Aïïrstnrt ssBffws De Twee Kleinzoons. N.V. Spoorlijn Station-Dorp Noordscharwoude in Sovjet Rusland van wege de regeering toch tel kens de openbare meening bewerken door te wij zen op dreigend gevaar in den vorm van inter ventie van buitenaf. Die prikkel had men nu een maal r.oodig om het enthousiasme voor het vijfja renplan frisch te houden. Om de breede massa's dienstbaar te kunnen maken aan de plannen voor een grootschen economischen opbouw, worden alle .werkelijke of vermeende incidenten aan de gren zen van het uitgestrekte rijk sterk overdreven En ook ditmaal kan men niet anders denken, of er worden weer hersenschimmen gevormd, omdat de geheele Sovjet Unie die geschokt en tot abnormale inspanning gebracht moet worden, iets wat men alleen kan bereiken, door de angst voor een doode- lijk gevaar te verspreiden. Het komt er voor de mannen in het Kreml niet zooveel opaan, wat voor plannen Japan eventueel tegen de Sovjet Unie koes tert. Men heeft de handen vol met den binnen- landschen toestand. En tot op zekere hoogte is dit inzicht juist. In dit bijzondere geval ziet men echter in de actie van Japan ook een werkelijk gevaar voor de Oost grenzen van het Rijk, die w'el niet rechtsreeks bedreigd worden, maar toch aanleiding geven tot een toestand, die bijna alle berekeningen, waarop het tweede vijfjarenplan gebaseerd is, ondersteboven gooien. En juist dat tweede plan zou de bevolking niet langer ondragelijke lasten opleggen, zonder er iets voor in de plaats te geven, doch eindelijk wat doen voor de verbetering van de woningen en het algemeene levenspeil. Wel blijft ook bij het tweede plan de hoofdzaak het opvoeren van de productie tot ongeveer 250 procent van de tegenwoordige en de volledige collectivisatie van den landbouw, doch men zou ook iets doen, om de dreigende onte vredenheid weg te nemen. En nuzal de re geering in de komende jaren zich voor alles moeten richten op de verdediging van de verwaarloosde streken in het Verre Oosten en op de zeer versnelde ontwikkeling daarvan. Men dient niet slechts pa raat te staan voor het geval, dat Japan een mili tairen aanval doet, doch het is ook noodig ommins tens gelijken tred te houden met het tempo, waar- inin de Japanners China in economisch opzicht ontwikkelen. De Sovjet-regeering is tegenover Japan zoo inschikkelijk mogelijk geworden, omdat men ernstige wrijving ten koste van alles wil vermijden, maar toch zou mettertijd kunnen blijken dat de Sovjet-Unie om zi ch te kunnen handhaven, een andere politiek moet gaan volgen tegenover haar gevaarlijksten tegenstander in het Verre Oosten. Deze beslist vredelievende politiek heeft op de j communistisch gezinde Chineezen reeds een ongun- j stigen indruk gemaakt. Het is typeerend voor den toestand en had dan ook groote ontsteltenis onder de leiders der derde internationale tengevolge, dat onlangs een groep van 243 Chineesche communisten zal stellen, een bevredigende economische opbouw onmogelijk maken. Zoo is dus het enkele feit, dat Japan troepen concentreert Op het Aziatisch vaste land, een blijvende hinderpaal voor de economische plannen der Sovjet-regeering, terwijl deze daardoor zelfs op den duur gedwongen zou worden, haar paci- fische, gereserveerde houding te laten varen, zonder dat Japan haar nog bepaald daartoe uitdaagt. Ons Weekpraatje Gasten zijn meestentijds welkom, in het bijzon der, als ze hun bezoek te voren behoorlijk hebben aangekondigd. Toch kregen we dezer dagen een stuk of wat, overigens heel brave lieden op Pinkster- bezoek, die we liever naar de Noordpool hadden gewenscht. Het waren de befaamde IJsheiligen! Op 11 Mei, dus op Woensdag van deze week, zijn ze gekomen en eerst met Pinksteren denken ze te ver trekken. Dat deze brave lieden met hun koud ge volg juist tegen Pinksteren de atmosfeer hier ko men verstoren, mag ze niet worden verweten. Zij hebben nu eenmaal hun vaste data, waarop ze ons willen verrassen en de date vallen als regel buiten de groote voorjaarsfeesten. Alleen omdat we dit jaar zoo'n extra vroege Pinksteren hebben, valt deze feestdag met het jaarlijksch bezoek der IJsheiligen samen. In waarheid dezen met koude of andere tempera- tuursverschijnselen volstrekt nie^s uitstaande. In Mei treedt steeds een periode van lage temperatuur op, waarin strenge nachtvorsten vallen. Die .periode loopt normaal van 11 tot en 15 Mei en daarom heeft het volk de heiligen, die op gemelde dagen, katho liek-kerkelijk worden herdachte met den naam van IJsheiligen begiftigd. Het zijn resp. de H. H. Ma- mertus, Paneratius, Servatius, Bonifocius en Sophia. Het zijn er dus tesamen vijf, maar gewoonlijk erkent men er slechts drie van; bij ons de eerste drie, in de Oostelijke landen de laatste drie; De Duitschers er kennen slechts de H. H. Pancratius, Servatius en Bonifacius als hun IJsheiligen. Metereologen van naam hebben vastgesteld, dat inderdaad eens zelfs 60 jaren achtereen de sterkste voorjaars-nachtvorsten van 11 tot 15 Mei worden waargenomen. Slechts in enkele jaren viel de koude periode van Mei in de tweede helft der maand, n.l. op 20, 21 en 22 Mei, en soms in de eerste helft, op 5, 6 en 7 Mei. Verklaard is het verschijnsel nog niet. Zoo te be merken aan de temperatuur van deze week, is het verloop dit jaar wel akelig normaal. In ieder geval uitTdTChh^sche' communistische*''MTtrad "n I ^bben w« Nederlanders verstandig gedaan met laten we ons dan maar niet al te zeer beklagen. We Rusland niet slechts zijn egien neutraliteit geschon den door Japan te veroorloven, de Oost-Chineesche spoorweg voor het vervoer van soldaten en muni tie te gebruiken, doch bovendien heeft het met Japan een non-agressief pact gesloten en daardoor de veroveringen van Japan in China begunstigd. Deze populaire leuze van de hulp, die aan zwakke en kleine volken moet worden verleend, is slechts een schoon klinkende frase om ons volk te bedrie gen. Door ons geweten gedreven, hebben wij daarom vanaf heden elk contact met de Chineesche com munistische partij, die onder leiding van de derde international e staat, verbroken." Men ziet hieruit dat de Sovjet regeering met haar dubbelzinnige pa cifistische houding op den duur zelfs de revolutio naire elementen van China van zich .vervreemt. Na al deze moeilijkheden en verwikkelingen in het Verre Oostn hangt dan ook de omstandigheid samen dat de Sovjet regeering haar activiteit aan de andere grenzen steeds meer moet verwaarloozen om aan de overzijde van het Baikalmeer te kunnen optreden als moderne groote mogendheid en mis schien eenmaal den intimideerenden invloed van de Japansche veroveringen op de Chineesche bevol king te neutraliseeren door een indrukwekkenden opmarsch van het roode leger. Het is niet te ont kennen, dat er de laatste maanden niet slechts belangrijke troepentransporten hebben plaats gehad naar de Mandsjoerijsche grens, doch ook groote voorraden koren en andere levensmiddelen zijn ge vormd om gedurende langen tijd de steeds toene mende legermacht in het Verre Oosten te kunnen verzorgen. Dat is niet de eenige, doch zeker wel een der belangrijkste oorzaken van de moeilijkheden waarin de Sovjet-regeering op het oogenblik ver keert en waardoor de verzorging der bevolking van het eigenlijke Rusland in het gedrang komt. Boven dien is reeds in vele takken van industrie de pro ductie belangrijk achteruitgegaan, doordat de arbei-f ders in verzet waren gekomen tegen de onvoldoende broodrantsoenen. Alles wijst er op dat de eischen die de versterking der strategische positie in het verre Oosten in de eerstvolgende jaren aan het land FEUILLETON 25) Ook nog op een ander gedeelte van het Slot vestigde zich de belangstelling van Heinrich in hooge mate, hoewel hij voor zich zelf daarvoor geen oorzaak kon vinden. Het was de geheime kamer van den kamerdienaar, in welke, zooals de waardin van de stationswachtkamer hem had verteld, aller lei dingen moesten zijn, die hij vanwege zijn heb zucht aldaar moest hebben verzameld. De meest gewichtige persoon, dien hij ter berei king van zijn doel, zeker noodig had, was, hetgeen hij eveneens van de waardin had ervaren, de ka dienaar Lühneberg, die Graaf Anselm opal zijn reizen had vergezeld, zooals zij zeide. De oude man, met zijn listige oogen was in staat door een enkel woord hem tot het verkrijgen van zijn recht te helpen. Maar bestond er kans en een middel, hem tot het uitspreken van dat woord te bewegen? Had hij zich wellicht niet laten omkoopen, zoodat hij eeuwig zou moeten zwijgen? Hoe hem eene verkla ring te ontlokken? Evenwel, het moest beproefd worden. Heinrich was intusschen op de tweede verdieping aangeland. Wat zou hij eigenlijk hier doen? De kamer van de oude Gravin binnendringen? Dat was voorloopig doelloos, in elk geval niet voorzich tig, want werd hij gezien en dit medegedeeld aan de bewoonster, dan zou hij licht als spion beschouwd worden. Een boos geweten ziet en hoort zelfs in den slaap en elke verdenking, die op hem zou kunnen vallen, moest worden vermeden. Een breede, uitgestrekte corridor, die door het ge- heele Slot liep, wandelde hij langs en lcwam aan het einde weder aan een trap, die naar beneden voerde. Al spoedig zag hij aan den inwendigen bouwaard, de eigenaardige balkenlaag en de met ijzer beslagen deuren, dat hij zich thans in het oude gedeelte- van het Slot bevond. Hij stond als het ware in eene rotonde met wenteltrappen, die naar boven leidden. mopperen wel over het weer en vinden het zeld zaam slecht voor deze maand, maarbijna elk jaar slaken we dezelfde, zucht. De Genestet zei het reeds in „Het haantje van den toren": Doch onze Noordsche Mei, helaas, is arm aan zonneschijn. Hij kan zou koud, zoo droef, zoo guur, het kan November zijn. Van een praatje over koude tot een babbeltje over zwemmen, lijkt een kolossale sprong, doch in Mei is dat maar een klein stapje. Als het weer in deze maand wil omslaan, loopen we onmiddellijk te klagen over een hittegolf en nemen we richting naar een of ander water, waar kan en mag worden gebaad, desnoods is het eerste alléén ook voldoende. Half-Mei worden alle zwembaden in open lucht geopend. We zijn persoonlijk steeds vroeg op zwem- appèl, want we houden van deze sport, welke overi gens niet zonder gevaren is voor de gezondheid en leven. We wijzen op ziekten van oogen en ooren, hartaandoeningen, rheumatiek-lijden enop het gevaar van verdrinken, wat alles het gevolg kan wezen van respectievelijk: besmet of chloor-hou- dend water, duiken, overspanning, te langdurig baden, te veel „wagen" of zwemmen op onoordeel kundige tijdstippen, als kort na een maaltijd. Als bij den aanvang van eiken zomer en ook nu weer, pro paganda wordt gemaakt voor het leeren zwemmen en zwemmend redden, onder aanhaling, dat ten onzent nog jaarlijks 700 menschen verdrinken, dan zouden we tóch op eenige noodige reserve willen wijzen. Onze vaste overtuiging is, en de seizoenbe- richten stellen ons steeds in het gelijk, onze vaste overtuiging is, dat er in den zomer minder menschen verdrinken, die niet konden zwemmen, dan lieden, die zich verbeeld hebben te kunnen zwemmen, omdat ze zich door middel van zekere bewegingen in het water over eenigen afstand wis ten voort te bewegen. Water houdt velerlei, door de Zijn verbeelding verplaatste hem in zulk een uit den grijzen voortijd gebouwd Slot, met geheime gangen, verborgen trappen en wonderlijke verbin dingsdeuren, zijn gevaarlijke valluiken. Een mach tige bekoring ging er voor hem van uit. Geheel alleen in zulke oude burchten rond te dwalen, het verleden en de gebeurtenissen op zijn geest te laten inwerken, zich te verplaatsen in het leven van eeuwen terug, had steeds voor hem groote aantrek kingskracht gehad. Ook hier was hij gaarne binnen geslopen, maar geen der deuren lieten zich openen. Hij was reeds van plan langs denzelfden weg, dien hij gegaan was, terug te gaan, toen hij bedacht, dat hij een der wenteltrappen eens zou kunnen opgaan, om te zien waar zij hem zou heenvoeren. Hij besteeg de eerste, zij was smal en stijl. Plotse ling eindigde zij, hij bevond zich in volslagen duis ternis. Was hij in een donker vertrek, in een gang gekomen? Het laatste was het geval. Als hij zijn armen uitstrekte om zich beter te kunnne oriëntee- ren, voelde hij aan beide zijden een wand. Voor zichtig, stap voor stap, ging hij verder en kwam reeds na weinige schreden te hebben gedaan aan een deur. Deze was niet gesloten. Toen hij haar opende werden zijn oogen door het helle licht als het ware verblind. Hij trad over den drempel en bemerkte spoedig, dat hij zich op een rondom een zaal loopende galerij bevond. Door zes groote, van ouderwetsche glasschilderingen voorziene vensters drongen op dit oogenblik de helle zonnestralen in de hooggewelfde ruimte door en wierpen allerlei bonte reflexen op de rij beeltenissen van voorouders, waarmede den tegenoverstaanden wand was ver sierd. Deze zoowel als de andere wanden, eveneens met een gewelfden zolder, waren beschoten en ge verfd met ouderwetsche donkerbruine verf. Een breede trap voerde in de zaal naar beneden. Het was de zaal waarin de levensgroote portretten der voorouders Breitenbach waren geplaatst. Het waren vrouwelijke en mannelijke portretten, in ver schillende kleederdrachten, van verscheidene eeuwen, alle naast elkander, den geheelen wand rondom de zaal beslaande. Naast de groote, thans gesloten toegangsdeur, hingen Graaf Stephan en zijn gestorven gemalin, een jonge, schoone vrouw, die men op den eersten blik herkende als de moeder van Rosamunde en Albert. Dan kwamen Graaf Anselm en Gravin Louise; de eerste was hier niet meestenongekende, gevaren in zich yerborgen. Wie eenmaal zoover is, dat hij zich weet te bewegen in het water, hoort daar altijd de lokkende sirenen zang, welke hem vérder noodt, vaak het verderf tegemoet. We hopen, dat er steeds een groot aantal sterke jongelieden met groote beheersching zal zijn, die zich onder bekwame leiding tot zwemmers en zwem mende redders zullen willen ontwikkelen, maar we gelooven zeker, dat er veel minder ongelukken zou den gebeuren, als de massa zich beperkte tot een hygiënisch baden, poedelen, in den zomer in on diepe openlucht baden. MIJNHARDT's Zenuw-Tabletten 75 ct. Laxeer-Tabletten 60 ct. Hoofdpijn-Tabletten 60 ct. Bij Apoth. en Örogisten Algemeene vergadering der N.V. Spoorlijn Na tionDorp, Noordscharwoude op Donderdag 12 Mei 1932, 's namiddags 3 uur, in Café „Spoorzicht" bij de laadplaats te Noordscharwoude. OPENING. De Voorzitter, de heer G. Barten, merkt op, dat er op deze vergadering nimmer een groote opkomst is. Het getal aanwezigen is altijd zeer klein en het verloop der vergadering is steeds zeer aangenaam. Spreker hoopt dat de belangen wederom op aan gename wijze zullen worden besproken. Met een woord van welkom aan leden en pers verklaart spreker de vergadering voor geopend. NOTULEN. Na lezing der notulen van de vorige vergadering dooor den secretaris, den heer A. Vroegop, worden deze onder dankzegging aan den samensteller on gewijzigd goedgekeurd en vastgesteld. De penningmeester, de heer P. Deutekom, brengt hierna verslag uit omtrent de rekening 1931. Hieruit blijkt, dat de ontvangsten hebben bedra gen f 15.108.93, de uitgaven daarentegen f9019.48, alzoo een batig saldo van f6089.35. Het kassaldo op 1 Januari 1930 bedroeg f8711.95. De balans sluit in ontvangsten en uitgaven op een bedrag van f201.452.79. Namens de commissie tot het nazien der rekening deelt de heer K. Opperdoes als rapporteur mede, dat alles in de beste orde is bevonden en adviseert tot goedkeuring. De voorzitter dankt de commissie voor hare arbeid in deze en den penningmeester voor zijn gehouden beheer. Met algemeene stemmen wordt besloten tot dé charge van den penningmeester. Als kasnazieners voor de rekening 1932 worden aangewezen de heeren J. Ootjers, J. Kliffen en C. Keeman. VASTSTELLING DIVIDEND DIENSTJAAR '31. Door het bestuur wordt aan de hand van de cij fers voorgesteld het dividend te bepalen op 2Va pet. De Voorzitter merkt op, dat het dividend afhan kelijk is van het vervoer der producten. De mis lukking van de aardappelteelt heeft een groot nadeel bezorgd. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel beslo ten. VERKIEZING BESTUURSLID. Aftr. de heer A. Vroegop, niet herkiesbaar. Naar aanleiding van bovengenoemd aftreden me moreert de voorzitter, dat de totstandkoming van den toevoerlijn heel wat voeten in de aarde heeft als in de andere zaal in burgerkleeding afgebeeld maar in een schitterende riddersuniform. Dan Graaf Anselm's ouders en zoo ging het terug naar de vroegere eeuwen. Heinrich daalde de trap 'af en beschouwde met een gevoel van eerzucht de lange rij der voor vaderen Breitenbach's ook zijn voorouders, zij allen, en hij, hun rechtmatige kleinzoon, stond hier voor hen onder een valschen naam, als bediende van een knaap, die door list, valschheid en verraad van zijn rechten was ontroofd, uitge wezen uit de gemeenschap van deze eerwaardige voorouders, een arme zwakke strijder, die was uitgetrokken om zijn ontnomen rechten te her overen. Maar niet alleen daarvoor, maar ook om den smaad uit te wisschen, die men zijn vader en groot moeder had aangedaan; om zich te wreken op allen, die schuld waren aan die vernedering. Een strijder was hij, maar nog zonder wapenen, zonder schild, nog zonder de geringste verwachtingen op succes, waar de vijand zich tegoed had verschanst, om met goed gevolg een aanval te wagen. Voor de tweede maal wandelde hij de rij langs, van elke beeltenis den naam en het jaartal lezende. Voor een eeuwenoud portret uit het jaar veertien honderd, in zwarte robe gekleed, met een gouden gordel en gouden gespen op de schoenen, stond hij onwillekeurig stil. Wat was er, dat hier zijn aan dacht trok? Wat viel hem van deze beeltenis op? Bij den eersten rondgang had hij niets bijzonders daaraan ontdekt, het was even groot als de andere portretten, met dezelfde gouden lijst. Maar de schil derij hing niet precies met de andere in dezelfde lijn. Het scheen met opzet zoo te zijn geplaatst en voorts scheen het dieper in den wand te hangen. Deze bijzonderheid was het, die zijn aandacht trok. In de geheele zaal stond geen enkel meubel stuk, slechts voor dit portret stond een tafel en voor de tafel een stoel, beide oud en versleten. Wellicht zou hij geen verdere aandacht aan deze bijzonderheden hebben geschonken, maar verder viel het hem op, dat de stoel en de tafel beide vuil waren en bedekt met een laagje zand. Eigenlijk wist hij niet hoe hij deze bijzonderheden zou moeten verklaren. Maar als bij een ingeving stond hij op den stoel en daarop op de tafel. Hij beschouwde de omlijsting meer nauwkeurig, drukte gehad. Hierbij is we 1 wat tegenwerking ondervon den en waren pessimisten in den omtrek, maar ooi; heel wat optimisten buiten dezen omtrek, die voor spelden dat het een reuzenstrop zou worden. Niet tegenstaande dit, zijn de heeren die ervoor waren aangewezen, tch met het plan doorgegaan. Heel wat tijd en moeitie heeft het gekost om de zaak voor elkaar te krijgen en daarin heeft de heer Vroegop een groot aandeel gehad. De resultaten van al dit werk zal ons en zeker den heer Vroegon verblijden. De voorspelling is gelukkig niet uitge komen en voorziet de lijn zelfs in een groote be hoefte. Nu de heer Vroegop, aldus spreker, ons gaat ver laten, past ons zeer zeker hem een woord van dank te brengen voor al hetgeen door hem is verricht. Het doet ons leed, dat hij van ons heengaat, doch ik hoop, dat hij teeds in contact zal blijven met de N.V. en hoopt tevens, dat mede door zijn lid- maatschap, hij steeds met belangstelling de zaken der N.V. 2al volgen. n Spreker besluit met het uitspreken van den wensch, dat de heer Vroegop nog jaren lang den bloei en groe van de N.V. zal mogen waarnemen De heer Vroegop dankt voor de tot hem gerichtte woorden. De heer Kliffen zegt, met eenige verwondering niettemin met achting dit punt der agenda te heb ben gelezen, doch zal de heer Vroegop wel gegronde reden hebben om te bedanken. Spreker memoreert den omvangrijken arbeid van den heer Vroegop, vooral vóór, maar ook tijdens de oprichting die hij er aan gegeven heeft met den helaas overleden heer P. Verburg. Spreker meent gerechtvaardigd te zijn om thans de vraag te richten of de heer Vroegop bereid is nog eenige jaren aan te blijven, daar de functie van secretaris zich in uitstekende handen bevindt Al heeft er weieens verschil van meening be staan en al werden er wel eens krasse woorden geuit dan was zulks een uitvloeisel van vereeniging tegen vereeniging, echter deed zulks aan de onderlinge goede verstandhouding niets af. De heer Vroegop waardeert het gesprokene van den heer Kliffen, doch deelt mede dat gezondheids redenen de oorzaak van dit aftreden zijn. Reeds 20 jaren lang zijn de notulen door spreker geschre ven en laat hij thans deze functie aan jongere krachten, die wellicht meer in de nabijheid van het Dagelijksch Bestuur verblijven, over. De heer Ootjers richt tot den scheidenden pen ningmeester woorden van groote waardeering voor al hetgeen hij in het belang der N.V. heeft gedaan en zegt hem hiervoor hartelijk dank. Hierna wordt overgegaan tot verkiezing van een bestuurslid en wordt de heer G. Deutekom met groote meerderheid als zoodanig gekozen. Waar de nieuw gekozene niet ter vergadering aan wezig is, zal hem hiervan mededeeling worden ge daan. INGEKOMEN STUKKEN. a. Van de vereenigin „De Koophandel" is inge komen een verzoek om bij de a. s. verhuring van het Gpoorcafé de conditie te stellen dat daar geen hier meer mag worden verkocht. In verband met dit verzoek is nog ingekomen een schrijven van den Noordermarktbond naar aan leiding van de gisteren gehouden vergadering, waarop is besloten aan het verzoek adhaesie te be tuigen. Na eene breedvoerige gedachtenwisseling wordt besloten om dit verzoek in handen van het bestuur te stellen. Nog is ingekomen een schrijven van de Tuin- bouwvereeniging „Sint Maarten en Omstreken", af- deeling van den Noordermarktbond, houdende het verzoek om pogingen in het werk te stellen om te komen tot verlaging der consumptieprijzen in het spoorcafé, met name melk en koffie. De voorzitter merkt op dat de bestaande prijzen niet duur zijn en mogen deze ook niet hooger zijn dan te Broek op Langendijk. Besloten wordt het bestuur op te dragen om in overleg te treden met den pachter. Met algemeene stemmen wordt tot bovengenoem de verpachting besloten. De heer J. Ootjers geeft het bestuur in overweging om het gedeelte water, gelegen tusschen de Spoor- sloot en Twuyversloot te doen uitdiepen. De voorzitter zegt toe, dat zulks aan de H. S. M. zal worden verzocht. De heer Jn. Kliffen deelt mede, dat er eenige ringen aan de schoeiing ontbreken, hetgeen een last veroorzaakt met het vastleggen der schuiten en vraagt om verbetering. Hieraan zol worden voldaan. tegen de zijde, die het diepst in den wand was ge drongen en ziedaar, het beeld draaide en bleek een deur te zijn, die eveneens tot een helverlichte ruimte toegang gaf. Ook aan de andere zijde, stond een stoel en een tafel om gemakkelijk in deze kamer te kunnen komen. Welk een verwonderlijke ontdek king! Was dit misschien de verborgen schatkamer van den kamerdienaar? Een oogenblik dacht Heinrich er over na of hij dit geheimzinnig vertrek wel zou binnengaan. Wan neer hij eens betrapt werd? Maar ras overwon hij zijn vrees, begaf zich op de tafel tegenover- de schil derij, draaide het op de meest voorzichtige wijze om, stapte op de tafel aan de andere zijde, draaide opnieuw de beeltenis in haar vorigen stand en begaf zich nu in de verborgen kamer. Het was een naar verhouding tamelijk groot ver trek, aan hetwelk nog een tweede en een derde aansloot van gelijke grootte. Alle drie kamers had den twee dakvensters, die, naar het scheen, op een groot plat dak waren aangebracht. Dit platvorm was weder van een grooten muur omgeven, zoodat de vensters van buiten door niemand konden 'wor den gezien. Zouden deze drie vertrekken slechts door één enkelen bewoner van het Slot bekend zijn? Zij waren inderdaad volgepropt met alle moge lijke voorwerpen, maar alles was in symetrische volgorde opgesteld, nergens zag men eenig stof, een bewijs, dat hier dagelijks of althans vele malen alle voorwerpen stofvrij werden gehouden. Wat hier al niet was verzameld en opgesteld. Een oudheid museum kon niet meer en rijker voor werpen bevatten. Hier waren meubelen van allerlei aard aanwezig, ouderwetsche met kostbare of ver bleekte overtrekken. Oude zijden vrouwengewaden met bonte geborduurde bloemen, uniformen, ridder- costuums hingen aan de wanden. Evenzoo wapens van allerlei aard. Kristallen vazen, oude uurwer ken stonden op commodes en kasten. De laatste waren voor het meerendeel gevuld met serviezen en glaswerk. Hier had een antiquaar met vreugde ver toefd of met een zekere afgunst rondgeloopen. Welk .een schatten mochten er wel op de groote boeken planken, rijk voorzien van lederen prachtbanden, aanwezig zijn? Had de eigenaar daar zelf wel eenig vermoeden van? Een geheele bibliotheek was hier opgesteld. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1932 | | pagina 4