IB HI
De strijd om ie lier
Invoer verboden -
Uitvoer gewenscht
Frankrijk contra thutsclilaml in hel Siaargebic!
door onzen correspondent.
Nog slechts enkele maanden, dan zullen
in het Saargebipd He eerste voorbereidin
gen worden getroffen tot een volksstem
ming, die zal 'beslissen of het Saargebied
in 1935 Duitschland zal blijven toebe-
hooren, of bij Frankrijk zal worden ge-
viegd. Nu ree'ds zijn de eerste lkentec-
kenen^van Hen verkiezingsstrijd te be
speuren.
Saarbrucken, Juni 1932.
"VVie den toestand van het Saargebied in hu
manitair, economisch en politiek opzicht wil lee-
ren kennen, moet den weg daarheen door het Moe-
zelland en Hunsruck nemen. Onderweg daarlangs
verneemt men dan geftoeg- over den nood in dit
ontmilitairiseerde land, over de moeilijke omstan
digheden op den linker-Bdjnoever, waar de ste
den zoolang onder de bezetting leden en waar
thans nog zoo weinig, zoo heel weinig uitzicht
bestaat, dat her spoedig verbeteren zal. In de
fraaie Moezelhoot'Jstad Trier zijn de verhoudin
gen al niet beter. Triers industrie en productie
was geheel ingesteld op de economische betrekkin
gen va,n het Saargebied met Luxemburg. Var.
beide gebieden is thans Trier gescheiden door ta
riefmuren. Millioenen gaan er op die wijze verlo
ren. En het ontbreken van eenig garnizoen be-
teekent eveneens een niet te onderschatten ver
lies.
Trekken wij nu naar den Hunsruck, door de
id llische bosschen rechts van den Moezel, dan
zien wij in ieder dorpje de bitterste nood heer-
schen: van het Saarbekken gescheiden door de
Fransehe regiepolitiek en tegelijkertijd geschei
den van het afzetgebied voor de hoofdproducten
van dit arme land, waar de boeren van houtver
koop en boschbouw leven. Fe boeren zijn hier
wanhopig. Staat, kerk en andere instellingen hel
pen waar het mogelijk is. Maar er valt niet veel
te doen. Het boerenland bloedt langzaam maar
zeker doo;l.
Trekken wij langs andere wegen langs de Saar
dan komen wij - via den schilderachtigen Saar-
burg naar Mettlaehwaar eens de porcelein-
industrie bloeide. Maar voordat wij daar aanko
men. moeten wij eerst de Saargrens passeeren.
Midden in het Duitsche dal spert de slagboom den
straatweg af: (olgrens van liet Saargebied.
Duitsche Saarbewoners moeten hier hun land-
genooten controleeren en geen pond -Duitsche
waar komt onbelast binnen in dit volkrijke land,
waar men deze waar juist zoo noodig heeft. In
Mettlaeh bemerken wij, dat wij in de Fransehe
sfeer komen. In de etalages geven de prijskaarten
de hooge eijfers aan, die wij nog van het. oegin
der inflatie kennen.
Met den Saarspoorweg rijden wij naar Saar-
brucken. Het is een gloeiend heete lentedag. De
lucht trilt boven de heuvels en om de hier en
daar oprijzende fabrieken. Dat is juist karakte
ristiek aan de Saarindustrie: zij ligt midden in
de onberoerde natuur van het heuvelland. Om
de mijnschachten, waaruit de jSaarkolen worden
gehaald, staan de groene wouden, bloeien de wei
den en op de akkers groeien in de onmiddellijke
nabijheid van de mijnen nog de groenten, die de
Saarlanders tot voedsel strekken.
Saarbrucken de groote stad van het Saar
gebied, een stad, die in haar kern Diuitsch te
noemen is, hoewel langer dan tien jaar de Fran
sehe tricolore op den toren gewapperd heeft.
Dicht bij het station, in het kwartier Sit. Jo-
hann liggen de directiegebouwen van de 3aar-
mijnen, die tegenwoordig in Fransehe .handen
zijn. De Fransehe vlag hangt er nog uit. S.aar-
brucken is namelijk niet alleen de moderne hoofd
stad van een industriegebied, maar het is ook het
middelpunt van een van de buitenwereld afgeslo
ten volk, een volk, dat zal moeten kiezen, Frank
rijk of Duitschland. En in dit land, waar de kern
zoo in-Duitsch is, dat zoo geleden heeft, onder
de bezetting der tweede candidaat, Frankrijk,
lijkt de beslissing niet twijfelachtig. Toch kan
men van Duitsche zijde niet te voorzichtig zijn,
de Fransehe propaganda is intensief en doet haar
werk.
De mannen uit de dorpen en stadjes rondom
Saarbrucken werken dikwijls reeds sedert g'eheele
generaties in de mijnen, of op de fabrieken. Zij
zijn taai en aanhankelijk aan hun land, hun a ar
de, hun schatten. Zij zijn Saarlanders, die den
vasten wil koesteren Duitschland trouw te blij
ven. zich niet door schoone beloften te laten ver
zoeken. Dat merkt men uit hun gesprekken -al
steeds weer.
De Fransehe politiek
En zoo is het ook met de Fransehe regie-poli
tiek, welke <Je directie der „Mines domaniales
Francaise de la Sarre" voert, die de plaatselijke
arbeiders uit het, arbeidsproces uitschakelt.
Dat kan natuurlijk slechts bij een zeer klein
percentage slagen. Maar desalniettemin is de op
zeggingstermijn een gevreesde tijd voor iederen
bergwerker aan de Saar. Want dan dreigt hem
eider oogenblik een aangeteekende brief van den
Ingenieur divisionaire" waarin hem -wordt mede
gedeeld, dat de Fransehe mijndirectie van zijn
verdere werkzaamheden geen gebruik meer zal
maken." f
Daarmede is deze Duitsche arbeider prijsgege
ven aan gebrek en ellende. Want de sociale zor
gen van den Pruisischen staat, wien deze mijnen
grootendeels toebehooren en wiens taak het is,
de arbeiders hier vasten voet te laten krijgen,
vallen onder de Fransehe regie geheel weg. De
Fransehe mijnenpolitiek voert landloopers en
zwervend volk aan en tracht het werkvolk van
de Saarschachten steeds meer en meer te vermen
gen met dergelijke vreemde elementen, die boven
dien voor hun taak al heel slecht berekend zijn.
Op 25 Februari en 15 April zijn er dit jaar dooi
de regie weer ruim 5000 van dergelijke gevrees
de ontslagbrieven naar de huizen van 5000 Saar-
landsche arbeiders gezonden. En menige klein
zoon en achterkleinzoon van een (gezin moet
r.u gedwongen de groeve verlaten, waarin reeds
zijn grootaverd en overgrootvader werkten.
Hoe denken der Saarlanders er zelf over
Maar al deze ellende en pressie doen den moed
der Saarlanders niet zakken. Zij blijven hun ras,
hun cultuur trouw. En al doen de Franschen po
gingen reeds de schoolkinderen voor de Fransehe
zaak te winnen, door de mijnwerkers te dwin
gen, op straffe van ontslag, hun kinderen naar
Fransehe scholen te zenden, het helpt hen niets
pc nieuwe president der door den Volkenbond
ingestelde Saarregeering, de Engelschman Knox
heeft zich in een bespreking te Saarbrucken met
de vakvereenigingsleiders uitgelaten over het
Saargebied en zijn bevolking. Hij was ervan over
tuigd. zei hij, dat de bevolking v&n het Saarland
een zuiver Duitsch karakter droeg, terwijl iede
re Saarlander in zijn borst een onbedwingbaar
verlangen koesterde, weer met het Duitsche rijk
vereenigd te worden, een verlangen, dat volko
men gerechtvaardigd is. Zoo'n uitspraak van
een objectief tusschenpersoon zegt o.i. genoeg.
Nu men moet afwachten of het bij dit ver
langen blijft en of de nieuwe S.aarpresident, te
genover de vertegenwoordigers van het Fransehe
ministerie van Buitenlandsche Zaken te Saar
brucken, monsieur Morize zal blijven standhou
den, zijn meening zal durven verdedigen.
Cultuurminister Zoinowitscli
Een van de vele grotesken van het' volken-
bondsreglement is, dat het Duitsche' Saargebied
onlangs een Joego Slavischen cultuurminister ge
kregen heeft, den heer Zoinowitsch. Deze heer
werd naar de Saar gezonden om de soort der
heerschende cultuur te onderzoeken fen te ont
leden. Het zal wel daarop neerkomen, dat' hij
den heer Morize bij de Fransehe schoolpolitiek
een handje helpen moet.
In ieder geval is land en volk hier trouw aan
de Duitsche ,de Clermaansche cultuur. Geen bui
tenlandsch cultuurproduct heeft hier ooit vas
ten voet kunnen krijgen. Integendeel hoe lan
ger de zware beproeving, van het Saargebied duur
de, hoe duidelijker het iederen Saarlander y/erd,
dat hij in alle richtnigen der cultuur, tot zelfs
in de filmkunst, behoorde tot het Duitsche volk
Wel spreekt men hier bij voorkeur van een gees
telijke tolgrens. Doch daaronder worden de cen-
suurbepalingen. verstaan, waaraan ieder cultuur
werk, boeken, gramofoonplaten, enzoovoorts, uit
Duitschland, vanwege den Volkenbond onderwor
pen is. Deze cultuurproducten worden alle op hun
„onsehadelijhkeid getoetst, voordat zij den eigenaar
bereiken, wordt er onderzocht, of zij geen radicaal-
pclitieke opvattingen bevatten.
De invoer van Duitsche wara is nog steeds uiterst
moeilijk. Daarom doet zich het eigenaardige gc-val
voci, dat vele Duitsche waren op den omweg over
Kehl-Strassburg of via Parijs het Saargebied berei
ken, daar de directe invoer uit Duitschland volsla
gen onmogelijk wordt gemaakt.
Wat zal 1935 brengen?
En op alle lippen ligt de vraag heir: „wat zal
1935 brengen?" Dit lotsjaar van het Saargebied
is het punt, waar alle gedachten op gericht zijn.
Terugkeer naar het moedrland, terugkeèr naar het
Duitsche rijk alle gemoederen zijn vervuld van
dit verlangen van deze verwachtingWat zal
Frankijrk doen, als het zoover is?Men be
spreekt hier d e uitslagen der laatste Fransehe
Kamerverkiezingen en komt tot de conclusie, dat
men van Herriot niet veel meer dan van Tardieu
te verwachten heeft.
Het komt dus op den onbuigzamen wil der Saarlan
ders aan. En natuurlijk op de ondersteuning van
dien wil in Duitschland zelveDaarom juist
zijn de gemoederen hier thans zoo opgewonden.
„Wat heeft* er in Duitschland plaats?" vragen zij
alle. En wat doet Duitschland voor ons? Men
stelt vast, hoe verward de verhuodingen in het rijk
juist den buitenlander of den Duitscher, welke zich
in den vreemde bevindt, toeschijnen. Deze vaststel
lingen beangstigen hen. Daarbij komt nog Frank-
rijks onvermoeide pogingen om de Saarindustrie
steeds meer naar het Westen te orienteeren. Waarbij
men echter gelukkig voor Duitschland! stoot
op den machtigen tegenstand van sterke, finan-
tieele Fransehe kringen, die niet gaarne zouden
zien, dat het Saargebied vrij kon afzetten op de
Fransehe markt.
De totaalindurk: men meenthier plotseling tien
jaar terug geplaatst te zijn in de toestanden, wel
ke kort na den oorlog heerschten. De oorlog, het
opdringen van Frankijrk naar den Rijn-, de bezet
ting en de pogingen om de cultuur te vernietigen
en te vervangenalle gevolgen van den oorlog-
voor het overwonnen and, zijn hier nog levendig
voorhanden. Een afgescheurd deel van het Duitsche
vlok moet hier nog tien jaar langer dan de Rijks-
Duitschers dezen druk uithouden.
Wij echter, zoo roept de Duitsche pers -- in dit
geval bij uitzondering eens eendrachtig, wij, die
in het land zelf wonen, wij zijn verplicht, niet al
leen voor onze en met onze Saar-Duitschers mede
testrijden, maar tegelijkretijd mogen wij niet verge
ten, dat Versailles nog niet is teniet gedaan, en
dat nog evenzeer als veertien jaar geleden, een
gewelddadige ons opgedrongen vrede ons ongelijk
waardig en weerloos tusschen de volkeren van Euro
pa gevangen houdt en ons overlevert aan alle
buitenlandsche invloeden, zonder dat wij ons ook
maar in het geringste kunn en verzetten.
1935? zeggen, vragen de Saarlanders. Geheel
Duitschland vragt: „Zal dan in 1935 eindelijk de
i oorlog volkomij geëindigd zijn? Zal Duitschland dan
1 eindelijk in eere hersteld worden en rechtvaardig-
heid ondervinden? De Duitsche Pers werkt, werkt
zooals zij zelden gewerkt heeft. Maar hei gaat
I hier ook om een al-Duitsch belang, een Duitsch
cultureel belang, en dt roept alle zonen van het
Duitsche volk teamen. Duitschland was voor den
oorlog en gedurende den oorlog innerlijk en uiter
lijk sterk in saamhoorigheid. Duitschland is het
innerlijk nog. Dat zal 1935 bewijzen.
Koopt Nederlandsch Fabrikaat!" een dwaling?
Door Dr. H. Westerman.
„Letten, eet slechts Lettsche kasvruchten
„Engelschen koopt en verkoopt alleen Britsche
waar!" „Franschen, koopt Fransch fabrikaat!"
„Zweedsche eedgenooten, houdt uw Nationale ar
beid hoog!" Nederlanders, koopt Nederlandsch
Fabrikaat!"
Aan de reclamezuilen en -muren van alle groote
Europeesche steden treft men tegenwoordig derge
lijke opschriften aan, opgesteld en aangebracht door
de koopliedenvereenigingen van dat land, Steeds
neemt deze progaganda grootere vormen aan en
evenals de tolmuren versperren zij den weg tot
het internationaale handelsverkeer.
De Vereenigde Staten hebben zulk een propa
ganda voor hun eigen producten niet noodig, reeds
sinds jaren niet meer! Een „beschermingstarief"
van zulk een strengheid, dat men beter van een
„invoer-verbod" kon spreken, heeft de Amerikaan-
sche fabrikant verlost van élke buitenlandsche con
currentie.
Op Amerika volgt Groot-Brittannië, het klassieke
land van den vrijhandel. Officieel wilde men wel
iswaar langen tijd niets van „beschermingstarieven"
weten, maar de British-Empire-beweging organi
seerde een heftigen veldtocht voor het „Buy and
sell only British goods". Ieder jaar bij de verkie
zing van den «Londensche burgervader, den Lord
Mayor, moet de pasgekozen eerste burger een reus
achtige, meters-hooge pudding helpen maken en
dan feestelijk verdeelen en deze pudding kolos
sus bestaat uitsluitend uit de voortbrengselen van
het Britsche wereldrijk. Het meel komt uit Canada,
de boter uit Nieuw-Zeeland, de Rozijnen uit Austra
lië, de rietsuiker uit Jamaica, de specerijen uit
Guyana, de pruimen en andere vruchten uit Zuid-
AfrikaHet is een kolossale, zware pudding,
die de Engelschman met trots op de macht en
grootte van zijn „wereldrijk" mag oppeuzelen
Zulke grootere en .kleinere puddingen worden
thans den burger van iederen staat voorgezet. Het
is te hopen, dat die nieuwe kookkunst steeds ge
makkelijker verteerbaar zal blijken te zijn!
Alle eieren worden precies volgens het land van
„aanmaak" gestempeld en men verwacht van het
doorzicht van den staatsburger, dat hij de „Natio
nale eiren" den voorkeur zal geven. Wat moet er
echter gebeuren, als een staat het ongeluk heeft,
har overschot aan eieren te moeten uitvoeren, om
daarvoor b.v. industrieartikelen in te voeren?
„Deensche waar staat het best angeschreven
is natuurlijk in Denemarken de leuze. „Onze nieuwe
koffieplantages in het Noorden van Sagen", zei
onlangs een Deensche grapjas tegen mij, „diè moet
je eens komen bekijken; en dan die uitgestrekte
bananentuinen!"
Men zal weer „melk" lepelenmen zal goede,
vaderlandsche boombladeren rookende Brazi
lianen zullen op hun koffieboontjes blijven zitten
(of in locomotieven verstoken!)de Turken en
Bulgaren op hun tabaksblaadjes en de moderne in
dustrielanden op hun producten.
Het is dus nog niet zoo heel zeker, of de leuze
„Koopt Nederlandsch Fabrikaat" wel bevorderlijk is
voor het nationaal belangi^e toeomst zal het
leeren. Dat een zekere grens vanvrij handel wel ge
trokken moet worden, is begrijpelijk. Italië heeft
goede resultaten bereikt door b.v. de inwoners te
dwingen hun radioproducteh alleen in te slaan bij
Italiaansche fabrikanten; dat dit echter niet streng
door te voeren is bij alle producten, is duidelijk
Tenslotte is de radio voor den gewonen burger nog
steeds een luxe-artikel, zij het dan ook, dat dit
luxe-artikel een ruime verbreiding heeft gevonden.
Waar het heen moet gaan met de exclusieve pro
paganda in de verschillende landen, is niet te voor
spellen. Zeer is het, dat het nog tot vele verwik
kelingen aanleiding zal geven.
Dat dit streven groote belangstelling geniet, wordt
goed geillustreerd door een voorval in Zweden
Het Koninklijk Dramatische Theater te Stockholm
is de toonaangever op dit gebied in Zweden. Het
kan zich beroemen op een- eerbiedwaardigen ouder
dom en een roemrijk verleden. En in één geval be
hoort het tot de wegbereiders voor jonge experi
mentatoren, die hun nieuwigheden of hun zucht
naar het „vreemde element" hier zouden uitleven.
Natuurlijk worden hier alle werken opgevoerd, die
strooken met het ernstige en waardige karakter van
dit theater, waarbij zoowel Zweedsche, als buiten
landsche werken aan de beurt komen. En in deze
tempel der Kunst en Amusement ontstond op een
Zondag, gedurende een uitvoering van het Fransehe
blijspel „Mademoiselle" van Deval, een paniekje,
dat een tragisch komischen achtergrond bleek ce
bezitten.
In een der voorste parketrijen stond een dame
van middelbaren leeftijd op, klauterde in den or
kestbak en vandaar op het tooneel, waar zij een
redevoering trachtte te houden, waarvan men nog
juist zooveel verstaan kon, om er uit op te maken,
dat Zweden volgens haar geen buitenlandsche ar
tiesten noodig had, dat zij een vurig protest uit
sprak, enzoovoorts, enzoovoorts. De spelers raakten
spoediger in verwarring dan het publiek, dat eerst
nog in de meening verkeerde, dat er hier sprake
was van een experiment van den een of anderen
regisseur, die trachtte de verderfelijke moderniteit
van medespelers in het parket hier ook in het
Koninklijke Theater in te voeren. Een lichte paniek
ontstond er tenslotte, zoodat zelfs het ijzeren
scherm moest worden neergelaten.
Men kon de menschen echter Weer kalmeeren en
de voorstelling ondervond verder geen belemmering
meer en werd vlot ten einde gespeeld. Het voorvai
was niets anders dan een demonstratie tegen den
„invoer" van vreemde acteurs en actrices. De leuze
„zorg voor jezelf" werd hier niet alleen in mate-
rieele zaken toegepast, doch ook in geestelijk op
zicht.
Het was alleen jammer, dat de verontwaardigde
Stockholmsche dame niet geheel juist was in haar
uiting. Zij was bovendien een zenuwpatiënte in
hooge mate.Zij was in de meening, dat zij een
stuk bijwoondee waarin de Berlijnsche acteur Frits
Kortner, een gastrol speelde; inderdaad zou de week
daarop Fritz Kortner met een Duitsch gezelschap
een stuk van Alfred Neumann in Stockholm komen
opvoeren. Maar de dame, die zoo moedig demon
streerde, was een week te vroeg! Edoch uit dit
kleine gebeurtenisje te Stockholm is een aardigs
vergelijking op te stellen, een gelijkenis met de
staats-dramatjes (of blijspelen, als men wil) die
tegenwoordig het verbaasde publiek worden voor
gespeeld: Onbekwame reformateurs trachten ook
de acteurs op het wereldtooneel te hinderen in
het spelen van hun rol.en het lijkt er veel op.
dat binnenkort ook hier het ijzeren scherm omlaag
gelaten moet worden, wil men een dergelijk paniek
vermijden
Laiïd" era Tuinbouw
MET OORDEEL.
Het bepalen van de juiste hoeveelheid stikstof
bij de bemesting onzer verschillende cultuurgewas
sen is in dezen crisistijd een lastig vraagstuk. Aan
den eenen kant is men er volkomen van overtuigd
dat het zonder voldoende stikstof niet gaat, aan
den anderen kant is men te veei genegid op de stik
stof zooveel mogelijk te bezuinigen en maar eens
af te wachten of het mischien toch gaat.
Nu breekt de tijd aan, dat de gewassen het zelve
gaan vertellen, waar men te schriel met de stikstof
is geweest. Wij kunnen er dan ook vrijwel van ver
zekerd zijn, dat, waar het gewas het om dezen tijd
van het jaar laat zitten, de fout schuilt in een te
geringe stikstofbemesting. De practische landbouwer
constateert dan ook al spoedig aan den kenschet-
senden aanblik, welke zoo een aan stikstof onder
voed gewas toont, de oorzaak en zal nog zoo snel
1 mogelijk hulp trachten te bieden.
Gelukkig dat deze hulp in de meeste gevallén
nog mogelijk is door èen overbemesting met een
slpetermeststof. Wij zitten nu midden in den tijd
der overbemestingen, gelukkig dat wij daarvoor nu
een stikstofmeststof hebben, pie zich voor overbe
mesting uitstekend leent. Aan welke voorwaarden
moet zoo'n meststof dan voldoen? Zij moet in de
eerste plaats salpeterstikstof bevatten, die zeer ge
makkelijk oplost. Dn moet zij de structuur van den
grond gunstig beinvloeden, waardoor vele werk
zaamheden vergemakkelijkt worden. Dan moet zij
gemakkelijk uitstrooibaar zijn en zij moet, wat wel
een zeer voorname factor is, goedkoop zijn.
En zie.n aan al deze voorwaarden voldoet de
kalksalpeeter IG. Ook speciaal voor overbemesting
is de kalksalpeter wel de meest aanbevelenswaar
dige stikstofmeststof. Het is dan ook door een over
bemesting met kalksalpeter nog zeer goed mogelijk,
den stikstofvoorraad in den bouwgrond op peil te
brengen, waar deze blijkt niet in orde te zijn.
Dit is het, wat wij over overbemesting wilden zeg
gen. Nu iets anders, nl. over de zorg voor veevoeder
voor dezen komendenwinter mverband met kalk
salpeter IG.
Het is opmerkelijk als men het vee in de weide ziet
loopen, dat het er niet zoo goed uitziet, als in
vorige jaren. Het is duidelijk waar te nemen, dat
niet alleen op kunstmest, maar ook op veevoeder
bezuinigd wordt. Ook hier dient men echter te
zorgen, dat de zuinigheid de wijsheid niet bedreigd.
Mattge bemestingen mogen schrale oogsten geven,
onvoldoende voeding van het vee geeft echter ook
geringe productie. En waar men bij de bemesting
het eerst geneigd is op de stikstof te bezuinigen,
bezuinigt men bij de veevoeding het eerst op eiwit.
Tot lichamelijk nadeel van de koeien, maar ook
tot finantieel naedle van den boer.
Toch is het o.i. voor een groot deel mogelijk
zonder veel duur krachtvoeder aan te koopen, het
vee gedurende den winter het noodige eiwit te ver
strekken. En wel door zijn hoolanden vroeg te maai
en en te hooien of bij ongunstig weer in te kuilen.
De hoeveelheid aldus vroeg verkregen is wel iels
kleiner, maar het best verteerbaar eiwitgehalte veel
hooger. Na het hooien geeft men direct een bemes
ting met kalksalpeter IG, om zoodoende den oor-
raad prima, eiwitrijk hooi van de tweede snede,
zoo hoog mogelijk op te voeren, of om een spoedige
prima naweide ter beschikking va nhet vee te ver
krijgen.
BESCHADIGING DOOR KALKSTIKSTOF.
Dezer dagen werd ons een geval medegedeeld,
dat een gewas „verbrand" was door het toedienen
van kalkstikstof en naar aanleiding daarvan wilïen
wij den gebruikers van deze meststof op enkele
dingen wijzen.
Kalkstikstof is de naam zegt het reeds een
stikstof meststof, gehalte 22 procent stikstof en bo
vendien ongeveer 60 procent kalk. In sommige stre
ken, o.a. Groningen, schijnt ze veel gebruikt te wor
den, daar de pjrijs per procent stikstof jaag i.s
Men dient bij het gebruik eraan te denken, dat
men ze minstens 1014 dagen voor het zaaien of
poten uitstrooit, daar kiemende zaden en pootma-
teriaal licht door deze meststof worden beschadigd.
Strooit men het echter vroegtijdig, dan hebben
er omzettingen plaats gehad en blijft de beschadi
ging achterwege.
Evenals stoffijn kainiet kan kalkstikstof gebezigd
worden o m onkruid te verdelgen. Verder is het
van belang bij het zaaien de noodige voorzorgs
maatregelen te treffen (stofbril gebruiken) want
kalkstikstof stuift erg en kan aanleiding geven tot
ernstige verwondingen.
Uit dit alles is het niet te verwonderen, dat dit
product, letterlijk en figuurlijk als een zwart schaap
bekend staat.
In het bovenaangehaalde geval is voor kort kalk
stikstof gestrooid op een akker, waarop winter kool
zal worden geteeld. Aan den anderen kant van de
sloot, die ongeveer 6 meter breed is, lag een akker
Schotsche muizen en hiervan zijn 5 regels langs
den kant totaal verbrand. Zeer waarschijnlijk is
de kalkstikstof door den wind van den akker op
genomen en over de sloot heen op de aardappels
terecht gekomen, met het gemelde noodlottig gevolg
Dit is althans de meest voor de hand liggende ver
klaring.
Hoe het zij, oppassen is de boodschap. Zij, d;e
van plan zijn, kalkstikstof te gebruiken, moeten er
uiterst voorzichtig mee te werk gaan, wanneer
zich aardappelen of andere gewassen in de nabij
heid bevinden.
L. M.
Bestelt uw -
cis*ukwe§*lc aan
Drukkerij te
Noordssfrarwoucie.