Nieuwsblad v. Holl.Noorderkwartier No 64 telefoon intercommunaal no. sa. DONDERDAG 9 JUNI 1932 41e Jaargang Democratie De Twee Kleinzoons. NIEUWE LAEEDIJKBR COURANT DEZE COURANT VERSCHIJNT DINSDAG DONDERDAG en ZATERDAG. Abo'nn tnen tsprij s ver 3 maanden 1.15. Hilmi: Him I. H. KEIZER. - Redacteur 1. H. KEIZER. Bureel Noordscharwoude. AD7ERTENTIEN: Va» 15 regelt 75 rent; elke regel meer 15 rent GROOTE LETTERS NAAR PLAATS1511 IMTE. In woord en geschrift worden de Amsterdam- sche Federatie der S.D.A.P. gekapitteld over haar houding tegenover de drie socialistische raadsleden in de hoofdstad, dip tenslotte voor de loonkorting der gemeente-werklieden hebben ge stemd. D.e Federatie eischte de ontslagname de zer drie en de betrokkenen hebben prompt aan dien eiseh voldaan. Wat is er nu eigenlijk te laken in dat alles? Van een kortzichtig demo cratisch standpunt, niets. We worden tenslotte - nog democratisch bestuurd. Hart en hand hebben we aan hei de mocratisch stelsel - verpand. Het volk, gegroe peerd in partijen, wijst haar eigen „afgevaardig den'' aan naar de vertegenwoordigende lichamen en het verwacht van die afgevaardigden, dal ze hun stem. zullen bepalen naar den wil van het volksdeel, dat hun het vertrouwen schonk. Hoe meer directe medezeggenschap het volk zich toe kent, hoe consequenter de democratie er door wordt. Hei meest ideale zou zijn, als elk bo- stuurbsesluit bij referendum, dus bij volksstem ming kon worden vastgesteld. Het zou alleen wat te omslachtig wezen en daarom misschien wordt het niet gedaan. Om nu echter zooveel mogelijk tegen onaangename verrassingen bevei ligd tc zijn, hebben de kiezers zich het recht verzekerd om verkeerd stemmen van hun afge vaardigden met den politikken) dood te straffen. Waarlijk niet in de S.D.A.P. alleen. In het boven aangehaalde geval had de Am- sterdamsche federatie bovendien vooraf haar mee ning over het kortingvoorstel kenbaar gemaakt. De S.D.A.P. is een arbeiderspartij en arbeiders zijn nu eenmaal niet voor loonkortingen, ook niet voor gemeente-arbeiders, want dezer loon peil is min of meer richtlijn voor het particulier bedrijf. Arbeiders zijn tegen loonkorting, al be zweren andere menschen ze, dat hun tegenstand nog meer werkloosheid tengevolge zal hebben, inflatie zal veroorzaken enz. Wat we riskeeren zoo zeggen ze, zullen we- dan maar afwachten, maar hebben is hebben We critiseeren geenszins, want het stapdpunt is zuiver men- selielijk. We bedoelen alleen maar aan te, geven, dat men naar een bekenden weg vraagt, indien men omtrent loonsverlaging naar de meening van betrokkenen informeert. Een winkelier laat ook niet, anders dan gedwongen door concurren tie of anderszins, een gedeelte van zijn winst schieten. Hetzelfde geldt voor fabrikanten. Rentetrekkers nemen evenmin uit gemeenschaps zin vrijwillig genoegen met een verlaagden ren tevoet. Indien al zulke onaaangename dingen neodig mochten zijn, dan kunnen betreffende be sluiten slechts worden genomen door menschen die in staat zijn om de noodzaak ervan objec tief te, beoordeelen. v Die Federatie der S.D.A.P. was dus tegen loons verlaging. Begrijpelijk. Nochtans stemden drie van haar mandatarissen m den gemeenteraad ervoor, d.w.z. niet voor het wenschelijke van loonsverlaging, maar voor de onontkoombare noodzaak ervan. Met dat laatste heeft democratie niets te maken. Democratie, al- j thans de uiterste consequentie van het stelsel, ereischt een bestuur naar den volkswil, d.w.z. naar den wil der kiezers. j Alleen wie het onderste uit de kan (der de - j mocratie) wil hebben, moet er op verdacht, zijn, dal hij het deksel (der reactie) op den neus krijgt j Alle goede dingen, welke te ver worden door gevoerd, verworden. Dat staat ook met de demo- oratie te gebeuren. Het is op zich zelf niet on- democratisch, als het volk, rechtstreeks invloed laat gelden op bestuursbesluiten, .het is alleen maar onverstandig en onverantwoordelijk. Een misschien beperkte maar, verstandige democratie houd! in, dat het volk zich afgevaardigden kiest, waarvan het weet, dat ze bekwaam én geschikt zijn om vraagstukken van gemeenschapsbestuur niet alleen te bezien van de zijde van het wen schelijke, maar ook van het mogelijke en in be paalde omstandigheden van het gebodene. Al wij zen de kiezers hun afgevaardigden een richting aan, de gekozenen moeten naar eer en: geweten vaststellen, hoever ze in die richting kunnen gaan. Hel volk moge haar wenschen hebben, het be schikt niet over kennis van alle factoren, welke bepalen, in hoeverre practisch bestuursbeleid met- die wenschen vere-enigbaar is. Het volk moet mannen afvaardigen, aan wie het zooveel ver-; trouwen kan schenken, dat het de beoordeeling van practische bezwaren tegenover bekende ver langens, aan hen kan overlaten. Verstandige democraten kiezen zich vertegen woordigers met kennis en karakter. Onverant woordelijke democraten zenden hun boodschap pers it, voor welke functie zich mannen met kennis en karakter te goed weten. Volksver tegenwoordigers kunnen de democratie ook voor de toekomst nog redden. Volksknechten zullen straks door een opkomende reactie schadelijk wor den uitgedreven uit de regeeringsgebouwen Nog eeus „Sociale lasten1' tijden. Doch al zouden nu alle tuinbouwers in ons goede land één lijn trekken, stel dit ondenkbaar geval eens, dan nog is het financieel onmogelijk, wat de heer v. Dijk voorstaat. 't Schijnt wel, dat velen nog in den waan leven, dat het slechts aan den wil ontbreekt bij de macht hebbers, om allerlei groote en mooie dingen aan 't volk te geven. Men meent, dat de Staat ook nu nog alles kan. Daarbij vergeet men, dat noch de Staat, noch de Provincie, noch de Gemeente zelf over de noodige fondsen beschikken. Alles moet door de burgerij worden opgebracht. En hoe staat het nu met den welstand van ons volk. Want uit ons volksinkomen moet dat enorm be drag, dat de Staat daarvoor noodig heeft, worden geput. Welnu, de waarde van de ter Amsterdamsche beurs verhandelde Nederlandsche fondsen bedroeg in '29 nog 5 miliard gulden. Per 1 Jan. '32 was deze waarde tot anderhalve milliard gedaald. De Nederlandsche Zeevaart Mij. zagen hun bezit tot op de helft gezonken. Ruim 1000 schepen van de Rijnvaart zijn opgelegd. Onze visscherij-vloot ligt voor 75 pet. in de havens te verroesten. De waarde van onze cultuurgrond, totaal 2 millioen. Het is met circa 30 a 40 pet. gedaald. Hoe het onze land- en tuinbouwgaat, behoeft niet nader te worden aangeduid, dat weten we allen wel. Onze industrie worstelt om 't hoofd boven water te houden. Het nationaal inkomen is in 3 jaar tijds gedaald van 4 op 2'/. milliard. In ons land 300.000 werkloozen, het Rijk betaalt aan ondersteunings- kosten nu al 300 millioen per jaar, een in Europa door geen land geevenaarde prestatie. Waar de zaken zoo staan, is er geen sprake van, dat de sociale voorzieningen verder kunnen worden uitgebouwd. Men zint noodgedwongen al op mid delen om het bestaande op goedkoopere, meer be scheiden wijze in te richten. Het Kamerlid Duys heeft voorgesteld alle onder nemers, die in de inkomstenbelasting voor minder dan 1500 gulden zijn aangeslagen, van betaling van sociale lasten te ontheffen. Hij kreeg nul op zijn request. Werd die weg inge slagen aldus de Minister dan zouden de Twentsche industrieelen vrijwel allen vrijgesteld moeten worden, aangezien hun inkomsten nul is De Kamer stond tegenover, het denkbeeld heer Weitkamp, wel vrijstelling voor land- i FEUILLETON 36) „Van harte?" riep haar kleinzoon en duwde haar hand, die zijn rechter omsloot, met drift terug. „Van harte? Dat is niet waar! Nooit heeft u mij een Verzoek ingewilligd, zonder vooraf daartegen alle mogelijke bedenkingen te maken, en wanneer u mij dan gelukkig zoo ver had gebracht, dat ik mij daarover opwond, dan pas mocht ik genadig lijk uwe toestemming erlangen. O, het is verschrik kelijk, nog als een kein kind te worden behandeld. Hij wierp zich achterover, steunde met beide handen zijn hoofd en bleef eenige oogenblikken be wegingloos liggen. „Om Gods wil, Albert, wat scheelt je? klonk het angstig van de lippen der oude Gravin. Ook R°s&- munde en Graaf Stephan traden met bezorgdheid naderbij. De zieke bemerkte dit en richtte zich weder op. Die beiden, die hij lief had, wilde hij geen onnoo- dige angst bereiden. „Die oude echter, sprak hij in zich zelf, „is thans genoeg gestraft en in de juiste stemming gebracht." „Het gaat al weder over," zeide hy luid. ..Gaat allen toch zitten, het maakt mij zoo zenuwachtig wanneer u allen om mij heen staat." Nadat allen aan zijn verzoek hadden voldaan, sprak hij: „Ik heb u heel wat gewichtigs mede te deelen, Rosamunde weet het reeds." Het jonge meisje bloosde; de reed^ ingetreden schemering verhinderde echter, dat de overigen dit konden bemerken. Albert vervolgde: „Wij hebben lang naar den redder van Rosamunde gezocht, nietwaar? hij is gevonden." „Gevonden?" riep Graaf Stephan. „Waar is hij?" vroeg de Gravin. „Ik zal het u direct zeggen, maar vooraf wilde ik de opmerking maken, dat, mettegenstaande wlj voor zijn. daad het grootste offer zouden willen brengen, dit niet groot genoeg kan -zijn om hem naar waarde te beloonen. Bedenk toch, dat onz lieve Rosa niet meer tot de levenden zou behooren, dat zij een afschuwelijken dood zou zijn gestorven, Laatst had ik het genoegen, met een lezer, den heer v. Dijk van Noordscharwoude te discussieeren over de Sociale lasten. Inderdaad is me zulks tot een genoegen, graag wissel ik eens met „onze menschen" van gedachten. Men leert er altijd wat van. Nu deed het me niet aangenaam aan, dat de beantwoorde lezer iets van 'n afstraffing in mijn epistel vond, daaraan denk ik eenvoudig niet. 'k Breng argumenten naar voren, strijd zakelijk en fair en daarmee uit. De persoon blijft geheel en al buiten geding. Als de tuinders het onderling eens waren ('n vrome we'nsch, tusséhen twee haakjes) meende de heer v. Dijk, dan zou er zeker kans bestaan, dat de onzekere positie van den tuinbouwer, waarin hij zich nu bevindt, in een wel verzekerde zou worden omgezet. Dan zou ook hij kunnen deelen in allerlei voor rechten, waarin thans de verzekerde arbeidersstand mag genieten. 'k Geloof echter niet, dat onze arbeiders, ondanks de sociale wetgeving, hun positie nu zoo benijdens waardig achten. Ook zij betalen hun tol aan de ongunst der wanneer de moedige redder niet zijn eigen leven voor haar had veil gehad en zich over haar had erbarmd. Spreek, hoe hoog schat u wel het leven van Rosamunde?" „Een wonderlijke vraag," antwoordde Gravin Louise, „noem ons zijn naam, en wij zullen hem waardig weten te beloonen." „Hm, wat u waardig noemt, maar het is echter nog de vraag, of hij in elk opzicht als waardig zal worden beoordeeld. Gesteld, de redder was van nederige afkomst zou uw dankbaarheid dan iets anders beteekenen, dan eene geldelijke belooning? Zou hij slechts een schrede nader tot ons komen en ,zou u slechts één minuut kunnen vergeten, dat u behoort tot de Hooggeborenen en hij tot de Paria's? Zou uw adellijke laatdunkendheid in staat zijn door vriendelijkheid en dankbare erkenning den afstand te overbruggen die u en hem van elkander scheidt? Ik zou toch meenen, dat een daad, waarbij het eene leven voor het andere in de waagschaal wordt gesteld, een ieder adelt, den geringste zelfs en ik zou niet aarzelen mijn armen tot hem uit te strekken en hem als vriend aan de borst te druk ken Datzelfde verlang ik thans van u!" Maar noem dan toch in 's hemels naam den naam van hem, voor wiens belangen jij zoo bij zonder opkomt? vroeg de Gravin. Rosamunde heeft hem onmiddellijk herkend, en u "grootmoeder, schijnt het reeds te raden, wie hij is' De redder is mijn secretaris, mijnheer Schwarz." Hij dus" zoo mompelde de Gravin. 'Hoe, deze mijnheer Schwarz?" riep Graaf Ste phan. „Maar waarom heeft hij zich in de residentie niet aangemeld, toen ik in het openbaar dit heb V6romdat hij na den brand onmiddellijk op het ziekbed werd geworpen en de advertentie niet heeft gelezen. Maar ook, wanneer dit wel het geval was geweest, dan nog zou hij zich niet hebben bekend gemaakt Zijn bescheidenheid en beleefdheid zou den ook hier borg zijn geweest, dat hij zich nooit over deze gebeurtenis zou hebben uitgelaten, maar Rosamunde deelde mij mede, dat zij hem herkend had waarop ik hem heb verzocht mij omtrent deze redding alles mede te willen deelen. Tot dat oogen- biik wist hij niet wie hij had gered, was dit hem eerder bekend geweest, hij zou zijn diensten hier niet hebben aangeboden. Mijnheer Schwarz heeft eene beschaving en ontwikkeling, die velen van zijn stand niet bezitten; hij heeft eene levensopvatting, Hie hem tot een voornaam mensch stempelt; hy is een edel mensch, dat heeft hij inderdaad door zijn moedige daad bewezen, maar nog met andere van den en tuin bouwers beneden een inkomen van f 1500.— sympa thiek. Doch meer dan welwillende overweging kon de Minister niet toezeggen, want 't ziet er met de nieuwe begrooting niet best uit. Tusschen inkom sten en uitgaven aldus de bewindsman gaapt een angstwekkende kloof. Het ministrieele antwoord komt hierop neer, dat uit hoofde van gebrek aan de noodige middelen, de Staat geen verplichtingen in dit verband op zich neemt. De moeilijkheden nemen hand over hand toe. Regeeren is in dezen tijd allesbehalve gemakkelijk. Uit den Omtrek SINT MAARTEN. Maandagavond was een openbare vergadering uitgeschreven ten huize van den heer P. Schrijver waar als spr. optrad de heer De Weert. Doel dezer vergadering was, actie tegen de dure electriciteits- tarieven." De heer C. Groot Sr. opende deze vergadering met een welkom en vond de opkomst wel wat gering maar hij koesterde de hoop, dat zij die hier heden waren vergaderd, menschen zouden zijn welke vol komen overtuigd waren dat voor de electriciteitsta- rieven actie moest worden gevoerd. Zooals het thans met- deze tarieven staat is het averechtsche voorbeelden zou ik kunnen bewijzen, dat hij een edel karakter heeft en dat wij ons voor hem niet behoeven te schamen. Dat hij van heden af niet meer als een gewoon bediende kan worden aange zien en beschouwd, spreekt wel van zelf; ik wensch dan ook, dat hij dezelfde positie zal innemen als de leeraars en de gouvernantes, al verlang ik voorloopig niet, dat hij gelijk met ons soupeert en dineert. Des avonds echter, na het souper, moet hij in den fami liekring worden opgenomen, hij heeft talent en eigenschappen, die ons nog menigmaal aangenaam kunnen zijn, en niemand moet het wagen, zelfs neef Roderich niet, hem te laten voelen, dat hij van geringe afkomst is?" „Maar, beste Albert," zoo riep de Gravin. Albert vervolgde, zonder op de zijdelingsche op merking van de oude Gravin te letten: „Ik heb nog nooit een mensch gevonden, voor wien ik reeds bij de eerste ontmoeting achting koesterde en tot wien ik mij zoo aangetrokken gevoelde, als hij, ik heb hem reeds mijn vriend genoemd hoort u? als mijn vriend erkend mijn eer is daarmede ge moeid, en een Breitenbach, zelfs wanneer hij nog niet meerderjarig is, staat voor die eer in, en u moet mij daarrn navolgen." „O, dat is edel van u gedacht," zeide freule von Richthofen. „Om uwe meening is nog niet gevraagd, Ulrike!" zeide de Gravin op scherpen toon. En zich thans tot Albert wendende, vroeg zij op gemoedelijken toon: „Ben je in je jeugdige overmoedigheid daarmede niet al te vlug geweest, lieve jongen? Gods genade, die ons door zijn moedige daad is geschonken, wil ik niet onderschatten, en Graaf Breitenbach zal zich stellig op waardige wijze zijn dankbaarheid toonen; maar bedenk toch, dat hij als een nederige dienaar ons huis heeft betreden, dat wij nog niets van hem weten, zijn verleden niet kennen. Wanneer je hem eens had overschat! Tot welke tegenstrij digheden zou het kunnen voeren, wanneer hij de vormen en etiquette niet kende, wanneer hij onbe zonnen en tactloos handelde, zelfs aanmatigend op trad! Welk een affront voor onze standgenooten, wanneer wij dit moesten ervaren!" „Ik sta voor hem in!" „En heb je ook bedacht, welk een grooten eisch je ons stelt? Wij zouden in den familiekring teza men met een bediende moeten vertoeven, om elk oogenblik te kunnen verwachten, dat hij zich in het gesprek mengt, zich tot ons richt." Albert voer in de hoogte en riep met een stem die zfln opgewondenheid en ergernis verried: bereikt en is de electriciteit niet voor de menschen maar juist andersom. De heer De Weerd, hierna het woord verkrijgende, uit mede zijn teleurstelling over de opkomst en meent dat hierdoor het doel der vergadering geen zin heeft, daar juist uit den volksdrang voor het bedoelde moet hoornen en dat blijkt hier geenszins. Spreker gaat toch even goed zijn gang en deelde o.m. mede dat niet enkel de duurte van het elec- trisch tot ontstemming wekt doch ook de willekeur waarmee het prov. bedrijf de prijs vaststelt en vast heeft gesteld. Het komt niet enkel voor dat de eene plaats duurder of goedkooper stookt dan de andere, doch in dezelfde plaats is het verschil in prijs enorm in verschil. Dit, zegt spr., is iets wat totaal verkeerd is en aan dusdanige chaos moet een eind komen. Vooral de tijd van tegenwoordig, nu door de overheid op alle mogelijke manieren pressie wordt uitgeoefend op verlaging der arbeidsloonen en salarissen diende het zdjn prijzen ook in evenredigheid hiermede te brengen. Voorts meent spr. dat een overheidsbedrijf beschermend op moet treden en stelde spr. als eerste eisch dat aan hen, welke dit niet konden betalen gratis licht moest worden verstrekt. Na deze enkele Woorden vraagt spr. of de actie ter verkrijging van lager tarieven nog door moet gaan, waarop de vergadering de meening is toege daan van wel, daar dit weinige bezoek geen maat staf der gezindheid onzer bewoners uitdrukt daar hier, evenals anders, het vergader bezoek altijd matig is en de drukke werkzaamheden bij velen geen vergadering bezoek toelaat. Na eenige bespreking wordt besloten om alhier over niet te langen duur weer een vergadering te beleggen, om meer doel en kracht aan deze komende vergadering te geven Wordt door den heer De Weerd op voorstel van de vergadering een progam van actie opgemaakt. Dit program zal na bespreking bij de verschillende op te richten comite's worden besproken en bij overeenstemming aan de ingezeténen van N.H. ter teekening worden aangeboden. Zoo naar aanleiding van dit progarm en de ver gaarde handteekeningen, blijkt, dat een groot deel der bevolking deze actie wil, zal hieruit verdere actie gevoerd worden tegen en de kopstukkenu van het bedrijf. Dit program van actie luidt als volgt: „De crisistoestand op het platteland is van dien aard dat het de menschen niet meer mogelijk is de hooge electriciteitstarieven te betaen. De prijs van de stroom van het licht is niet alleen hoog, maar ook zeer ongelijk. Velen betalen het maximum, anderen betalen weer minder. Het wórdt als een onbillijkheid gevoeld dat de verbruiker meterhuur moet betalen daar dit Instru ment alleen voor de P.E.N. nuttig is. Het vastrecht is thans verplichtend. Het komt ons voor dat de verbruiker hierin vrij moet worden gelaten. Er wordt een provinciaal comité gevormd dat deze actie ter hand zal nemen. In St. Maarten werd op een vergadering het vol gende program opgesteld. Vervallen van de meterhuur, verlaging van het vastrecht tarief. Vaststelling van de te betalen stroomprijs naar gelang van het inkomen. Vrijstelling van betaling voor degenen wier in komen lager is dan f 16.00 per week. Verbod van afsnijding wegens schuld, zoolang voorgaande regeling niet in werking is getreden en niet verplichtend stellen van vastrecht. Hierover worden spoedig door de geheele prov. vergaderingen belegd. De data's worden nader bekend gemaakt. Sympathiebetuigingen worden ingewacht bij de secretaris van het prov. com., de heer H. de Weerd te Nederhorst den Berg of bij de heeren C. Groot Sr,. St. Maarten; P. Jonker, Eenigenburg; K. Mink, War- menhuizen; J. Hoeve, Dirkshom. Na voorlezing door den heer De Weerd van dit program kon dit aller goedkeuring verwerven en werd besloten tot de actie over te gaan. Hierna sloot voorzitter met een gepast woord deze bijaankomst en ging een ieder in afwachting op de dingen die komen zullen naar zijn legerstede. „Nu, luister, grootmama, wanneer ik niet waan zinnig zal worden! Voer al uw adellijke troepen in het geweer, om mij arme zwakke voorvechter voor eer en gerechtigheid te verslaan! O, deze eeuwige vooroordeelen! Moet u mij dan elke kleine vreugde door uw nietige bezwaren ontzeggen? Hij greep opnieuw met beide handen naar zijn hoofd en zich toen tot Graaf Stephan wendende, zeide hij: „Papa, ik vraag u thans met grootmama is niet meer te onderhandelen, en ik zal dat ook in het vervolg niet meer doen wordt mijn wensch vervuld of niet?" „Albert, ik verklaar mij reeds gewonnen," ant woordde de Graaf, angstig geworden door de op winding van zijn zoon. „Wanneer het niet geschiedt," zoo ging de zieke verder, „zoo verklaar ik, dat ik ook niet meer in de familiekring zal verschijnen en mijn avonden met mijn vriend, mijnheer Schwarz zal doorbrengen." „Ik, mijn jongen," zoo antwoordde de vader, heb er niets op tegen, hij is een net mensch, heeft wer kelijk goede manieren, waarom zou hij evengoed niet als dokter Bank en den muziekleeraar in ons •gezelschap kunnen zijn?" „Ik dank u, papa." „De muziekleeraar is ook geen voorbeeld van goede vormen," zeide freule Ulrike. „De zaak is afgedaan," zoo nam Albert weder het woord, „heden avond zal Ik hem binnenleiden, en ik verwacht u, grootmama aan de spits dat u papa en Rosamunde hem eerst uw dank zullen betuigen, waarop papa hem vraagt op welke wijze hij nog op een andere manier zijn dankbaarheid kan bewijzen." „Stellig, mijn zoon," antwoordde de vader, „de jonge man heeft ook reeds mijn sympathie en achting gewonnen; „Die mijn innig geliefde dochter heeft gered, is ook mijn vriend. Ach, wanneer hij er niet geweest was, dan zat je niet in een heer- Jijike en bloeiende gezondheid naast mij, en nooit, nooit had ik dit ontzettende leed kunnen over winnen. Zijn gevoel overmande hem, hij. stond op, liep op zijn dochter toe en drukte een kus op haar voorr hoofd. „Nu verzoek ik u mij alleen te laten", zeide Al- bert, „na dit drukke onderhoud moet ik een oogen blik uitrusten." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1932 | | pagina 1