Gemeenteraad Sint Pancras
Oe nood in den Tuinbouw
Een telegram aan den
Minister.
geblafkwispelstaartend trippelt een asth-
matisch hondje een cabine binnen.twinke. .lend
klinkt een vrouwenstem: Coucou, wees toch stil
neen, niet zoo likken, dadelijk mag Coucou
weer met vrouwtje mee."Geblaf en gejonk.
Al spoedig blijkt waarom Coucou zoo ongelukkig
is: men verft zijn haar.
I) gelooft het niet? Waarachtig het is zoo.
Coucou het asthmatisch Pekingeesje van een be
kende Parijsche schoonheid wordt geverfd, krijgt
dezelfde haartint als zijn meestresdrie man
hebben er werk aan. Het kost 1000 francs100
gulden ongeveer. O, Slijk der aarde, O, crisis, O,
werkloosheidhonderd gulden om een hondje
te laten verven. Ik zie zelfs kans om heimelijk
een blik te werpen in de cabine, waarin het slacht
offertje behandeld wordt ik zie het bezorgde
gezicht van de schoone meestres.ik zie drie wit-
gejaste jonge mannen ijverig verzameld om een
harig mormeltje, dat uitgestrekt litg op een zacht
kussen een verwend hondje, dat naar lucht
hapt, en dat men Litiaanblondverft.
Een gezelschapsspelletje.
Op denzelfden avond waren 46 gasten in de Rue
de Bruxelles bij Miss Maxwell uitgenoodigd. Miss
Maxwell is een met aardsche goederen rijkelijk ge
zegende Amerikaansche, die zich te Parijs gevestigd
heeft. Diner Heel deftig en gesoigneerd. En
onder het diner worden lijsten uitgereikt, waarop de
voorwerpen staan opgegeven, die men voor mid
dernacht moet hebebn bijeengebracht. Wie het groot
ste aantal van de opgesomde voorwerpen meebrengt,
krijgt een bijzonder waardevol geschenk van de
gastvrouwe
Een blik op de lijst. Twee echte roode damesha
ren. Een op dezen avond door de een of andere
Koninklijke Hoogheid eigenhandig onderteekend
portret. Een der zwanen uit het Bois de Boulogne.
Een zakdoek van Maurice Rothschild. Een schoen
van Mistinguette. Het een of andere levende dier,
uitgezonderd honden of katten. De kwast.van een
matrozenmuts
Een wilde jacht begintDe gasten rennen naar
hun auto'sin iedere auto twee gasten, Parijs
wordt „genomen" om de exotische wenschen van de
gastvrouwe te vervullen
Men sleept een geit in de salons aan de Rue de
BruxellesMet oneindig veel moeite en nog
oneindig meer geld heeft men een Marineschild
wacht, die voor het ministerie staat, een kwast af
gebedeldMen heeft de prinses Margaretha
van Griekenland een foto laten onderteekenen en
in het Casino de Paris heeft men een schoen van
Mistinguette uit haar garderobe bemachtigd, ge
kocht door het kamermeisje.dat de schoen ge
stolen heeft
Men heeft alles bereiktop de zwaan na.
De gastvrouw is tevreden, het soper neemt een
aanvang, een aantal dwazen drinken champagne
en danseneen matroos en een kamenier heb
ben een aardig sommetje verdiend en men is tevre
denhet is maar het Slijk der aarde
Het kwartet dat te klein was.
Natuurlijk zijn er ook andere dingen uit Parijs
te berichten. De bouw van een arbeidsbeurs voor
werkloozen, een plan ter uitbreiding en verfraaiing
van Parijs waarva nhet eerste gedeelte slechts 14
milliard zal kosten.
Er zouden honderden ernstige dingen te berich
ten zijnMaar wie van de salongasten rept
daarvan. Hen interesseert het meer, wat mevrouw
Henessy deed, de echtgenoote van den man, die
bijna president der republiek was geworden
Groote avondpartij 300 gasten Een beroemd
kwartet is uitgenoodigd het muzikale gedeelte te
verzorgen De gastvrouw reikt de bekende musici
ieder een couvert met inhoud toe Het is geen
klein sommetje „opdat uw kwartet zich kan uit
breiden, het is wat klein
Wel veertig getuigen kan ik noemen, die beves
tigen zullen, dat het haar op dat öogenblik hooge
ernst was.
Een schoorsteen zonder fabriek
Onlangs is hier de heer Decauville gestorven. Hij
is door een fabrieksschoorsteen beroemd geworden.
Dat zat zoo. Tusschen Creil en Chantilly aan de
oevers van de Oise, heeft een der baronnen Roth
schild een kasteel. De streek daartegenover is het
eigendom van den heer Decouvillemeneer De-
couville had geld noodig en kwam op een denkbeeld
Hij liet een leelijke groote fabrieksschoorsteen bou
wen, een echte fabriekspuffer zonder fabriekpre
cies tegenover het kasteel. Men kon vanuit de ven
sters van het Rothschildkasteel de schitterende to
rens van den kathedraal van St. Leu niet meer
zien, want de schoorsteen van meneer Decouville
stond er precies tusschein een roodsteenen mon
ster.
verdrongen door een groot verlangen om dit dier
in mijn bezit te krijgen. Zoo snel als de gedachte
zadelde ik een kameel en daalde naar het dal af.
De jacht op een uipaard is heel gemakkelijk en
bijna ongevaarlijk. Het dier is ontzaggelijk snel,
maar mist alle uithoudingsvermogen. Het had mij
nauwelijks in het oog gekregen. Of het maakte zich
met lange sierlijke sprongen uit de voeten. Ik er
achter aan. Doch de jacnt had nog maar kort ge
duurd of de stofwolken, die het omhoog deed dwar
relen, legden zich plotseling neer, waaruit ik con
cludeerde dat het luipaard reeds moe was en nu
adem trachtte te komen. Toen ik -dichterbij was
gekomen, sprong het weer op en zette de vlucht
voort. Dit geschiedde nog enkele malen doch steeds
met geringe afstanden tusschen de rustplaatsen
en tenlaatste lag het volkomen uitgeput, met den
tong uit den bek en niet bij machte om nog een
stap te doen op den grond. Het trachtte op den buik
weg te kruipen toen ik naderbij trad en wendde
blazend zijn kop, waarin de gele oogen vonken sloe
gen, naar mij toe. Doch in dezen strijd was het
laatste woord gesproken. Ik wierp het dier een zak
over het lichaam en aanvaardde met deze nieuwe
vangst den terugtocht.
De onrust der kameelen.
Toen de kleine boortoren werd opgesteld werd
mijn tegenwoordigheid overbodig en ik begaf mij
met den kluizenaar en zijn dieren wij hadden in
middels twintig jakhalzen en twee hyena's gevangen
huiswaarts.
Op onze kameelen, die uitstekende loopers waren,
vorderde de tocht snel.
Wij waren ongeveer tien dagen onderweg toen ik
plotseling een onrust bij mijn rijdier begon waar
te nemen. Het legde de ooren plat in den nek en
zette er een vaart in alsof hem de duivel op de
hielen zat.
Den volgenden morgen begreep ik de oorzaak van
zijn angst.
De horizon werd verduisterd door een gelen wand,
die vand en hemel tot de aarde reikte. Achter ons,
wie weet hoeveel honderden kilometers van ons ver
wijderd, had een zandstorm (samum gewoed. Die
gele wand bestond uit oneindig fijn verdeelde zand-
stofjes die regelmatig na een woestijnstorm nog
weken in de lucht rondzweven.
Dit stuifmeel (als ik het even zoo mag noemen) is
In het kasteel wachtte men op de fabriek, op het
lawaai op de werklieden, op de gestoorde rust
en vrede. Maar er kwam geen fabriek, er kwam
slechts een bezorgde meneer Decouville, die ervan
sprak, hoezeer het hem speet, de rust van den
baron te moeten storen dat hij in het geheel niet
vermoed had, dat het de beroemde bankier was, die
dit kasteeltje bewoonde, dat hij den bouw nog kon
stop zette,n dat het misschien niet noodig was.
En Rothschild begreep de zaak. Hij beweerde, dat
hij zich integendeel verheugde op een bteeje leven
in de brouwerij dat hij het landschap al lang
een beetje saai had gexonden. En de heer Decou
ville schilderde de industrieele hel in al haar vree-
selijkheden voor hem. Doch de baron deed of hij al
niets hoorde en sprak slechts van zijn genoegen in
de nieuwe fabriek. Hij kocht de schoorsteen niet,
zooals de heer Decouville had gehoopt. De schoor
steen staat er nog. Zonder fabriek, zonder nut, mid
den in een weiland. De baron heeft niets anders
gedaan dan zijn slaapkamer naar een anderen
vleugel van* het kasteel te verplaatsen. Slechts de
logeerkamers kijken op den eenzamen schoorsteen
uit.
35 millioen werkloozen.
Ik weet, dat deze korte geschiedenisjes die strikt
waar zijn, ik herhaal het evengoed in New York
zich hadden kunnen afspelen, misschien zelfsook
in Berlijn, hoewel 1932 in den tijd van de 35
millioen werkloozen op aarde?! Misschien toch al
leen maar in Parijs.?
Daarom zijn al deze kleine stukjes geschiedenis
zonder politiek Kleine onbelangrijkheden ver
der niets. Onbelangrijkheden, die hier echter se
rieus wordn opgevat.
(Nadruk verboden.)
De Raad dezer gemeente vergaderde in voltallige
zitting op Donderdag 9 Juni, 's avonds 7.30 uur.
Voorzitter de heer J. Kroonenburg, tevens se
cretaris.
INGEKOMEN STUKKEN.
Ingekomen is het verslag over de gezondheids
commissie te Schagen over 1921.
Het jaarverslag van Ned. Gem. over 1931.
Dewijziging op de begrooting in de vergadering
van 11 April door den raad besloten.
Goedgekeurd is door Gedep. Staten de geheele
geldleening voor de 30 pet. uit te betalen tuinders-
credieten. Uitbetaald is 50 pet., goedgekeurd het
volle bedrag.
De gemeentedienst over 1932 is op enkele kleine
wijzigingen na goedgekeurd terug ontvangen.
Van den directeur der directe belastingen dat de
post kwade posten moet worden verhoogd met f 500.
Van Ged. Staten en een bemerking binnen geko
men op de geldbelegging door de gemeente bij de
Boerenleenbank, dit moet worden gedaan bij de
bank van Ned. Gem., echter de rente welke de boe
renleenbank geeft is merkelijk hooger dan de bank
van Ned. Gem. Dus zal die voor de gemeente eenig
nadeel opleveren.
De heer M. Duif stelt voor om den het geld in
Staatsfondsen te beleggen, wij mogen het toch niet
als kasgeld aanwenden, dus moeten wij het zoo voor-
deelig mogelijk beleggen.
Dit zal door den voorzitter worden geprobeerd.
Van den Minister van Binnenlandsche Zaken is
bericht ontvangen dat de vergoeding voor de ar
beidsbemiddelaar is bepaald op f30.—.
De steunregeling aan mandenmakers, metselaars
enz. is door den minister verworpen, allen komen
voor onze gemeente in aanmerking voor toeslag
de tuinbouwarbelders.
De toeslag op de werkloonen, ondersteuning door
het rijk van 28 Febr. tot 30 April zal bedragen 25 pet.
Met den Minister van Binnenlandsche Zaken is
door voorzitter correspondentie gevoerd.
De toeslag op de uitkeering echter zooals de raad
dat heeft besloten is afgekeurd. Dit moet in overleg
met den minister van Arbeid geschieden, de vraag
gericht om toeslag op de loonen voor tuinbouw-
arbeiders is verworpen op gronden dat andere be
drijven, die ook in moeilijkheid verkeeren, ook zou
den moeten worden gesteund.
Aan Ged. Staten is een bericht gezonden om ver
laging van tarief voor de kassenbouwers, zooals u
bekend is hebben sommige kassenbouwers, omdat
hun water (nortonwater) te zout was, zich nood
gedwongen moeten aansluiten bij het Prov. Water
bedrijf, de tarieven echter voor watergebruik zijn
voor deze bedrijven veel te hoog, dus is bericht ge
zonden naar Ged. Staten om wijziging in deze.
zoo onwerkelijk fijn dat het door alles heen dringt.
B.v. een kamer, in die kamer een gesloten koffer.
In die koffer een gesloten door, in deze door een
horloge. Het horloge staat stil. Onder het dichtge
sloten horlogedeksel is zand, woestijnzand.
Het scherpe instinct van mijn rijdier had dus
reeds lang voor de menschen van den storm de
lucht gekregen. Het gevaar was thans echter voor
bij, waarom verder nog die onrust? Ik vroeg mijn
begeleider of er wellicht nog gevaar kon dreigen en
deze antwoordde dat wij voort moesten maken en
trachten in de bewoonde streek te komen, want
hij vreesde dat er een nieuwe storm op til was.
Door de zware bepakkingen vorderden wij niet
zoo snel als wij wel wenschten.
Drie dagen later heerschte een broeiende hitte
die het voortgaan bijna onmogelijk m^kte. Er was
geen windzuchtje te bekennen en onze dieren sleep
ten zich volkomen afgemat door het zware zand.
Binnen twee dagen zouden wij een Arabisch dorp
bereikt kunnen hebben. Kort voor het vallen van
den nacht gingen de poppen aan het dansen. Den
geheelen dag was het windstil geweest, doch plot
seling streek er een krachtige windstoot langs ons
heen, die wij met vreugde begroet zouden hebben,
wanneer hij niet de voorbode was geweest van het
vreeselijk onheil dat ons boven het hoofd hing.
De eene stoot werd al spoedig gevolgd door een
tweede; zij volgden elkander steeds sneller op en
ten langen leste woedde er een gierende orkaan, die
het zand tot torenhooge 'zuilen opzweepte.
Reeds bij de eerste windstooten hadden de kamee
len zich haastig op de knieën laten vallen, waarbij
de kisten die aan weerszijden hingen open sprongen
en de hyena's en jakhalzen de vrijheid herkregen.
Tot onze groote verbazing schenen zij er niet aan
te denken om te vluchten want zij drukten zich
vlak bij ons tegen de kameelen aan, wier lichaam
nog eenige beschutting boot. De toom der natuur
had mensch en dier in het oogenblik van algemeen
gevaar vereenigd en als een nietig hoopje in de
onafzienbare vlakte hurkten wij bij elkaar, trach
tend, onze.longen voor het moordend gevaar van
het stuifzand met doeken te beschermen. Doch de
zandregen, die steeds dichter werd en met steeds
meer verwoede kracht op ons neerstoof, drong door
alles heen en maakte de ademhaling moeilijk. Ik
wond nog snel een paar doeken om het hoofd, sloeg
Bericht is ontvangen dat hier niet op ingegaan
wordt, de nood der tuinbouw is bij hun geen argu
ment om voor deze groep watergebruikers te ver
minderen, dan zouden andere bedrijven in dezelfde
rechten moeten treden.
De heer Snel vind dat de tarieven wel wat
aardig zijn, er wordt door de heele gemeente in
zijn gedachte te veel betaald, waarom geen meter,
dan betaald ieder wat hij verbruikt, trots dat er
door sommigen met water wordt gesmeten, kan het
bedrijf er mee uit, wel een bewijs dat er te veel
betaald wordt, indien per meter wordt hetaald zou
er niet zoo met water worden geklad.
De heer C. Duif is van oordeel dat toch met groo-
tere afname rekening kon gehouden, zooals met
electriciteit en gas b.v..
Al deze stukken voor kennisgeving aangenomen.
WINKELSLUITING.
Vaneen Minister van Economische Zaken is be
richt ontvangen dat de winkelsluiting tijdens de
wettelijke zomertijd een uur mag worden verlengd,
of gedurende vier maanden.
B. en W. stellen voor van de zomertijd te nemen
overeenkomstig wordt besloten.
AF- EN OVERSCHRIJVINGEN.
Goedgekeurd is door Ged. 'Staten de af- en
overschrijvingen welke hebben plaats gehad over
3 kwartalen, die heeft bedragen f 452.96, het 4e kwar
taal moet echter nog binnen komen uit de gewone
middelen.
Dit heeft uit de gewone middelen nog plaats kun
nen vinden, nu vraagt B. en W. aan den raad
machtiging voor het 4e kwartaal, indien nog 14
dagen wordt gewacht, zal dit ook wel zijn afge
komen.
Goedgevonden.
WERKLOOZEN STEUN
Door den Minister was besloten om 11 Juni de
werkloozensteun stop te zetten, echter is door B.
en W. nogmaals op verlenging aangedrongen, ge
zien de altijd nog heerschende werkloosheid.
Bericht is hieromtrent ontvangen dat nog 1
week zou worden doorgegaan door den Minister.
Door B. en W. was tot 25 Juni gevraagd.
B. en W. meenden dat dan de aardappelcampagne
zal zijn aangevangen, en hopen dat dan werk voor
de arbeiders is te bekomen, het zou altijd nog
kunnen worden geprobeerd om althans die week
er nog bij te krijgen.
De heer Lek. Wij weten natuurlijk niet of er na
de 19e werkloozen zullen zijn, we zullen hopen van
niet doch toch zullen die menschen dan iets moeten
ontvangen, dan zouden ze naar het armbestuur
moeten, reserves zijn bij him niet aanwezig, het zou
misschien hoogstens op een paar arbeiders zitten.
Indien de minister afwijzend beschikt zou ik door
willSn gaan voor die eene week.
De heer C. Duif. Het prijsverloop der aardappel
campagne zal veel kunnen bijdragen, indien de
prijzen redelijk zijn verwacht ik dat de 19e vrijwel
alles aan het werk is, doch geen uitkeering zonder
toezegging van den minister.
Weth. Muurling. We zullen verzoeken om deze
week te verlengen, doch indien afwijzend wordt be
schikt dan stopzetten.
De heer M. Duif sluit zich aan bij den heer Lek
en wil doorgaan tot 25 Juni, al dan niet met toe
zegging der Minister, maar dan ook onherroepelijk
stopzetten.
De heer Snel. De steun zal er moeten komen,
doch als de minister geen toeslag meer geeft,
moeten wij stoppen, het armbestuur stond voor de
tuinders open, nu zal het voor de arbeiders ook
open staan indien er na 19 Juni noch movhten
zijn.
Wethouder Van Kampen. De minister heeft zich
uitgesproken dat aan niet tuinbouwers niet zal
worden uitgekeerd door het rijk, de raad heeft toen
besloten om dat in toepassing te brengen, en die
menschen naar een andere steun te verwijzen als
wij nu aan de tuinbouwarbelders wel zouden uit-
.keeren zouden we niet gelijk blijven met het toen
genomen besluit.
Met 5—2 wordt besloten om tot 19 Juni door te
gaan, en te verzoeken aan den minister om 1 week
verlenging. De heeren Lek en M. Duif stemden voor
25 Juni.
De heer Snel meent dit noch aan dit punt te
moeten vastknoopen, hem zijn gevallen bekend, dat
arbeiders, welke als werkloos stonden ingeschreven
bij den arbeidsbemiddelaar, weigerden om te wer
ken, kan hier niet iets tegen worden gedaan.
Hoe is dit te regelen om dat te voorkomen, mijns
inziens moesten zulke arbeiders van steun worden
onttrokken.
Voorzitter. Als een tuinder een arbeider noodig
heeft moet hij deze gaan vragen bij Booy, deze gaat
naar den door den tuinder uitgezochten arbeider
toe en stelt deze bij den tuinder te werk, indien de
arbeider weigert verliest hij recht op steun.
De heer C. Duif zegt, dat dit toch wel wat ver
gaat, Snel noemt hier feiten die gegrond zijn, kan
U de namen noemen van de tuinders.
de kap van mijn burnous om en wachtte.
Geen Westérling, die dit nimmmer persoonlijk
heeft meegemaakt kan zich een voorbeeld vormen
van den angst die het lijdzame slachtoffer op der
gelijke oogenblikken den keel dichtsnoert. Wanneer
men tenminste maar iets kon doen tot tegenweer!
Doch het eenige wat men zich kan veroorloven is
gestadig in beweging te blijven, daar men anders
het gevaar loopt onder het zand bedolven te worden.
Doch voor de rest, wachten.... seconden, minuten
die den omvang van uren hebben aangenomen. En
langzaam bemerkt het slachtoffer dat het adem
halen onder den doek steeds moeilijker wordt, dat
het Bloed brandend in de slapen klopt* dat het
speeksel in den mond verdroogt en datde ver
stikkingsdood zich reeds op kleinen afstand heeft
neergezet om toe te zien en te wachtenEn
koortsachtig snel werken de gedachten, het slacht
offer tracht den tijd te berekenen, die hij nog te
leven heeft, denxt plotseling aan de verbleekte ge
raamten die hij vaak op den tocht door de woestijn
is tegengekomen en huivertTraag gaat de
tijd en iedere minuut is een eeuwigheid
Twee uur laang woedde de storm en toen week
hij even snel als hij gekomen was. Het gieren was
plotseling vervaagd in een suizelende stilte die als
een lichte wolk op het oord van verschrikking neer
daalde.
Toen ik voorzichtig de doeken op zij schoof en
diep ademhaalde, kreeg ik in plaats van een ge
voel van opluchting, zoo'n hevige hoestaanval dat
ik dacht dat mijn longen zouden scheuren. Ik had
geen lucht, maar de oneindig fijn verdeelde zand-
stofjes ingeademd en op dat oogenblik dacht ik dat
ik stikken zou. Schrille kleuren dansten voor mijn
oogen; ik opende mijn lippen, die hard en droog
waren, doch het was mij niet mogelijk om een
woord uit te brengen. Het speeksel in mijn mond
was verdroogd. Plotseling maakte de schrille kleuren
plaats voor het diepste'zwart en terwijl ik nog de
tegenwoordigheid van geest had om een doek over
mijn gelaat te werpen viel ik buiten bewustzijn op
den grond. Toen ik voor den tweeden keer mijn
oogen opende was het nacht om mij heen. Boven
mij straalde de hemel in tropische sterrenpracht,
mijn hoofd rustte op een verhooging die bij nadere
beschouwing een schoft van een der kameelen bleek
te zijn. Ik sloeg den doeg weg, ademde voorzichtig
en toen opeens met volle teugen, want de atmos-
De heer Snel. Kloosterboer en Hoogland hebben
zooiets ondervonden.
Weth. v. Kampen. De feiten zijn beslist waar,
doch door deze heeren is den verkeerden weg be
wandeld, wel is aan den bemiddelaar om een ar
beider- gevraagd, dit moet ook de Arbeidsbemidde
laar doen.
De voorzitter zal verder deze zaak onderzoeken.
Verzoek van de nieuw opgerichte Christelijke
voetbalvereeniging „De Zwaluw" om het sportter
rein te mogen huren gedurende de zomermaanden
Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond.
In verband hiermede meent voorzitter het vol
gende verzoek te moeten vastknoopen.
De Gymnastiekvereen. S. S. S. verzoekt het sport
terrein te mogen huren gedurende de zomermaan
den des Maandagsavonds voo r hun oefeningen.
B. en W. hebben gemeend te moeten toestaan
„De Zwaluwen" te verhuren Woensdag en Vrijdag
voor f 25 per jaar en S. S. S. Maandagavond voor
f 12.50 per jaar, de andere dagen zijn bezet door
„Vrone".
De heer Snel vraagt naar het onderhoud van het
terrein, „Vrone" kan toch, indien meerdere vereenl-
gingen komen, het onderhoud niet voor hem alleen
nemen.
Weth. v. Kampen. Het onderhoud is voor de gë-
meente, dus hoeven we daar niet meer over te
spreken.
De heer C. Duif. De afscheiding en doelen zijn
toch van „Vrone".
Voorzitter. Dan zullen de desbetreffende vereeni-
gingen overleg bij „Vrone" moeten plegen.
Met algemeene stemmen aangenomen.
Verzoek huren gebouw O. L. School door de op
gerichte „Vrouwenclub".
Een schrijven is ingekomen om 1 maal per week
het vergaderlokaal der O. L. School te mogen hu
ren om daarin te kunnen vergaderen of werken,
zooals de dames dat wenschen, in het verzoek staat
niet vermeld wat de vereeniging beoogt, doch dit
zal wel zijn om te handwerken voor liefdadige doel
einden of dergelijke.
Besloten wordt om dit voorloopig toe te staan
en de huur later te bepalen, in overleg met de
schoolschoonmaker voor vergoeding enz. ook werd
besloten om het contract met de zangvereeniging
te herzien daar deze vereeniging niet aan zijn ver
plichtingen is na gekomen, ten opzichte der school
schoonmaker.
Niets meer aan de orde zijnde sluit voorzitter de
vergadering.
In de algemeene vergadering van ^len Kring
van Veilingsvereenigingen in West-Friesland, op
9 Juni te Hoorn gehouden, werd bij het bespre
ken van den noodtoestand in den tuinbouw,
verontwaardigd als men was over de beperkte
en langzame wijze waarop de regeeringssteu.n af
kwam, eenstemmig besloten het volgende tele
gram te zenden aan den minister van landbouw.
„De Algemeene vergadering van Veilings-
reenigingen in Westfriesland, bijeen op 9
„Juni te Hoorn, waarop 12 groenteveilingen
„uit dat deel van .Noordholland zijn vertegen-
„woordigd, dankend voor de reeds verstrekte
„steu haan het grove tuinbouwgebied van N.-
„Holland, spreekt er haar diep leedwezen over
„uit, dat deze slechts voor de -helft is ver
strekt, niettegenstaande de aanvragen reeds
„tot het uiterste waren beperkt' en verzoekt
„Uwe: (Fjxcellentie met gepasten eerbied, doch
„dringend, zoo spoedig mogelijk het resteerend
„deel dezer aanvragen te verstrekken, om in
„den allergrootsten nood dezer meest getrof-
„fen tuinders te voorzien.
MiJNHARDTUv
LAX E ERTABL ETTEN
regelen vlug
zonder kramp of pijn.
fff Doos60ct.BijApoth.en Drogisten.
feer was thans rein en geurig als ademde ik de
geuren in van een bloeienden tuin bij avond.
Ik schudde het zand van mijn kleeren en stond
moeizaam op. Ik keek verbaasd om mij heen; be
halve de kameelen die nog op dezelfde plaats lagen
als voor den storm, was er geen levend wezen in
de nabijheid te bespeuren. Ik vroeg mij verwonderd
af waar de kluizenaar kon zijn gebleven, de jakhal
zen en hyena's, zouden natuurlijk, wanneer zij niet
waren gestikt, wel de vlucht hebben genomen.
Op eens stond ik roerloos stil en een huivering
van schrik kroop langs mijn lichaam. Heel zwak
was een kreet tot mij doorgedrongen, die klonk als
het doodsgeschrei van een wezen dat in gevaar ver
keert. Van een mensch, vanden kluizenaar? Het
klonk opnieuw, doch thans wat duidelijker. Nu was
geen vergissing mogelijk, ik had dè stem van den
kluizenaar herkend. Doch van welke richting kwam
het geluid? Het is onmogelijk' 's nachts in de woes
tijn richting te bepalen; het geuid schijnt aan alle
zijden door blinde muren te worden weerkaatst.
Doch ik moest hem toch hulp verleenen. Door het
hooge zand, dat zich op sommige plaatsen tot kleine
heuvels had verzameld, strompelde ik voort, zoe
kend, roepend
Op eens hoorde ik dicht in mijn nabijheid een
gekraak van beenderen. Ik greep mijn revolver,
stond doodstil en wachtte. Het geluid verstomde en
ik meende sluipende voetstappen te vernemen die
zich van mij verwijderden. Na een oogenblik ge
wacht te hebben, durfde ik in de richting van het
geluid voortgaan en plotseling struikelde ik over
een zacht voorwerp. Ik tastte met mijn hand om
mij heen, voelde zacht warm menschenvleesch en
deed plotseling een stap terug.In het zwakke licht
van den nachthemel, zag ik nu duidelijk het mis
vormde lichaam van den kluizenaar, die nog geen.
minuut geleden gestorven moest zijn. Zijn kleeren
waren van zijn lichaam gereten en ik behoefde mij
niet te vragen welke strijd hier gestreden was. De
hyena's en jakhalzen hadden den kluizenaar on
herkenbaar verminkt enniet bij machte zijnde
om hier nog iets te doen, aanvaardde ik snel den
terugtocht.
Nog dienzelfden nacht vluchtte ik uit het oord
der verschrikking.