dienst zeker hare medewerking wel aan zal willen geven P. GLAS, Tuinb. Vakonderwijzer. Broek. o. L. 6 Maart '32. Bemesting wintergranen. Broek op Langendijk. P. GLAS, Tuinbouw-vakonderwijzer. WORTELZAAD-ONTSMETTING. --rmkfnwRaaw, Wij leven thans in de dagen van zaadontsmetting. Groote hoeveelheden koolzaad worden thans door middel van Germisan ontsmet, in medewerking van de Correspondent van den Plantenziektenkundigen Dienst. Ook flinke partijen uienzaad ondergaan de ont- smettingskuur, als gevolg van de goede uitkomsten die men daar verleden jaar mede heeft behaald. Het is zeer gelukkig, dat onze Langendijker bou- In den regel worden onze graangewassen te laai met stikstof overbemest. Eerst als het ge was floor zijn hollen stand toont het te laten zitten' j, ziet men in, dat er hulp geboden moet worden. Iedereen begrijpt, dat dit te laat is, de planten moeten immers van meet af aan zich herstellen, zich uit den zwakken toestand opwer ken. alvorens te kunnen groeien. Het spreekt vanzelf, dat wij voor de bemesting onzer graangewassen een vlugge stikstofbemesting kiezen. Het weer is in de meeste gevallen nog te koud voor omzettingen van ammoniak, Wij nemen dus een salpeterstikstof. Welke? Wij vragen ons dan natuurlijk in de eerste plaats af welke komt thans het voordeeligste uit. De ervaring heeft geleerd, dat met een stikstofmeststof, die ge makkelijk oplost en direct werkt de beste re sultaten bij alle graangewassen wordt verkre gen. Als zoodanig zal daarom de kalksalpeter 10 zijnde een zee rgoedkoope salpetermest, als over bemesting van wintergraan, en ook voor de be mesting van het zomergraan het beste voldoen. De kalk uit deze meststof werkt tevens gunstig op de structuur va,n den grond. Moeten wij onder de huidige omstandigheden mei stikstof bemesten of niet? Ein dan zeggen vu direct, ja het is noodig, zelfs noodzakelijk tc doen. Graan, dat gebrek heeft aan stik- wij wéten het allen, groeit ijl op, levert wei nig stroo en weinig graan en laat vuil land ach ter. Dfe opbrengst is laag, de onkdsten voor het Shouden der akkers hoog. Ja, dé schade c:.; rvan is vaak grooter dan de bemestingskosten Gaar. wij nu eens na hoe hoog de kostprijs is ""in bv. 100 kilogram stroo en graan, dan zullen wij zien, dat deze bij een slecht bemest gewas hoog, bij een oordeelkundig bemest gewas laag is jBij een goeden oogst worden de uitgaven over een grooter aantal 100 kilogrammen omgeslagen, zoo dat de kostprijs veel lager is en men de beste winstkansen heeft. Vooral geldt dit momenteel voor tarwe, omdat men hiervan de prijs welke men ervoor ontvangen zal reeds weet. Rekent men de meeropbrengst welke verkregen wordt, Joor het bemesten met bv. 200 kilogram kalk salpeter IG per HA. dan zal men zien, dat de lesten van deze bemestint een zeer kleine rol speJen Vooral nu de prijs van deze meststof erg laag is. Men strooie dus, om de grootste winst kans te hebben, voldoende stikstof op het win ter- en zomergraan. Nog eens, het is noodzakelijk. Hoeveel stikstof zal men geven? Die hoeveel heid welke gegeven moet worden om een lagen kostprijs te verkrijgen hangt geheel af van den vruchtbaarheidstoestand van den bodem, bij win tergraan van den stand in het vroege voorjaar. Hoe minder vruchtbaar de grond, hoe slechter de stand, hoe meer stikstof noodig is om een goed gewas te verkrijgen. Deze boeveelheid zal wel schommelen tusschen een dosis stikstof aan wezig in 200 kilogram tot '400 kilogram kalk salpeter IG per ha. Al naar omstandigheden. Ook kan men er natuurlijk rekening mee 'hou den, of, waar het wintergraan betreft, reeds in het najaar een gift stikstof is gegeven, o.f bemest is met stalmest. Men wachte zich voor een te dichten stanfd van het gewas om legering te voorkomen. Is de 3tand te dicht, dan eggen en schoffelen. Elen goede uitwerking der meststoffen wordt hierdoor verkregen. Strooi de kalksalpeter IG bij het wintergraan vroeg in het voorjaar, dus nu. "Bij zomergraan geve men alles bij het zaaien, of anders de helft bij het zaaien, de rest als overbemesting. Kalksalpeter IG als overbemesting moet bij droog weer en op ürooge gewassen wobden ditge- Het uitsehouwen van eieren. In ons vorig artikel beloofden we om nog op enkele zaken de aandacht te vestigen, die bij het broeden in het algemeen en bij hét broeden on der de kloek in het bijzonder van belang zijn. Een zeer voornaam punt is het zg. uitsehouwen van eieren. Velen laten dat na, omdat ze niet weten, hoe ze het moeten doen. Toch zijn de voordeelen van het schouwen vele. Bv.: Alle ondergelegde eieren kunnen onbevrucht blijken te zijn, wat dan als regel de schuld zal wezen van den haan. Men kan in zoo'n geval den 'haan nog door een anderen vervangen. Bio vendien kan men van elders een nieuw stel broedeieren laten komen en deze alsnog aan de broedende kip toevertrouwen. Het kan ook blijken, dat de eieren slechts zwak bevrucht zijn geweest, zoodat zich aaji de scha len doode kiemen hebben vastgezet. Ook dan ver vangt men den haan of men wijzigt het voeder rantsoen. Eokdieren behoeven o.a. veel groen voer. In het hier bedoelde geval kan men even eens nog een nieuw stel eieren aan de broedende kip geven. Wanneer tusschen de bebroed wordende eieren onbevruchte, zg. vuile eieren blijven liggen, dan wel eieren met afgestorven kiemen, schaden Mie het broedproces, omdat zulke eieren een lagere temperatuur hebben ^n alzoo de temperatuur van goede eieren ongunstig beinvloeden. •Schouwen doen we voor het eerst op den '5den of 6den dag. Des avonds als het donker is, neemt men de eieren rustig onder de broedende kip vandaan, dus zonder deze te beangstigen, en houdt ze dan tegen een brand electrisch zak- lampje of men gebruikt een speciale schouwlamp. Eieren waarin dan niets te zien is, dan een troe bele inhoud, zijn vuil, onbevrucht. Eieren, waar in een onregelmatige, maar scherp omlijnde don kere vlek tegen de binnenzijde van de schaal vastzit, hebben een afgestorven klem. Kieren, waarin een vaag omlijnde, min of meer zwevende vlek is te zien, waaruit onregelmatige lijnen loo- pen, dus een soort spinvorm vertoonen, zijn goéd en'b evatten een levende kiem. Hét werk moet eenigszins vlot worden gedaan, want om dien tijd mogen de eieren nog niet te lang, zeker niet langer dan tien minuten worden gekoeld. Of schoon de zaak eenvoudig is en de aangegeven verschillen ze-er duidelijk zijn te eonstateeren, 'is het toe!» goed om zich den eersten keer de assis tentie te verzekeren van Iemand, die het geval al meer bij de hand heeft gehad. Overigens, indien men het schouwen eens heeft meegemaakt en daarbij gelegenheid had om de verschillende verschijnselen te eonstateeren, Kan men zich niet licht meer vergissen. Voor bruine eieren, die min der goed doorzichtig zijn, moét men evenwél een goed licht gebruiken, bij voorkeur geplaatst in een doosje of kistje, waarin slechts een opening, nl. een ovale utisnijding, iets minder van omvang dan een normaal ei. Bij die opening worden de eieren dan stuk voor stuk gehouden). Het tweede en laatste schouwen kan worden gedaan, kort voor de eieren kunnen worden aan- geppikt, dus op den 18en dag bv. Intusschen dan nog afgestorven kiemen zullen al weer te herkennen zijn aan een bloedomrande vlek tegen de binnenzijde van de schaal. Vuile dieren her kent men aan den half doorzichtbaren, 'troebelen inhoud. Van de góede eieren zal het zg. lucht- blaaSje van het ei zijn uitgezet 'tot ongeveer éen derde van den ei-inhoud, de res! is dan een don kere, ondoorzichtige massa. Het dompelen van de eieren in water raden we af. Zijn de eieren ge schouwd en is Met warm, droog weer, dan kan men ze met lauw water besprenkelen. Tijdens het uitkomen der kuikens moet men zoo min mogelijk bij het nest komen. Wie ermede vertrouwd is, kan een of twee keer voorzichtig met de hand onder de kloek tasten om de doppen te verwijderen, want het kan wel eens gebeuren, dat die doppen om eieren schuiven, waarvan de kuikens nog niet uit zijn en dan de bevrijding der jonge levens bemoeilijken. Alles wat men verder zou willen doen om de kloek met het volbrengen van haar taak te hel pen, is uit den booze. Dus ook uit het uitpeilen van late kuikens. Als men de kloek rustig laat zitten, komen ook de laatste eieren vaak uit, maar het uitpeilen is bijna zeker een mislukking Het gaat steeds met bloedingen gepaara. Ge woonlijk sterft het uitgepelde kuiken "heel gauw en in het beste gevdl worden wé een kuiken- sukkelaartje rijk. Laat de natuur haar gang gaan, al komt ze ons wel eens vreemd voor. Het is beter dat een kuiken verstikt in de schaal, indien het leven niet krachtig genoeg is om de moeilijkheden der ge boorte, te overwinnen, dan dat we door kunstma tig ingrijpen zwakke wezens in de kipp^nwereld brengen, die voorbestemd zijn om later aan ziekte ten onder te gaan, na ondertusschen gezonele die ren te hebben besmet of haar zwakte te hebben vastgelegd in een nakomelingschap.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1932 | | pagina 5