Passchgehruiken Pluimveeteelt OnsCourantenverhaal Voor onze Lezeressen in weergeven wou, niet moeilijk omdat er stof ge noeg ls om weer te geven, al is het dan van het slechtste af. Doch in de eerste plaats zal ik weergaven onze gewone huishoudelijke zaken. Er zijn 5 bestuursver gaderingen gehouden, 3 algemeene. De voorjaars vergadering werd bezocht door 39 leden, de z.g. cri sisvergadering door 93 en de laatste door 85 leden, wel een bewijs dat door eenige opwekking men toch nog wel belang stelt wat er alzoo in eigen orga nisatie omgaat. Het ledental is vrijwel stationair gebleven, n.l. 225 leden. Twee bedankjes zijn ingekomen van de heeren P. en A. Biersteker. Daar door mij in de notulen genoemd zijn het sproeien der aardappelen, aankoop steenkool en kunstmest, behoef ik dit niet weer te geven ook het telen van wortelzaad is hier in genoemd wat slechte resultaten heeft opgebracht, doch dank zij de saamhoorigheid zal hiermee worden doorgegaan. De rekening over 1931 was aan uitgaven f856.63, ontvangsten f 837.88, nadeelig saldo f 18.75, doch daar er nog geind moet worden f 30.26 zou het een nadee lig saldo zijn van f 11.51 met 2 aandeelen sluis. De rekening poterbewaarplaats is in tegenstel ling met het vorige jaar sluitende en kan de ver plichte f 500.00 aflossing geschieden. Doch nog moet ruim f 300.00 worden ontvangen aan bewaring van poters. Hiervan zal het vermoe delijk saldo wezen pl.m. f20.00, precies is dit niet te zeggen daar deze rekening op 1 Mei wordt afge sloten. Door het mislukken der oogst in 't voorjaar en meerdere slechte uitkomsten geraakten reeds vroeg verschillende tuinders in de put, die zich nog eenigs- zins kon redden, wist zich te behelpen bij de plaat selijke instellingen op dit gebied, doch aan 26 leden werd een crediet verstrekt met steun van Provincie en Gemeente. Hierdoor kwam er 'onder de tuinder een geest om meer aan te dringen op eenheid, wat op de voor laatste algemeene vergadering tot uiting kwam, vooral door den heer J. Kalverdijk, om te trachten een landelijken bond te stichten, om straks zoovee) sterker te staan om eigen belangen te bepleiten, wat toen nog zoo ongeveer fantasie was, is thans in zoo'n korten tijd 'waarheid geworden, en is er een Neutrale Tuindersbond gesticht om de vakbelangen der tuinders te behartigen, volgens mijn idee een goed inzicht, daar toch de vakbelangen veelal in 't gedrang komen met de veilingsbelangen, zoodat deze twee organisatie's gerust naast elkander kun nen werken. En nu geachte aanwezigen een woord dat door onze burgemeester, lid der „Eendracht" hie ook al meer naar voren is gebacht, steunt u voormannen die voor u op de bres staan, trotsch al wordt er soms volgens enkelen van jullie een fout gemaakt, men kan 't nu niet een ieder naar 't zin maken, maar begrijp goed, dat het ook hun eigen belang is waar zij voor werken, dus moedwillig worden er geen fouten gemaakt. En dan nog dit, wat ik ten volle hoop, dat de tijden staks weer wat gunstiger mogen worden, blijft evengoed paraat, blijft evengoed belangstel len in 't werken van uw besturen der organisatie's, denk niet zij redden het nu wel weer, want wan neer het dan weer eens fout gaat, hebt gij 't mee aan uw zelf te wijten, dat gen iet mee hebt gestre den voor uw aller belang. dere broedsche kippen beschikt, zal er weinig aan de redding varj het broedsel zijn te doen, omdat daar mee al gauw teveel tijd verloren gaat. Bevuilde eieren plaatsen den kippenhouder ook voor verrassingen. Is de bevuiling slechts plaatse lijk, laat de zaak dan maar liever, zooals ze is, want geveegde eieren zijn veel slechter dan bevuilde. Gebroken eieren dienen in ieder geval verwijderd, en als de inhoud over andere eieren is heenge- loopen, moet men zulke eieren in lauw water dom pelen, maar zonder ze af te vegen, legt men ze in het nest terug. CORRESPONDENTIE. - We beantwoorden hier mede een vraag, waarmede ook anderen hun voor deel kunnen doen. Het is mogelijk om eendaagskui- kens te bestellen en die dan toe te vertrouwen aan een broedsche kip. Als de kuikens aankomen, laat men ze in de verzenddoos zitten, een beetje in de buurt van een kachel, tot den'avond. We veron derstellen dat de broedsche kip al een paar dagen op een nest in een halfduisteren hoek van een scftuur of stal is gezet. Neem des avonds een kuiken uit de doos en houdt het beest las in de hand, zoo dat het niet piept. Ga nu naar de broedsche kip, en schuif haar voorzichtig het kuiken onder het lichaam. Doe zoo met tusschenpoozen nog een paar kaar. Den volgenden morgen zal men ervaren, dat de kloek het kroost heeft aangenomen. Dan zet men de overige kuikens bij. Verrassingen bij het broeden. "Tijdens het broedproces komen we steeds voor on- aargename verrassingen te staan. Als we dan tevo ron de mogelijke tegenslagen niet hebben over dacht, handelen we gewoonlijk verkeerd. Een zeer onaangename gebeurtenis is her te sterk afkoelen der eieren. De vrees voor zulke afkoeling wordt echte,r wel vaak overdreven. Als de kloek een half uur van het neat is, loopt de kippenhouder soms radeloos achter het dier aan, om het me; zoe ten, later gewoonlijk met kwade woordjes te bewegen weer op de eieren terug te gaan. Soms neemt men het dier zelfs op en plaatst het op het nest terug, dat in zulk geval direct weer wordt verlaten, of door het nijdige beest in woede of angst wordt ver treden. Men overdenke bij voorkomende gevallen allereerst dat bebroede eieren, wanneer de helft van het broedproces achter den rug is, heel wat afkoeling kunnen verdragen. In het eit zit dan een vrij ont wikkeld, levend dus uit zich zelve warmte gevend lichaampje dat door een. schaal van eenigsztns iso- leerende stof wordt omsloten. Bebroede eieren moe ten dagelijks worden gekoeld, uitgezonderd geduren de de eerste en de laatste paar dagen van het broed proces. Op den 5den of zesden dag mag worden ge koeld gedurende ongeveer 8 minuten, maar niet langer. Daarna mag per dag ruim 1 minuut langer worden gekoeld tot tenslotte een half uur aaneen. Dat alles is norm, maar, zooals we reeds zeiden, gedurende de tweede helft van het broedproces kan een afkoeling van veel langeren duur soms zeer goed worden verdragen, We hebben het zelf eens meegemaakt op den 15den broeddag. We hadden de gewoonte om de eieren te keeren, des morgens voor we naar ons kantoor gingen, omstreeks 8 uur, en des avonds wanneer we naar huis waren terug gekeerd. Op den avond van dien 15den broeddag kwamen we in den kelder en onze blik viel aan stonds opde eierlade, die we des morgens hadden uitgehaald om de eieren te keeren en blijk baar vergeten hadden in de machine terug te zetten. De lade stond nog op de tafel. We waren vast over tuigd, dat alles verloren was, maar moeder de vrouw, vrouwen kunnen erg eigenwijs zijn, moeder de vrouw mende dat we het toch nog maar moesten probeeren. Je kon nooit weten, zei ze. We deden tenslotte wat des mans is, we gehoorzaamden. De uitkomst was schitterend. Ruim 90 procent. Bijna nimmer hadden we beter resultaat. Toch is het goed om zich aan den onrmalen koal- tijd te houden. Broedt men onder de kip, laat deze dan haar gang maa^gaan. Het is volstrekt onnoodig om deze met een hörlogein in de hand te contro leeren, mits ze het nest maar verlate, eens per dag. Als er nu echter werkelijk eens iets bijzonders ge beurt. Als de kloek bv. het nest voorgoed verlaten schijnt te hebben, of door een defect aan de broed machine ,aan het verwarmingsapparaat bv., wordt het broedproces onderbroken, wat moet dan gebeu ren? In zulke gevallen kan men de eieren aanstonds aan andere broedsche kippen toevertrouwen, of ze zoo gauw mogelijk, zonder stooten of schudden, het om weinig eieren, dan zijn broedsche, nog niet gezette kippen, de beste hulpjes. Zoo men er zelf geen heeft, kan men meestentijds wel een of meer exemplaren leenen bij een nabijwoneneden kippen houder. Broedsche kippen zijn toch tijdelijk impro ductief en een boer leent ze gaarne voor een poosje uit, als ze na 5 weken met een jong hennetje erbij worden terugbezorgd. Alleen wanneer het malheur gedurende de eerste broedweek plaats heeft, en men zelf niet over an- 4 PAASCHEIEREN. Het waren moeilijke tijden voor vrouw Goossens op Vredehof. Vredehof was eertijds een der beste boerderijen geweest uit den omtrek haar grootva der had het gedoetje laten zetten, haar vader had het uitgebreid, haar man zaliger, had het.... God betere het verdaan. Aan drank en door onverstand. Ze zou geen kwaad van hem spreken, nooit niet, tegen niemand niet. Hij was haar man geweest en ze had hem willenenmoet en moeten hebben, tegen den raad van haar brave nu ook overleden ouders in. Haar Jan was zoo'n knappe jongen in zijn besten tijd. En dat had haar bekoord had haar blind gemaakt voor het feit, dat zijn han den verkeerd stonden. Och, er was zooveel ver keerd gebleken aan hem Voor hem had ze de liefde versmaad van een goeden gebuur, boer Willems. Die was niet bij zonder knap al was ie niet leelijk, en hij was een paar jaar ouder dan zij. En zijn gedoetje was klein vergeleken bij de behuizinge en de landerijen van haar ouders. Boer Willems woonde er nog, hij was nooit getrouwd, nooit nie, maar hij wasversomberd stroef geworden. Zijn gedoente echter was in de vijf tien jaar sedert de groote teleurstelling in zijn leven sterk vergroot, en uitgebreid, want Willems wist, wat werken was en hij had een goeden kop. Ge-morgen, zei-die, als hij vrouw Goossens zag, nu al jaren weduwe. Of g'navet. Maar het klonk stuursch en nooit had-ie een praatje. Vrouw Willems wist allang, dat ze verkeerd had ge kozen, indertijd, maar nooit zou ze het zich beken nen. Geploeterd had ze om de renten op te brengen van de hypotheek, waarmee huis en landerijen door haar man belast waren geworden. Lang was ze daar in geslaagd, maar thans, nu alles tegen liep, de melk de boter, de varkens haar geld niet meer opbrachten nu wist ze geen uitkomst meer. Onlangs had ze het vee verkocht, het personeel ontslagen, thans was het verkoopbiljeta op het erf geplaatst. Met 1 Mei moest ze er af. Het was in den middag van Paaschzaterdag. Daar naderde boer Willems. Lieve hemel, wat was er nou gebeurd? De boer schreed voor de deur rood van woede. Aan iedere hand had hij een van de jongens van vrouw Goossens in d'r nekvel. De blagen schreeuw den als verkens. Buur, riep ze uit, wat is er gebeurd? Wat. wat „Wat er is? antwoordde Willems, „wat er is? Dat jou jongens voor galg en rad opgroeien. Begrijp je dat? Voor galg en rad, zeg ik je. Gauwdieven wor den het. In mijn stal heb ik ze gesnapt toen ze eie ren aan het gappen waren. Hoor je? Eieren aan het gappen, Paascheieren, jawel! „Ach, buur," smeekte vrouw Goossens, laat de jongens asjeblieft los. Ze zullen het nooit meer doen Ik zweer jeMet Men gaan we weg buur. „Ja, met Mei gaahe je weg. Met Mei gaane je weg. Is het geen eeuwige zonde van zoo'n gedoente Met Mei gaane je wegMaar wacht, je zult nog meer van me hooren. En des avonds was-ie er weer. Maar nu op zijn Paaschbest. „Zijn "de jongens naar bed," gromde-ie, Hij pro beerde stuursch te blijven. Vrouw Goossens knikte. Spreken kon ze niet. „Kijk r's zei Willems, „hier is een zak zie je, met Paascheieren, voor de jongens." „Maar GGerritben je dan niet kwaad dat ze „Kwaad, ben je besuikerd, meid? Kwaad op die jon gens, toen ik zoo was, als zij, heb ik tegen Paschen ook eieren gegraaid, waar ik ze krijgen kon Nee, meid, ik was blijzie je, blij „Blij? „Jt, natuurlijk, dat ik nou eindelijk eens een smoes had om bij je te komen en te zeggen dat Wat boer Willems te zeggen had, laten we raden. Maar toen Willems een paar uur later werd uitge leid door de weduwe Goossens, toen liep-ie eerst op het bord toe, waarop de aanstaande verkooping stond aangekondigd. Een voor ee n verwijderde hij de punaises, toen het papier. En den anderen morgen ging hij vrouw Goossens aanhalen „voor de kerk" Nou toen wist dien dag heel het dorp het groote nieuws. Van Palmzondag tot en met Paschen houdt men zich in verschillende plaatsen des lands nog aan tal van al-oude Paaschgebruiken. Vroeger was dat ech ter veel meer het geval. Op Palmzondag liepen de kinderen en opgeschoten jongelui met groene takken - het behoefden juist geen palmen te zijn - rond, na deze vooraf ter kerke te hebben laten wij dein. Daarjia was er optocht van „ons Heer op ten ezele" Een beeld van den Zaligmaker werd dan op een hou ten ezel, welke op wielen „liep" rondgeleid. De kinde ren zongen „Hosanna" en heel den dag liepen ze met hun Palmpaschen langs de sraa-t, zingende: Palm, Palmpaschen, --- De koetjes, die gaan grazen, 1 De schaapjes in de wei, j Als het Paschen" is, krijgen we een ei. i Dat alles hoorde - zeker in de groote steden - tot het verleden. Tot dat men in enkele juegdorgani- saties zich voor de oude folklore ging interesseeren I en ook het gebruik der Palmpaaschoptochten in eere herstelde. In Amsterdam en andere plaatsen trokken zulke optochten van kinderen dit jaar weer veel belangstelling. In de provincie, meer in het bijzonder in het oosten i des lands, ziet men hier en daar ook nog het rond trekken der kinderen met hun Palmpaaschkens, d.z. krakelingen op een versierden stok. Tusschen de kra kelingen zijn haasjes ge.bakken en een en ander is het palm versierd. Ze zingen onder het rondtrekken het liedje van „Palm, Palmpaschen! Hei, koerei! Hei, koerei!" (Koerei is kopperei is kippenei.) In Sommige streken van Groningen komt met Pa schen de oude rommelpot weer voor den dag, die na Vastenavond was opgeborgen. In de meeste plaatsen des lands echter wordt men alleen nog door de Paaschbrooden aan het bestaan van oude Paaschgebruiken herinnerd Zelfs de Paasch lammetjes, fraai opgemaakt van grasboter en met een groen blaadje in den bek, schijnen nergens meer te worden gekend. Hier en daar herinneren namen als Paaschberg, Paaschheuvel, Paaschkamp of Paasch weide, nog aan heel oude Paaschgebruiken, of juister, aan de feesten ter eere van Ostra, de Germaansche godin 'van Licht, Liefde en Leven. De vereering van Ostra ging aan de Christelijke Paasch viering vooraf. In Duitschland spreekt men nog van Ostern, voor Paschen. Op Paaschberg of weide werden Ostern groote vuren ge wijd, omdat aan vuur een zuiverende en leven-wek kende kracht werd toegekend. Het ontsteken van zulke vuren bleef ook na de invoering van het chris tendom gebruikelijk, is tot op den huidigen dag ge handhaafd. In de middeleeuwen heeft men zich sterk tegen dezeheidensche traditie verzet, maar zich toch eindelijk met het gebruik verzoend, na er een christelijke verklaring aan te hebben ge geven. Men bezigde het vuur om er de doornen kroon in te verbranden. De woorden Paaschpronk en Paaschbest, e.a. her inneren aan het gebruik, om met Paschen iets nieuws te dragen. Het gebruik is eveneens van Os tra's feest afkomstig. Als men dan niet iets nieuw droeg, zou men geen gelukkig jaar hebben. Paaschmaandag is vanouds de dag voor Paasch pret. Eieren (begin van nieuw leven) spelen dan een voorname rol, Ook eierenzoeken is een bekend Paaschvermaak. Dit jaar was het vrij koud voor Paschen, maar het feest valt dit jaar ook vroeg. Ter Gouw herin nert in zijn „Vaderlgndsche volksvermaken" aan een erg kouden Paschen uit het midden der vorige eeuw. Hij citeert o.a. een advertentie uit het Han- deslblad" waarin werd aangekondigd, dat met Pa schen gekookte eieren verkrijgbaar zouden zijn in een tent op het bevroren Y te Amsterdam. De eie ren waren beschilderd en de merkwaardigheid, dat ze met Paschen op het ijs waren gekocht, stond er op vermeld. In sommige streken van Duitgchland wordt door de katholieke bevolking het Paaschrijden nog in eere gehouden. In de Lausitz bv. wier bevolking nog uit Wenden bestaat. Op feestelijke versierde paarden treken de boeren in hun donker Zondagsche pak den hoogen hoed o p het hoofd, oeroude liederen zingend, in een lang processie door de dorpen naar een van de kloosters in de Lausitz. In dedorpen staat de bevolking aan weerszijden van den weg, de vrouwen in haar Wendische kleederdracht, met de groote, zwarte strik in het haar en den wijden groene rok met zwart fluweel band. Ongeveer tien van dergelijke processies worden gehouden. Bijzonder indrukwekkend is die van Grostwitz bij Kamenz. Zij trekt des middags over Liebitz en Sweinerden naar het klooster der Cisterciënsers te Mariensternt. In de brouwerij van het klooster worden de ruiters op bier onthaald, waarna ze den terugweg aanvaar den Wie deze ernstige stapviets rijdende boeren heeft gezien, hun vromen zang heeft gehoord, als ook hun juichend „Hallelujah" zal den indruk niet gauw vergeten. ONZE KEUKEN. Wat eten wij deze week? Pouletsoep gevulde kalfsborst, schorseneeren, aardap pelen, moccapudding met caramelsaus. Vleeschschelp, brusselsch lof met harde eieren en gesmolten boter, aardappelpuree, compote. Koude kalfsborst, spruitjes, aardappelen, fijne gries- meelpuding. WOENSDAG. Varkenskarbonade, knolraap, gestoofde aardappelen warm beschuitschoteltje. DONDERDAG. Klapstuk, hutspot, rijst met abrikozen. VRIJDAG I. VRIJDAG II. Russische eieren, bruine boonen, aardappelen, ge bruinde boter, veldsla. Varkenslapjes, gestoofde bieten, aardappelen, gort met rozijnen. EENIGE VASTENMENU'S. Zoutevisch, gesnipperde peen, aardappelen, gries meelpudding met vruchtensaus. Gebakken bokking, bietensla, gebakken aardappe len, watergruwel. Gestoofde mosselen, met witte wijnsaus, sla, gekook te aardappelen, compote van verschillende gedroogde vruchten. Moccapudding met caramelsaus. 9 dl. melk, 1 dl. zeer sterke koffie extract, 2 eie ren, 125 gram suiker, 80 gram maïzena, 1 pakje vanillesuiker. 8 dl. melk wordt aan de kook gebracht, waarna wij de suiker en de vanillesuiker erbij voegen. De maizena vermengen wij met de eierdooiers en de melk en voegen al roerende hij de heete melk, waarna wij de pdding onder voortdurend roeren goed den bodem rakende, o m aanzetten te voorkomen, nog eenige minuten laten doqrkoken, De eierdooiers worden met een tikje zout stijf geklopt en het ex tract erdoorheen geroerd en met de puddingmassa vermengd, die in een goed omgespoeld en vorm ge daan wordt om koud te worden. Caramelsaus. Halve liter melk, 200 gram suiker, 10 gram mai zena. Wij brengen de melk aan den kook en roeren "de eierdooiers met de maizena, die voorzichtig bij de kokende melk gevoegd worden. Beter nog is, om bij de maizena en eieren lepel voor lepel wat warme melk te voegen. Is de helft der melk erbij, dan kan het eiermengsel met de melk bij de overige nog in de.pan zijnde melk gjevoegd worden. De suiker wordt in een ijzeren pannetje gedaan enlichtbruin gebrand waarna voorzichtig de saus bijgegoten wordt met kleine scheutjes tegelijk, en onder voortdurend roe ren, waarna alles nog even moet doorkoken, totdat de saus gebonden i.s Vleeschschelpen. Het vleesch, waar wij de soep voor Zondag van hebben getrokken, gebruiken wij voor de vleesch schelpen. Wij hebben noodig": 300 gram vleesch, 3 dl. melk of half melk half j»s of water, waarin 2 maggiblokjes zijn opgelost, 30 gram bloem, 40 gram boter, peper, zout en nootmusfkaat, 1 uitje, 1 thee lepel kerry en peterselie. Het vleesch malen wij of hakken het in zeer klei ne stukjes. Boter wordt gesmolten en het zeer fijn gehakte uitje wordt erin gaar gefruit, daarna komt de bloe merbij, de kerry, peper, zout en noot en daarna de vloeistof, waarna de saus een minuut of vijf moet doorkoken, daarna wordt het vleesch en de peterselie erdoor geroerd. De schelpen worden met boter ingesmeerd en met paneermeel bestrooid,, het vleesch in de verschillen de schelpen verdeeld, goed met paneermeel bedekt en met kleine klontjes boter, waarna de schelpen in den oven geplaatst worden om bruin te bakken. Aangezien de schelpen zeer heet zijn wanneer ze opgediend worden, is het heel handig, wanneer men kleine klemmetjes aan de schelpen bevestigt, waaraan men ze kan vasthouden. Deze zijn in win kels voor huishoudelijk^ artikelen te verkrijgen. Mosselen. De mosselen worden schoon geschraapt, en goed gewasschen, daarna opgezet in een ijzeren pan met een deksel erop, terwijl ze van tijd tot tijd omge- schud worden. Wanneer alle mosselen geopend zijn wordt de pan van het vuur genomen, waarna men er bv. een slaatje van kan maken, door de mosselen uit de schelpen te nemen en ze aan te maken met olie en azijn, een zeer fijn gehakt uitje en gehakte peterselie. Gestoofde mosselen. Deze worden behandeld als boven, doch opgezet met witte wijn, op 1 1. mosselen, 1 dl. Zijn alle mos selen geopend, dan worden ze uit de schalen gehaald en het kooknat gezetfd, waarvan het sausje gemaakt wordt met boter, bloem en een gehakt uitje, dat eerst met de boter gaar gefruit wordt. Bloem erbij gevoegd en bij scheutjes tegelijk de mosselenbouil lon en wijn, dan komen de mosselen erbij. Voor het opdienen worden in een schaal 2 eierdooiers met pe per en sap van een halve citroen geklopt en heir- bij komt in den beginne lepelsgewijze de saus, ter wijl daarna ook de mosselen erbij gedaan worden. Het wasschen van Jaegerondergoed. Voor het wasschen van jaegerondergoed gebruike men een goede zeepsoort en voege bij het sop des- verkiezend ammoniak, bv. op een emmer 2 eetle pels. Door de ammoniak worden de vetdeelen verwij derd, zonder dat men op het goed behoeft te was schen. Wollen goed mag men nooit tusschen de handen wrijven of op een waschbord behandelen, daardoor wordt het hard en viltachtig. Nadat het jaeger losjes tusschen de handen is uitgedrukt, wordt het een paar maal in lauw water nagespoeld, totdat alle zeep eruit is en daarna meer uitgeknepen dan wel gewrongen, Het goed dadelijk oprekken en in de buitenlucht laten drogen. Een gevaar voor het kind. Het is een zeer algemeene gewoonteom kleine kinderen een broodkorst te geven, waarop zij kun nen knabbelen. Zoo'n broodkorst vormt echter een ernstig gevaar voor het kind, vooral wanneer dit nog een hulpelooze zuigeling is. Wanneer er ook maar een oogenblik geen toezicht op het kind wordt gehouden, dan kan de broodkorst zich in de keel vastzetten. De gewone middelen (kloppen op den rug, omhoogtrekken der armen) helpen niet al tijd, zoodat het gevaar niet denkbeeldig is dat het kind stikt, al is het maar door een stukje van een broodkorst, dat nog in de keel achtergebleven is. In dat geval moet men de korst met de vinger uit de keel verwijderen. Soms kleeft de korst ook aan den tongwortel vast, ook dan moet deze met den vinger verwijderd worden Moelijk tandjes krijgen. Wanneer het tandjes krijgen met moeilijkheden gepaard gaat, moeten de kinderen niet te veel voed sel krijgen. Het zuigen doet veel pijn en daarom is het aan te bevelen, de melk met een theelepeltje in te gieten. De stoelgang veroorzaakt eveneens pijn door het drukken en daarom moeten alle stop pende voedingsmiddelen vermeden worden, terwijl daarentegen geraspte appels en vijgen water een gunstige uitwerking hebben. Is het kind koortsig of onrustig, dan zijn ko"ude of koele omslagen om het lichaam raadzaam. De keel moet echter wairp gehouden worden. Zijde is daarvoor zeer geschikt, evenals droge wol. (Nadruk verboden.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1932 | | pagina 10