Nieuwsblad v. Holl. Noorderkwartier Weekagenda DONDERAG 31 MAART 1932 41e Jaargang ilitfltvfl: firma I. KEIZER. Redacteur I. H, KEIZER. Rureel Roordscharwoude. Na Deventer Haarlem FEUILLETON De Twee Kleinzoons. No 36 telefoon intercommunaal NO. 52. NIEUWE LAMDIJKER I II HUT DEZE COURANT VERSCHIJNT DINSDAG DONDERDAG en ZATERDAG. Afconnmentsprijs: ner 3 maanden 1.15. - ADVERTENT1EN: „i Van 15 regels 75 cent; elke regel meer 15 cent. GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE. 2 April. Neutrale Bond van Boeren., Land en Tuinboirwers. Protestvergadering in de Unie" té Alkmaftr. 2 April. - (ïyjnnastiekverecnigingen Hercules' en „Hygiea" in hotel „liet Bonte Paard' te Noordscharwoude. Uitvoering voor dona- 10 April. - Operetteverecniging „C&ecilia" Oud karspel. Lokaal O. Vis. des avonds half 8. Opera „Oavaleria Rusticana.' 21 April. - Kinderzangklasse der zangvereen. „Zanglust" te iSint Pdncras. Lokaal Bouw- stra. Opvoering der kinderoperette Eon dag „Khalif.' 24 en 26 April: Toon'eeluitvoering „Jong Leven" in de tooneelzaal van den heer Corn, Vis te Oud karspel. Ook voor kringen, die.buiten de Si. 1). A. P. staan, is het van belang om er zich rekenschap van t- geven, wat de consequenties zullen zijn van de scheuring, welke zich met de Paaschda- gen in die partij voltrok. Onwillekeurig herinnert men zich op het oogen- blik het vóór-oórlogsche Deventer congres der 8. O. A P., waar eveneens een innerlijk verschil over beginsel en tactiek tot een scheuring leidde. xDe orthodoxe Marxisten, die door hun roerig optreden het de partijleiding zeer lastig hadden gemaakt, werden toen uitgebannen; Wijnkoop o.a. de Visser, Dr. van Ravesteijn en Ceton, die on middellijk daarop de 8;. D-. P. stichtten, welke later een sectie werd van de communistische in ternationale. iSlechts schijnbaar heeft de breuk van Deventer de .ti. Di. A. P. schade gedaan. Schijnbaar slechts, onidat de communistische partij tóch geformeerd zou zijn - alleen iets later terwijl de 8.. D. -\. P. haar normale groeizame ontwikkeling na Deventer nooit zou hebben vervolgd, indien ze door de afbrekende critiek vanuit eigen gelederen verlamd zou zijn gebleven. Ook na Haarlem1932 voorzien wc geen gi'oote schade voor de 8. D. A. P. Wel verwachten we geen sterke ontwikkeling meer van de partij, omdat het reformatisch socialisme het hoogte punt van haar opgang, schijnt te hebben bereikt, maar ze zal door het uittreden van de revoltee- •énde linkerzijde minder verlies aan macht, en heteekenis krijgen te boeken, dan wanneer voor het aderlijk een compromis ware geforceerd, doch de kracht naar buiten door een voortgezetten strijd om de macht naar binnen, zou. zijn ver lamd. i Waarop kwamen de tegenstellingen in de par tij de laatste jaren neer Een- linksche groep met communistische ten tenzen, .wilde de partij op een naar radicalen, v/eg drijven. D,e meerderheid der partij streefde opportunistische oogmerken na. Le deelde de op vatting van Vliegen, die op het Paaschcongres verklaarde; vandaag ben ik reformistisch, mor gen zal ik revolutionnair zijn, als de geboden, kansen dat rechtvaardigen. De linkschen echter wilden vóór alles en altijd revzölutionnair zijn. De meerderheid voelt b.v. ook vee.l->voor de vei ligstelling van den gulden, omdat de arbeiders de eerste, slachtoffers zouden zijn van muht-de- preciatie, de linkschen zeggen: laat den boel maar kraken, want we willen den ondergang der tkapitalistische maatschappij verhaasten om de socialistische gedachten te kunnen "Verwezen- lijekn. Ze dreven naar agitatie: werkloozen-demon straties, een opmarsch der .werkloozen naar D'en Haag enz. I Wat de links-socialisten willen, dat wordt gedaan en gepropageerd door do communisten, Het zijn de geestverwanten van de in Deventer „Zouden wij niet liever eindigen, mijnheer de Graaf," zeide een jonge man met eenigszins grove doch vriendelijke trekken, die naast den wagen zat, „het komt mij voor, dat de latjjnsche les u op het oogenblik te veel vermoeit." „U kon wel eens gelijk hebben," antwoordde de zieke, „ik voel mij werkelijk wat uitgeput. Zou dit de invloed van de milde lentelucht zijn, die zoo heerlijk naar binnen dringt? En zou de honger- dokter gelijk hebben, als hij beweert, dat ik die lucht niet verdragen kan? Zegt u mij nu eens open hartig, heeft u vertrouwen in mijn arts? „O zeker, waarom zou ik niet, mijnheer de Graaf?" „Nu ja, hij zal ook wel een kundige dokter zijn, ik ben in leven gebleven, niettegenstaande ik ern stig ziek was, doch uitgezonderd mijn beenen ben ik toch nu weder gezond en steeds nog moet ik honger lijden! Weet u, dokter Bank, wat honger is? O, wanneer ik zijn afscheidsgroet hoor: „Dieet, streng dieet, mijnheer de Graaf, een geregeld ge volgd dieet is de beste medicijn, door dieet zal ook de verlamming van uw beenen overgaan dieet, dieet, dieet!" Ik kon de man somtijds uit woede een boek naar het hoofd slingeren." „Ik bid u, mijnheer de Graaf, wind u toch niet zoo op," zei de philoloog ongerust, „u weet, dat ik u daarop niet antwoorden mag, en dat het strenge bevel van mevrouw de Gravin luidt, dat iedereen, die dit thema durft aanroeren, onmiddellijk de kamer moet verlaten." „Gij allen zijt wel voortreffelijk gedresseerd zeide de jonge Graaf met ergernis. „Heb ik dan niet reeds, tegen het uitdrukkelijk bevel in, de tuindeur geopend?" „Ja, ja, ik ben U zeer dankbaar, sluit u haar maar weder de kamerdienaar kan elk oogenblik komen en zal het grootmama onmiddellijk vertellen. Haar ongenade zou u kunnen treffen en dat wilde ik toch niet!" ,,'k Heb het heden op gevaar af gewaagd, omdat ik medelijden kreeg toen u zoozeer verlangde naar een ademtocht van de lente, zooals ge u uitdrukt, „Vergeef mij mijn heftigheid, dokter, maar som tijds kan ik mij niet beheerschen. Moet ik niet alles in deze schoone wereld ontberen?" Dokter Bank was opgestaan en sloot de tuindeur. „Gelooft u aan voorteekenen, dokter?" vroeg na eene pauze de zieke. „Hoe bedoelt u dat?" „Zou de schaduw van iets goeds of slechts, dat een mensch zal overkomen, zich in ons binnenste kunnen' vastleggen en als een vermoeden van het geen zal komen, aan ons openbaren. „Dat is een probleem, waarover de geleerde filo- sophen het niet eens zijn en nog tot geringe uit komsten heeft geleid." „Ik geloof er wel aan! Ik kan echter niet zeggen of het iets goeds of kwaads zal zijn. Ik heb echter het gevoel, dat er iets bijzonders in mijn leven zal gebeuren." .Laten wij hopen, dat 't uw volledig herstel zal zijn!" „Volledig? Ach, daaraan gelooft wel niemand meer, zelfs de dokter niet. Ja, ik ben overtuigd, dat hij mij reeds ten doode heeft opgeschreven. Toen ik den laatsten keer had koude gevat en een week lang ernstig moest hoes ten, zette hij een hoogst ernstig gezicht, en toen de muziekleeraar hem in de voorkamer naar mijn toe stand informeerde de domme bediende Fritz, die er bij stond en 't hoorde, heeft 't mij weder ver teld had hij geantwoord, dat hij vreesde, dat de borst was aangezet. Maar hij vergiste zich, die goede hongerdoktcr de tering heb ik nog niet, het hoesten was na drie dagen weer geheel over. „U zegt zelf mijnheer de Graaf, die domme Fritz had u die mededeeling overgebracht; kan die een voudige jongen niet misverstaan hebben?" Graaf Albert zweeg een oogenblik en bladerde met zijn kleine, magere rechterhand werktuiglijk in het cahier. Na een kleine pauze zei hij „Het is toch verwonderlijk, hoe mij die hoopvolle verwachting telkens bezield, zelfs het meest onbe duidende, waarvan ik .weet, dat het mij in den komenden tijd overkomen zal, vervult mij met on gewone spanning. Zoo bijvoorbeeld heden de aankomst van mijn nieuwen bediende. Nu, voor mij is die zaak ook niet van belang ontbloot hoe hij is aangelegd, die mij moet aan- en uitkleeden, die mij alle hulp moet verschaffen, met wien ik mij zelfs moet on derhouden! Wanneer hij maar niet zoo lummel achtig en dom is als Frits; hoe dikwijls heb ik mij niet over hem moeten ergeren! Papa, die hem in de residentie heeft aangenomen, zeide mij, dat zijn uiterlijk een zeer goeden indruk had gemaakt. Zou het door mijn ziekte komen, dokter, dat sympathie en antipathie zoo exorbitant zijn?" Hij wachtte het antwoord op deze vraag niet af, maar ging tegelijk verder: Waar nu toch Marianne blijft? Zij had mij be loofd heden morgen boschanemonen te brengen. O gelukkige tijd, toen ik nog met haar in het bósch kon dwalen om deze lentebloemen zelf te kunnen plukken." Op dit oogenblik werd er op de deur geklopt, die naar de corridor voerde en nadat Albert „bin nen'" had geroepen, trad de kamerdienaar in de kamer en zeide met eene buiging: Ik wilde U even mededeelen, dat de nieuwe uitgeworpen en, die in Haarlem naar de macht in de socialistische partij grepen. De greep is mislukt en nu vormden de 400 opposanten van Haarlem aanstonds een nieuwe partijde Onafhankelijke Socialistische Arbeiders partij. r De nieuwe partij meent heel wat te kunnen en te zullen worden, want, op het congres der 8. D. A. P. bleek ze reeds 20 pet. der vertegen woordiging uit te maken. En 'aclvter de 400 oprichters der O. 8. A. P. staan, naar het heet, 4000 volgelingen. Heefi de O. 8,. A. P. inderdaad toekomst? Men bedenkena Deventer werd het commu nisme voor ons land geboren, dat is: een be weging, verwant aan het socialisme, maar toch iets anders. Ejr werd na Deventer dus inderdaad een nieuwe vlag geheschen. Na Haarlem traden wat menschen uit de 3. D. A. P., die met hun nieuwe 'partij geen enkele nieuwe beweging scheppen. Zij zijn com munisten en het communisme was hier reeds ge organiseerd. Wie reformatisch socialist is, zal weinig voelen voor 'het ersatz-communisme der O. S. A. P., waar de partij van de Visser en fWijln- koop het „zuivere", door Moskou gewaarmerkte communisme vertegenwoordigt. De O. 8. A. P. begon in Haarlem met 400 leden en laten we het aannemen 4000 aan hangers in den lande. Maar zulk een kern geeft geen macht, als er geen groote bijloop is. De 8. Di. A. P. heeft ook slechts 80,000 le llen. Imaar toch staat 25 pet. van het volk achter haar, een in hoofdzaak niet, of door het N. V. V. slechts indirect socialistisch georganiseerde macht. De socialistische gedachte leeft in dezen grooten bijloop, doch meer als een instinkt, dan ;tU een diep-beredeneerde overtuiging. Aan die massa is de critiek der linksche oppositie! voor bijgegaan zonder dat er interesse voor werd, gc'-. wekt. Zoo zal het blijven, tenzij groote maatschap]- pelijke evoluties zich schokkend zouden voltre-k ken en het revolutionnair sentiment bij de massa- zouden wakker roepen. Als de economische cha os inderdaad snel volkomen zou worden, krijgt de O. 3. A. P. haar kans. Anders niet. ach- het bediende zoo even is aangekomen en zich op dit oogenblik bij mevrouw de Gravin bevindt. Wan neer beveelt U, dat hij zich aan U zal voorstellen?" „Natuurlijk onmiddellijk, nadat Grootmama hem heeft laten gaan." „Zeer goed," anwoordde de oude en verwijderde zich. „Heeft u nog bevelen voor mij?" vroeg dokter Bank. „Ik dank u, het lesuur is voorbij. Wilt u gaan wandelen?" „Dat was mijn plan." Dokter Bank nam afscheid en de zieke, jonge Graaf bleef alleen, met groote spanning zijn uit sluitend voor hem bestemde bediende af te wach ten. Heinrich Schwarz was, nadat hij en de kamer dienaar het slot waren binnengegaan, door den laatste in de bedienden kamer geleid om zijn schoe nen van het stof te ontdoen. Nadat dit was ge schied, had de kamerdienaar hem naar de tweede verdieping gevoerd, om aan de Gravin voorgesteld te worden. Gravin Friederike Louise von Breitenbach, gebo ren Comtesse von Warbeck, was een grijze vrouw van een zeventig jaren. Zij had, evenals haar ka merdienaar zilverwit haar, maar evenmin bij haar als bij haar ouden dienaar gaf haar dit een eer- biedwaaardig voorkomen noch eenig gezag, niet tegenstaande den hoogen leeftijd. Bij den eersten aanblik kon men eigenlijk eerder van het tegen deel spreken. Bij den dienaar gaf deze een eenigs zins komischen bij de Gravin een meer vrees aan- jagenden indruk. Want vrees en angst verwekte dit aschgrauwe roofvogelgezicht met den krommen neus en de spitse kin, wanneer die grijze oogen plotseling werden gevestigd op iemand, wien het aan moed en beradenheid ontbrak. Ook had zij met haar kamerdienaar gemeen, dat men moeilijk haar leeftijd kon schatten. Grijze haren kunnen reeds zestigjarige lieden hebben en wat haar rechte hou ding, haar vluggen tred, haar flinke ^en krachtige bewegingen en haar gebiedend optreden betroffen, zoo kon zij zich nog meten met menige vrouw, die tien jaar jonger was dan zij. Of litet gelaat der Gravin Louise von Breitenbach eenmaal knap was geweest, viel moeilijk te gissen, althans waren daarvan nu geen sporen meer aan wezig. Toch moest zij in haar jonge jaren een mooie figuur gehad hebben. Maar ontegenzeggelijk spraken haar gelaatsttrekken van een hoogen aris- tocratischen trotsch, een hoogmoedigheid, die diep vernederend kon treffen, wanneer eene afkeuring dreigde of wel wanneer eene bevredigende goedkeu ring een gunst van haar beteekende. Innig hartelijke gevoelens scheen deze niets dan kilheid om zich heen verspreidende Gravin, niet meer te openbaren; of dit in haar jeugd anders was geweest, wist niemand. Geruchten wilden, dat tusschen vroeger en nu geen onderscheid zou zijn Plaatselijk Nieuws BROEK OP LANGENDIJK. Als inzender van het bericht in uw blad, Dinsdag, betreffende de groote attractie, c (vermoedelijk Zaterdagmorgen) zou staan te ten, kwam mij ter oore, dat genoemde firn ten zeerste betreurde, dat reeds nu openbaajjffi- aan zijn enorme Paasch-verrassing was gegeve^t Nu het echter toch tot de plaatselijke pers, is doorgedrongen gaf genoemde firma mij inzage, van twee juist ontvangen telegrammen, en had geen bezwaar meer nu een en ander reeds in een zoo ver gevorderd stadium verkeerde de inhöud dezer telegrammen te publiceeren. De beide telegrammen waren resp. afkomstig üit Den Haag en Texel en luiden als volgt: Bezwaren pi. Autoriteiten Zaterdag overwegend stop Geven overweging Vrijdagmorgen aanstaande of volgende week stop Met oog instructie's wordt omgaand draadbericht verzocht Volgt onderteekening. Hierop is direct teruggeseind: Accoord Vrijdag morgen, sein tijd. Waarop het telegram van het vliegkamp Mok (Texel) volgde: Gaven opdracht oefeningtoestel D. 001. 4 onder Commando Luitn. vliegdienst I klas Adamson, star ten Vrijdag a.s. 9 uur v.m. oefentocht Schelling- woude, onderbreken te Broek op Langendijk stop. Conform uw verzoek neemt tweede bestuurder ser geant opnemer Mill. Fotografischen dienst een vijf tal opnamen stop Uit te werpen reclame hoogstens 5 kilogram stop Passagiers streng verbod iets uit te werpen en pas- giers-risico onder geen beding ten laste der Staat stop Weersomstandigheden geven Commandant vrijheid dalen enstarten in breede gedeelte boezem Hugo- waard stop Oponthoud hoogstens 40 minuten stop Draag zorg voor vrij water inzonderheid hinderlijke vaartuigen stop. Sein als toestel weder vertrokken is. Volgt onderteeekening. Allen dus morgen-ochtend om negen uur present. De in uitzicht gestelde tocht van den eersten prijs winner, gaat echter nu niet naar Den Helder, doch naar de vlieghaven Schellingwoude te Am sterdam. ZUIDSCHARWOUDE. De prijs der melk is alhier verlaagd van 10 op 9 cent per liter. te bespeuren, want gelukkig zou graaf Anselm niet met haar geleefd hebben. Teekenend vooral was de geestige opmerking van den broeder van den Graaf, den grootvader van Graaf Roderich, bij van An- selm's dood gemaakt, dat namelijk zijn broeder midden in den zomer was bevroren geworden, ten gevolge van de hevige koude, die van zijn gemalin was uitgegaan. De Gravin bewoonde de tweede etage en op deze eigenlijk maar slechts twee kamers, een woon- en een slaapkamer. De eerste was zeer groot en bood voor haar eigenaardige gewoonte, uren lang daarin op- en neer te loopen, voldoende ruimte. Deze kamer maakte een wonderlijken somberen indruk, want tapijten, gordijnen, portieres, meubelovertrek- ken, tot zelfs de loopers en de tafelkleeden, alles was van een eentoonig donkere kleur, ja zelfs de zijden japonnen der beide bewoonsters, de Gravin en haar gezelschapsdame, hadden dezelfde lood grijze kleur. Als men de kamer binnen kwam, scheen 't zelfs alsof men plotseling omringd werd door een melancholische, nevelige atmosfeer van een Novem berdag, die den adem benauwde. De gezelschapsdame, een freule van Richthofen, uit een arm adellijk geslacht, was een jaar jonger dan de Gravin. Zij was met de laatste in een insti tuut geweest en plotseling door den dood haars vaders een wees geworden, waarna zij met de Gravin eerst naar de residentie en na het huwelijk van deze met Graaf Anselm naar Breitenbach ver trokken was, steeds in de ondergeschikte betrekking als gezelschapsdame. Zij kon nog in dit jaar haar vijftig-jarig dienst jubileum vieren. Een halve eeuw waren die beiden onafscheidelijk tezamen geweest. Niets had hen doen scheiden, geen reis, zelfs niet de huwelijksreis. Men had mogen aannemen, dat beiden in innige warme vriendschap verbond doch dit was echter niet het geval. De eenige band, die beiden tezamen hield, bestond eigenlijk uit de kracht der gewoonte, was een sleur geworden. De beide oude dames konden elkander eigenlijk niet missen; het trotsche karakter had een menschelijk wezen noodig, tegenover hetwelk het zich kon uit spreken over de gebeurtenissen, de zorgen en be kommernissen des levens, en het, al was het dan ook slechts gedeeltelijk, zijn vertrouwen kon schen ken. Freule von Richthofen bleef bij de Gravin uit verschillende overwegingen: het gemakkelijke leven lachte haar toe, dat zij nimmermeer met een druk keren werkkring zou wenschen te verwisselen. Met taaie volharding zich bedwingende, legde zij zich de verplichting op om de mindere te spelen; zij moest de mindere zijn van haar gebiedster, die een groot overwicht op haar uitoefende en die de eigenschap bezat met één blik en een eigenaardig trekken van de oogleden haar omgeving te beheerschen en tot onverbiddellijke gehoorzaamheid te dwingen (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1932 | | pagina 1