FEUILLETON
De Twee Kleinzoons.
Een nieuwe lente!
Nieuwstijdingen
Plaatselijk Nieuws
BROEK OP LANGENDIJK.
Algemeene vergadering van de Coöp. Boerenleen
bank op Maandag 18 April 1932, 's avonds half acht,
in het lokaal van Vijzelaar.
Aanwezig 139 leden.
Voorzitter, S. Wagenaar, opent de vergadering en
roept aanwezigen en pers een hartelijk welkom
toe en zegt verder zich bij het heengeen naar de
vergadering te hebben afgevraagd, welke allicht ook
onder de leden gevonden zullen worden. Hoe staat
het nu met de Bank en de Centrale, is dat in orde?
Dit is een vraag welke niet alleen bij ons op komt
maar ook bij andere.
De Centrale Bank welke uitgeeft de Raiffeisen-
bode, antwoord op deze vraag in dat blad als volgt:
„Onze organisatie komt natuurlijk in aanraking
met de crisis. Wij kunnen bij een overzicht als het
onderhavige de crisis dus niet geheel links laten
liggen. Veel echter willen wij er niet van zeggen,
omdat het slechts een herhalng zou zijn van het
zeer, vele, wat anderen er reeds over gezegd heb
ben.
Het is ons een groote voldoening, dat wij mogen
constateeren, dat de soliditeit der Centrale en der
Boerenleenbanken door de crisis niet is aangetast.
Het afgeloopen jaar geeft aanleiding tot vele
klachten, maar het geeft gelukkig geen aanleiding
om over onze organisatie te klagen.
Het spreekt wel van zelf, dat noch de Centrale,
noch de Boerenleenbanken geheel vrij zijn geble
ven van verliezen. Er zal in dezen tijd wel geen
enkele bankinstelling, en zelfs geen enkel particu
lier zijn, die geen schadepost heeft te boeken. Het
is natuurlijk, dat ook onze organisatie niet geheel
buiten de stormen van den tijd is gebleven. De Cen
trale heeft een koersverlies geleden, en verschil
lende Locale Banken hebben verliezen moeten boe
ken op voorschotten of credieten. Het gewone be
drijf der Centrale heeft echter, ondanks de ongun
stige omstandigheden, nog winst opgeleverd. Trou
wens het bedrijf onzer Locale Banken, als één
geheel genomen, zonder twijfel ook. Al is ons het
cijfer van die winst bij lange na niet bekend, zoo
veel durven wij wel reeds te zeggen. De groote
meerderheid der Locale Banken heeft nog in het
geheel geen Verlies geleden, en bij de kleine min
derheid, die niet zoo gelukkig is geweest, zijn de
verliezen beperkt gebleven.
De schadeposten, die er zijn, zijn in ieder geval
niet van dien aard, dat zij de soliditeit ook maar in
de verte zouden kunnen aantasten.
In dit verband verdient ongetwijfeld vermelding,
dat de winst, door onze gezamenlijke Locale Ban
ken over 1930 gemaakt (het cijfer daarvan is zoo
juist bekend geworden) een recordcijfer is: ruim
anderhalf millioen gulden. De reserve's der Lo
cale Banken zijn dus op 1 Jan. 1931 nog met ruim
anderhalf millioen versterkt.
Dat de Centrale Bank en de Locale Banken in
zoo betrekkelijk geringe mate onder den ongunst
der tijden lijden, vloeit voort uit de soliditeit waar
mede zij worden beheerd. Wat de Centrale betreft,
bij haar beleggingen is en wordt, naast de eisch
van liquiditeit, steeds de eisch van soliditeit voor
op gesteld. Nimmer wordt belegd om eens een extra
winstje te behalen. Dat er nu koersverlies op de
effecten is geleden, doet hieraan niets af; wan
neer de tijden weer beter worden, zal trouwens
ook dit koersverlies wel weer goeddeels worden
ingehaald. Behalve in effecten wordt belegd in
schatkistbiljetten en schatkistpromessen, en in kas-
geldleeningen aan provinciën, waterschappen en
soliede gemeenten. 1Daarnaast worden voorschot
ten verleend aan aangesloten Locale Banken (de
soliditeit hiervan zal wel door niemand betwijfeld
worden) en aan landbouwcoöperaties met voldoende
aansprakelijkheid; dit laatste op beperkte schaal.
Min of meer buiten het gewone bedrijf staan de
hypotheken, verleend uit de deposito-obligaties. Ook
bij deze is steeds de uiterste soliditeit betracht.
Wat de Locale Banken betreft, ieder weet, dat
deze ook zeer voorzichtig worden beheerd. Aan
speculeeren doen zij nooit. Zij mogen voorschotten
en credieten alleen verleenen tegen zakelijke of
persoonlijke zekerheid. Een groote factor in de
soliditeit der Locale Banken is het feit, dat het
Bestuur van zeer nabij op de hoogte is van de
schuldenaren der Bank. Gaat een schuldenaar
achteruit, dan is het bestuur in staat om tijdig in
te grijpen. Het groote nut van deze persoonlijke
bekendheid met de schuldenaren is in den laat-
sten tijd herhaaldelijk gebleken.
De soliditeit der Locale Banken wordt nog op
twee wijze extra gesteund. In de eerste plaats door
het onderling waarborgfonds, dat dekking geeft
voor risico's als diefstal, enz. (het is in dezen
tijd van diefstal ten nadeele van bankinstellingen
misschien niet overbodig hierop te wijzen). In de
tweede plaats door het „Kapitaal voor Bijzondere
Doeleinden," tot welks vorming in 1931 is besloten.
Uit dit kapitaal zullen tegemoetkomingen worden
15).
„Wanneer U nog slechts die eene vraag zoudt
willen beantwoorden: „Bemint ge een ander?" Zoo
vroeg bij het voortgaan de jonge Graaf.
Rosamunde trok fluks haar arm uit den. zijne
en bleef even staan.
„Wilt u, dat ik van u zal wegloopen? Houdt u
zoo verdwaasd? riep zij luid.
„Met u en uw trotsch is niets aan te vangen,"
zeide hij geërgerd, slechts met moeite zijn kalmte
bewarende. Maar van binnen kookte het des te
heviger, dat was meer dan de luim van een jong
meisje, hier was een dieper geheim verborgen, dan
hij aanvankelijk had gedacht, dit was nog eenigs-
zins anders dan een meisjesgril, dat na haar red
ding uit het doodsgevaar, waarin zij had verkeerd,
bij haar was ontwaakt, hier had zich oneindig veel
veranderd,hier was wellicht alles verloren. Op zijn
vraag: „Zoo hebt gij dan wellicht een ander lief?"
had zij geantwoord: „En indien dit zoo ware?"
Vroeger, toen zij nog dartel, vroolijk en kinder
lijk overmoedig was zou een dergelijk antwoord
niets ongewoons zijn geweest, hoe dikwijls toch had
zij hem niet op eene dergelijke wijze geplaagd,
maar nu, terwijl zij zich voortdurend aan een ern
stige stemming overgaf, was elke scherts uitge
sloten. Maar wat beteekenden dan deze woorden?
De waarheid?
„Hel en duivel!" zoo klonk het in hem, terwijl
hij naast Rosamunde voortschreed, zonder haar
weder zijn arm te hebben aangeboden. „Hel en
duivel!" En voor zijn geestesoog verhieven zich
zonderlinge gestalten, die hem aangrijnsden. Het
waren zijn schuldeischers van welke er één zijn
ijzige kalmte behield. Het was de woekeraar Abra
ham Kohn. Daar tusschen zag hij het glimmende
gelaat met de vette lippen van dokter Hauser en
de bleeke trekken van zijn neef Albert.
„Zoo blijft mij alleen dat nog over!" fluisterden
verstrekt aan Locale Banken, die crisisverllezen
lijden.
Uit deze twee dingen blijkt wel, dat de Boeren
leenbanken schouder aan schouder staain. Zij be
seffen de waarheid van de spreuk: „Eendracht
maakt macht". Het woord van Raiffeisen „Allen
voor één en één voor allen" brengen zij ook in haar
onderlinge verhouding in praktijk. Dat zij zoo
doende een krachtige organisatie vormen, behoeft
geen betoog. Aan den ongunst der tijden zullen
zij zonder twijfel het hoofd weten te bieden. Zij
leden en spaarders. Laten deze haar dit vertrouwen
dan ook niet onthaouden. Dat is 'hun eigen be
lang en het belang van den Nederlandschen' land
bouw in het algemeen, die zonder de boerenleen
banken niet meer denkbaar is en zonder de Boe
renleenbanken de crisis misschien niet zou door
komen.
Voorzitter heeft gemeend voor de goede gang
van zaken dit artikel voor te lezen en hoopt verder
dat de vergadering in het teeken moge staan van
zakelijke besprekingen en in het belang der boeren
leenbank.
Tot stemopnemers werden benoemd de heeren K.
Slot Wz. en H. Eiland.
Tot bestuurslid werd met bijna algemeene stem
men herkozen de heer W. Slot Kz.
Verslag over het zeven en twintikste boekjaar,
1931.
Mijnheer de Voorzitter, Geachte Vergadering.
Bij het uitbrengen van het verslag, zullen wij
maar weer als gewoonlijk nagaan de posten van
de Rekening en de Balans, die gij op den achter
kant van uw convocatie-biljet vindt afgedrukt.
De inhoud der kas op 31 December vorig jaar
was f 34.265.55. Ontvangen van de Spaarbank, de
gelden dus die de Spaarders bij de Spaarbank
hebben ingelegd f 110.194.62. Van de uitstaande
voorschotten werd terugbetaald f24.920.94. De ont
vangsten in loopende rekening hebben bedragen,
van de leden-rekeninghouders f505.655.41 en van
de Centrale Bank f 222.226.52. Op de brandkast is
dit jaar weer f 50.afgeschreven. De winst van het
vorig jaar f 161.48 is weer bij de reserve gevoegd.
De rente die werd betaald was van de voorschotten
f 10.56*1.06 en van de loopende rekeningen f 11.995.06,
dat is ongeveer f 400.— meer dan vorig jaar. Aan
provisie is betaald f 506.24. Met de diverse ontvang
sten f 86.89 is de totale ontvangst f 920.623.77.
De uitgaven van de Bank rechts op uw convo-
caat onder rekening zijn geweest: Uit de Spaarbank
aan de spaarders terugbetaald f 125.962.01. Nieuwe
voorschotten zijn gegeven tot een totaal van
f 52.619.88, waaronder f 32.135.— aan tuindersvoor
schotten onder garantie van de Provincie en Ge
meenten. Uitgegeven in loopende rekening aan de
leden-rekeninghouders f582.585.81, aan de Centrale
Bank f211.979.14. In verband met meerder gebruik
maken van ons crediet bij de Centrale Bank, werd
gestort voor aandeelen f50.—. Rente is aan de
Spaarbank uitgegeven voor de Spaarders f7.355.87,
aan de leden rekeninghouders f 1.114.58, en aan de
Centrale Bank f8.851.76. De bijdrage aan de Cen
trale Bank was f349.99, salaris van den Kassier
f 1.700.de afschrijving op meubilair f 50.—. De
diverse uitgaven waren f2.809.19, op de reserve
gebrachte winst van vorig jaar f 161.48. Met de
inhoud der kas op 31 December f25.034.06 sluit
de rekening in totaal op f920.623.77.
Aan rente werd dit jaar ongeveer f400.— meer
ontvangen dan vorig jaar, en ongeveer f800.— min
der uitgegeven.
De cijfers die wij nu hebben genoemd hebben
alle betrekking op de omzet. Die is bijna f40.00
lager dan het vorig jaar. Dit is bijna geheel op
rekening van de Spaargelden te schrijven. Door de
sterke vermindering van inkomsten, komen de
bedrijfsgelden die anders tijdelijk bij de spaarbank
werden belegd nu niet meer binnen en blijven
de zuivere spaargelden over. De grootste vermin
dering had reeds vorig jaar plaats. Dit jaar zijn de
spaargelden vermindert met f 16.000.—.
Bezien wij nu de Balans, dan vinden wij onder
bezittingen eerst de inhoud der kas f 25.034.06. De
uitstaande voorschotten zijn f 234.215.63. H et te
goed in loopende rekening van de leden is f26.421.26
De aandeelen der Centrale Bank zijn f 310— Aan
deel grondkapitaalbank is f 100.—het meubilair
stat op f 250.terwijl bij de opmaking dezer ba
lans nog te vorderen was aan rente f574.43, waar
van inmiddels echter reeds weer een gedeelte is
ontvangen.
Het bedrag der Spaargelden is f217.333.92. De
deposito's in loopende rekening aan de rekening
houders zijn f 26.958. 62. Dit bedrag gaat ieder jaar
omhoog. Bijna f 4.000.— werd meer op deze wijze
belegd dan vorig jaar. Steeds meerderen maker, van
de loopende rekening gebruik.
De schuld aan de Centrale Bank is f 261.381.42
Het bedrag van het reservefonds is f22.738.13. De
winst van dit jaar is f 1492.29. De balans sluii in
totaal op een cijfer van f529.905.38.
Het dagboek geeft aan dat in 1931 1078 posten
zijn geboekt, op de spaarbank, en 3002 op de Leen
bank, in totaal dus 4080 posten. Vorig jaar was dit
aantal 3887. Op 1 Januari 1931 was het ledental 318.
onhoorbaar zijn lippen.
Ook Rosamunde gaf zich aan haar eigen ge
dachten over, niet vermoedende, dat haar in de
naaste oogenblikken reeds eene verrassing wachtte,
zoo overweldigend, dat haar hart daarbij zou drei
gen stil te staan.
Korten tijd., nadat Graaf Albert zijn nieuwe be
diende had doen heengaan en de kamerdienaar
zijn grootmoeder had laten verzoeken, hem een
oogenblik te woord te willen staan, trad deze ook
reeds in de kamer van den zieke.
„Je wilt mij spreken, mijn kind?" vroeg zij
reeds op den drempel en zag met haar roofvogel
gezicht naar den knaap op. „Er is toch niets voor
gevallen? Je gevoelt je toch niet zieker?"
„O neen, In tegendeel, grootmama, ik voel mij
heden beter en krachtiger als in langen tijd."
„God. zij dank! Ik ben de trappen naar beneden
gesneld, het komt zoo zelden voor, dat je mijn
tegenwoordigheid wenscht.
De Gravin liet zich, vermoeid van het vlugge
trappen loopen, op een stoel nedervallen en vroeg
daarop
„Wat heb je me dan voor gewichtigs te zeggen?
Het moet wel zeer van belang zijn, daar wij elkan
der over een kwartier bij het ontbijt zullen zien."
„Bij het ontbijt zullen wij elkander niet alleen
kunnen spreken en het verzoek, dat Ik tot u heb te
richten, kan ik u slechts onder vier oogen zeggen."
„Een verzoek? Nu, wat is dit?"
„Ik wenschte, dat nog een tweede bediende voor
mij werd aangenomen, die het meer ruwe werk
voor mij zou kunnen doen. Heinrich Schwarz wilde
ik geheel alleen en uitsluitend voor mijn verple
ging hebben."
„Behoeft gij dan een meer zorgvuldige verpleging,
mijn zoon?"
„Neen, dat niet, ik wensch het odk niet om mij
nentwille, maar in het bijzonder ter wille van den
heer Schwarz."
„Ter wille van „den heer" Schwarz?"
„Mijnheer Schwarz is een zeer ontwikkeld
mensch," zelde Albert, en nu vertelde hij haar,
wat Heinrich hem vroeger over zijn toestand had
medegedeeld, en voegde er tegelijk aan toe: Een
man met zooveel kennis kan men niet behandelen
als een gewonen bediende, hij heeft een zeer intel-
Vijf nieuwe leden werden ingeschreven en 1 lid
trad vrijwillig uit, terwijl 3 leden zijn overleden,
Zoodat de Bank per 31 December 1931, 319 leden
telde.
De jaarlijksche Inspectie had plaats op 17 en 18
Maart door Inspecteurs van de Centrale Bank.
Onverwachte kascontrole werd door hen gehouden
14 Jan. Van deze Inspectie kwam bij het bestuur
en Raad van Toezicht een gunstig rapport in. Door
de Commissie uit het Bestuur van R. v. T„ werd
twee maal de kas onverwachts gecontroleerd, op
2 Juni en 17 November, waarvan rapport werd uit
gebracht door hen aan de Centrale Bank. De kas
gelden bleken telkens accoord te zijn met de boe
ken.
Op een zaak wil ik in dit verband nog even nader
wijzen. Voor hen die een loopende rekening heb
ben zonder boekje, geeft de Bank per twee maan
den een afschrift van de stand der rekening, met
een saldobiljet dat geteekend weer moet worden
ingeleverd bij de Bank; tevens ontvangen zij door
de Bank voor hun betaalde rekeningen reteour, ver
gezeld van een verzamelnota deze bedragen even
eens ter teekening. Vriendelijk verzoek ik de reke
ninghouders die op deze wijze van de Bank ge
bruik maken, de saldobiljetten en verzamelnota's
steeds per omgaand bij de Bank terug te bezorgen,
daar dit de bewijsstukken zijn voor ons tegenover
de Inspectie. Anders zullen wij genoodzaakt zijn
In het vervolg eerst de geteekende stukken af te
wachten voor wij de betaalde rekeningen uit han
den geven.
Wanneer de verplichte aflossing op een voorschot
niet kan worden nagekomen eischt de Bank de
handteekening der borgen op een verlengingsfor
mulier. Ook deze formulieren worden wel eens niet
teruggebracht, wat in de eerste plaats niet ge
tuigt van een juist begrip der schuldenaar van zijn
verplichtingen tegenover den geldschieter, maar
evenmin tegenover zijn borgen die het recht hebben
te weten waarvoor zij staan. Gedurende rpijn werk
zaamheden bij de Provinciale Commissie is een
wijziging gebracht in de kantooruren. Nu eclitcr
zal in het vervolg de Bank weer iedere dag geopend
zijn van helf elf tot kwart voor twaalf uur, en bo
vendien Vrijdagsavonds van zeven tot half negen
uur. Ik mag zeker wel op rekenen das de klanten
de bankzaken op deze uren zullen komen doen.
De rentevoet is het geheele jaar ongewijzigd ge
bleven, niet tegenstaan de Centrale Bank veran
dering aanbracht. Ter herinnering grijp ik deze ge
legenheid aan te wijzen op de verandering die nu
1 April j.l. is ingegaan, zooals reeds per advertentie
is bekend gemaakt. De rente is nu voor de Spaar
gelden en deposito's in loopende rekening 3'/2 pet.,
en voor voorschotten en schuld in loopende reke
ning 5 1/4 pet. Bovendien hebben Bestuur en Raad
van Toezicht besloten de zegels In rekening te bren
gen, vanaf heden. Daar de Spaarbank enkele jaren
terug is gescheiden van de Leenbank, zijn voor de
Spaargelden geen zegels verschuldigd.Voor alle an
dere posten in voorschot of loopende rekening moet
10 cent zegel worden betaald. Voor verschillende
-drukke rekeningen zal het misschien gewenscht zijn
deze zegelkosten eenmaal per jaar in rekening te
brengen, wat nader overeengekomen kan worden.
Bestuursvergadering werd weer bijna iedere week
gehouden, soms gecombineerd met den Raad van
Toezicht. Maandelijks werden de boeken nagezien
door het bestuur en om de drie maanden door den
Raad van Toezicht.
Verandering kwam .niet in beide colleges. De sa
menwerking liet niets te wenschen over. Voor de
bereidwilligheid tegenover den kassier, zoowel van
Bestuur als Raad van Toezicht, om wanneer het de
Bank betreft steeds klaar te staan, en in het alge
meen voor de goede leiding die van hen uitgaat, zij
het mij vergund hen hier een woord van dank te
brengen.
Hiermede, mijne heeren heb ik U een overzicht
gegeven van het verloopen jaar. Ik wil de hoop
uitspreken, dat het jaar 1932 voor U allen gunsti
ger moge zijn, wat de uitkomsten onzer bedrijven
betreft, opdat volgend jaar niet zooveel gebruik zal
moeten worden gemaakt van verlengingsformulie
ren, maar een ieder zal kunnen voldoen aan de
aflossingsvoorwaarden, hoezeer overigens ook is te
waardeeern de medewerking van de borgen in
dezen. Ook voor Bestuur, Raad van Toezicht en
Kassier, zal het dan lichter en aangenamer werken
zijn.
De heer K. M. Kans vraagt naar aanleiding van
het verslag dat het verschil zoo groot is van de
rechten die genomen en gegeven worden.
Medegedeeld werd dat door de Centrale Bank er
op gewezen was dat het reservefonds op hooger
peil gebracht werd zoodat het bestuur genoodzaakt
was een 1/4 pet. rente meer te heffen.
De heer Jb. Huiberts vraagt hoe het mogelijk is
dat andere banken leenen tegen 4'/s pet. terwijl
zulks bij ons 5 1/4 pet. is. Het verslag luidt gunstig
en worden de spaargelden weer met 1/4 pet. ge
drukt.
Medegedeeld werd dat zulks hoofdzakelijk daarin
is gelegen dat het geld komt van de Centrale Bank,
hgent uiterlijk, en het hindert mij, ja ik vind het
voor mij beschamend, wanneer ik heb zulke nede
rige werkzaamheden zie verrichten.
„Maar, lieve Albert, de nieuwe bediende heeft
toch vooruit geweten, dat hij dat alles doen moest.
Ik heb u toch gezegd, dat hij een zeer ontwik
keld mensch is, die slechts uit nood deze betrekking
heeft aangenomen," antwoordde de jonge Graaf
met eenigszins luider stem en richtte zich in zijn
wagen overeind, „ik herhaal het, dat het mij aan
grijpt; neemt u dan van mijn wensch heelemaal
geen nota, chère grand maman?"
„Houdt je toch rustig, mijn kind, je weet, dat
alle billijke wenschen, wanneer zij niet schadelijk
zijn voor je gezondheid, met liefde worden ver
vuld, en ook tegen dezen zal ik mij niet verzetten!"
„Ik dank u, grootmama, maar ik wil ook niet,
dat hij als een gewonen dienaar wordt aangezien,
en daar zijn betrekking hooger is, dan die der an
deren, zoo wilde ik, dat hij als men nu ja, als
mijn secretaris werd aangesteld en dat papa zijn
zijn salaris met honderd thaler verhoogde.
„Zeer veel op eens, mijn zoon. Nu, is het daarom!
De nieuwe dienaar, ik wilde zeggen de nieuwe se
cretaris moet je wel zeer bevallen zijn."
„Dat is hij ook, ik ben zeer gelukkig, hem steeds
om mij heen te weten. O, ik ben overtuigd, en ik
leef in de stellige verwachting, dat ik door zijn
hulp en goede zorgen geheel gezond zal worden."
De Gravin verhief zich van haar zetel.
„O, wanneer dat geschiedt, zoo wil ik hem vor
stelijk beloonen!" riep zij met opgeklaarde oogen
uit, ging tot haar kleinzoon, reikte hem de hand
en verliet daarop de kamer.
Albert bleef met een gelukkig gevoel in zijn ziek
bed achter, hij verheugde zich erop, hem, die zoo
spoedig zijn genegenheid had gewonnen, iets aan
genaams te kunnen bewijzen.
Heinrich Schwarz kwam terug.
Albert riep hem reeds met een verheugd gelaat
toe:
„Ik heb het bij mijn grootmama weten door te
zetten je bent niet meer mijn dienaar, maar je
bent voortaan m'n privaat secretaris, papa verhoogt
je salaris met honderd thaler en voor mijn verdere
bediening wordt een andere bediende aangenomen."
„Hoe moet ik u bedanken voor zulk een vriende
en niet van spaarders, was dat het geval daft, zou
ook goedkooper gewerkt kunnen worden.
Tot lid van den Raad van Toezicht werd herko
zen de neer S. Wagenaar.
Bij monde van den heer F. Kuitwaard werd me
degedeeld de rekening In orde te hebben bevonden
weshalve werd geadviseerd tot goedkeuring.
Tot plaatsvervangend bestuurslid werd herkozen
de heeren S. Wagenaar en C. Spaans.
De voorzitter zegt hierna aan het adres van die
gene welke niet optijd de spaarboekjes ingeleverd
hebben, hieraan in den vervolge toch te voldoen, ter
voorkoming van veel moeite, waarna met woorden
van dank voor de trouwe opkomst, gemakkelijke
leieding en de hoop op een gunstiger jaar de ver
gadering werd gesloten.
In verband met de bijzondere omstandigheden
zijn deze leeningen in den laatsten tijd tot een
minimum beperkt geworden.
Zooals de warme schutblaadjes het leven der
knoppen aan boom enstruik tegen kou en
wind beschermen, vrijwaart „Zij"-Orême het
ontwakende leven in Uw huid tegen de nukken
van den grilligen voorjaarstijd.
In prijzen van 20—30—45 en 75 cent.
V er keerso ii ge va 1 Lc^
Motorfiets tegel) melkwagen gebotst.
Zaterdagavond heeft zich op .den Hoog-cn \V,eg
te -Amersfoort een verkeersongeval afgespeeld.
In de richting der stad reed een auto, daar
achter de motorrijder H. Verschuur uit Hoeve
laken zoo meldt het „Handelsblad." Van
tegenovergestelde richting naderde een met hit
bespannen melkwagen. Toen de beide wagens el
kander wilden passeeren, wilde do motorrijder
die een buitengewoon groote snelheid had, nog
inhalen. t n
Hij raakte het, ach terspat bord van de auto 'en
vloog vervolgens tegen den melkwagen op, waar
van d evoerman door den schok tegen den grond
sloeg en een hoofdwonde bekwam.
De motorrijder vloog van zijn voertuig af, en
kwam twaalf meter verder op straat terecht. Hij
had een zware hersenschudding en verder ver
schillende zware fracturen.
In levensgevaarlijken toestand is het slachtof
fer per ziekenauto naa, rhet ;?t. Elisabethsge-
sticht te Amersfoort vervoerd. De materieele
schade is vrij belangrijk.
Melkslijter anngemlrn.
Zaterdagavond is in de Walstraat te Vlissin- i
gen, zoo lezen wij in het „Handelsbl." de melk
slijter Kodde, die aldaar met zijn melkwagen reed
door een automobiel van achter aangereden. De
man is in zeer bedenkelijken toestand naar het
ziekenhuis overgebracht.'
De automobilist, die wel had omgekeken, reed
door.
De politie trof in een der garages in de stad
een beschadigde auto aan. De chauffeur, die met
die auto gereden had, erkende de aanrijding te
hebben veroorzaakt.
Oude vrouw aangereden.
In de Haaksbergenstraat te Enschede is Zon
dag bij het uitgaan der r.k.k kerk de 66-jarige
weduwe Loohuis aangereden door een wielren
ner, die met groote snelheid reed. Die,' oude
vrouw, die met een hersenschudding naar het r.k.
ziekenhuis werd overgebracht is gistermorgen
overleden. (Handelsblad.)
lijkheid, mijnheer de Graaf!" zei de nieuw aange
stelde secretaris met de grootste verbazing en trad
een schrede naar voren; het scheen alsof hij aan-
stalte maakte de hand van den zieke te drukken,
maar zich nog intijds bedacht omdat het niet paste
„Je kunt niet beter je dank betuigen, dan dat je
je een weinig voor mij interresseert en tracht de
vervelende uren voor mij wat gezellig te maken?"
Alles, zooveel als in mijn vermogen is, zal ik stel
lig doen."
„En tegelijk daarmede, hoe ongeloofelijk het ook
de anderen mag toeschijnen, stel ik je met hen ge
lijk en wil ik je voortaan toch liever weder met „U"
aanspreken.
„O neen, mijnheer de Graaf, ik verzoek U be
leefd, dat U „jij" tot mij zegt."
„Het is beter voor jou, ik wilde zeggen voor U,
wanneer ik het voorloopig nalaat, later kan het
wellicht weer veranderd worden.
En nu, reik mij de hand, mijnheer Schwarz."
Heinrich voldeed aan dit verzoek.
„Met dezen handslag neem ik U in mijn dienst
als mijn secretaris, morgen wellicht reeds zal ik met
uw verlof uw verplichtingen nog verder uitbreiden
en u doch dit moet streng geheim blijven —tot
mijn lijfarts verheffen. Zult u mij, zonder eenige
terughouding uw meening zeggen en uw raad ge
ven? Ik heb vertrouwen in U wanneer U mij onder
uwe behandeling neemt. U moet morgen mijn li
chaam onderzoeken, en wanneer U meent, mij met
goed gevolg te kunnen behandelen, zal ik mij g-
heel aan u overgeven. In dokter Hauser heb ik ab
soluut geen vertrouwen, ik geloof, hij is een igno
rant, die zijn gebrek aan kennis door een geslepen
gevatheid in wezen en handeling gewoonweg weet
te vermommen. Ik kan het in hem ontdekken, dat
hij met betrekking tot mijn ziekte totaal in het
duister tast. Mijn verzoek nog een anderen arts te
mogen raadplegen, werd door grootmama van de
hand gewezen, daar zij hem voor den bekwaamsten
geneesheer houdt. Maar, dit verzeker ik U, mijn
heer Schwarz, wanneer U niet gekomen waart, dan
zou ik op eene wijze daarop hebben aangedrongen
dat zij tenslotte mijn verzoek had moeten inwil
ligen."
(Wordt vervolgd).