ie van den
nieuwen Burgemeester
Koedijk.
Nieuwsblad v. Holl. Noorderkwartier
eid door
sidsduur
No 67 telefoon mTEBcoMMDNttAL mo. si. DONDERDAG 16 JUNI 1932
41e Jaargang
llitpavn: Firma 1. H. KEIZER. Redacteur J. H. KEIZER. Bureel Noordscharwoude.
Verkeerde zuinigheid
FEUILLETON
De Twee Kleinzoons.
Ie gevonden
ïoemen mag
onmogelijk.
Verificatie
ging van
vorig artikel
3 Kamer der
el een inter-
inenlandsche
;en IV èn V
van de wet-
k aanhangig
sbureau?
van overleg
ir wettelijke
drijfstakken.
uitvoerbaar
i arbeidstijd
wordt uit-
ig van werk-
algemeene
jdragen van
inten tot het
ondernemen
elke hierop
;n genoegen,
lultaat even-
e verkorting
economische
zelve haar
illen genoopt
nemen. De
i de kringen
en aandacht
t; opheffing
iuctievermo-
ling van de
regeerings-
overleg met
rerk gestelde
an verkorten
it ter sprake
van loon.
tanciën" van
ikel van den
n. De schrij-
ur, ten einde
iet daardoor
hten aan te
ïooging van
er, dat het
jgel zal kun-
bereid zijn
beidstijd ge-
ing van hun
;reid zijn
verkorte ar-
mredige uit-
ming. Of dit
mag worden
gesloten, dat
:n maatregel
.zelf, dat de
racht in die
iderdaad een
rijver meent,
inden tegen-
id staan als
a salarisver
re verkorting
gepaard met
de loon- en
vendien %ou
chrijver niet
per week of
leren, als de
kunnen wor-
hj de invoe-
bedrijf voor
van ae ar-
ldus weet de
werkloosheid
r dat daartoe
lijke verhou-
heeft daar-
■m van vrij-
le thans voor
n zullen dan
bedoelde bij-
:n.
voorbeelden
erkt en be
en bij allen,
bij de vak-
md voorstel.
an het plan
rel het tot
schen de be-
ïoeilijkheden
aangegeven
ren, wil men
iheid zooveel
n. Zoo deze
jepakt, is de
overzien,
►verheid, een
id gevonden
met de volle
knemers- en
te zien, dan
in grondslag
jur met een
gaande, uit-
oorbeeld. Zij
sel van ont
eerste jaren
g geeft en
xneeren van
jrte daaren-
it verrichten
ijd werkloo-
Op die wijze
de werkloos
volkskracht,
e voordeelen
van verkor-
)t beperking
ingezien en
-rachten het
ezenlijken.
NIEUWE
DEZE COURANT VERSCHIJNT
DINSDAG DONDERDAG-
en ZATERDAG. - i
*;:wnnmentsprijs: I
nwr 3 ir.aaudea f 1-li, —4
ADVKRTENTIEN:
15 regels 15 cent;
elke regel meer IS cent.
GROOTE LETTERS
Juist wanneer een mensch in de knoei zit,
vergeet hij zoo gemakkelijk, dat er ook nog een
zuinigheid is, welke de wijsheid bedriegt. Als de
inkomsten sehaarsch zijn of dreigen op te hou
den, groeit de angst en wordt zuinigheid een
systeem, dat alle soepelheid mist. Het schijnt
dat ook de staatsman niet aan deze psychische in
vloeden ontkomt. Het kamerlid Henri Her
mans oritiseerde eens de al te ver doorgevoerde
rationalisatie van dezen tijd bij de uitvoering
van openbare werken. Als kanalaen moeten wor
den gegraven, zoo betoogde hij, don stelt men
een geweldige machine in werking. „IJzeren
naM' geheeten, welke den arbeid vervangt van
20 of meèr arbeiders. In normale omstandigheden
kan dat economisch zijn, maar nu, zoo stelde
hij vast, is het krankzinnig, wmant de arbeiders,
die. worden uitgespaard, vorgrooten het leger
van werkloozen, dat door de overheid, meesten
tijds zonder dat or prestaties tegenover staan,
moet; worden onderhouden.
Aan die woorden van Henri Hermans dachten
we, toen we van de bezuinigingen lazen, welke
bij den dienst der P.T.T. zijn ingevoerd. Op de
kleine plaatsen vervalt een postbestelling en op
zeer vele plaatsen- worden de postkantoren en
kele uren per dag gesloten. Gevolg van deze be
zuiniging zal zijn, dat een groot aantal bestellers
en hulpbestellers kan worden ontslagen en. ook
het aantal ambtenaren geleidelijk kan worden te
ruggebracht. Et is, zuiver zakelijk bezien, na
tuurlijk wel wat te zeggen voor deze dienstbr-
perking-en. Het geldt hier een bedrijf, en dat moet
economisch worden beheerd. Als een tekort dreigt
moeten maatregelen worden beraamd en uitge
voerd, welke liet dreigende tekort kunnen te
gengaan.
Toch staat het geval, wanneer het een over
heidsbedrijf g<8d1iets anders, dan met een par
ticuliere onderneming het geval zou zijn. Wat
in deze laatste wordt "uitgespaard is inderdaad
een bezuiniging, welke geconstateerd kan wor
den in kas en boeken van de onderneming, maar
elke besparing op een staatsbedrijf beteekent nog
geen voordeel voor den staat, dus voor de ge
meenschap. Elke werknemer, die thans de straat
wordt opgestuurd, vergroot het leger der werk
loozen, zelfs al zou hij direct ander werk kunnen
krijgen, want op het oogenblik is geen arbeid te
vergeven dan ten koste der arbeidsgelegenheid
van een ander. De uitgespaarde werkkrachten v.
de P.T.T. komen dus ten laste der gemeenschap.
Het bedrijfsbudget kan wellicht sluitend worden
gemaakt, maar de anders geleden verliezen komen
nu ten laste van een ander hoofdstuk van het
staatsbudget. Ongerekend blijft dan nog het
moreel© verlies van weer een aantal menschen,
die totl ediggang worden gedoemd.
Er komt nog meer bij.
Wanneer het aantal bestellingen wordt inge
krompen, de uren van openstelling der postkan
toren worden beperkt, dan heeft dat een depri-
meerenden invloed op de massa, welke er "een
steeds meer naar beneden afschuivende beweging
van het economisch welzijn in bestatigt. Boven
dien leidt beperking van den dienst tot vermi.n-
39)
Heinrich maakte, zonder de oogen op te slaan,
een diepe buiging en wilde zich verwijderen.
„Ik verzoek U, mijnheer Schwarz, nog een
oogenblik te blijven," zeide Graaf Stephan en stond
van zijn zetel op. Als ware dit afgesproken, zoo ver
hieven ook de anderen zjch van hun zetel.
Heinrich zag verwonderd op.
„Voor een paar uren pas geleden," zoo ving de
Graaf aan, „hebben wij ervaren, dat U degene zijt,
dien wij reeds langen tijd vergeefs hebben gezocht,
dat u de dappere jonge man zijt, die op den 24en
Februari mijn geliefde dochter van een wissen
dood hebt gered."
Hij liep op hem toe, greep zijn hand en deze
krachtig drukkende, zeide hij:
„Ontvang bij dezen mijn innigen, warmen dank,
dat u mij mijn kind hebt doen behouden.
„Mijnheer de Graaf
„Ook ik betuig u mijn dank," klonk het eenigs-
zins koud uit den mond der Gravin.
Rosamunde, die haar hand op de tafel leunde om
haar zenuwachtig trillen te verbergen, verliet haar
plaats en trad met wankelende schreden nader. Zij
was zeer bleek geworden, en terwijl zij hem de
hand reikte, zeide zij met bevende lippen:
„U heeft mij gered, ik ben u den grootsten
dank verschuldigd ik dank u recht hartelijk
Zij keek hem aan. Ja, dat waren die groote,
glanzende oogen, voor welke zij zoo gevreesd had,
dat was die diepe blik, die tot in haar ziel was ge
drongen. Een donker rood overdekte haar bleek
gelaat. Werd zij dan zóó door zijn blik bevangen,
dat zij haar oogen niet kon neerslaan? Meerdere
seconden zagen beiden elkander aan, dan was de
betoovering voorbij, haar oogen vielen neer en
twee groote tranen kwamen onder de oogleden te
voorschijn en rolden langs haar wangen, langzaam
trok zij haar hand uit de zijne en trad een schrede
derde vlotheid, plus ook tot verminderd© lust om
er gebruik van te maken. De omzetcijfers zullen
steeds lager worden naarmate de dienst zelf
verschrompelt en aldus tot nieuwe beperkingen,
nieuwe bezuihiging, vermeerderd ontslag leiden
Het algemeen vertrouwen in het economisch
herstel wankelt. De overheid vermijde alles, wat
het maatschappelijk defaitisme zou stimuleeren.
Loonsverlagingen zijn een weinig populair mid
del tot economische saneering, maar ze z?jn nog
te prefereeren boven het ontslag van werkenden,
met de demoraliseerende gevolgen van lediggang
als nasleep.
De bezuinigingszweep van minister de Geer
knalt en onder het geweld ervan bukken zich de
leiders der overheidsbedrijven om naarstig te zoe
ken naar objecten waarop kan worden uitgespaard
Om alleen nog het bedrijf dc-r P.T.T. als voor
beeld te nemenpostbestellingen worden be
perkt. diensturen op postkantoren worden tot
een minimum teruggebracht, de telefoon wordt
geautomatiseerd. Do bedrijfsuitkomsten worden
er -- misschien door verbeterd, maar de voor
ondersteuning van werkloozen vereischte ka
pitalen groeien van dag tot dag.
Op onbewaakte overwegen sneuvelen automobi
listen en spelende kinderen legers van werk
loozen. die graag het toezicht op zich zouden
nemen worden betaald voor lediggang. De on
veiligheid op het platteland groeit onrustba
rend. Alleenwonenden worden beroofd en ver
moord de overheid betaalt honderden milli-
oenen 'per jaar aan n/enschen, voor wie geen
werk zou zijn! nog vele van zulke tegenstel
lingen zouden gereleveerd kunnen worden.
De staat voert een zelfde politiek als de huis
vrouw, die een tientje op het -\jpedsel zou bespa
ren om als gevolg van die bezuiniging 25 gul-
j den kwijt te raken aan medicijnen.
Woensdagmiddag 2 uur werd de nieuwbenoemde
burgemeester dezer gemeente, de heer W. C. Ninaber
in een buitengewone zitting van den gemeente
raad geïnstalleerd.
Te ongeveer 2 uur kwam de burgemeester, verge
zeld van eenige familieleden en de beide wethou
ders per auto aan.
Voor het raadhuis waren de kinderen van de
Openbare Lagere School opgesteld, welke onder
leiding van het Hoofd der School, de heer Stuffers,
den burgemeester een drietal welkomstliederen toe
zongen.
De burgemeester bracht den heer Stuffers hier
voor een hartelijk woord van dank, terwijl spr. zich
ook tet dekinderen richtte om hen te bedanken en
een tractatie aan te bieden.
Vervolgens werd door het zoontje van den heer
Stuffers een bouquet bloemen aangeboden.
Nadat de raadsleden en de vele belangstellenden,
waaronder wij de burgemeesters van Schermer-
horn, Alkmaar, Warmenhulzen en Schoorl opmerk
ten, hadden plaats genomen in de feestelijk ver
sierde raadszaal opende de loco-burgemeester, de
heer Jb. Visser, de vergadering met een woord van
welkom, in het bijzonder tot de moeder van den
Burgemeester, wie spr. hartelijk feliciteerde met de
benoeming van haar zoon. Ook de andere familie
leden werden door spr. gefeliciteerd.
De installatie.
Hierna ging spr. over tot de installatie, de vol--
gende rede uitsprekende:
Geachte Burgemeester,
Bij Uwe intrede in deze gemeente heet ik U met
uw gezin van harte welkom. De vereischte eeden
zijn reeds door u afgelegd en op mij rust de taak
U de ambtsketen om te hangen, waardoor het
voorzitterschap van den raad aan u wordt overge
dragen. Een zware taak zal straks op uw schouders
rusten, temeer, daar onze gemeente zich thans fi
nancieel in moeilijke omstandigheden bevindt.
Als voorzitter van het college van Burgemeester
en Wethouders zult u veel met de wethouders moe
ten samenwerken en ik hoop, dat de samenwerking
steeds prettig en eensgezind zal zijn. Als Hoofd van
de Politie wacht U eveneens een belangrijke taak.
Als Burgemeester zult u wel ondervinden dat uwe
bedoelingen niet altijd gewaardeerd worden, doch
tenslotte zult U steeds voldoening vinden in het
bewustzijn, steeds het goede te hebben gedaan.
Namens den raad feliciteer ik u van harte me; uwe
benoeming.
Ook uwe echtgenoote bied ik mijne gelukweu-
schen aan en spreek de hoop uit, dat zij er als
Burgemeestersvrouwe naar zal streven, naar haar
lteste krachten het -weizijn der bevolking te be
vorderen. Sta mij thans toe U de ambtsketen om te
hangen.
Vol vertrouwen in de toekomst van Koedijk draag
ik thans het voorzitterschap van den Raad aan U
over en eindig m'et den wensch dat de welvaart in
de gemeente spoedig moge terugkeeren en dat Gocis
zegen op uw toekomstig werk moge rusten.
Antwoord van den burgemeester.
Hierop nam burgemeester Ninaber het woord
om allereerst een woord van eerbiedigen dank uit
te spreken aan H.M. de Koningin voor de benoe
ming, waarmede hij zijn streven met succes be
kroond zag. Spreker wilde niet de moeilijkheden
onderschatten, welke vooral thans aan het bestuur
eener gemeente verbonden zijn.
Wanneer ik voor mij neem, aldus spreker, de
rangschikkingslijst der gemeenten naar de belas
tingdruk voor het jaar 1930-'31, vind ik daaiir. voor
de gemeente Koedijk een gemiddeld inkomen van
f 1.994.vermeld. Als rangnummerbij een inko
men van f2000.— voor gehuwden met 2 kinderen
vind ik nummer 714 vermeld, terwijl in het aller
ongunstigste geval op deze lijst nummer 1078 is toe
gekend.
Sedert dien is er weer een jaar verloopen, waarin
de depressie overal in bedenkelijke mate is toege
nomen, ook in deze gemeente. Het is de plicht, van
een gemeentebestuur zooveel mogelijk maatregelen
te treffen, om aan deze moeilijkheden het hoofd
te bieden. In tijden van hoogconjunctuur wordt
't de Overheid gemakkelijk gemaakt de voorstellen
te doen aannemen. Doch welvaart scheppen kan de
Overheid nimmer, door geen enkele maatregel. Deze
toch is het gevolg van samenwerken van verschil
lende factoren, waarop men voort kan bouwen. In
tijden als we thans beleven is het absciuut uitge
sloten dat eenige maatregel of bestuursdaad voor
terug.
„Wat is dat?" Zoo klonk het in Alberts .bin
nenste.
Men vond de ontroering van het jonge meisje
bij het zien van haar redder algemeen zeer be
grijpelijk.
Albert lachte in stilte, hij alleen had van zijn
plaats den langen blik en het diepe blozen zijner
zuster gezien, en met zijn scherpziende blik en be
vattelijke geest geloofde hij de plotselinge veran
dering van zijn zuster na haar verblijf in de resi
dentie zoowel als haar onnatuurlijke opwinding van
heden middag begrepen te hebben en te kunnen
verklaren.
Heinrich was geheel sprakeloos, hij was niet in
staat een woord na deze dankbetuigingen tespreken.
„U heeft de familie Breitenbach", zoo begon de
Graaf weder, „een onschatbaren dienst bewezen,
zóó groot, als men iemand maar kan bewijzen.
Wij voelen ons verplicht en er toe gedrongen, u
eene belooning aan te bieden, evenredig aan de
edelmoedige en mannelijke daad en overeenkom
stig uwen wensch. Wij willen hierover op het
oogenblik niet nader spreken, ik verzoek u slechts
er over na te' denken, op welke wijze
„O, ik verzoek u niet verder te gaan, mijnheer de
Graaf, zoo viel Heinrich hem in de rede, „wat ik
gedaan heb, zou ook een ander in mijn plaats heb
ben gedaan; dat het mij is gelukt de comtesse te
redden is het heerlijkste loon, dat mijn deel werd,
elke andere belooning moet ik met dank afwijzen."
„Dat is zeer nobel van u gedacht, mijnheer
Schwarz, maar daar kunnen wij geen genoegen mee
nemen. Die schuld moet worden ingelost en mag
ons niet eeuwig drukken. Ik. verzoek u vriendelijk
te willen overwegen, dat elke belooning, waartoe
wij in staat zijn, ons geen offer zal schijnen, dat
het gevoel zou wekken, iets daardoor te moeten
ontberen."
„Ik moet toch, niettegenstaande uwe vriendelijke
aanbieding, eiken dank in dezen vorm met be
slistheid van de hand wijzen." Ik zou mij zelf ver
achtelijk voorkomen, wanneer ik mij een daad,
die het gevolg was eener oogenblikkelijke ingeving,
liet betalen."
„U gaat te ver, beste vriend. Wat zijn dan de
geschenken, die hoogstaande staatslieden of ge
lukkige veldheeren ontvangen? Niet anders dan be
loningen in denzelfden vorm voor bewezen dien
sten."
„Ik verzoek U allervriendelijkst, mijnheer de
Graaf, wanneer U mij uw bijzondere dankbaar
heid wilt bewijzen, dit te willen doen op deze wijze,
dat U niet verder bij mij aandringt eene belooning
aan te nemen. Koopt U mij toch de vreugde niet
af, dat ik thans mag terugdenken aan den dag.
dat het mij vergund was een menschenleven te
redden!"
„Ik eerbiedig tenvolle uwe opvatting, moet die
zelfs eeren, dan ook, wanneer u mij het genoegen
ontneemt nog op een andere wijze dan door woor
den mijn dank te betuigen. Doch beloof mij, dat.
wanneer U een wensch mocht hebben, die u gaarne
vervuld zoudt zien, hetzij vroeger of later, u zich
het eerst tot mij zult wenden."
„Die belofte wil ik U gaarne geven."
De Graaf trad nog een schrede op Heinrich toe
en een ring van zijn vinger nemende, zeide hij:
„Maar één ding moogt u niet terugwijzen, en ik
zou mij al zeer vergissen, wanneer u hierin geen
bewijs zag, dat ik werkelijk tot het .brengen van
een offer in staat ben. Ziet u dezen gouden ring,
zijn vorm is eenigszins vreemd, hij stelt een draak
voor, die met zijn tanden zijn eigen staart vast
houdt, de oogen zjjn twee diamanten, niettegen
staande is de koopwaarde niet zoo groot. Maar
voor mij had hij een groote waarde, want hij heeft
aan de hand van mijn vader zaliger, Graaf Anselm
van en tot Breitenbach, die met het oog op zijn
geographische studie alle werelddeelen heeft be
zocht, al zijn reizen meegemaakt, en na den dood
van mijn vader heb ik hem steeds aan den vinger
gedragen. Ik ben overtuigd, wanneer de ontslapene
thans op ons kon nederzien, dat ik dit sieraad aan
den redder van zijn kleinkind schenk, dat hij goed
keurend het hoofd zou buigen. Ik echter zou geen
rust meer hebben, wanneer ik niet het gevoel mocht
koesteren, voor het behoud van mijn kind, iets te
hebben gegeven, dat mij lief en dierbaar is."
Hij trad nog een schrede op Heinrich toe, greep
zonder meer zijn hand en stak den ring aan den
wijsvinger.
„Draagt u hem als aandenken aan den 24en
Februari en aan dezen stonde."
een enkéle gemeente de welvaart kan doen "terug
keeren. Het eenige wat de overheid kan doen is,
door tijdelijke crisismaatregelen voorkomen dat eer
tijds bloeiende takken van volkswelvaart geheel ten
gronde gaan. Daarvoor is samenwerking van allen
die daartoe geroepen zijn, nöodig.
Spreker .bracht vervolgens dank aan Wethouder
Visser voor de tot hem gerichte woorden en alle
aanwezigen voor hunne belangstelling.
Spreker doet een beroep op de leden van den raad
wier adviezen hij zal behoeven. Tevens wenscht
spreker dat de wethouders bij vele voorstellen welke
het gemeentebelang raken, hem als dagelijksche
medewerkers hunne voorlichting zullen geven. Van
de medewerking van den secretaris aldus spr. ben
ik verzekerd. Spr. vroeg dezen, zijn ervaring te wil
len voegen bij al datgene, wat door de verschillende
bestuursorganen verricht kan worden. Ook richtte
spr. zich in dit verband tot den ontvanger.
Spr. gaf vervolgens de verzekering dat hij zijn
vrijwillig gekozen taak naar eer en geweten zal
vervullen. Ik stel het op prijs, aldus spr., dat ieder
die meent dat het hem dienstig is, mij zal weten
te vinden, omdat persoonlijk contact in vele geval-
j len de zaken bespoedigt.
I In het vertrouwen, aldus besloot spr., op U allen,
neem ik thans 't bestuur der gemeente op mij, voor
dat deel dat de wet mij heeft toebedeeld en aan
vaard ik het voorzitterschap van uwen raad.
Applaus)
j Vervolgens werd door het oudste raadslid, de heer
I Mulder, het woord gevoerd. Spr. wees er op, dat
I men zich heeft afgevraagd, wie zullen we als bur
gemeester krijgen. Toen men het bericht ontving,
dat wij U als burgemeester zouden krijgen, bleek
het, dat u ons geheel onbekend was en dat wij voor
U onbekend waren. Doch de woorden door U ge
sproken, dat U alles zult dooen in het belang der
gemeente geeft ons de verzekering dat we een beste
burgemeester krijgen. Spr. wijst verder op de zware
taak die de burgemeester zal hebben te vervullen
en op de vele moeilijkheden welke moeten worden
overwonnen, zooals de ongunstige financieele toe
stand der gemeente. Spr. bood namens den raad
een bloemenmand aan.
Deze bloemen, aldus spr., zullen straks verwei-
ken, maar ik hoop, dat uw arbeidslust en gezond-
d niet zuHen verwelken, doch grooter worden.
Ook mevrouw en de kinderen heette spr. hartelijk
welkom en spr. hoopte, dat als de gemeente haar
hulp zal inroepen, zij dit zal doen. (Applaus)
Hierna sprak Mevr. Boon, de echtgenoote van het
Kamerlid Boon, wegens verhindering van haar
man, den burgemeester als vriend toe, hem hartelijk
gelukwenschend met zijn benoeming hier te Koe
dijk. Spreekster feliciteerde ook Koedijk met den
burgemeester, daar deze een zeer goed en recht
vaardig burgemeester zal zijn. Er is thans groote
nood en het spreekwoord zegt, dat men in den
nood zijn vrienden leert kennen. Spr. hoopte, dat
Koedijk in hem een groot vriend zal vinden. Als
de samenwerking blijft, is spreekster overtuigd, dat
de gemeente weer tot bloei zaal worden gebrcht.
De burgemeester sprak hierna woorden van dayk
tot de sprekers, in het bijzonder tot Mevr. Boon
en sloot de vergadering.
De heer sloof, hierna het woord verkrijgende,
heette den burgemeester naamens de gemeente
ambtenaren hartelijk welkom, de hoop uitspreken
de, dat men aangename samenwerking mag hebben
Spr. bood namens de ambtenaren een bloemenmand
aan.
De heer W. C. Wendelaar, burgemeester van Alk
maar, zeide dat het niet alleen een belang van
Koedijk was, dat een nieuwe burgemeester is be
noemd. Ook voor de omgeving is het van belang.
Spr. geeft de verzekering, dat de burgemeesters van
de omliggende gemeenten den nieuwen burgemees
ter gaarne in hun kring willen opnemen. Spr. her
innerde aan de banden die Koedijk aan Alkmaar
binden. En wel de doodgewone gasbuizen. Spr.
hoopte, dat de bezoeken, die de burgemeester aan
het Stadhuis te Alkmaar, niet alleen waren om
klachten over te brengen van de klanten, doch dat
de burgemeester ook eens andere bezoeken zou
„Een geschenk, in dezen vorm gegeven, waag 'k
niet te weigeren," antwoordde Heinrich met ont
roerde stem, want wat aan zijn vinger schitterde,
was de ring van zijn grootvader, op welken, hoe
dikwijls misschien, de oogen zijner lieve groot
moeder hadden neergezien, om wier eer hij uitslui
tend den zwaren strijd was aangevangen.
„Ik dank U, dank U recht hartelijk, mijnheer de
Graaf, voor deze groote onderscheiding."
De oude Gravin scheen deze daad door haar
eigenaardige houding te misbillijken, zij scheen
iets te willen zeggen, maar Albert zag haar met
een zoo ernstigen blik aan, dat zij zweeg en, als
geërgerd, meermalen haar zakdoek tegen de lip
pen drukte.
„Ik heb u nog te zeggen, mijnheer Schwarz,"
zeide de Graaf na een kleine pauze, „dat mijn
zoon u openlijk als zijn vriend heeft aangenomen,
ik verzoek u ook mij daarvoor aan te zien en vraag
u, van heden af des avonds in ons gezelschap in de
familiezaal aanwezig te willen zijn."
„Uw vriendelijke uitnoodiging stel ik zeer op prijs,
maar ik kan het werkelijk niet aannemen."
„U zal het terwille van mij willen doen, niet waar,
mijnheer Schwarz?" riep Albert.
„Het zou onbescheiden zijn, wilde ik
„Spreekt u toch niet van onbescheidenheid," zoo
viel de Graaf hem in de rede, „ik neem geen
bedenkingen meer aan, als redder mijner dochter
komt u reeds in eene vriendschappelijke verhouding
tot ons te staan afgesproken ik verwacht be
slist u hier te zien!"
Heinrich waagde het niet verder tegen te spreken.
Op een wenk van Albert zette hij zich neer op een
stoel naast den ziekenwagen.
„Is het zoo in orde?" vroeg zacht te jonge Graaf.
„U heeft te veel gedaan."
„O neen, nog lang niet genoeg."
Gravin Louise en freule von Richthofen stonden
op om zich te verwijderen.
„Ik verzoek u grootmama, nog een oogenblik
te blijven," riep Albert thans met tamelijk luide
stem, „ik wilde gaarne over een zaak opgehelderd
worden, wellicht kan u of papa mij de noodige in
lichtingen verschaffen."
„Wat wensch je nog, mijn kind?" vroeg de Gra
vin en zette zich weder neder.
(Wordt vervolgd).