Herdenking van liet 25-jarig ambts
jubileum van Burgemeester A. Klerk
te Sint Maarten.
Zaterdag was het voor de gemeente Sint Maarten
teen merkwaardige feestdag. Het was n.l. Burge
meester H. Klerk die het zeldzame feit herdacht
dat hij 25 jaren burgemeester dezer gemeente was
De geheele gemeente had zich opgemaakt om
deze dag op waardige wijze te vieren.
Van alle huizen wapperde de nationae driekleur,
hetgeen reeds een feestelijke indruik maakte. Ook
voor de kinderen was het feest, want de scholen
waren gesloten en stond er voor de kleinen nog
eenige verrassingen op het programma.
Voor den inging was door kunstige handen van
de ambtenaren eene eerepoort opgericht waarop
stond vermeld „Hulde aan den Jubilaris" alsmede
de jaartallen 19071932. Het geheel was rijkelijk
met groen en bloemen versierd. Aan weerszijden
van de entree van het gebouw, alsmede in de gan
gen waren palmen opgesteld. De raadszaal was
eveneens keurig met palmen, groen en bloemen ver
sierd.
Het aantal zetels was met eenige tientallen ver
groot, daar deze bijeenkomst door velen, hiertoe
uitgenoodigd, werd bijgewoond.
Zoo zagen wij onder de aanwezigen de naaste
familie van den jubilaris, alle raadsleden, de amb
tenaren en de hoofden der scholen.
Klokke 10 uur treedt de jubilaris vergezeld van
zijne echtgenoote de zaal binnen, terwijl alle aan
wezigen zich van hunne zetels verheffen.
De burgemeester was getooid met den ambtske
ten.
De leiding dezer vergadering berustte in handen
van den loco-burgemeester, den heer A. Wit, die de
vergadering opent met het volgende:
Geachte aanwezigen,
Dames en Heeren.
Ik heet u allen hartelijk welkom, en 't is mij
aangenaam, dat aoovelen aan de vriendelijke uit-
noodiging hebben voldaan om door uwe aanwezig
heid blijken van belangstelling te geven.
Als eenig punt op de agenda is de herdenking
van de 25-jarige ambtsvervulling alszoodanig van
den Burgemeester. Het is geen officieele raadsver
gadering, maar eene huldiging van onzen burge
meester bij zijn 25-jarige ambtsjubileum.
En hiermede veriklaar ik deze samenkomst voor
geopend.
Toen ik vanmorgen hier het dorp binnenkwam en
de vlaggen zoo zacht in het zomerzonnetje zag wim
pelen en bij mijn binnentreden van de raadszaal
deze door vriendelijke handen als 't ware in eene
feestzaal herschapen, zeide ik in gedachten; „dat
is een stille hulde aan onzen burgemeester, aan u,
jubilaris. Gij herdenkt heden uw 25-jarig jubileum
als burgemeester van Sint Maarten.
Geachte Jubilaris.
25 jaren, een kwart eeuw, dit is wel een tijd om
even bij stil te staan, en die in gedachte weer eens
na te gaan en te herinneren. Van eenvoudige en
nette afkomst hebt gij u door accuraatheid en ijver
trapsgewijze op den maatschappelijken lader weten
op te werken tot U de onderscheiding ten deel viel
om te worden benoemd tot burgemeester van Sint
Maarten, de plaats uwer inwoning.
Nog jong van jaren, dat U het ambt van burge
meester aanvaardde, is U nu in die 25 jaren be
trekkelijk op leeftijd gekomen en hebt ge uw beste
krachten in het belang van de gemeente gegfven.
Veel is in die jaren in de gemeente veranderd,
en heel wat verbeteringen zijn onder uw beleid en
medewerking tot stand gekomen, waarop gij me:
voldoening kunt terug zien.
Lief en leed hebt u mede gemaakt, maar veel is
er gebleven, o Burgemeester, dat u tot dankbaar
heid zal stemmen.
U hebt mooie jaren, drukke en moeilijke jaren
mede gemaakt.
Mooi in de eerste jaren, druk in mobilisatie- en
distributietijd, maar nu is het wel de moeilijkste
tijd. Steeds meer werk wordt er van U verlangd.
Meer moeite en opoffering getroost gij U om de
gemeentebelangen zooveel mogelijk in de rechte lijn
te houden. En al heeft U nu niet iedereen voldaan,
men zegt, „die iedereen tot vriend begeert, heeft op
het laatst geen vriend meer," maar wat gij doet
naar beste weten, na plicht en geweten, dan geeft
U dat een gevoel van zelfvoldaanheid en anderen
treft u niet.
Hopende dat U nog eenige jaren in gezondheid
met dezelfde ust en ijver uw ambt moge waarnemen
en deze dag in aangename herinnering moge bij
blijven en U, mevrouw als echtgenoote denzelve
nog vele jaren moogt herdenken.
(Applaus).
Hierop volgen de felicitaties der aanwezigen.
Dan is het weer de heer A. de Wit, die den jubi
laris, namens de. gemeente, een prachtig schrijf
bureau aanbiedt.
Dan is het woord aan den jubilaris zelf, die het
volgende zegt:
Geachte aanwezigen,
Het is mij een zeer groote voldoening en genoe
gen U allen hier tegenwoordig te zien, op den her
denkingsdag van de 25-jarige ambtsvervulling, door
mij, als burgemeester dezer gemeente en daardoor
blijk geeft van uwe belangstelling in dit voor mij
zoo heugelijk feit.
Toen voor enkele weken terug de wethouders mij
de vraag stelden, of ik ermede kon instemmen, dat
op heden den 4en Juni, den dag, waarop ik vóór
25 jaar terug voor de hooge en niet minder gewich
tige betrekking, n.l. het ambt van Burgemeester,
alhier werd benoemd, een Raadsvergadering zou
worden belegd, alleen hierop betrekking hebbende,
heb ik dadelijk geantwoord, dat het een groot ge
noegen was, dat de Wethouders een dergelijk ver
zoek aan mij deden, en dat ik daarvoor zeer ge
voelig was en zulks op hoogen prijs stelde, maar
voegde ik er direct aan toe ik zou gaarne
wenschen, dat men, in verband met den huidigen
toestand, waaronder ook onze gemeente zoo zwaar
gebukt gaat, geen feesten gaat opzetten. Dat zou ik
zeer stuitend en tegenstrijdig vinden tegenover de
ingezetenen alhier, voor wier bestaansrecht zij thans
met zoovele groote moeiijkheden te kampen hebben
en waardoor het voor velen zoo treurig is gesteld.
Indien de toestand anders was en men wilde ter
gelegenheid van mijne herdenking dat wèl doen,
dan zou ik mij dat hebben laten welgevallen.
Ik bedank u, mijnheer de Wethouder, voor de
hartelijke woorden, zooeven tot mij gesproken en
U kunt ervan verzekerd zijn, dat het gesprokene
mij zoo heeft getroffen, dat het mij moeilijk valt,
zulks in woorden te kunnen zeggen, doch ik kan U
wel verklaren, dat het mijn streven zal zijn, om ook
na deze periode, zoolang deze functie nog met het
Secretaris-ambt door mij wordt uitgevoerd en waar
voor ik met goede voornemens ben vervuld, dat
gene te zulen doen, wat in het belang der Ge
meente is en wanneer U mij daarin wilt en zult
kunnen steunen, waaraan ik niet twijfel, zal mij
dat een groot genoegen zijn, en zal dit mijn taak
vergemakkelijken en veraangenamen.
Het is U allen toch zeer goed bekend, dat aan de
vervulling van dit ambt, vooral in den tegenwoor-
dlgen tijd, zeer veel moeilijkheden zijn verbonden,
die niet altijd even gemakkelijk zijn op te lossen,
en wanneer men dan ouder wordt, gevoelt men nog
zooveel temeer, dat men, door elkaar te steunen,
zeer vele problemen in de richting en in het wer
kelijke belang der gemeente kan oplossen en dat
door mede- en samenwerking, ook voor een betrek
kelijk kleine gemeente nog zooveel te bereiken is,
al zou men nog wel meer wenschen.
Maar men moet toch altijd willen begrijpen, dat
men niet alles wat grootere gemeenten doen, kan
nadoen en wanneer men dan ook verantwoordelijk
heidsgevoel heeft, doet men dat ook niet. De erva
ring heeft toch geleerd (waarvan ik U aanstonds
enkele feiten zal noemen), dat in een gemeente als
de onze, met ongeveer 1350 inwoners, toch nog veel
tot stand gebracht kan worden, indien de goede
medewerking en de wil er maar zijn. Ik zal mij er
niet op beroemen, dat wat hier is tot stand geko
men, alles door mij is geschied, dat zou een aan
matiging zijn, want de voorbereidingen behooren
bij Burgemeester en Wethouders en vele beslissin
gen bij den Raad, maar ik hoop en heb toch eenig
vertrouwen in mijzelf, dat wat tot verbetering voor
de gemeente en hare ingezetenen is gewrocht, ik
daaraan ook een steentje heb bijgedragen en dat,
wat ik bij mijne installatie als mijn voornemen te
kennen gaf, zooveel mogelijk door mij is nagekomen.
Het was in de maand April 1907, dat ik, wegens
het overlijden van mijn geachten voorganger, den
heer Blom, door den toenmaligen Raad werd aan
gezocht' te willen solliciteeren naar deze betrek
king. Ik stelde dat verzoek wel op prijs, maar al
vorens ik hiertoe overging, was dit wel na ernstig
beraad, want ik moest daarvoor prijsgeven de be
trekking van Gemeente-Ontvanger, een functie, die
door mij met zeer veel ambitie werd vervuld en
waaraan ik zeer gehecht was. Ik wist toen reeds,
dat het Burgemeestersambt, hoewel het vervullen
daarvan destijds niet zoo moeilijk was als thans,
wel eens een begeerd baantje was, maar soms ook
veel onaangenaamheden medebracht.
Maar ik was toen nog jong en dan wil men gaarne
vooruit en al was het salaris toen slechts f350.
tegen dat van Gemeente-Ontvanger f 225.—, besloot
ik toch maar te gaan solliciteeren. Ik deed dat wel
met schroom en vrees, niet wetende of het wel zou
gaan, maar ik werd aangespoord en gesterkt door
den toenmaligen Raad, die mij beloofde zijn vollen
steun te zullen verleenen, wat hij ook in zoo'n ruime
mate heeft gedaan en waarvoor ik altijd zeer er
kentelijk ben gebleven. Ik verklaar gaarne, dat het
mij nog nimmer ernstig heeft berouwd, dat ik tot
de sollicitatie ben overgegaan.
Van degenen, die tot mijne benoeming hebben
medegewerkt zijn nog slechts in leven de H.H. P.
de Boer, G. Schoorl en K. Slot, die ik nogmaal van
hier mijn dank betuig voor hetgeen zij toen voor
mij hebben gedaan, terwijl mij eveneens als een
dankbare herinnering steeds zal bijblijven, de me
dewerking van de andere, inmiddels overleden
Raadsleden.
Bij mijn installatie heb ikdestijdsverklaard.dat
ik de taak van Burgemeester ernstig, doch met
waarheidsliefde en humaniteit, zonder aanzien des
persoons, tot welke rang of stand of godsdienstige
gezindheid dan ook behoorende, zou bekleeden.
Dat is mijn streven steeds geweest en ik meen en
hoop daarin niet tekort te zijn geschoten, hoewel
door sommigen wel eens anders zal zijn veronder
steld of is getracht mij daarvan te doen afwijken,
want voor verdachtmakingen ben ik in die jaren
ook niet gespaard gebleven, evenmin als voor cri-
tiek op mijne handelingen. Wat het laatste be
treft, heb ik mij dit gaarne laten welgevallen, in
dien deze eerlijk en zuiver was; wat het eerste
aangaat, heb ik, behoudens een enkele uitzondering
dat gelaten voor hetgeen het was.
De ondervinding doet men in die jaren wel op,
dat, al doet men het goede en eerlijke als zijn
plicht, het wel niemand mogelijk zal zijn, het een
ieder naar zijn genoegen of tevredenheid te kunnen
maken. Wat ik heb gedaan, heb ik naar mijne
meening en overtuiging met de bedoeling het
Gemeentebelang te dienen uitgevoerd, voor wel
ker belangen ik mij geroepen voel naar mijn beste
weten te handelen.
Dat door mij in die 25 jaren wel eens fouten
zijn gemaakt, dat vermoed ik wel zeer zeker, maar
het spreekwoord uidt:
„Wie niet werkt maakt gèèn fouten."
Ik heb in de uitoefening van mijn ambt, ondanks
de ondervonden teleurstellingen ook veel genoegens
en plezier ondervonden; hetgeen ook met Uwe me
dewerking of die uwer voorgangers of andere cor
poraties is tot stand gebracht, geeft mij ook veel
voldoening. Denken wij maar eens aan de medewer
king tot het tot stand brengen van de Noorder
stoomtram, welke echter door de veranderde tijds
omstandigheden nu weer gedeeltelijk overbodig
wordt; de stichting van het nieuwe Raadhuis,
waarop wij allen trotsch kunnen zijn, de reorganisa
tie van het brandwezen, het aanbrengen van hulp
middelen en brandweercorpsen in de buitenwijken,
de verzekering der brandweerlieden tegen ongeval
len, de Sluisbouw te Stroet, van groot belang voor
het vervoer van tuinbouwproducten, de steun voor
het nieuwe Veilingsgebouw te Warmenhuizen, de
gasvoorziening te Stroet en Ryp, de electriciteits-
voorziening met straatverichting en waterleiding in
bijna alle deelen der gemeente, de verbetering van
de schoollokalen en aanbrenging van nieuwe ban
ken, het verleenen van moreelen en financieelen
steun aan onderwijsinrichtingen, cursussen, de bouw
van het nieuwe Tehuis voor Ouden v. Dagen, en
Hulpbehoevenden en de aanbrenging van centrale
verwarming daarin, de stichting van onze nieuwe
mooie Algemeene Begraafplaats, de krachtige en
succesvolle actie, welke is gevoerd voor het behoud
van het hulppostkantoor en de School-Eenigenburg,
de verdeeling van de gemeente in stemdistricten,
de verleende medewerking voor het verkrijgen van
een destructor met Centrale Noodslachtplaats enz.
enz.
Bovendien werden de gelden verstrekt voor de
totstandkoming van de Roomsch-Katholieke school
en de. school met den Bijbel in deze Gemeente.
Een groote voldoening was dat voor die ingeze
tenen, die van het onderwijs, in deze scholen ge
geven, voor hunne kinderen wenschen gebruik te
makan..
Zeer gaarne breng ijk een woord van dank uit voor
de steun en vriendschap, die ik van U, Heeren Wet
houders, Leden van den Raad, Ontvanger, Ambte
naar, Veldwachter-Bode, Opzichter uitvoering bouw
verordening, het onderwijzend personeel, de bestu
ren van verschillende Corporaties en andere func
tionarissen en de ingezetenen, bij de uitoefening
van mijn ambt, ondanks eventueele verschillen van
meening, welke ook zullen zijn voorgekomen, mocht
ondervinden. Ook breng ik een woord van dank
uit aan de vertegenwoordigers van de pers, voor
him vele tegenwoordigheid in de Raadzaal alhier,
waaraan ik steeds de aangenaamste herinneringen
heb, en voor de steeds uitgebreide, correcte en on
partijdige zakelijke verslagen van het verhandelde
in onze Raadsvergaderingen, waarmede zij niet al
leen ons, doch ook den ingezetenen groote diensten
hebben bewezen. Tevens breng ik een woord van
dank uit aan mijne Echtgenoote en kinderen, die
mij altijd zoo bemoedigend terzijde hebben gestaan,
wanneer de uitoefening van mijn betrekking veel
hoofdbreken, zorg, moeilijkheden of onaangenaams
met zich bracht.
Vele veranderingen hebben zich gedurende de
25 jaren van mijn loopbaan voorgedaan en ik breng
ook hen, die mij door den dood zijn ontvallen ter
hunner nagedachtenis een eerbiedige hulde, even
eens dengenen, die niet meer bij of voor deze ge
meente werkzaam zijn een woord van dank voor
al hetgeen waarmede zij mij terzijde hebben ge
staan en voor de vriendschap, voorzoover zij mij die
konden geven en die ook mij hebben betoond.
Ik zal hiermede eindigen en ik hoop, dat ik in
die enkele jaren, dat de betrekking waarin ik thans
jubileer, nog door mij zal worden vervuld, op uw
aller steun en vriendschap zal mogen rekenen, en
dat onze Raad, de wil de kracht en het goede
voornemen mogen bezielen, om zoowel door zoo
veel mogelijke samenwerking en met eerbiediging
van elkanders meeningen en overtuiging-in jiet be
lang der gemeente werkzaam te kunnen zijn. Dat
men spoedig verlost worde uit de benarde moeilijke
tijden, waarin de Gemeente en ingezetenen thans
verkeeren, en dat daarvoor in de plaats een lange
tijd van bloei en voorspoed moge treden, is mijn
I vurige wensch.
Wat mijzelf betreft, gaarne hoop ik aan u en an
deren steeds mijn vriendschap te kunnen geven,
terwijl, voor zoover mijn krachten, waarvan in het
afgeloopen tijdperk veel is geëischt, zulks veroor
loven, ik gaarne opnieuw met lust werkzaam hoop
te zfjn tot heil van deze Gemeente, waarin ik ben
geboren, groot gebracht en altijd heb gewoond, die
mij lief en dierbaar is. Ik dank U!
(Applaus)
Weth. Glas zegt, dat hetgeen door den Jubilaris
is gezegd, eene juiste uiteenzetting is van hetgeen
gedurende de afgeloopen 25 jaren tot stand is ge
komen. Dat den jubilaris geen critiek is onthouden,
is als vanzelf sprekend, doch laat het groote vlag
vertoon van heden als een symbool zijn, dat dit de
kroon op de critiek is.
Spreker herinnert aan de totstandkoming van
het Tehuis van Ouden van Dagen, waarop de in
woners trotsch zijn. Bij de begrooting van 1930 ad
viseerde de burgemeester, ondanks de tijdsomstan
digheden, deze toch goed te keuren, waardoor de
centrale verwarming in dit Tehuis zou worden aan
gebracht.
De Ouden van Dagen zijn daar zeer dankbaar
voor.
Tenslotte biedt spreker den jubilaris namens de
raadsleden een mooie salontafel aan.
De heer Gootjes zegt, dat hij zeker in den geest
van de Anti-Revolutionairen handelt, indien spreker
den burgemeester van harte gelukwenscht.
Spreker voegt hieraan den wensch toe, dat het
den jubilaris onder de goede gunsten onzes Gods
gegeven moge zijn, dat hij nog jaren tot heil en
welzijn dezer gemeente werkzaam mag zijn.
Namens de 4 ambtenaren voert de heer Heneweer
het woord, dat in den breede memoreert hetgeen in
die 25 jaren is gepasseerd en overhandigd den
jubiaris een bureaustoel.
De heer Nieuwenhuizen spreekt namens de hoof
den der scholen. Spreker uit zijn teleurstelling, dat
ook het geschenk dat de hoofden der scholen wen
schen aan te bieden n.l. een bureaulamp nog niet
is aangekomen, doch hoopt dat zulks hedenmiddag
het geval zal zijn.
De heer Stoop acht het zich een groote eer om
in deze raadszaal als raadslid het woord te voeren.
Spreker sluit zich geheel aan bij de vorige sprekers.
In het bijzonder wil spreker namens de R.K. inge
zetenen nog naar voren brengen, dat zij allen den
burgemeester zeer dankbaar zijn voor hetgeen door
hem voor het Onderwijs inzonderheid voor het Bij
zonder Onderwijs heeft gedaan. Hierbij stipt spreker
aan, dat door den jubiaris steeds is gehandeld zon
der aanzien der religie.
Spreker memoreert de vriendschappelijke ver
houding die steeds heeft bestaan tusschen den
voorzitter en spreker als raadslid. Spreker betuigt
hiervoor zijn persoonlijken dank. Voor den steun,
die spreker mocht ondervinden als secretaris van
het R.K. Schoolbestuur, is speker ook zeer dank
baar.
De heer W. C. Speets, hoofd der O. L. School te
Valkoog memoreert dat door de nieuwe schoolwet
dit schooltje in verdrukking had kunnen komen,
echter, dank zij den burgemeester, is dit nimmer
gebeurd.
Spreker uit hiervoor zijn hartelijke dank, ook
mede namens het onderwijzend personeel te Eeni-
genburg voor het behoud dezer scholen.
De heer A. P. Blaauw, gemeente-ontvanger zegt,
we het langste en meeste met den jubilaris te heb
ben samengewerkt en noemt het een voorrecht en
een zegen, dat de gemeente deze burgemeester
heeft. Spreker hoopt dat de goede verstandhouding
die steeds heeft bestaan, steeds moge blijven voort
bestaan.
Dan is het de heer Nieuwenhuizen die de kennis
making van vóór 30 jaren memoreert en steeds
hulp en raad heeft ondervonden. Spreker dankt
hiervoor den jubilaris. Als bijzonderheid deelt spre
ker mede, dat er tusschen den burgemeester en hem
nooit eenig conflict heeft bestaan. Spreker noemt
het een voorrecht ook mede namens het schoolbe
stuur hartelijk dank te zeggen.
De heer Theunis, hoofd der R. K. School dankt
den burgemeester voor de liefde voor het onderwijs
betoond en zegt dat accuratesse en nauwgezetheid
synoniem zijn met burgemeester Klerk.
Tot slot wordt het woord gevoerd door den heer
Correljee, oud-ambtenaar ter secretarie, die ruim
10 jaar met den burgemeester heeft samengewerkt
en een uitstekende leiding heeft genoten. Spreker
zegt, dat de jubilaris niet alleen burgemeester maar
ook burgervader is geweest. Spreker feliciteert den
jubiaris met dit jubileum.
Burgemeester Kelk zegt een kort woord te zullen
spreken en hoopt en vertrouwt dat dit hem niet
ten kwade wordt geduid, daar het spreken hem te
moeilijk valt.
(Groote ontroering maakt zich meester van den
jubilaris).
Om ieder afzonderlijk te beantwoorden, daaroe
acht spreker zich niet in staat. Spreker dankt allen
hartelijk voor de vriendelijke woorden en zegt, dat
hij zijne eigen voetsporen zal volgen. Spreker zal
zijn uiterste best doen om dezelfde hulpvaardigheid
te betoonen als voorheen. Voorts dankt spreker
voor de stoffelijke blijken van belangstelling, die
spreker op hoogen prijs stelt en hiervoor zeer er
kentelijk is.
Wijzende op de goede verhouding, die onder de
ambtenaren, het onderwijzend personeel en de
raadsleden met spreker bestaat, hoopt spreker dat
deze zal blijven voortduren in het algemeen be
lang.
De stoffelijke blijken van belangstelling zullen
spreker steeds herinneren aan allen en alles.
Spreker richt dan nog een enkel woord tot den
heer Correljee, die spreker zijn vriend noemt. De
10 jaren dat de heer Correljee bij spreker is ge
weest, zal hij nimmer vergeten.
Nadat door den heer de Wit allen dank is ge
bracht voor hunne aanwezigheid sluit spreker de
vergadering.
Door eenige aanwezige persfotografen wordt het
gezelschap op de gevoelige plaat vereeuwigd.
Daarna begaven wij ons naar de aan de over
zijde van het raadhuis gelegen café Rust en Lust
van den heer Zwakman.
De groote zaal was als in een bloementuin her
schapen en een woord van hulde komt den heer
Zwakman zeker toe voor de aangebrachte prachtige
versiering. Het was in één woord af.
Spoedig scharen alen zich aan de keurig gedekte
tafels voor de gemeenschappelijke lunch.
De jubilaris uit nogmaals zijn grooten dank voor
al hetgeen hem ten deel is gevallen en hoopt, dat
het een ieder naar den zin is met het aanbieden
van deze lunch. z
Dan wordt aangevangen met het versterkên van
den inwendigen mensch.
Tijdens de lunch wordt door den heer Zwakman
mede namens zijn familie den jubilaris een ge
schenk aangeboden in den vorm van een gebak, dat
een natuurgetrouwe weergave is van het raadhuis.
Na afloop begeven allen zich wederom naar het
raadhuis om zich op te stellen op de treden van
den ingang en zijn het de schoolkinderen (een 250
in getal) die onder leiding van het onderwijzend
personeel en voorafgegaan door eenige muzikan
ten, komen aanmarcheeren. Velen zijn met de na
tionale driekleur getooid.
De opstelling voor het raadhuis is spoedig ge
schied en dan worden eenige liederen, onder leiding
van den heer Wolters, ten gehoore gebracht.
De publieke belangstelling is zeer groot.
Als de laatste klanken zijn weggestorven weer
klinken luide toejuichingen.
Den jubilaris wacht echter nog eene verrassing
en zien wij vier meisjes met een reusachtig bloem
stukstuk naar voren treden en wordt dit den bur
gemeester met eenige toepasselijke woorden over
handigd, terwijl mevrouw Klerk een prachtig bou
quet in ontvangst neemt.
De jubilaris treedt op de groote schare kleintjes
toe en dankt hen hartelijk voor deze mooie hulde.
En als spreker hem mededeelt, dat zij hierna zullen
worden getrakteerd, dan komt aan de toejuiching
schier geen einde.
Spreker dankt het onderwijzend personeel voor de
leiding in deze.
Weldra klinkt het „Lang zal hij leve." Dan volgt
een driewerf hoera en gaan de kinderen naar het
terrein, geegen naast het raadhuis, waar de trak
taties volgen in den vorm van limonade, gebakjes,
bananen en reepen chocolade.
Het tijdstip van de receptie is dan aangebroken
en begeven allen zich weer naar de feestzaal.
Deze receptie, die gehouden werd van half 3 tot
6 uur is buitengewoon druk bezocht. Van heinde
en verre is men gekomen om den jubilaris te com
plimenteeren. Onder de vele bezoekers merken wij
vele vooraanstaande en bekende persoonlijkheden
o.m., vele burgemeesters uit de omliggende gemeen
ten.
De stroom van bloemstukken, telegrammen, brie
ven en kaartjes houdt gedurig aan en hun aantal is
schier niet te tellen. Onder de telegrammen bevond
zich er één van den Commissaris der Koningin in
de Provincie Noord-Holland. Tijdens de receptie
wordt door een kinderkoortje onder leiding van
Mej. Sluis eenige liederen ten geheere gebracht,
terwijl een klein orkest den middag opluisterde.
Van 6 tot 8 uur werd er eene muziek serenade
gebracht door een gezelschap samengesteld uit ver
schillende personen uit de gemeente en omgeving.
De dag werd besloten met een gemeenschappelijk
diner.
Uit de buitengewone groote belangsteling, zoowel
van de inwoners der gemeente als van buitenaf
spreekt wel ten duidelijkste de groote hoogachting
en waardeering, die men heeft voor burgemeester
Klerk.
Gaarne sluiten wij ons aan bij den wensch, dat
het burgemeester Klerk nog jaren gegeven zij het
burgemeesterschap der gemeente Sint Maarten te
mogen vervullen.
Nieuwstijdingen
Uit ,een brandend huis gesprongen.
Vrijdagnacht omstreeks 12.30 uur meldt de
„Gelderlander" brak brand uit in de pereeelen
bewoond door de families Damen en Eensen; te
SSilvolde.
Die brand werd pntdekt door de kinderen van
D'., die boven sliepen. Dóch typn ze wakker wa
ren en vluchten wilden, was de weg langs de
trap reeds afgesloten door vlammen en verstik-
kenden rook. Zij zagen zich genoodzaakt de
ruit door te ^laa-n en van drie meter hoogte naar
beneden te springen, waarbij H. Dj. zijn sleutel
been brak en pi. D. zich een groote gapende
wonde in het voorhoofd viel, waardoor hij: het
bewustzijn verloor. Hun haren waren reeds van
het'hoofd geschroeid.
[Met veel moeite konden zich de bewoners uit
het andere perceel pedden.
Een geheimzinnige geschiedenis
Vrijdagnacht werden de dienstmeisjes van me
vrouw de wed. B. J. H. te Almelo in haar slaap
gestoord door hevig rumoer en lawaai im huis.
Ze ontdekten bij onderzoek haar mevrouw staan
"de op de gang en hevig bloedende uit wonden aan
haar gezicht en armen. Vermoed wordt, dat in
brekers het huis zijn binnengedrongen. Van spo
ren van inbrekers viel echter niets te ontdekken
Mevrouw H. is naar het algemeen ziekenhuis
vervoerd. Zij zelf kon geen enkele inlichting
verstrekken en weet niet hoe het geval zich
heeft toegedragen. Hoewel haar toestand ernstig
is zijn de verwondingen naar we vernemen, niet
levensgevaarlijk.
Verhoogde snelheid op lokaalspoorwegen
D|e Directie der Nederlandsche spoorwegen
heeft bepaald dat de machinisten voor zoover
de voor den betrokken lokaalspoorweg toegesta
ne snelheid dit veroorlooft, bij vertraging zoo
noodig de snelheid van reizigerstreinen op lo
kaalspoorwegen tot 65 kilometer in het uur moe
ten opvoeren, met inachtneming van de voorge
schreven snelheidsbeperkingen en voor zooverre
de grootste toegestane snelheid van de door hen
bereden locomotief 65 kilometer of meer in het
uur bedraagt.
Zoincrteinperatuur.
Gisteren heeft Engeland den koudsten Juni
dag gehad. De maximum temperatuur bedroeg
gisteren Zondag 53 graden en bleef nog 13 gra
den onder de gemiddelde temperatuur van Juni
Het was kouder dan in de laatste Kerstdagen,
Die diefstal van 60.000 gulden bij de Nederland
sche Landbouwbank.
Op 10 Juni behandeling voor de rechtbank! te
Amsterdam.
De strafzaak tegen den hulpkassier Kok en
den kellner de Haas, die verdacht worden van
den dielstal van 60.000 gulden, eide vorige jaar
bij de Nederlandsche Landbouw Bank te Am
sterdam gepleegd, zal op 10 Juni a.s; voor de
vierde Kamer der Amsterdamsche rechtbank
voorkomen. De beide verdachten zijn, zooals be
kend, na hun avontuurlijke reis in Januari '32
door den Amsterdamschen inspecteur van politie
M. van der Heul gearresteerd en na eenige maan
den in de gevangenissen te Marseille en Aix te
hebben doorgebracht, naar Nederland uitgewe
zen. Aan verdachten wordt tevens ten laste ge
legd diefstal van boeken en bescheiden der Ne-
landsche Landbouwbank, zulks gepleegd om de
diefstal van 60.000 gulden verborgen te houden.
In deze zaak zijn 14 getuigen gedagvaard.