ie van den nieuwen Burgemeester Koedijk. Nieuwsblad v. Holl. Noorderkwartier eid door sidsduur No 67 telefoon mTEBcoMMDNttAL mo. si. DONDERDAG 16 JUNI 1932 41e Jaargang llitpavn: Firma 1. H. KEIZER. Redacteur J. H. KEIZER. Bureel Noordscharwoude. Verkeerde zuinigheid FEUILLETON De Twee Kleinzoons. Ie gevonden ïoemen mag onmogelijk. Verificatie ging van vorig artikel 3 Kamer der el een inter- inenlandsche ;en IV èn V van de wet- k aanhangig sbureau? van overleg ir wettelijke drijfstakken. uitvoerbaar i arbeidstijd wordt uit- ig van werk- algemeene jdragen van inten tot het ondernemen elke hierop ;n genoegen, lultaat even- e verkorting economische zelve haar illen genoopt nemen. De i de kringen en aandacht t; opheffing iuctievermo- ling van de regeerings- overleg met rerk gestelde an verkorten it ter sprake van loon. tanciën" van ikel van den n. De schrij- ur, ten einde iet daardoor hten aan te ïooging van er, dat het jgel zal kun- bereid zijn beidstijd ge- ing van hun ;reid zijn verkorte ar- mredige uit- ming. Of dit mag worden gesloten, dat :n maatregel .zelf, dat de racht in die iderdaad een rijver meent, inden tegen- id staan als a salarisver re verkorting gepaard met de loon- en vendien %ou chrijver niet per week of leren, als de kunnen wor- hj de invoe- bedrijf voor van ae ar- ldus weet de werkloosheid r dat daartoe lijke verhou- heeft daar- ■m van vrij- le thans voor n zullen dan bedoelde bij- :n. voorbeelden erkt en be en bij allen, bij de vak- md voorstel. an het plan rel het tot schen de be- ïoeilijkheden aangegeven ren, wil men iheid zooveel n. Zoo deze jepakt, is de overzien, ►verheid, een id gevonden met de volle knemers- en te zien, dan in grondslag jur met een gaande, uit- oorbeeld. Zij sel van ont eerste jaren g geeft en xneeren van jrte daaren- it verrichten ijd werkloo- Op die wijze de werkloos volkskracht, e voordeelen van verkor- )t beperking ingezien en -rachten het ezenlijken. NIEUWE DEZE COURANT VERSCHIJNT DINSDAG DONDERDAG- en ZATERDAG. - i *;:wnnmentsprijs: I nwr 3 ir.aaudea f 1-li, —4 ADVKRTENTIEN: 15 regels 15 cent; elke regel meer IS cent. GROOTE LETTERS Juist wanneer een mensch in de knoei zit, vergeet hij zoo gemakkelijk, dat er ook nog een zuinigheid is, welke de wijsheid bedriegt. Als de inkomsten sehaarsch zijn of dreigen op te hou den, groeit de angst en wordt zuinigheid een systeem, dat alle soepelheid mist. Het schijnt dat ook de staatsman niet aan deze psychische in vloeden ontkomt. Het kamerlid Henri Her mans oritiseerde eens de al te ver doorgevoerde rationalisatie van dezen tijd bij de uitvoering van openbare werken. Als kanalaen moeten wor den gegraven, zoo betoogde hij, don stelt men een geweldige machine in werking. „IJzeren naM' geheeten, welke den arbeid vervangt van 20 of meèr arbeiders. In normale omstandigheden kan dat economisch zijn, maar nu, zoo stelde hij vast, is het krankzinnig, wmant de arbeiders, die. worden uitgespaard, vorgrooten het leger van werkloozen, dat door de overheid, meesten tijds zonder dat or prestaties tegenover staan, moet; worden onderhouden. Aan die woorden van Henri Hermans dachten we, toen we van de bezuinigingen lazen, welke bij den dienst der P.T.T. zijn ingevoerd. Op de kleine plaatsen vervalt een postbestelling en op zeer vele plaatsen- worden de postkantoren en kele uren per dag gesloten. Gevolg van deze be zuiniging zal zijn, dat een groot aantal bestellers en hulpbestellers kan worden ontslagen en. ook het aantal ambtenaren geleidelijk kan worden te ruggebracht. Et is, zuiver zakelijk bezien, na tuurlijk wel wat te zeggen voor deze dienstbr- perking-en. Het geldt hier een bedrijf, en dat moet economisch worden beheerd. Als een tekort dreigt moeten maatregelen worden beraamd en uitge voerd, welke liet dreigende tekort kunnen te gengaan. Toch staat het geval, wanneer het een over heidsbedrijf g<8d1iets anders, dan met een par ticuliere onderneming het geval zou zijn. Wat in deze laatste wordt "uitgespaard is inderdaad een bezuiniging, welke geconstateerd kan wor den in kas en boeken van de onderneming, maar elke besparing op een staatsbedrijf beteekent nog geen voordeel voor den staat, dus voor de ge meenschap. Elke werknemer, die thans de straat wordt opgestuurd, vergroot het leger der werk loozen, zelfs al zou hij direct ander werk kunnen krijgen, want op het oogenblik is geen arbeid te vergeven dan ten koste der arbeidsgelegenheid van een ander. De uitgespaarde werkkrachten v. de P.T.T. komen dus ten laste der gemeenschap. Het bedrijfsbudget kan wellicht sluitend worden gemaakt, maar de anders geleden verliezen komen nu ten laste van een ander hoofdstuk van het staatsbudget. Ongerekend blijft dan nog het moreel© verlies van weer een aantal menschen, die totl ediggang worden gedoemd. Er komt nog meer bij. Wanneer het aantal bestellingen wordt inge krompen, de uren van openstelling der postkan toren worden beperkt, dan heeft dat een depri- meerenden invloed op de massa, welke er "een steeds meer naar beneden afschuivende beweging van het economisch welzijn in bestatigt. Boven dien leidt beperking van den dienst tot vermi.n- 39) Heinrich maakte, zonder de oogen op te slaan, een diepe buiging en wilde zich verwijderen. „Ik verzoek U, mijnheer Schwarz, nog een oogenblik te blijven," zeide Graaf Stephan en stond van zijn zetel op. Als ware dit afgesproken, zoo ver hieven ook de anderen zjch van hun zetel. Heinrich zag verwonderd op. „Voor een paar uren pas geleden," zoo ving de Graaf aan, „hebben wij ervaren, dat U degene zijt, dien wij reeds langen tijd vergeefs hebben gezocht, dat u de dappere jonge man zijt, die op den 24en Februari mijn geliefde dochter van een wissen dood hebt gered." Hij liep op hem toe, greep zijn hand en deze krachtig drukkende, zeide hij: „Ontvang bij dezen mijn innigen, warmen dank, dat u mij mijn kind hebt doen behouden. „Mijnheer de Graaf „Ook ik betuig u mijn dank," klonk het eenigs- zins koud uit den mond der Gravin. Rosamunde, die haar hand op de tafel leunde om haar zenuwachtig trillen te verbergen, verliet haar plaats en trad met wankelende schreden nader. Zij was zeer bleek geworden, en terwijl zij hem de hand reikte, zeide zij met bevende lippen: „U heeft mij gered, ik ben u den grootsten dank verschuldigd ik dank u recht hartelijk Zij keek hem aan. Ja, dat waren die groote, glanzende oogen, voor welke zij zoo gevreesd had, dat was die diepe blik, die tot in haar ziel was ge drongen. Een donker rood overdekte haar bleek gelaat. Werd zij dan zóó door zijn blik bevangen, dat zij haar oogen niet kon neerslaan? Meerdere seconden zagen beiden elkander aan, dan was de betoovering voorbij, haar oogen vielen neer en twee groote tranen kwamen onder de oogleden te voorschijn en rolden langs haar wangen, langzaam trok zij haar hand uit de zijne en trad een schrede derde vlotheid, plus ook tot verminderd© lust om er gebruik van te maken. De omzetcijfers zullen steeds lager worden naarmate de dienst zelf verschrompelt en aldus tot nieuwe beperkingen, nieuwe bezuihiging, vermeerderd ontslag leiden Het algemeen vertrouwen in het economisch herstel wankelt. De overheid vermijde alles, wat het maatschappelijk defaitisme zou stimuleeren. Loonsverlagingen zijn een weinig populair mid del tot economische saneering, maar ze z?jn nog te prefereeren boven het ontslag van werkenden, met de demoraliseerende gevolgen van lediggang als nasleep. De bezuinigingszweep van minister de Geer knalt en onder het geweld ervan bukken zich de leiders der overheidsbedrijven om naarstig te zoe ken naar objecten waarop kan worden uitgespaard Om alleen nog het bedrijf dc-r P.T.T. als voor beeld te nemenpostbestellingen worden be perkt. diensturen op postkantoren worden tot een minimum teruggebracht, de telefoon wordt geautomatiseerd. Do bedrijfsuitkomsten worden er -- misschien door verbeterd, maar de voor ondersteuning van werkloozen vereischte ka pitalen groeien van dag tot dag. Op onbewaakte overwegen sneuvelen automobi listen en spelende kinderen legers van werk loozen. die graag het toezicht op zich zouden nemen worden betaald voor lediggang. De on veiligheid op het platteland groeit onrustba rend. Alleenwonenden worden beroofd en ver moord de overheid betaalt honderden milli- oenen 'per jaar aan n/enschen, voor wie geen werk zou zijn! nog vele van zulke tegenstel lingen zouden gereleveerd kunnen worden. De staat voert een zelfde politiek als de huis vrouw, die een tientje op het -\jpedsel zou bespa ren om als gevolg van die bezuiniging 25 gul- j den kwijt te raken aan medicijnen. Woensdagmiddag 2 uur werd de nieuwbenoemde burgemeester dezer gemeente, de heer W. C. Ninaber in een buitengewone zitting van den gemeente raad geïnstalleerd. Te ongeveer 2 uur kwam de burgemeester, verge zeld van eenige familieleden en de beide wethou ders per auto aan. Voor het raadhuis waren de kinderen van de Openbare Lagere School opgesteld, welke onder leiding van het Hoofd der School, de heer Stuffers, den burgemeester een drietal welkomstliederen toe zongen. De burgemeester bracht den heer Stuffers hier voor een hartelijk woord van dank, terwijl spr. zich ook tet dekinderen richtte om hen te bedanken en een tractatie aan te bieden. Vervolgens werd door het zoontje van den heer Stuffers een bouquet bloemen aangeboden. Nadat de raadsleden en de vele belangstellenden, waaronder wij de burgemeesters van Schermer- horn, Alkmaar, Warmenhulzen en Schoorl opmerk ten, hadden plaats genomen in de feestelijk ver sierde raadszaal opende de loco-burgemeester, de heer Jb. Visser, de vergadering met een woord van welkom, in het bijzonder tot de moeder van den Burgemeester, wie spr. hartelijk feliciteerde met de benoeming van haar zoon. Ook de andere familie leden werden door spr. gefeliciteerd. De installatie. Hierna ging spr. over tot de installatie, de vol-- gende rede uitsprekende: Geachte Burgemeester, Bij Uwe intrede in deze gemeente heet ik U met uw gezin van harte welkom. De vereischte eeden zijn reeds door u afgelegd en op mij rust de taak U de ambtsketen om te hangen, waardoor het voorzitterschap van den raad aan u wordt overge dragen. Een zware taak zal straks op uw schouders rusten, temeer, daar onze gemeente zich thans fi nancieel in moeilijke omstandigheden bevindt. Als voorzitter van het college van Burgemeester en Wethouders zult u veel met de wethouders moe ten samenwerken en ik hoop, dat de samenwerking steeds prettig en eensgezind zal zijn. Als Hoofd van de Politie wacht U eveneens een belangrijke taak. Als Burgemeester zult u wel ondervinden dat uwe bedoelingen niet altijd gewaardeerd worden, doch tenslotte zult U steeds voldoening vinden in het bewustzijn, steeds het goede te hebben gedaan. Namens den raad feliciteer ik u van harte me; uwe benoeming. Ook uwe echtgenoote bied ik mijne gelukweu- schen aan en spreek de hoop uit, dat zij er als Burgemeestersvrouwe naar zal streven, naar haar lteste krachten het -weizijn der bevolking te be vorderen. Sta mij thans toe U de ambtsketen om te hangen. Vol vertrouwen in de toekomst van Koedijk draag ik thans het voorzitterschap van den Raad aan U over en eindig m'et den wensch dat de welvaart in de gemeente spoedig moge terugkeeren en dat Gocis zegen op uw toekomstig werk moge rusten. Antwoord van den burgemeester. Hierop nam burgemeester Ninaber het woord om allereerst een woord van eerbiedigen dank uit te spreken aan H.M. de Koningin voor de benoe ming, waarmede hij zijn streven met succes be kroond zag. Spreker wilde niet de moeilijkheden onderschatten, welke vooral thans aan het bestuur eener gemeente verbonden zijn. Wanneer ik voor mij neem, aldus spreker, de rangschikkingslijst der gemeenten naar de belas tingdruk voor het jaar 1930-'31, vind ik daaiir. voor de gemeente Koedijk een gemiddeld inkomen van f 1.994.vermeld. Als rangnummerbij een inko men van f2000.— voor gehuwden met 2 kinderen vind ik nummer 714 vermeld, terwijl in het aller ongunstigste geval op deze lijst nummer 1078 is toe gekend. Sedert dien is er weer een jaar verloopen, waarin de depressie overal in bedenkelijke mate is toege nomen, ook in deze gemeente. Het is de plicht, van een gemeentebestuur zooveel mogelijk maatregelen te treffen, om aan deze moeilijkheden het hoofd te bieden. In tijden van hoogconjunctuur wordt 't de Overheid gemakkelijk gemaakt de voorstellen te doen aannemen. Doch welvaart scheppen kan de Overheid nimmer, door geen enkele maatregel. Deze toch is het gevolg van samenwerken van verschil lende factoren, waarop men voort kan bouwen. In tijden als we thans beleven is het absciuut uitge sloten dat eenige maatregel of bestuursdaad voor terug. „Wat is dat?" Zoo klonk het in Alberts .bin nenste. Men vond de ontroering van het jonge meisje bij het zien van haar redder algemeen zeer be grijpelijk. Albert lachte in stilte, hij alleen had van zijn plaats den langen blik en het diepe blozen zijner zuster gezien, en met zijn scherpziende blik en be vattelijke geest geloofde hij de plotselinge veran dering van zijn zuster na haar verblijf in de resi dentie zoowel als haar onnatuurlijke opwinding van heden middag begrepen te hebben en te kunnen verklaren. Heinrich was geheel sprakeloos, hij was niet in staat een woord na deze dankbetuigingen tespreken. „U heeft de familie Breitenbach", zoo begon de Graaf weder, „een onschatbaren dienst bewezen, zóó groot, als men iemand maar kan bewijzen. Wij voelen ons verplicht en er toe gedrongen, u eene belooning aan te bieden, evenredig aan de edelmoedige en mannelijke daad en overeenkom stig uwen wensch. Wij willen hierover op het oogenblik niet nader spreken, ik verzoek u slechts er over na te' denken, op welke wijze „O, ik verzoek u niet verder te gaan, mijnheer de Graaf, zoo viel Heinrich hem in de rede, „wat ik gedaan heb, zou ook een ander in mijn plaats heb ben gedaan; dat het mij is gelukt de comtesse te redden is het heerlijkste loon, dat mijn deel werd, elke andere belooning moet ik met dank afwijzen." „Dat is zeer nobel van u gedacht, mijnheer Schwarz, maar daar kunnen wij geen genoegen mee nemen. Die schuld moet worden ingelost en mag ons niet eeuwig drukken. Ik. verzoek u vriendelijk te willen overwegen, dat elke belooning, waartoe wij in staat zijn, ons geen offer zal schijnen, dat het gevoel zou wekken, iets daardoor te moeten ontberen." „Ik moet toch, niettegenstaande uwe vriendelijke aanbieding, eiken dank in dezen vorm met be slistheid van de hand wijzen." Ik zou mij zelf ver achtelijk voorkomen, wanneer ik mij een daad, die het gevolg was eener oogenblikkelijke ingeving, liet betalen." „U gaat te ver, beste vriend. Wat zijn dan de geschenken, die hoogstaande staatslieden of ge lukkige veldheeren ontvangen? Niet anders dan be loningen in denzelfden vorm voor bewezen dien sten." „Ik verzoek U allervriendelijkst, mijnheer de Graaf, wanneer U mij uw bijzondere dankbaar heid wilt bewijzen, dit te willen doen op deze wijze, dat U niet verder bij mij aandringt eene belooning aan te nemen. Koopt U mij toch de vreugde niet af, dat ik thans mag terugdenken aan den dag. dat het mij vergund was een menschenleven te redden!" „Ik eerbiedig tenvolle uwe opvatting, moet die zelfs eeren, dan ook, wanneer u mij het genoegen ontneemt nog op een andere wijze dan door woor den mijn dank te betuigen. Doch beloof mij, dat. wanneer U een wensch mocht hebben, die u gaarne vervuld zoudt zien, hetzij vroeger of later, u zich het eerst tot mij zult wenden." „Die belofte wil ik U gaarne geven." De Graaf trad nog een schrede op Heinrich toe en een ring van zijn vinger nemende, zeide hij: „Maar één ding moogt u niet terugwijzen, en ik zou mij al zeer vergissen, wanneer u hierin geen bewijs zag, dat ik werkelijk tot het .brengen van een offer in staat ben. Ziet u dezen gouden ring, zijn vorm is eenigszins vreemd, hij stelt een draak voor, die met zijn tanden zijn eigen staart vast houdt, de oogen zjjn twee diamanten, niettegen staande is de koopwaarde niet zoo groot. Maar voor mij had hij een groote waarde, want hij heeft aan de hand van mijn vader zaliger, Graaf Anselm van en tot Breitenbach, die met het oog op zijn geographische studie alle werelddeelen heeft be zocht, al zijn reizen meegemaakt, en na den dood van mijn vader heb ik hem steeds aan den vinger gedragen. Ik ben overtuigd, wanneer de ontslapene thans op ons kon nederzien, dat ik dit sieraad aan den redder van zijn kleinkind schenk, dat hij goed keurend het hoofd zou buigen. Ik echter zou geen rust meer hebben, wanneer ik niet het gevoel mocht koesteren, voor het behoud van mijn kind, iets te hebben gegeven, dat mij lief en dierbaar is." Hij trad nog een schrede op Heinrich toe, greep zonder meer zijn hand en stak den ring aan den wijsvinger. „Draagt u hem als aandenken aan den 24en Februari en aan dezen stonde." een enkéle gemeente de welvaart kan doen "terug keeren. Het eenige wat de overheid kan doen is, door tijdelijke crisismaatregelen voorkomen dat eer tijds bloeiende takken van volkswelvaart geheel ten gronde gaan. Daarvoor is samenwerking van allen die daartoe geroepen zijn, nöodig. Spreker .bracht vervolgens dank aan Wethouder Visser voor de tot hem gerichte woorden en alle aanwezigen voor hunne belangstelling. Spreker doet een beroep op de leden van den raad wier adviezen hij zal behoeven. Tevens wenscht spreker dat de wethouders bij vele voorstellen welke het gemeentebelang raken, hem als dagelijksche medewerkers hunne voorlichting zullen geven. Van de medewerking van den secretaris aldus spr. ben ik verzekerd. Spr. vroeg dezen, zijn ervaring te wil len voegen bij al datgene, wat door de verschillende bestuursorganen verricht kan worden. Ook richtte spr. zich in dit verband tot den ontvanger. Spr. gaf vervolgens de verzekering dat hij zijn vrijwillig gekozen taak naar eer en geweten zal vervullen. Ik stel het op prijs, aldus spr., dat ieder die meent dat het hem dienstig is, mij zal weten te vinden, omdat persoonlijk contact in vele geval- j len de zaken bespoedigt. I In het vertrouwen, aldus besloot spr., op U allen, neem ik thans 't bestuur der gemeente op mij, voor dat deel dat de wet mij heeft toebedeeld en aan vaard ik het voorzitterschap van uwen raad. Applaus) j Vervolgens werd door het oudste raadslid, de heer I Mulder, het woord gevoerd. Spr. wees er op, dat I men zich heeft afgevraagd, wie zullen we als bur gemeester krijgen. Toen men het bericht ontving, dat wij U als burgemeester zouden krijgen, bleek het, dat u ons geheel onbekend was en dat wij voor U onbekend waren. Doch de woorden door U ge sproken, dat U alles zult dooen in het belang der gemeente geeft ons de verzekering dat we een beste burgemeester krijgen. Spr. wijst verder op de zware taak die de burgemeester zal hebben te vervullen en op de vele moeilijkheden welke moeten worden overwonnen, zooals de ongunstige financieele toe stand der gemeente. Spr. bood namens den raad een bloemenmand aan. Deze bloemen, aldus spr., zullen straks verwei- ken, maar ik hoop, dat uw arbeidslust en gezond- d niet zuHen verwelken, doch grooter worden. Ook mevrouw en de kinderen heette spr. hartelijk welkom en spr. hoopte, dat als de gemeente haar hulp zal inroepen, zij dit zal doen. (Applaus) Hierna sprak Mevr. Boon, de echtgenoote van het Kamerlid Boon, wegens verhindering van haar man, den burgemeester als vriend toe, hem hartelijk gelukwenschend met zijn benoeming hier te Koe dijk. Spreekster feliciteerde ook Koedijk met den burgemeester, daar deze een zeer goed en recht vaardig burgemeester zal zijn. Er is thans groote nood en het spreekwoord zegt, dat men in den nood zijn vrienden leert kennen. Spr. hoopte, dat Koedijk in hem een groot vriend zal vinden. Als de samenwerking blijft, is spreekster overtuigd, dat de gemeente weer tot bloei zaal worden gebrcht. De burgemeester sprak hierna woorden van dayk tot de sprekers, in het bijzonder tot Mevr. Boon en sloot de vergadering. De heer sloof, hierna het woord verkrijgende, heette den burgemeester naamens de gemeente ambtenaren hartelijk welkom, de hoop uitspreken de, dat men aangename samenwerking mag hebben Spr. bood namens de ambtenaren een bloemenmand aan. De heer W. C. Wendelaar, burgemeester van Alk maar, zeide dat het niet alleen een belang van Koedijk was, dat een nieuwe burgemeester is be noemd. Ook voor de omgeving is het van belang. Spr. geeft de verzekering, dat de burgemeesters van de omliggende gemeenten den nieuwen burgemees ter gaarne in hun kring willen opnemen. Spr. her innerde aan de banden die Koedijk aan Alkmaar binden. En wel de doodgewone gasbuizen. Spr. hoopte, dat de bezoeken, die de burgemeester aan het Stadhuis te Alkmaar, niet alleen waren om klachten over te brengen van de klanten, doch dat de burgemeester ook eens andere bezoeken zou „Een geschenk, in dezen vorm gegeven, waag 'k niet te weigeren," antwoordde Heinrich met ont roerde stem, want wat aan zijn vinger schitterde, was de ring van zijn grootvader, op welken, hoe dikwijls misschien, de oogen zijner lieve groot moeder hadden neergezien, om wier eer hij uitslui tend den zwaren strijd was aangevangen. „Ik dank U, dank U recht hartelijk, mijnheer de Graaf, voor deze groote onderscheiding." De oude Gravin scheen deze daad door haar eigenaardige houding te misbillijken, zij scheen iets te willen zeggen, maar Albert zag haar met een zoo ernstigen blik aan, dat zij zweeg en, als geërgerd, meermalen haar zakdoek tegen de lip pen drukte. „Ik heb u nog te zeggen, mijnheer Schwarz," zeide de Graaf na een kleine pauze, „dat mijn zoon u openlijk als zijn vriend heeft aangenomen, ik verzoek u ook mij daarvoor aan te zien en vraag u, van heden af des avonds in ons gezelschap in de familiezaal aanwezig te willen zijn." „Uw vriendelijke uitnoodiging stel ik zeer op prijs, maar ik kan het werkelijk niet aannemen." „U zal het terwille van mij willen doen, niet waar, mijnheer Schwarz?" riep Albert. „Het zou onbescheiden zijn, wilde ik „Spreekt u toch niet van onbescheidenheid," zoo viel de Graaf hem in de rede, „ik neem geen bedenkingen meer aan, als redder mijner dochter komt u reeds in eene vriendschappelijke verhouding tot ons te staan afgesproken ik verwacht be slist u hier te zien!" Heinrich waagde het niet verder tegen te spreken. Op een wenk van Albert zette hij zich neer op een stoel naast den ziekenwagen. „Is het zoo in orde?" vroeg zacht te jonge Graaf. „U heeft te veel gedaan." „O neen, nog lang niet genoeg." Gravin Louise en freule von Richthofen stonden op om zich te verwijderen. „Ik verzoek u grootmama, nog een oogenblik te blijven," riep Albert thans met tamelijk luide stem, „ik wilde gaarne over een zaak opgehelderd worden, wellicht kan u of papa mij de noodige in lichtingen verschaffen." „Wat wensch je nog, mijn kind?" vroeg de Gra vin en zette zich weder neder. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1932 | | pagina 1