Passchgehruiken
Pluimveeteelt
OnsCourantenverhaal
Voor onze Lezeressen
in weergeven wou, niet moeilijk omdat er stof ge
noeg ls om weer te geven, al is het dan van het
slechtste af.
Doch in de eerste plaats zal ik weergaven onze
gewone huishoudelijke zaken. Er zijn 5 bestuursver
gaderingen gehouden, 3 algemeene. De voorjaars
vergadering werd bezocht door 39 leden, de z.g. cri
sisvergadering door 93 en de laatste door 85 leden,
wel een bewijs dat door eenige opwekking men toch
nog wel belang stelt wat er alzoo in eigen orga
nisatie omgaat.
Het ledental is vrijwel stationair gebleven, n.l.
225 leden. Twee bedankjes zijn ingekomen van de
heeren P. en A. Biersteker.
Daar door mij in de notulen genoemd zijn het
sproeien der aardappelen, aankoop steenkool en
kunstmest, behoef ik dit niet weer te geven ook
het telen van wortelzaad is hier in genoemd wat
slechte resultaten heeft opgebracht, doch dank zij
de saamhoorigheid zal hiermee worden doorgegaan.
De rekening over 1931 was aan uitgaven f856.63,
ontvangsten f 837.88, nadeelig saldo f 18.75, doch daar
er nog geind moet worden f 30.26 zou het een nadee
lig saldo zijn van f 11.51 met 2 aandeelen sluis.
De rekening poterbewaarplaats is in tegenstel
ling met het vorige jaar sluitende en kan de ver
plichte f 500.00 aflossing geschieden.
Doch nog moet ruim f 300.00 worden ontvangen
aan bewaring van poters. Hiervan zal het vermoe
delijk saldo wezen pl.m. f20.00, precies is dit niet
te zeggen daar deze rekening op 1 Mei wordt afge
sloten.
Door het mislukken der oogst in 't voorjaar en
meerdere slechte uitkomsten geraakten reeds vroeg
verschillende tuinders in de put, die zich nog eenigs-
zins kon redden, wist zich te behelpen bij de plaat
selijke instellingen op dit gebied, doch aan 26 leden
werd een crediet verstrekt met steun van Provincie
en Gemeente.
Hierdoor kwam er 'onder de tuinder een geest om
meer aan te dringen op eenheid, wat op de voor
laatste algemeene vergadering tot uiting kwam,
vooral door den heer J. Kalverdijk, om te trachten
een landelijken bond te stichten, om straks zoovee)
sterker te staan om eigen belangen te bepleiten, wat
toen nog zoo ongeveer fantasie was, is thans in
zoo'n korten tijd 'waarheid geworden, en is er een
Neutrale Tuindersbond gesticht om de vakbelangen
der tuinders te behartigen, volgens mijn idee een
goed inzicht, daar toch de vakbelangen veelal in
't gedrang komen met de veilingsbelangen, zoodat
deze twee organisatie's gerust naast elkander kun
nen werken.
En nu geachte aanwezigen een woord dat door onze
burgemeester, lid der „Eendracht" hie ook al meer
naar voren is gebacht, steunt u voormannen die
voor u op de bres staan, trotsch al wordt er soms
volgens enkelen van jullie een fout gemaakt, men
kan 't nu niet een ieder naar 't zin maken, maar
begrijp goed, dat het ook hun eigen belang is waar
zij voor werken, dus moedwillig worden er geen
fouten gemaakt.
En dan nog dit, wat ik ten volle hoop, dat de
tijden staks weer wat gunstiger mogen worden,
blijft evengoed paraat, blijft evengoed belangstel
len in 't werken van uw besturen der organisatie's,
denk niet zij redden het nu wel weer, want wan
neer het dan weer eens fout gaat, hebt gij 't mee
aan uw zelf te wijten, dat gen iet mee hebt gestre
den voor uw aller belang.
dere broedsche kippen beschikt, zal er weinig aan de
redding varj het broedsel zijn te doen, omdat daar
mee al gauw teveel tijd verloren gaat.
Bevuilde eieren plaatsen den kippenhouder ook
voor verrassingen. Is de bevuiling slechts plaatse
lijk, laat de zaak dan maar liever, zooals ze is, want
geveegde eieren zijn veel slechter dan bevuilde.
Gebroken eieren dienen in ieder geval verwijderd,
en als de inhoud over andere eieren is heenge-
loopen, moet men zulke eieren in lauw water dom
pelen, maar zonder ze af te vegen, legt men ze in
het nest terug.
CORRESPONDENTIE. - We beantwoorden hier
mede een vraag, waarmede ook anderen hun voor
deel kunnen doen. Het is mogelijk om eendaagskui-
kens te bestellen en die dan toe te vertrouwen
aan een broedsche kip. Als de kuikens aankomen,
laat men ze in de verzenddoos zitten, een beetje in
de buurt van een kachel, tot den'avond. We veron
derstellen dat de broedsche kip al een paar dagen
op een nest in een halfduisteren hoek van een
scftuur of stal is gezet. Neem des avonds een kuiken
uit de doos en houdt het beest las in de hand, zoo
dat het niet piept. Ga nu naar de broedsche kip,
en schuif haar voorzichtig het kuiken onder het
lichaam. Doe zoo met tusschenpoozen nog een paar
kaar. Den volgenden morgen zal men ervaren, dat
de kloek het kroost heeft aangenomen. Dan zet men
de overige kuikens bij.
Verrassingen bij het broeden.
"Tijdens het broedproces komen we steeds voor on-
aargename verrassingen te staan. Als we dan tevo
ron de mogelijke tegenslagen niet hebben over
dacht, handelen we gewoonlijk verkeerd.
Een zeer onaangename gebeurtenis is her te sterk
afkoelen der eieren. De vrees voor zulke afkoeling
wordt echte,r wel vaak overdreven. Als de kloek
een half uur van het neat is, loopt de kippenhouder
soms radeloos achter het dier aan, om het me; zoe
ten, later gewoonlijk met kwade woordjes te bewegen
weer op de eieren terug te gaan. Soms neemt men
het dier zelfs op en plaatst het op het nest terug,
dat in zulk geval direct weer wordt verlaten, of
door het nijdige beest in woede of angst wordt ver
treden.
Men overdenke bij voorkomende gevallen allereerst
dat bebroede eieren, wanneer de helft van het
broedproces achter den rug is, heel wat afkoeling
kunnen verdragen. In het eit zit dan een vrij ont
wikkeld, levend dus uit zich zelve warmte gevend
lichaampje dat door een. schaal van eenigsztns iso-
leerende stof wordt omsloten. Bebroede eieren moe
ten dagelijks worden gekoeld, uitgezonderd geduren
de de eerste en de laatste paar dagen van het broed
proces. Op den 5den of zesden dag mag worden ge
koeld gedurende ongeveer 8 minuten, maar niet
langer. Daarna mag per dag ruim 1 minuut langer
worden gekoeld tot tenslotte een half uur aaneen.
Dat alles is norm, maar, zooals we reeds zeiden,
gedurende de tweede helft van het broedproces
kan een afkoeling van veel langeren duur soms zeer
goed worden verdragen, We hebben het zelf eens
meegemaakt op den 15den broeddag. We hadden de
gewoonte om de eieren te keeren, des morgens
voor we naar ons kantoor gingen, omstreeks 8 uur,
en des avonds wanneer we naar huis waren terug
gekeerd. Op den avond van dien 15den broeddag
kwamen we in den kelder en onze blik viel aan
stonds opde eierlade, die we des morgens
hadden uitgehaald om de eieren te keeren en blijk
baar vergeten hadden in de machine terug te zetten.
De lade stond nog op de tafel. We waren vast over
tuigd, dat alles verloren was, maar moeder de vrouw,
vrouwen kunnen erg eigenwijs zijn, moeder de
vrouw mende dat we het toch nog maar moesten
probeeren. Je kon nooit weten, zei ze. We deden
tenslotte wat des mans is, we gehoorzaamden. De
uitkomst was schitterend. Ruim 90 procent. Bijna
nimmer hadden we beter resultaat.
Toch is het goed om zich aan den onrmalen koal-
tijd te houden. Broedt men onder de kip, laat deze
dan haar gang maa^gaan. Het is volstrekt onnoodig
om deze met een hörlogein in de hand te contro
leeren, mits ze het nest maar verlate, eens per dag.
Als er nu echter werkelijk eens iets bijzonders ge
beurt. Als de kloek bv. het nest voorgoed verlaten
schijnt te hebben, of door een defect aan de broed
machine ,aan het verwarmingsapparaat bv., wordt
het broedproces onderbroken, wat moet dan gebeu
ren?
In zulke gevallen kan men de eieren aanstonds
aan andere broedsche kippen toevertrouwen, of ze
zoo gauw mogelijk, zonder stooten of schudden,
het om weinig eieren, dan zijn broedsche, nog niet
gezette kippen, de beste hulpjes. Zoo men er zelf
geen heeft, kan men meestentijds wel een of meer
exemplaren leenen bij een nabijwoneneden kippen
houder. Broedsche kippen zijn toch tijdelijk impro
ductief en een boer leent ze gaarne voor een poosje
uit, als ze na 5 weken met een jong hennetje erbij
worden terugbezorgd.
Alleen wanneer het malheur gedurende de eerste
broedweek plaats heeft, en men zelf niet over an- 4
PAASCHEIEREN.
Het waren moeilijke tijden voor vrouw Goossens
op Vredehof. Vredehof was eertijds een der beste
boerderijen geweest uit den omtrek haar grootva
der had het gedoetje laten zetten, haar vader
had het uitgebreid, haar man zaliger, had het....
God betere het verdaan. Aan drank en door
onverstand. Ze zou geen kwaad van hem spreken,
nooit niet, tegen niemand niet. Hij was haar man
geweest en ze had hem willenenmoet en moeten
hebben, tegen den raad van haar brave nu ook
overleden ouders in. Haar Jan was zoo'n knappe
jongen in zijn besten tijd. En dat had haar bekoord
had haar blind gemaakt voor het feit, dat zijn han
den verkeerd stonden. Och, er was zooveel ver
keerd gebleken aan hem
Voor hem had ze de liefde versmaad van een
goeden gebuur, boer Willems. Die was niet bij
zonder knap al was ie niet leelijk, en hij was een
paar jaar ouder dan zij. En zijn gedoetje was klein
vergeleken bij de behuizinge en de landerijen van
haar ouders. Boer Willems woonde er nog, hij was
nooit getrouwd, nooit nie, maar hij wasversomberd
stroef geworden. Zijn gedoente echter was in de vijf
tien jaar sedert de groote teleurstelling in zijn leven
sterk vergroot, en uitgebreid, want Willems wist,
wat werken was en hij had een goeden kop.
Ge-morgen, zei-die, als hij vrouw Goossens zag,
nu al jaren weduwe. Of g'navet. Maar het klonk
stuursch en nooit had-ie een praatje.
Vrouw Willems wist allang, dat ze verkeerd had ge
kozen, indertijd, maar nooit zou ze het zich beken
nen. Geploeterd had ze om de renten op te brengen
van de hypotheek, waarmee huis en landerijen door
haar man belast waren geworden. Lang was ze daar
in geslaagd, maar thans, nu alles tegen liep, de melk
de boter, de varkens haar geld niet meer opbrachten
nu wist ze geen uitkomst meer. Onlangs had ze het
vee verkocht, het personeel ontslagen, thans was
het verkoopbiljeta op het erf geplaatst. Met 1 Mei
moest ze er af.
Het was in den middag van Paaschzaterdag.
Daar naderde boer Willems. Lieve hemel,
wat was er nou gebeurd?
De boer schreed voor de deur rood van woede.
Aan iedere hand had hij een van de jongens van
vrouw Goossens in d'r nekvel. De blagen schreeuw
den als verkens.
Buur, riep ze uit, wat is er gebeurd? Wat.
wat
„Wat er is? antwoordde Willems, „wat er is? Dat
jou jongens voor galg en rad opgroeien. Begrijp je
dat? Voor galg en rad, zeg ik je. Gauwdieven wor
den het. In mijn stal heb ik ze gesnapt toen ze eie
ren aan het gappen waren. Hoor je? Eieren aan het
gappen, Paascheieren, jawel!
„Ach, buur," smeekte vrouw Goossens, laat de
jongens asjeblieft los. Ze zullen het nooit meer doen
Ik zweer jeMet Men gaan we weg buur.
„Ja, met Mei gaahe je weg. Met Mei gaane je weg.
Is het geen eeuwige zonde van zoo'n gedoente
Met Mei gaane je wegMaar wacht, je zult
nog meer van me hooren.
En des avonds was-ie er weer. Maar nu op zijn
Paaschbest.
„Zijn "de jongens naar bed," gromde-ie, Hij pro
beerde stuursch te blijven.
Vrouw Goossens knikte. Spreken kon ze niet.
„Kijk r's zei Willems, „hier is een zak zie je,
met Paascheieren, voor de jongens."
„Maar GGerritben je dan niet
kwaad dat ze
„Kwaad, ben je besuikerd, meid? Kwaad op die jon
gens, toen ik zoo was, als zij, heb ik tegen Paschen
ook eieren gegraaid, waar ik ze krijgen kon
Nee, meid, ik was blijzie je, blij
„Blij?
„Jt, natuurlijk, dat ik nou eindelijk eens een
smoes had om bij je te komen en te zeggen dat
Wat boer Willems te zeggen had, laten we raden.
Maar toen Willems een paar uur later werd uitge
leid door de weduwe Goossens, toen liep-ie eerst op
het bord toe, waarop de aanstaande verkooping
stond aangekondigd. Een voor ee n verwijderde hij
de punaises, toen het papier.
En den anderen morgen ging hij vrouw Goossens
aanhalen „voor de kerk" Nou toen wist dien dag
heel het dorp het groote nieuws.
Van Palmzondag tot en met Paschen houdt men
zich in verschillende plaatsen des lands nog aan tal
van al-oude Paaschgebruiken. Vroeger was dat ech
ter veel meer het geval. Op Palmzondag liepen de
kinderen en opgeschoten jongelui met groene takken
- het behoefden juist geen palmen te zijn - rond,
na deze vooraf ter kerke te hebben laten wij dein.
Daarjia was er optocht van „ons Heer op ten ezele"
Een beeld van den Zaligmaker werd dan op een hou
ten ezel, welke op wielen „liep" rondgeleid. De kinde
ren zongen „Hosanna" en heel den dag liepen ze met
hun Palmpaschen langs de sraa-t, zingende:
Palm, Palmpaschen, ---
De koetjes, die gaan grazen,
1 De schaapjes in de wei,
j Als het Paschen" is, krijgen we een ei.
i Dat alles hoorde - zeker in de groote steden -
tot het verleden. Tot dat men in enkele juegdorgani-
saties zich voor de oude folklore ging interesseeren
I en ook het gebruik der Palmpaaschoptochten in
eere herstelde. In Amsterdam en andere plaatsen
trokken zulke optochten van kinderen dit jaar weer
veel belangstelling.
In de provincie, meer in het bijzonder in het oosten
i des lands, ziet men hier en daar ook nog het rond
trekken der kinderen met hun Palmpaaschkens, d.z.
krakelingen op een versierden stok. Tusschen de kra
kelingen zijn haasjes ge.bakken en een en ander is
het palm versierd. Ze zingen onder het rondtrekken
het liedje van „Palm, Palmpaschen! Hei, koerei!
Hei, koerei!" (Koerei is kopperei is kippenei.)
In Sommige streken van Groningen komt met Pa
schen de oude rommelpot weer voor den dag, die
na Vastenavond was opgeborgen.
In de meeste plaatsen des lands echter wordt men
alleen nog door de Paaschbrooden aan het bestaan
van oude Paaschgebruiken herinnerd Zelfs de Paasch
lammetjes, fraai opgemaakt van grasboter en met
een groen blaadje in den bek, schijnen nergens
meer te worden gekend.
Hier en daar herinneren namen als Paaschberg,
Paaschheuvel, Paaschkamp of Paasch weide, nog aan
heel oude Paaschgebruiken, of juister, aan de feesten
ter eere van Ostra, de Germaansche godin 'van Licht,
Liefde en Leven. De vereering van Ostra ging aan de
Christelijke Paasch viering vooraf. In Duitschland
spreekt men nog van Ostern, voor Paschen. Op
Paaschberg of weide werden Ostern groote vuren ge
wijd, omdat aan vuur een zuiverende en leven-wek
kende kracht werd toegekend. Het ontsteken van
zulke vuren bleef ook na de invoering van het chris
tendom gebruikelijk, is tot op den huidigen dag ge
handhaafd. In de middeleeuwen heeft men zich
sterk tegen dezeheidensche traditie verzet, maar
zich toch eindelijk met het gebruik verzoend, na
er een christelijke verklaring aan te hebben ge
geven. Men bezigde het vuur om er de doornen
kroon in te verbranden.
De woorden Paaschpronk en Paaschbest, e.a. her
inneren aan het gebruik, om met Paschen iets
nieuws te dragen. Het gebruik is eveneens van Os
tra's feest afkomstig. Als men dan niet iets nieuw
droeg, zou men geen gelukkig jaar hebben.
Paaschmaandag is vanouds de dag voor Paasch
pret. Eieren (begin van nieuw leven) spelen dan
een voorname rol, Ook eierenzoeken is een bekend
Paaschvermaak.
Dit jaar was het vrij koud voor Paschen, maar
het feest valt dit jaar ook vroeg. Ter Gouw herin
nert in zijn „Vaderlgndsche volksvermaken" aan een
erg kouden Paschen uit het midden der vorige
eeuw. Hij citeert o.a. een advertentie uit het Han-
deslblad" waarin werd aangekondigd, dat met Pa
schen gekookte eieren verkrijgbaar zouden zijn in
een tent op het bevroren Y te Amsterdam. De eie
ren waren beschilderd en de merkwaardigheid, dat
ze met Paschen op het ijs waren gekocht, stond er op
vermeld.
In sommige streken van Duitgchland wordt door
de katholieke bevolking het Paaschrijden nog in eere
gehouden. In de Lausitz bv. wier bevolking nog uit
Wenden bestaat. Op feestelijke versierde paarden
treken de boeren in hun donker Zondagsche pak
den hoogen hoed o p het hoofd, oeroude liederen
zingend, in een lang processie door de dorpen naar
een van de kloosters in de Lausitz. In dedorpen
staat de bevolking aan weerszijden van den weg,
de vrouwen in haar Wendische kleederdracht, met
de groote, zwarte strik in het haar en den wijden
groene rok met zwart fluweel band. Ongeveer tien
van dergelijke processies worden gehouden. Bijzonder
indrukwekkend is die van Grostwitz bij Kamenz.
Zij trekt des middags over Liebitz en Sweinerden
naar het klooster der Cisterciënsers te Mariensternt.
In de brouwerij van het klooster worden de ruiters
op bier onthaald, waarna ze den terugweg aanvaar
den Wie deze ernstige stapviets rijdende boeren
heeft gezien, hun vromen zang heeft gehoord, als
ook hun juichend „Hallelujah" zal den indruk
niet gauw vergeten.
ONZE KEUKEN.
Wat eten wij deze week?
Pouletsoep gevulde kalfsborst, schorseneeren, aardap
pelen, moccapudding met caramelsaus.
Vleeschschelp, brusselsch lof met harde eieren en
gesmolten boter, aardappelpuree, compote.
Koude kalfsborst, spruitjes, aardappelen, fijne gries-
meelpuding.
WOENSDAG.
Varkenskarbonade, knolraap, gestoofde aardappelen
warm beschuitschoteltje.
DONDERDAG.
Klapstuk, hutspot, rijst met abrikozen.
VRIJDAG I.
VRIJDAG II.
Russische eieren, bruine boonen, aardappelen, ge
bruinde boter, veldsla.
Varkenslapjes, gestoofde bieten, aardappelen, gort
met rozijnen.
EENIGE VASTENMENU'S.
Zoutevisch, gesnipperde peen, aardappelen, gries
meelpudding met vruchtensaus.
Gebakken bokking, bietensla, gebakken aardappe
len, watergruwel.
Gestoofde mosselen, met witte wijnsaus, sla, gekook
te aardappelen, compote van verschillende gedroogde
vruchten.
Moccapudding met caramelsaus.
9 dl. melk, 1 dl. zeer sterke koffie extract, 2 eie
ren, 125 gram suiker, 80 gram maïzena, 1 pakje
vanillesuiker.
8 dl. melk wordt aan de kook gebracht, waarna
wij de suiker en de vanillesuiker erbij voegen. De
maizena vermengen wij met de eierdooiers en de
melk en voegen al roerende hij de heete melk,
waarna wij de pdding onder voortdurend roeren goed
den bodem rakende, o m aanzetten te voorkomen,
nog eenige minuten laten doqrkoken, De eierdooiers
worden met een tikje zout stijf geklopt en het ex
tract erdoorheen geroerd en met de puddingmassa
vermengd, die in een goed omgespoeld en vorm ge
daan wordt om koud te worden.
Caramelsaus.
Halve liter melk, 200 gram suiker, 10 gram mai
zena.
Wij brengen de melk aan den kook en roeren "de
eierdooiers met de maizena, die voorzichtig bij de
kokende melk gevoegd worden. Beter nog is, om
bij de maizena en eieren lepel voor lepel wat warme
melk te voegen. Is de helft der melk erbij, dan kan
het eiermengsel met de melk bij de overige nog in
de.pan zijnde melk gjevoegd worden. De suiker wordt
in een ijzeren pannetje gedaan enlichtbruin gebrand
waarna voorzichtig de saus bijgegoten wordt met
kleine scheutjes tegelijk, en onder voortdurend roe
ren, waarna alles nog even moet doorkoken, totdat
de saus gebonden i.s
Vleeschschelpen.
Het vleesch, waar wij de soep voor Zondag van
hebben getrokken, gebruiken wij voor de vleesch
schelpen. Wij hebben noodig": 300 gram vleesch, 3
dl. melk of half melk half j»s of water, waarin 2
maggiblokjes zijn opgelost, 30 gram bloem, 40 gram
boter, peper, zout en nootmusfkaat, 1 uitje, 1 thee
lepel kerry en peterselie.
Het vleesch malen wij of hakken het in zeer klei
ne stukjes. Boter wordt gesmolten en het zeer fijn
gehakte uitje wordt erin gaar gefruit, daarna komt
de bloe merbij, de kerry, peper, zout en noot en
daarna de vloeistof, waarna de saus een minuut
of vijf moet doorkoken, daarna wordt het vleesch
en de peterselie erdoor geroerd.
De schelpen worden met boter ingesmeerd en met
paneermeel bestrooid,, het vleesch in de verschillen
de schelpen verdeeld, goed met paneermeel bedekt
en met kleine klontjes boter, waarna de schelpen
in den oven geplaatst worden om bruin te bakken.
Aangezien de schelpen zeer heet zijn wanneer ze
opgediend worden, is het heel handig, wanneer
men kleine klemmetjes aan de schelpen bevestigt,
waaraan men ze kan vasthouden. Deze zijn in win
kels voor huishoudelijk^ artikelen te verkrijgen.
Mosselen.
De mosselen worden schoon geschraapt, en goed
gewasschen, daarna opgezet in een ijzeren pan met
een deksel erop, terwijl ze van tijd tot tijd omge-
schud worden. Wanneer alle mosselen geopend zijn
wordt de pan van het vuur genomen, waarna men
er bv. een slaatje van kan maken, door de mosselen
uit de schelpen te nemen en ze aan te maken met
olie en azijn, een zeer fijn gehakt uitje en gehakte
peterselie.
Gestoofde mosselen.
Deze worden behandeld als boven, doch opgezet
met witte wijn, op 1 1. mosselen, 1 dl. Zijn alle mos
selen geopend, dan worden ze uit de schalen gehaald
en het kooknat gezetfd, waarvan het sausje gemaakt
wordt met boter, bloem en een gehakt uitje, dat
eerst met de boter gaar gefruit wordt. Bloem erbij
gevoegd en bij scheutjes tegelijk de mosselenbouil
lon en wijn, dan komen de mosselen erbij. Voor het
opdienen worden in een schaal 2 eierdooiers met pe
per en sap van een halve citroen geklopt en heir-
bij komt in den beginne lepelsgewijze de saus, ter
wijl daarna ook de mosselen erbij gedaan worden.
Het wasschen van Jaegerondergoed.
Voor het wasschen van jaegerondergoed gebruike
men een goede zeepsoort en voege bij het sop des-
verkiezend ammoniak, bv. op een emmer 2 eetle
pels. Door de ammoniak worden de vetdeelen verwij
derd, zonder dat men op het goed behoeft te was
schen.
Wollen goed mag men nooit tusschen de handen
wrijven of op een waschbord behandelen, daardoor
wordt het hard en viltachtig.
Nadat het jaeger losjes tusschen de handen is
uitgedrukt, wordt het een paar maal in lauw water
nagespoeld, totdat alle zeep eruit is en daarna
meer uitgeknepen dan wel gewrongen, Het goed
dadelijk oprekken en in de buitenlucht laten drogen.
Een gevaar voor het kind.
Het is een zeer algemeene gewoonteom kleine
kinderen een broodkorst te geven, waarop zij kun
nen knabbelen. Zoo'n broodkorst vormt echter een
ernstig gevaar voor het kind, vooral wanneer dit
nog een hulpelooze zuigeling is. Wanneer er ook
maar een oogenblik geen toezicht op het kind wordt
gehouden, dan kan de broodkorst zich in de keel
vastzetten. De gewone middelen (kloppen op den
rug, omhoogtrekken der armen) helpen niet al
tijd, zoodat het gevaar niet denkbeeldig is dat het
kind stikt, al is het maar door een stukje van een
broodkorst, dat nog in de keel achtergebleven is.
In dat geval moet men de korst met de vinger uit
de keel verwijderen. Soms kleeft de korst ook aan
den tongwortel vast, ook dan moet deze met den
vinger verwijderd worden
Moelijk tandjes krijgen.
Wanneer het tandjes krijgen met moeilijkheden
gepaard gaat, moeten de kinderen niet te veel voed
sel krijgen. Het zuigen doet veel pijn en daarom is
het aan te bevelen, de melk met een theelepeltje
in te gieten. De stoelgang veroorzaakt eveneens
pijn door het drukken en daarom moeten alle stop
pende voedingsmiddelen vermeden worden, terwijl
daarentegen geraspte appels en vijgen water een
gunstige uitwerking hebben. Is het kind koortsig
of onrustig, dan zijn ko"ude of koele omslagen om
het lichaam raadzaam. De keel moet echter wairp
gehouden worden. Zijde is daarvoor zeer geschikt,
evenals droge wol.
(Nadruk verboden.)