IB HI De strijd om ie lier Invoer verboden - Uitvoer gewenscht Frankrijk contra thutsclilaml in hel Siaargebic! door onzen correspondent. Nog slechts enkele maanden, dan zullen in het Saargebipd He eerste voorbereidin gen worden getroffen tot een volksstem ming, die zal 'beslissen of het Saargebied in 1935 Duitschland zal blijven toebe- hooren, of bij Frankrijk zal worden ge- viegd. Nu ree'ds zijn de eerste lkentec- kenen^van Hen verkiezingsstrijd te be speuren. Saarbrucken, Juni 1932. "VVie den toestand van het Saargebied in hu manitair, economisch en politiek opzicht wil lee- ren kennen, moet den weg daarheen door het Moe- zelland en Hunsruck nemen. Onderweg daarlangs verneemt men dan geftoeg- over den nood in dit ontmilitairiseerde land, over de moeilijke omstan digheden op den linker-Bdjnoever, waar de ste den zoolang onder de bezetting leden en waar thans nog zoo weinig, zoo heel weinig uitzicht bestaat, dat her spoedig verbeteren zal. In de fraaie Moezelhoot'Jstad Trier zijn de verhoudin gen al niet beter. Triers industrie en productie was geheel ingesteld op de economische betrekkin gen va,n het Saargebied met Luxemburg. Var. beide gebieden is thans Trier gescheiden door ta riefmuren. Millioenen gaan er op die wijze verlo ren. En het ontbreken van eenig garnizoen be- teekent eveneens een niet te onderschatten ver lies. Trekken wij nu naar den Hunsruck, door de id llische bosschen rechts van den Moezel, dan zien wij in ieder dorpje de bitterste nood heer- schen: van het Saarbekken gescheiden door de Fransehe regiepolitiek en tegelijkertijd geschei den van het afzetgebied voor de hoofdproducten van dit arme land, waar de boeren van houtver koop en boschbouw leven. Fe boeren zijn hier wanhopig. Staat, kerk en andere instellingen hel pen waar het mogelijk is. Maar er valt niet veel te doen. Het boerenland bloedt langzaam maar zeker doo;l. Trekken wij langs andere wegen langs de Saar dan komen wij - via den schilderachtigen Saar- burg naar Mettlaehwaar eens de porcelein- industrie bloeide. Maar voordat wij daar aanko men. moeten wij eerst de Saargrens passeeren. Midden in het Duitsche dal spert de slagboom den straatweg af: (olgrens van liet Saargebied. Duitsche Saarbewoners moeten hier hun land- genooten controleeren en geen pond -Duitsche waar komt onbelast binnen in dit volkrijke land, waar men deze waar juist zoo noodig heeft. In Mettlaeh bemerken wij, dat wij in de Fransehe sfeer komen. In de etalages geven de prijskaarten de hooge eijfers aan, die wij nog van het. oegin der inflatie kennen. Met den Saarspoorweg rijden wij naar Saar- brucken. Het is een gloeiend heete lentedag. De lucht trilt boven de heuvels en om de hier en daar oprijzende fabrieken. Dat is juist karakte ristiek aan de Saarindustrie: zij ligt midden in de onberoerde natuur van het heuvelland. Om de mijnschachten, waaruit de jSaarkolen worden gehaald, staan de groene wouden, bloeien de wei den en op de akkers groeien in de onmiddellijke nabijheid van de mijnen nog de groenten, die de Saarlanders tot voedsel strekken. Saarbrucken de groote stad van het Saar gebied, een stad, die in haar kern Diuitsch te noemen is, hoewel langer dan tien jaar de Fran sehe tricolore op den toren gewapperd heeft. Dicht bij het station, in het kwartier Sit. Jo- hann liggen de directiegebouwen van de 3aar- mijnen, die tegenwoordig in Fransehe .handen zijn. De Fransehe vlag hangt er nog uit. S.aar- brucken is namelijk niet alleen de moderne hoofd stad van een industriegebied, maar het is ook het middelpunt van een van de buitenwereld afgeslo ten volk, een volk, dat zal moeten kiezen, Frank rijk of Duitschland. En in dit land, waar de kern zoo in-Duitsch is, dat zoo geleden heeft, onder de bezetting der tweede candidaat, Frankrijk, lijkt de beslissing niet twijfelachtig. Toch kan men van Duitsche zijde niet te voorzichtig zijn, de Fransehe propaganda is intensief en doet haar werk. De mannen uit de dorpen en stadjes rondom Saarbrucken werken dikwijls reeds sedert g'eheele generaties in de mijnen, of op de fabrieken. Zij zijn taai en aanhankelijk aan hun land, hun a ar de, hun schatten. Zij zijn Saarlanders, die den vasten wil koesteren Duitschland trouw te blij ven. zich niet door schoone beloften te laten ver zoeken. Dat merkt men uit hun gesprekken -al steeds weer. De Fransehe politiek En zoo is het ook met de Fransehe regie-poli tiek, welke <Je directie der „Mines domaniales Francaise de la Sarre" voert, die de plaatselijke arbeiders uit het, arbeidsproces uitschakelt. Dat kan natuurlijk slechts bij een zeer klein percentage slagen. Maar desalniettemin is de op zeggingstermijn een gevreesde tijd voor iederen bergwerker aan de Saar. Want dan dreigt hem eider oogenblik een aangeteekende brief van den Ingenieur divisionaire" waarin hem -wordt mede gedeeld, dat de Fransehe mijndirectie van zijn verdere werkzaamheden geen gebruik meer zal maken." f Daarmede is deze Duitsche arbeider prijsgege ven aan gebrek en ellende. Want de sociale zor gen van den Pruisischen staat, wien deze mijnen grootendeels toebehooren en wiens taak het is, de arbeiders hier vasten voet te laten krijgen, vallen onder de Fransehe regie geheel weg. De Fransehe mijnenpolitiek voert landloopers en zwervend volk aan en tracht het werkvolk van de Saarschachten steeds meer en meer te vermen gen met dergelijke vreemde elementen, die boven dien voor hun taak al heel slecht berekend zijn. Op 25 Februari en 15 April zijn er dit jaar dooi de regie weer ruim 5000 van dergelijke gevrees de ontslagbrieven naar de huizen van 5000 Saar- landsche arbeiders gezonden. En menige klein zoon en achterkleinzoon van een (gezin moet r.u gedwongen de groeve verlaten, waarin reeds zijn grootaverd en overgrootvader werkten. Hoe denken der Saarlanders er zelf over Maar al deze ellende en pressie doen den moed der Saarlanders niet zakken. Zij blijven hun ras, hun cultuur trouw. En al doen de Franschen po gingen reeds de schoolkinderen voor de Fransehe zaak te winnen, door de mijnwerkers te dwin gen, op straffe van ontslag, hun kinderen naar Fransehe scholen te zenden, het helpt hen niets pc nieuwe president der door den Volkenbond ingestelde Saarregeering, de Engelschman Knox heeft zich in een bespreking te Saarbrucken met de vakvereenigingsleiders uitgelaten over het Saargebied en zijn bevolking. Hij was ervan over tuigd. zei hij, dat de bevolking v&n het Saarland een zuiver Duitsch karakter droeg, terwijl iede re Saarlander in zijn borst een onbedwingbaar verlangen koesterde, weer met het Duitsche rijk vereenigd te worden, een verlangen, dat volko men gerechtvaardigd is. Zoo'n uitspraak van een objectief tusschenpersoon zegt o.i. genoeg. Nu men moet afwachten of het bij dit ver langen blijft en of de nieuwe S.aarpresident, te genover de vertegenwoordigers van het Fransehe ministerie van Buitenlandsche Zaken te Saar brucken, monsieur Morize zal blijven standhou den, zijn meening zal durven verdedigen. Cultuurminister Zoinowitscli Een van de vele grotesken van het' volken- bondsreglement is, dat het Duitsche' Saargebied onlangs een Joego Slavischen cultuurminister ge kregen heeft, den heer Zoinowitsch. Deze heer werd naar de Saar gezonden om de soort der heerschende cultuur te onderzoeken fen te ont leden. Het zal wel daarop neerkomen, dat' hij den heer Morize bij de Fransehe schoolpolitiek een handje helpen moet. In ieder geval is land en volk hier trouw aan de Duitsche ,de Clermaansche cultuur. Geen bui tenlandsch cultuurproduct heeft hier ooit vas ten voet kunnen krijgen. Integendeel hoe lan ger de zware beproeving, van het Saargebied duur de, hoe duidelijker het iederen Saarlander y/erd, dat hij in alle richtnigen der cultuur, tot zelfs in de filmkunst, behoorde tot het Duitsche volk Wel spreekt men hier bij voorkeur van een gees telijke tolgrens. Doch daaronder worden de cen- suurbepalingen. verstaan, waaraan ieder cultuur werk, boeken, gramofoonplaten, enzoovoorts, uit Duitschland, vanwege den Volkenbond onderwor pen is. Deze cultuurproducten worden alle op hun „onsehadelijhkeid getoetst, voordat zij den eigenaar bereiken, wordt er onderzocht, of zij geen radicaal- pclitieke opvattingen bevatten. De invoer van Duitsche wara is nog steeds uiterst moeilijk. Daarom doet zich het eigenaardige gc-val voci, dat vele Duitsche waren op den omweg over Kehl-Strassburg of via Parijs het Saargebied berei ken, daar de directe invoer uit Duitschland volsla gen onmogelijk wordt gemaakt. Wat zal 1935 brengen? En op alle lippen ligt de vraag heir: „wat zal 1935 brengen?" Dit lotsjaar van het Saargebied is het punt, waar alle gedachten op gericht zijn. Terugkeer naar het moedrland, terugkeèr naar het Duitsche rijk alle gemoederen zijn vervuld van dit verlangen van deze verwachtingWat zal Frankijrk doen, als het zoover is?Men be spreekt hier d e uitslagen der laatste Fransehe Kamerverkiezingen en komt tot de conclusie, dat men van Herriot niet veel meer dan van Tardieu te verwachten heeft. Het komt dus op den onbuigzamen wil der Saarlan ders aan. En natuurlijk op de ondersteuning van dien wil in Duitschland zelveDaarom juist zijn de gemoederen hier thans zoo opgewonden. „Wat heeft* er in Duitschland plaats?" vragen zij alle. En wat doet Duitschland voor ons? Men stelt vast, hoe verward de verhuodingen in het rijk juist den buitenlander of den Duitscher, welke zich in den vreemde bevindt, toeschijnen. Deze vaststel lingen beangstigen hen. Daarbij komt nog Frank- rijks onvermoeide pogingen om de Saarindustrie steeds meer naar het Westen te orienteeren. Waarbij men echter gelukkig voor Duitschland! stoot op den machtigen tegenstand van sterke, finan- tieele Fransehe kringen, die niet gaarne zouden zien, dat het Saargebied vrij kon afzetten op de Fransehe markt. De totaalindurk: men meenthier plotseling tien jaar terug geplaatst te zijn in de toestanden, wel ke kort na den oorlog heerschten. De oorlog, het opdringen van Frankijrk naar den Rijn-, de bezet ting en de pogingen om de cultuur te vernietigen en te vervangenalle gevolgen van den oorlog- voor het overwonnen and, zijn hier nog levendig voorhanden. Een afgescheurd deel van het Duitsche vlok moet hier nog tien jaar langer dan de Rijks- Duitschers dezen druk uithouden. Wij echter, zoo roept de Duitsche pers -- in dit geval bij uitzondering eens eendrachtig, wij, die in het land zelf wonen, wij zijn verplicht, niet al leen voor onze en met onze Saar-Duitschers mede testrijden, maar tegelijkretijd mogen wij niet verge ten, dat Versailles nog niet is teniet gedaan, en dat nog evenzeer als veertien jaar geleden, een gewelddadige ons opgedrongen vrede ons ongelijk waardig en weerloos tusschen de volkeren van Euro pa gevangen houdt en ons overlevert aan alle buitenlandsche invloeden, zonder dat wij ons ook maar in het geringste kunn en verzetten. 1935? zeggen, vragen de Saarlanders. Geheel Duitschland vragt: „Zal dan in 1935 eindelijk de i oorlog volkomij geëindigd zijn? Zal Duitschland dan 1 eindelijk in eere hersteld worden en rechtvaardig- heid ondervinden? De Duitsche Pers werkt, werkt zooals zij zelden gewerkt heeft. Maar hei gaat I hier ook om een al-Duitsch belang, een Duitsch cultureel belang, en dt roept alle zonen van het Duitsche volk teamen. Duitschland was voor den oorlog en gedurende den oorlog innerlijk en uiter lijk sterk in saamhoorigheid. Duitschland is het innerlijk nog. Dat zal 1935 bewijzen. Koopt Nederlandsch Fabrikaat!" een dwaling? Door Dr. H. Westerman. „Letten, eet slechts Lettsche kasvruchten „Engelschen koopt en verkoopt alleen Britsche waar!" „Franschen, koopt Fransch fabrikaat!" „Zweedsche eedgenooten, houdt uw Nationale ar beid hoog!" Nederlanders, koopt Nederlandsch Fabrikaat!" Aan de reclamezuilen en -muren van alle groote Europeesche steden treft men tegenwoordig derge lijke opschriften aan, opgesteld en aangebracht door de koopliedenvereenigingen van dat land, Steeds neemt deze progaganda grootere vormen aan en evenals de tolmuren versperren zij den weg tot het internationaale handelsverkeer. De Vereenigde Staten hebben zulk een propa ganda voor hun eigen producten niet noodig, reeds sinds jaren niet meer! Een „beschermingstarief" van zulk een strengheid, dat men beter van een „invoer-verbod" kon spreken, heeft de Amerikaan- sche fabrikant verlost van élke buitenlandsche con currentie. Op Amerika volgt Groot-Brittannië, het klassieke land van den vrijhandel. Officieel wilde men wel iswaar langen tijd niets van „beschermingstarieven" weten, maar de British-Empire-beweging organi seerde een heftigen veldtocht voor het „Buy and sell only British goods". Ieder jaar bij de verkie zing van den «Londensche burgervader, den Lord Mayor, moet de pasgekozen eerste burger een reus achtige, meters-hooge pudding helpen maken en dan feestelijk verdeelen en deze pudding kolos sus bestaat uitsluitend uit de voortbrengselen van het Britsche wereldrijk. Het meel komt uit Canada, de boter uit Nieuw-Zeeland, de Rozijnen uit Austra lië, de rietsuiker uit Jamaica, de specerijen uit Guyana, de pruimen en andere vruchten uit Zuid- AfrikaHet is een kolossale, zware pudding, die de Engelschman met trots op de macht en grootte van zijn „wereldrijk" mag oppeuzelen Zulke grootere en .kleinere puddingen worden thans den burger van iederen staat voorgezet. Het is te hopen, dat die nieuwe kookkunst steeds ge makkelijker verteerbaar zal blijken te zijn! Alle eieren worden precies volgens het land van „aanmaak" gestempeld en men verwacht van het doorzicht van den staatsburger, dat hij de „Natio nale eiren" den voorkeur zal geven. Wat moet er echter gebeuren, als een staat het ongeluk heeft, har overschot aan eieren te moeten uitvoeren, om daarvoor b.v. industrieartikelen in te voeren? „Deensche waar staat het best angeschreven is natuurlijk in Denemarken de leuze. „Onze nieuwe koffieplantages in het Noorden van Sagen", zei onlangs een Deensche grapjas tegen mij, „diè moet je eens komen bekijken; en dan die uitgestrekte bananentuinen!" Men zal weer „melk" lepelenmen zal goede, vaderlandsche boombladeren rookende Brazi lianen zullen op hun koffieboontjes blijven zitten (of in locomotieven verstoken!)de Turken en Bulgaren op hun tabaksblaadjes en de moderne in dustrielanden op hun producten. Het is dus nog niet zoo heel zeker, of de leuze „Koopt Nederlandsch Fabrikaat" wel bevorderlijk is voor het nationaal belangi^e toeomst zal het leeren. Dat een zekere grens vanvrij handel wel ge trokken moet worden, is begrijpelijk. Italië heeft goede resultaten bereikt door b.v. de inwoners te dwingen hun radioproducteh alleen in te slaan bij Italiaansche fabrikanten; dat dit echter niet streng door te voeren is bij alle producten, is duidelijk Tenslotte is de radio voor den gewonen burger nog steeds een luxe-artikel, zij het dan ook, dat dit luxe-artikel een ruime verbreiding heeft gevonden. Waar het heen moet gaan met de exclusieve pro paganda in de verschillende landen, is niet te voor spellen. Zeer is het, dat het nog tot vele verwik kelingen aanleiding zal geven. Dat dit streven groote belangstelling geniet, wordt goed geillustreerd door een voorval in Zweden Het Koninklijk Dramatische Theater te Stockholm is de toonaangever op dit gebied in Zweden. Het kan zich beroemen op een- eerbiedwaardigen ouder dom en een roemrijk verleden. En in één geval be hoort het tot de wegbereiders voor jonge experi mentatoren, die hun nieuwigheden of hun zucht naar het „vreemde element" hier zouden uitleven. Natuurlijk worden hier alle werken opgevoerd, die strooken met het ernstige en waardige karakter van dit theater, waarbij zoowel Zweedsche, als buiten landsche werken aan de beurt komen. En in deze tempel der Kunst en Amusement ontstond op een Zondag, gedurende een uitvoering van het Fransehe blijspel „Mademoiselle" van Deval, een paniekje, dat een tragisch komischen achtergrond bleek ce bezitten. In een der voorste parketrijen stond een dame van middelbaren leeftijd op, klauterde in den or kestbak en vandaar op het tooneel, waar zij een redevoering trachtte te houden, waarvan men nog juist zooveel verstaan kon, om er uit op te maken, dat Zweden volgens haar geen buitenlandsche ar tiesten noodig had, dat zij een vurig protest uit sprak, enzoovoorts, enzoovoorts. De spelers raakten spoediger in verwarring dan het publiek, dat eerst nog in de meening verkeerde, dat er hier sprake was van een experiment van den een of anderen regisseur, die trachtte de verderfelijke moderniteit van medespelers in het parket hier ook in het Koninklijke Theater in te voeren. Een lichte paniek ontstond er tenslotte, zoodat zelfs het ijzeren scherm moest worden neergelaten. Men kon de menschen echter Weer kalmeeren en de voorstelling ondervond verder geen belemmering meer en werd vlot ten einde gespeeld. Het voorvai was niets anders dan een demonstratie tegen den „invoer" van vreemde acteurs en actrices. De leuze „zorg voor jezelf" werd hier niet alleen in mate- rieele zaken toegepast, doch ook in geestelijk op zicht. Het was alleen jammer, dat de verontwaardigde Stockholmsche dame niet geheel juist was in haar uiting. Zij was bovendien een zenuwpatiënte in hooge mate.Zij was in de meening, dat zij een stuk bijwoondee waarin de Berlijnsche acteur Frits Kortner, een gastrol speelde; inderdaad zou de week daarop Fritz Kortner met een Duitsch gezelschap een stuk van Alfred Neumann in Stockholm komen opvoeren. Maar de dame, die zoo moedig demon streerde, was een week te vroeg! Edoch uit dit kleine gebeurtenisje te Stockholm is een aardigs vergelijking op te stellen, een gelijkenis met de staats-dramatjes (of blijspelen, als men wil) die tegenwoordig het verbaasde publiek worden voor gespeeld: Onbekwame reformateurs trachten ook de acteurs op het wereldtooneel te hinderen in het spelen van hun rol.en het lijkt er veel op. dat binnenkort ook hier het ijzeren scherm omlaag gelaten moet worden, wil men een dergelijk paniek vermijden Laiïd" era Tuinbouw MET OORDEEL. Het bepalen van de juiste hoeveelheid stikstof bij de bemesting onzer verschillende cultuurgewas sen is in dezen crisistijd een lastig vraagstuk. Aan den eenen kant is men er volkomen van overtuigd dat het zonder voldoende stikstof niet gaat, aan den anderen kant is men te veei genegid op de stik stof zooveel mogelijk te bezuinigen en maar eens af te wachten of het mischien toch gaat. Nu breekt de tijd aan, dat de gewassen het zelve gaan vertellen, waar men te schriel met de stikstof is geweest. Wij kunnen er dan ook vrijwel van ver zekerd zijn, dat, waar het gewas het om dezen tijd van het jaar laat zitten, de fout schuilt in een te geringe stikstofbemesting. De practische landbouwer constateert dan ook al spoedig aan den kenschet- senden aanblik, welke zoo een aan stikstof onder voed gewas toont, de oorzaak en zal nog zoo snel 1 mogelijk hulp trachten te bieden. Gelukkig dat deze hulp in de meeste gevallén nog mogelijk is door èen overbemesting met een slpetermeststof. Wij zitten nu midden in den tijd der overbemestingen, gelukkig dat wij daarvoor nu een stikstofmeststof hebben, pie zich voor overbe mesting uitstekend leent. Aan welke voorwaarden moet zoo'n meststof dan voldoen? Zij moet in de eerste plaats salpeterstikstof bevatten, die zeer ge makkelijk oplost. Dn moet zij de structuur van den grond gunstig beinvloeden, waardoor vele werk zaamheden vergemakkelijkt worden. Dan moet zij gemakkelijk uitstrooibaar zijn en zij moet, wat wel een zeer voorname factor is, goedkoop zijn. En zie.n aan al deze voorwaarden voldoet de kalksalpeeter IG. Ook speciaal voor overbemesting is de kalksalpeter wel de meest aanbevelenswaar dige stikstofmeststof. Het is dan ook door een over bemesting met kalksalpeter nog zeer goed mogelijk, den stikstofvoorraad in den bouwgrond op peil te brengen, waar deze blijkt niet in orde te zijn. Dit is het, wat wij over overbemesting wilden zeg gen. Nu iets anders, nl. over de zorg voor veevoeder voor dezen komendenwinter mverband met kalk salpeter IG. Het is opmerkelijk als men het vee in de weide ziet loopen, dat het er niet zoo goed uitziet, als in vorige jaren. Het is duidelijk waar te nemen, dat niet alleen op kunstmest, maar ook op veevoeder bezuinigd wordt. Ook hier dient men echter te zorgen, dat de zuinigheid de wijsheid niet bedreigd. Mattge bemestingen mogen schrale oogsten geven, onvoldoende voeding van het vee geeft echter ook geringe productie. En waar men bij de bemesting het eerst geneigd is op de stikstof te bezuinigen, bezuinigt men bij de veevoeding het eerst op eiwit. Tot lichamelijk nadeel van de koeien, maar ook tot finantieel naedle van den boer. Toch is het o.i. voor een groot deel mogelijk zonder veel duur krachtvoeder aan te koopen, het vee gedurende den winter het noodige eiwit te ver strekken. En wel door zijn hoolanden vroeg te maai en en te hooien of bij ongunstig weer in te kuilen. De hoeveelheid aldus vroeg verkregen is wel iels kleiner, maar het best verteerbaar eiwitgehalte veel hooger. Na het hooien geeft men direct een bemes ting met kalksalpeter IG, om zoodoende den oor- raad prima, eiwitrijk hooi van de tweede snede, zoo hoog mogelijk op te voeren, of om een spoedige prima naweide ter beschikking va nhet vee te ver krijgen. BESCHADIGING DOOR KALKSTIKSTOF. Dezer dagen werd ons een geval medegedeeld, dat een gewas „verbrand" was door het toedienen van kalkstikstof en naar aanleiding daarvan wilïen wij den gebruikers van deze meststof op enkele dingen wijzen. Kalkstikstof is de naam zegt het reeds een stikstof meststof, gehalte 22 procent stikstof en bo vendien ongeveer 60 procent kalk. In sommige stre ken, o.a. Groningen, schijnt ze veel gebruikt te wor den, daar de pjrijs per procent stikstof jaag i.s Men dient bij het gebruik eraan te denken, dat men ze minstens 1014 dagen voor het zaaien of poten uitstrooit, daar kiemende zaden en pootma- teriaal licht door deze meststof worden beschadigd. Strooit men het echter vroegtijdig, dan hebben er omzettingen plaats gehad en blijft de beschadi ging achterwege. Evenals stoffijn kainiet kan kalkstikstof gebezigd worden o m onkruid te verdelgen. Verder is het van belang bij het zaaien de noodige voorzorgs maatregelen te treffen (stofbril gebruiken) want kalkstikstof stuift erg en kan aanleiding geven tot ernstige verwondingen. Uit dit alles is het niet te verwonderen, dat dit product, letterlijk en figuurlijk als een zwart schaap bekend staat. In het bovenaangehaalde geval is voor kort kalk stikstof gestrooid op een akker, waarop winter kool zal worden geteeld. Aan den anderen kant van de sloot, die ongeveer 6 meter breed is, lag een akker Schotsche muizen en hiervan zijn 5 regels langs den kant totaal verbrand. Zeer waarschijnlijk is de kalkstikstof door den wind van den akker op genomen en over de sloot heen op de aardappels terecht gekomen, met het gemelde noodlottig gevolg Dit is althans de meest voor de hand liggende ver klaring. Hoe het zij, oppassen is de boodschap. Zij, d;e van plan zijn, kalkstikstof te gebruiken, moeten er uiterst voorzichtig mee te werk gaan, wanneer zich aardappelen of andere gewassen in de nabij heid bevinden. L. M. Bestelt uw - cis*ukwe§*lc aan Drukkerij te Noordssfrarwoucie.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1932 | | pagina 3