Kameroverzicht miJlHAREST'S KINDERZALF Birnenlandsch Overzicht Buitenlandse!* Overzicht OnsGourantenverhaal Ons Weekpraatje Zelf zijn we, helaas, nog nimmer in Indie ge weest, het wonderland in het Oosten, dat zoo veel geheimen en onbegrijpelijke zaken in den schoot verborgen houdt. Gelijk andere 'Neder! an ders echter hebben we in ons schoone Insulinde familie en kennissen, die er leven en werken, het vaderland ter eere en zich zelve ten voordeele. - Aan een onzer Indische vrienden hebben we van de week een briefje, van beneden 5 .gram, met het volgende daarin vervatte verzoek, gezonden: Naar zoo nu en dan tot hier doordringt, komt er in jullie contreien een bijzonder soort we zens voor, welke men bestuursambtenaren heet. Het schijnt niet volkomen vast ié staan of die wezens tot het menschenras kunnen worden gerekend, dan wel als een wreed soort apen moeten worden beschouwd. Hier in Ne derland is een algemeene belangstelling voor de definitieve oplossing van dit vraagstuk. Doe me dus het genoegen en schiet vandaag of morgen eens zoo'n individu, liefst een mannetje, neer. Je zoudt er de wetenschap zeer mee gerieven. Als het wat moeilijk mocht zijn om je jachtbuit te prepareeren en te conserveeren, stroop dan maar alleen het, huidje af en stuur me dat toe met het ge raamte. Laat zoo mogelijk, nog een paar tanden zitten in den mond van het te schie- ten exemplaar. En nu leven we in afwachting van een tele gram, hetwelk de volkomen bevrediging van on ze wetenschappelijke verlangens in uitzicht stelt Laten we om elk misverstand uit te sluiten het is zoo'n rare tijd tegenwoordige - aan stonds nadrukkelijk verklaren, dat het boven staande slechts een sinister grapje van ons; is, en we een Vergelijken brief heusch niet heblben verzonden. Alle verontwaardiging, welke we ge wekte ouden hebben, indien we ons inderdaad zoo zouden hebben vergeten, kan worden overge dragen op enkele Indische bestuursambtenaren die inderdaad een moordpartij hebben georgani seerd van ongeveer gelijken aard, als door ons in bovenstaanden brief werd gefantaseerd. Ergens in het oerwoud van Sumatra schijnen zich wezens op te houden, die erg schuw zijnj en met onze beschaving liever niet in aanraking wenschen te komen. Het zijn beslist menschen, zoo lazen we van de week pog in een artikel van een ge wezen Indischen ambtenaar. Hij had er, naar zijn beweren al eens een ontmoet. Het ,is zelfs een heel goedig soort volk, vertelde de schrijver alleen wat klein en fijn van? bouw, en een, taaltje, brabbelend onder elkaar, hetwelk we niet verstaan. Dat laatste is toch waarschijnlijk niets bijzonders. Zulke taaltjes hebben zelfs meerma len in sommige uithoeken van ons land kunnen opvangen, zonder dat we ooit in de verleiding kwamen om te schieten ,op de menschen, die er zich van bedienden. Hoe het zij, omdat die Indische wezens zich zoo afzijdig houden, hebben pe veler nieuwsgie righeid en de belangstelling van de wetenschap opgewekt. Alle verschijningen, welke slechts vluchtig opdoemden, worden met veel fantasie omweven. Een bok, die in een donkerenl avond een mensch schichtig voorbijschiet, wordt in diens verbeelding gewis een baarlijke duivel. Zoo werd het schuwe Indische wezen, dat zichi met zooveel zorg aan de waarneming der wetenschap onttrokken hield, een Orang Pendek geheeten, d.i. een schepsel, dat tusschen mensch en aap zou staan, een wezen dus, dat uit de apenlaarzen ont wassen moet zijn, maar nog niet in menschen- schoenen is gestapt. Om een en ander nu precies te kunnen vaststellen, heeft een Indische be stuursambtenaar aan alle jagers in zijn gebied doen weten, dat hij de toezending vaij een ge schoten exemplaar van den Orang Pendek zeer op prijs zou stellen. De wetenschap kan dan uit maken of men hier met een mensch te doen heeft, dan wel met een aap. Aan zijn verlangen is prompt voldaan, de bestuursambtenaar heeft reeds de huid van een vrouwelijk jong{ op zijn kantoor liggen, alsmede het geraamte van het neergeschoten wezen, dat bij de achtervolging en de moordpartij zelfs nog een paar tanden in den mond heeft kunnen houden. De jacht op andere, gevleuhte exemplaren wordt intusschen voortgezet. Als de Dajakkers op Borneo een jaar of wat geleden een blanke oppeuzelden, dan tuurde ons gouvernement een strafexpeditie. Waarom deed ons Indisch bestuur dat eigenlijk? Als on ze bestuursambtenaren willen weten, of zij in een bepaald geval met menschen te doen hebben die mogelijk in aanmerking zouden kunnen ko men om ze belasting te laten betalen, dan wel met apen, dan laten ze een paar exemplaren schie. ten en dezer huid afstroopen voor wetenschap pelijk onderzoek. We kunnen ons voorstellen, dat ook de Diajakkers bij het zien| van blanke wezens benieuwd waren te weten, met wat, voor soort schepselen ze te doen hadden. Hun methoden van wetenschappelijk onderzoek zijn alleen een beetje anders. Ze roosteren het gevan gen wezen en proeven dan aan den, smaak, wat het is. Als onze regeering consequent wil blijven, - moet ze ook een strafexpeditie uitsturen ttegen degenen, die de jacht op den Orang Pendek heb ben ontketend zonder te weten, of het mensehen of dieren waren, waarop ze lieten jagen en schieten. Wc hopen dat ze het doet. EERSTE KAMER. Het osntwerpEbels aangenomen. De Zuivelwet. TWEEDE KAMER. Het Clearing-ontwerp aanvaard. Wijnkoop als wetgever. De Kamer in een royale bui. De Eerste Kamer heeft zoowaar zonder al te veel tegenstribbelen het wetsontwerp-Ebels (Pacht- commissies in den geest der vroegere Huurcommis- sies) aangenomen. Een poosje geleden had men nog aan een dergelijk resltaat kunnen twijfelen, maar er zijn Eerste Kamerleden, die intusschen ervaren hebben, dat noch boer, noch publieke opinie zich gemakkelijk meer in een hoek laten drukken. Ook Ir. Koster (V. B.) was vóór het ontwerp. Hjj had er zelfs iets moois in ontdekt: de productiekosten zou den er door worden verminderd. Nu hoopte hij maar, dat de regeering óók maatregelen zou nemen om elders eveneens tot zoodanige vermindering te geraken. Hij doelde natuurlijk op loonsverlaging, endaarom kreeg hij den heer Rugge (S. D.i weer tegen zich. Zoo hebben we tegenwoordig alle maal ons eigen heilig huisje! De Crisis-Zuivelwet kwam op Woensdag van deze week in de Eerste Kamer aan de orde. Dezelfde bezwaren klonken hier op als aan de overzijde van het Binnenhof waren gehoord; de goede naam van onze natuurboter zou iin gevaar komen; de mar- garne (melange) zou te duur worden voor de vele armen van dezen tijd enz. Maar ook de Eerste Kamer zal het lot der wet laten bepalen door de grootere voordeelen. En door de omstandigheid, dat de boeren niet langer wachten kunnen op wat an ders en beters. Geen stelsel van steun is trouwens te bedenken, dat geen bezwarennaast voordeelen zou brengen. Het Clearing-ontwerp van minister Verschuur is door de Tweede Kamer aangenomen met 772 stem men der communisten. Het is een ontwerp, dat aan de regeering groote bevoegdheden toekent voor wat de deviezenregeling betreft. De minister beloofde van de wet geen gebruik te zullen maken voor een protectionistische politiek, dus niet om den invoer er mee te regelen, wat Dr. Kortenhorst (R.K.) graag gewild had. Het doel van het ontwerp is uitsluitend, zoo betoogde de minister, om den-gulden op peil te houden. Dr. van der Waerden (S. D.) geloofde dat gaarne, maar hij was er toch wel een beetje huive rig voor om zulke groote bevoegdheden af te staan. Hij vroeg de samenstelling van een vaste commissie voor crisiszaken, met welke commissie, uit Kamer leden bestaande, de regeering regelmatig overleg zou kunnen plegen. „Met genoegen", zei Minister Verschuur. De commissie zal dezer dagen het le venslicht aanschouwen. Toen kregen we het optreden van den heer Wijnkoop (Comm.) als wetgever. Hij had een initia- tiefontwerp ingediend ter bestrijding van de nadee- lige gevolgen der crisis voor de arbeidersklasse, iedere werklooze zou volgens dit ontwerp een uit- keering krijgen, gelijk aan het voorheen verdiende volle loon. Wie, vóór deze zegening wet werd, ten minste drie maanden werkloos was, kreeg bovendien kleeding en schoeisel voor zich en zijng ezin. De kosten van een en ander? Leger- en vloot zou wor den afgeschaft en wat we dan nog te kort kwamen, zouden we verhalen door een nieuwe belasting op de vermogens. Kupers (S. D.) noemde het heele geval onzin, en zóó duur, dat ze over zulke regelin gen ook in Rusland niet prakkezeeren. Het eèrste artikel van de wet viel met 61—2 stemmen, toen trok Wijnkoop zijn wetsontwerp in. De heer Duys (S.D.) heeft zijn motie verdedigd om werkgevers met inkomens beneden 1500 gld. per jaar vrij te stellen van de lasten der sociale verze keringen. De beloeling was werkelijk mooi, ook de minister gaf het toe. Maar, zei deze, het kost 11V2 millioen en ik weet er het geld niet voor te vinden. Zoo'n motie heeft een verre strekking, be- taogde hij. Rijke textielfabriekanten b.v. werken op het oogenblik met verlies en hebben dus in het geheel geen inkomsten, al wil dat niet zeggen, dat ze ook financieelen weerstand meer hebben. Vol gens de motie-Duys zouden ze van het betalen van premiën moeten worden vrijgesteld. De heer Ver schuur, vond, dat er geen reden was voor een royale bevlieging; de heeren zouden straks schrikken, als ze de nieuwe begrooting onder de oogen kregen. De motie-Duys werd verworpen met 5626 stem men. Moties van ongeveer gelijke of iets verder gaande strekking der heeren Braat, Ds. Kersten en Weitkamp, ondergingen eenzelfde lot. Uit de debatten kwam nog een motie-Wijnkoop voort, waarin onverwijlde maatregelen der regeering worden verlangd voor de instelling van een alge meen staatspensioen op 60-jarigen leeftijd. Deze motie zal „op nader te bepalen dag" worden be handeld, zoo werd besloten. Na de revolutie! riep de heer Duys den Com munist toe. geneest het huidje van Uw kindje. Doos 25, Tube 40 ct. Bij Uw* Drogist Zal de negeering tot drastische bezuini gingen moeten overgaan? Socialis tische gemeente-politiek in de hoofd stad. Josephine Baker en haar hondjes. Allerlei. Ofschoon de Kamers nog maar sinds kort gereed zijn gekomen met de behandeling van de begrooting 1931-'32, is de regeering al weer druk doende met de voorbereiding van de nieuwe begrooting, van welke minister Verschuur ons op Dinsdag j.l. een onaan gename bijzonderheid verklapte. Bij de behandeling n.l. in de Kamer van de moties, welke ontlasting van kotten der sociale verzekering beoogden, waar schuwde de minister tegen goedgeefschheid. Als men de nieuwe begrooting onder de oogen krijgt, zoo deelde de heer Verschuur mede, zal men zien, dat er „een kloof te overbruggen valt, waarvan de haren te berge zullen rijzen. Op de meest dras tische wijze zjil op alle gebied moeten worden be zuinigd." In dit verband memoreerde de minister ook het ïanport van de Bezuinigingscommissie- Weiter, dal weldra aan de Kamer zal worden over gelegd. Op het oogenblik is dat rapport nog steeds geheim, maar wel circuleeren hardnekkige geruch ten, dat bedoelde commissie tot zeer ingrijpende bezuinigingen zou hebben geadviseerd, o.a. aanmer kelijke ..a'aviskörtingen, opheffing van het militair beroepskader, millioenen-besparing op Onderwijs door hst :laatsen van hulponderwijzers voor de laagste klassen enz. Het stemmen vóór de loonkorting der gemeente arbeiders te Amsterdam, heeft voor de drie betrok ken socialistische raadsleden, Mr. van de Bergh, Ossendorp en Dr. Polak, tot gevolg gehad, dat ze hun ontslag moesten nemen uit den raad. De Am- sterdamsche Federatie der S.D.A.P. heeft dat althans van ze verlangd en de gevonnisten hebben dee moedig het hoofd op het politieke schavot gelegd. Het is hier niet de plaats om die Amsterdamsche aangelegenheden te beoordeelen, maar de zaak heeft beroering genoeg gewekt om eene belichting van het drama te rechtvaardigen. Buiten kringen der S. D. A. P. wordt het ten zeerste afgekeurd, dat de Amsterdamsche Federatie de socialistische raads leden blijkbaar als lasthebbers beschouwt, die hun congé verdienen, als ze hun boodschap verkeerd overbrengen. Het is een klaar recht van elke poli tieke partij, dat ze haar vertegenwoordigers tot af treden beweegt, zoo gauw deze van het beginselpro gram afwijken, waarop ze zijn gekozen. Dat de bedoeld# raadsleden echter niet tegen het beginsel program hebben gezondigd, blijkt wel overduidelijk uit de omstandigheid, dat een hunner nag zijn gedwongen aftreden als raadslid door de partij candidaat werd gesteld voor het lidmaatschap der Eerste Kamer (de heer Ossendorp), terwijl een an dere afgetredene, Mr. Van de Bergh, zijn mandaat in de Tweede Kamer door zijn partij ongemoeid kanb lijven vervullen. De beginselvastheid der ge- vonnisten is dus blijkbaar niet in het geding. Be halve van buiten den kring der S. D. A. P. vinden de afgetredenen, die geen conflict wenschten met hun geweten, noch met de partij, óók sympathie van leidende figuren uit de socialistische beweging, als van Albarda, Wibaut en Henri Polak. De katho lieken in den Amsterdamschen raad schijnen niet van zins te zijn om met den gang van zaken ge noegen te nemen. Zij hadden zich met de socialis ten en de vrijz. democraten tot een z.g. werkmeer- 1 derheid verbonden, maar Mr. Romme, leider der katholieke fractie, dringt nu op meerdere klaar heid aan „omwille van de zuiverheid der politieke j verhoudingen." 1 Josephine Baker, de koffie-bruine danseres, die j tegenwoordig ook een liedje moet kunnen zingen, in in de hoofdstad feestelijk ingehaald door een 1 verdwaasde menigte. Men wordt wee bij het lezen der velerlei interviews met haar, in sommige groote bladen weergegeven. Het gaat allemaal over Jose- phientje en haarhondjes; hoe ze ze aait en j knuffelt en vertroetelt. Waar Josephientje is, daar zijn haar hondjes en.... de Amsterdammers. De i gemeenschap ligt geslagen in crisis-ellende; de schouwburgen zijn leeg; onze kunstenaars zijn broo deloos. Maar heel Amsterdam vergaapt zich aan de koffie-bruine negerin, van wie men niets méér weet, dan dat ze eens danste met slechts een gordel van bananen als kleed. Avond aan avond is de groote zaal van Carré tot in de hanenbalken opge propt met bezoekersDe Amsterdammers loopen achter Josephientje aan, juist gelijk deze hondjes! Tenslotte eenig gemengd. De organisaties van spoorwegpersoneel hebben van de week ook het jongste voorstel der 'directie tot loonkorting afge wezen. Het beoogde een 5 pct.-korting toe te passen op 1 Juli, waarna men tegen 1 Jan. a.s. weer verder zou zien. Thans zullen weer nieuwe besprekingen worden ingeleid van den Personeelraad met de directie. Dr. Posthuma is door Minister Verschuur naar Parijs afgevaardigd voor .onderhandelingen met de Fransche regeering, welke nieuwe moeilijkheden voor onzen zuivel-export uitbroedt. En de Justitie deed van de week een poging om eindelijk eens paal en perk te stellen aan de straffelooze en ongemoti veerde beleedigingen, welke „De Tribune" regel matig in haar kolommen tot geestelijke en burger lijke overheidspersonen richt, terwijl de bedrijvers zich met alerlei trucjes aan hun verantwoordelijk heid pogen te onttrekken. Bestelt uw - drukwerk aan Drukkerij te föoorefssharwoude. BUITENLAND. Het kabinet-Herriot presenteert zich. De Duitsche politieke crisis. I Staatsgreep in Chili. Het kabinet-Herriot is op Dinsdag j.l. voor de Kamer getreden. Men weet, dat de socialisten voor deelname aan de kabinetsvorming onaanvaardbare eischen hadden gesteld, zoodat Herriot tenslotte een kabinet van uitsluitend radicalen formeerde, plus een gewezen socialist, Paul Boncour,, die oor log kreeg toebedeeld. Het kabinet werd vertegen woordigt dus slechts een minderheid, maar rekent op oen weiwillenden steun van de middengroepen. Of zulks den premier tot zoo'n gematigde houding heeft geïnspireerd, óf dat de heer Herriot mét de jaren wat van zijn radicale veeren aan het verliezen is, valt niet te zeggen, maar wie van hem avontuur verwachtte of zelfs maar een enthousiast vertoon van toenaderingsgezindheid tot de vroegere vijan den, dan wel een toeschietelijke houding ten op zichte van het ontwapeningsvraagstuk, die schijnt bedrogen te zullen uitkomen. Vóór Herriot het woord nam, werd een verklaring voorgelezen van Lebrun, den nieuwen president der republiek, waarin o.a. voorkwam: „Frankrijk zal zich beijveren de groote beginselen van het eerbiedigen der onder- teekende verdragen en van het gegeven woord te handhaven, wantenz." Dat wil zeggen: géén herziening van het verdrag van Versailles en geen kwijtschelding van schulden. Op precies denzelfden toonaard was de rede van den nieuwen radicalen premier afgestemd. „Wt de reparatie betreft zoo sprak hij kan Frankrijk niet de rechten laten betwisten, die voortvloeien uit de verdragen, welke door de eer der onderteekening zijn beschermd." Ons dunkt: Tardieu had op deze woorden kunnen applaudiseeren! In zake ontwapening was Herriot rnede zeer gereserveerd. Frankrijk, zoo heette het, wil met alle goede plannen te Genève accoord gaan, maar de ontwa pening moet vooral „voorzichtig" gaan, in „etap pes', gelijktijdig en geleidelijk, ende nationale veiligheid dat rekbaar begrip mag er niet door in gevaar worden gebracht, ook van Herriot ve- wachten we weinig voor Genève. Wat de binnenlandsche politiek betreft, deze zal vooral op een snel financieel herstel gericht wezen, kondigt de nieuwe regeering aan. Werkloozensteun zal worden uitgebreid en openbare werken zullen worden ondernomen om de werkloosheid te ver minderen. Het middelbaar onderwijs zal kosteloos te volgen*worden gesteld. Dat is het voornaamste uit Herriot's program. Het kabinet kreeg een vertrouwensvotum met 384 115 stemmen. Minder spoed dan met de ontbinding van den Rijksdag, had Von Papen, de nieuwe Duitsche rijks kanselier, met het uitschrijven der noodig geworden verkiezingen, waarvoor de 31 Juli is vastgesteld. De wet liet hem voor die verkiezingen een termijn van 90 dagen na de rijksdagontbinding; tot bijna den laatsten dag heeft Von PajJen voor uitstel benut. Het blijkt thans, dat de nieuwe bewindvoerders zich vooraf met de Nazzi's hebben verstaan, die het kabinetVon Papen zullen dulden, maar voor zich de regeering in Pruisen schijnen te hebben opge- ëischt. Het kabinetBraun doet daar de zaken voor- loopig nog af, omdat in Pruisen zoo moeilijk een nieuwe regeering kan worden gevormd. Nazzi's en Duitsch Nationalen hebben verklaard slechts op een volgeling van Hitier te zullen stemmen als toe komstig minister-president, maar beide partijen blijven tesamen nog enkele stemmen van de ver- eischte meerderheid verwijderd. Uit het tegenge stelde kamp echter kan, als gevolg van de groote onderlinge tegenstellingen, heelemaal geen serieuze candidaat naar voren treden. Onder die omstandig heden was de Pruisische Landdag tot den 22 Juni verdaagd, maar thans heeft Von Papen te kennen gegeven, dat hij op een bespoedigde bijeenroeping van den Pruisischen Landdag en de samenstelling van een nieuwe verantwoordelijke regeering prijs stelt, daar de rijksregeering met Pruisen belang rijke zaken heeft te regelen. Eenvoudiger is de situatie in Mecklenburg Schwe- rin, waar Hitier Zondag j.l. zoo'n eclantante over winning behaalde. Aanvankelijk, werd zelfs bericht dat de Nazi's er de meerderheid in den Landdag hadden veroverd, maar een hertelling der stemmen zoo 44 méé voor de communisten hebben opgele verd en ook een zetel meer voor dezen. Het resultaat zou daarmee geworden zijn: 30 Nazi's tegenover 30 leden van andere partijen. De Duitsch Nationalen beschikken echter ook over 5 zetels, zoodat de Nazi's met dezen over een regeeringsmeerderheid beschik ken. Het schijnt, dat de fascistisch-socialistisch-com- munistische regeering, welke in den Zuid-Ameri- kaanschen staat Chili door een omwenteling aan het bewind kwam, moeite heeft om de geesten te be zweren, welke ze door de zeer radicale uitingen na het gelukken van staatsgreep zelve opriep. De nieuwe regeering heeft zich gehaast om het buiten land en ook de burgers in eigen land gerust te stel len omtrent haar bedoelingen, maar drommen werk- loozen eischen thans van de regeering opvoering van het radicale avontuur, dat hun in uitzicht werd gesteld. IN BESLAG GENOMEN. De heer Blommerse van Meerhoven, adjunct commies aan het departement van financiën in Den Haag, was een deftige en gewichtige persoonlijkheid d.w.z. zijn vrouw en beide dochters waren daarvan ten volle overtuigd, tot leedwezen overigens van den heer Blommerse van Meerhoven, die zich be wust was, dat hij aan de uitvinding van het bus kruit dood-onschuldig was geweest en die niets an ders verlangde dan het rustig en gemakkelijk le ventje, dat hem in zijn arbeidsuren tot deel was, ook in zijn vrijen tijd te kunnen voortzetten. Daarvan was echter geen sprake. Als de heer Blommerse ergens op het Plein in Den Haag na afloop van werk een biertje had genomen, of een apperitif gebruikt, dan haalden vrouw en dochters bij zijn thuiskomst hóóg haar dèftige neusjes op en ver kondden ze met afgrijzen, dat het in huis naar bóótwarkers rook. Dan werd de heer Blommerse naar de keuken gestuurd om er aan de meid een paar koffieboonen te vragen, die hij zóó lang moest kauwen, dat alle genever- of bierluchtjes in het koffie-aroma waren opgelost. De dames Blommerse van Meerhoven hielden van paradeeren. Des zomers kon men ze op een bepaald uur in den vroegen vooravond ter Scheveningsche Piere bewonderen, mama, geflankeerd door haar beide dochters, vóórop, de heer Blommerse een halve pas schuins-links-achterwaarts. Bij deze en dergelijke zeer regelmatige uitstapjes had de heer Blommerse, die er noch het nut noch het vermaak van kon inzien, zich gkarne verschoond, maar mama, stónd er op, dat papa meeging, eerstens omdat het goed staat, als een vrouw zich door haar man laat vergezellen, tweedens omdat het impo neert, wanneer een vrouw haar man gedwee een halve pas schuins-rechts-achterwaarts kan laten marcheeren. Er was overigens nooit eenig mee- ningsverschil in de familie, want de heer Blom merse van Meerhoven was zéér duldzaam Maar met Juni, als het vischseizoen was geopend, was de heer Blommerse van Meerhoven niet te houden. Visschen was nu eenmaal „zijn" sport, zijn eenige liefhebberij, zijn hartstocht, waarvan hij nooit of te nimmer was af te brengen geweest. Toen hij pas getrouwd was, ging hij nog wel op ongeregelde tijden uit visschen, maar zóóver had mevrouw haar man tenminste toch gekregen, dat hij zich aan dat „ordinaire volksvermèk" nog maar drie maal per seizoen te buiten mocht gaan. Zijn sportkameraad was de. heer Crombeck van Hoog, óók ten departemente werkzaam. Een dezer dagen was de vischexpeditie nog eens georganiseerd en uitgetrokken. Ze waren met hun auto naar „De Vink" bij Leiden gereden en hadden aan die uitspanning hun wagen gestald. Daar was water, er waren bootjes, er was bier en er was een borrel te krijgen; de omgeving was er wonder schoon en de meisjes hadden er allemaal schik in de kale hoofden der bijna oude heertjes, die de bekoorlijke lachjes der Wassenaarsche schoonen op een voor hen vlijende wijze uitlegden. De heeren Bommerse en Crombeck hadden heel hun vischuit- rusting in den auto laten liggen zooals ze dat trouwens altijd gewoon waren geweest te doen en ze gingen zich uitgelaten te buiten aan gastro nomisch genot en vermeiden zich in de denkbeel dige adoratie van het schoonste deel van het Was senaarsche geslacht. Aan visschen echter zoo'n vieze geschiedenis met wormpjes en gekneed brood dachten ze volstrekt niet. In vrij opgewekte stemming keerde het tweetal des avonds huiswaarts. Alleen maakte de heer Blommerse zich wat ongerust over zijn hengel stokken, welke met foudraal en al uit den auto ge stolen bleken, maar och, zijn vrouw zou er toch geen erg in hebben, dat hij zonder stukken terugkwam- Het noodlot echter wilde anders. Toen de heer Biommerse door de voordeur binnenstapte, stond zijn ega in haar volle waardigheid in de gang. En? vroeg ze koeltjes. Niets gevangen! antwoordde de heer Blom merse mat. En waar zijn je hengelstokken? Henhenhengelstokken? Ja, zie je. diezijn in beslag genomen. Zoo'n stomme veld wachter beweerdezie jedat ik in verbo den water vischte en Of mijnheer Blommerse van Meerhoven 200 sprak mevrouw heel uit de hoogte in verboden water heeft gevischt, weet ik niet, maar dat van dien veldwachter isverzonnen. Ik ben het, die je hengels in beslag heeft genomen. Kijk, die heb je vergeten mee te nemen! Mevrouw haalde de hengelstokken, keurig in fou draal, van achter haar rug te voorschijn en toonde ze den heer Blommerse, die plots sterretjes voor de oogen kreeg en een flauwte nabij was Je zult zeker wel begrijpen vervolgde me vrouw dat dit je laatste vischpartijtje is geweest

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1932 | | pagina 4