Blijft in Uw land
De Nationale minderheden
komen samen
OnsGourantenvernaal
Handleiding gratis
SPORT EN WEDSTRIJDEN
Nieuwstijdingen
Oinze Spoorwegen,
In de Zaterdag gehouden gewone jaarlijksche
vergaderingen van de aandeelhouders van de N.
V. Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoor
wegen en de N. V. Hollandsche IJzeren Spoor
wegmaatschappij werden de "balans en winst- en
verliesrekening over 1931 vastgesteld en het di
vidend bepaald op 4 proeent. Voorts werd de
directie der S.S. nog gemachtigd tot het sluiten
van ten eerste: een overeenkomst met de minis
ters van Waterstaat en Finantien, en met. de N.
V. "Ned. Centraal Spoorwegmaatschappij betref
fende de Maasbrug en de exploitatie van den
spoorweg te Utrecht over Amersfoort naar Zwol
le en Kampen en ten tweede een overeenkomst
met voornoemde ministers en de N.V. Utrecht
sc-he Lokaalspoorwegmaatschappij betreffende de
naasting en de exploitatie van den lokaalspoor
weg van den Dolder naar Baarn. een en ander
onder voorbehoud van bekrachtiging door de wet
Wij meenen dat er alle aanleiding' is om, nu
de vacantie voor de deur staat, elkander toe te
roepen: blijf in uw land, denki aan Holland.
In zekeren zin is het jammer, dat wij een der
gelijk advies moeten geven, maar de economi
sche omstandigheden dwingen er toe. Immers,
waar er zooveel achteruitgang is ook onder hen,
die van het toerisme en van het reizigersverkeer
moeten bestaan, waarom zouden wij dan het
geld, dat wij voor vacantie nog kunnen besteden
naar het buitenland gaan brengen. Waarom zou
den wij er onze landgenooten niet het voordeel
van gunnen?
Wat zou het heerlijk wzeen en wat zouden
we een stuk malaise verjagen, wanneer wij een
der grootste Engelsche bladen konden nazeggen
„Het Engelsche volk heeft door de waarde-ver-
mindering van zijn geld en de vaderlandslievende
beweging zijn vaderland weer ontdekt, en zal
zijn vacantie in zijn land doorbrengen, daar het
zijn eigen land lief heeft, dat tegelijk het pret
tigste en goedkoopste vacantieland is.'
Beter laat dan nooit in onze vacantie ons
eigen land ontdekt. Het is ook het prettigste en
goedkoopste vacantieland. Want u krijgt een deel
van uw vaeantiegeld terug door welvaartsherle-
ving of in elk geval door stilstand van den ach
teruitgang. In dezen tijd doet elke gulden, in
het buitenland besteed, dubbel kwaad, want men
is dien voor goed kwijt, men versnelt den achter-
achteruitgang en ons belastingbiljet draagt on
vermijdelijk het einde van 4en last.
Ja maa rzoo zeggen sommigen wellicht -
Holland geeft zoo weinig in zijn natuur. Is
dat waar. Neen, het is niet waar. Ons eigen land
biedt een schat, van stille schoonheid op vele
plaatsen en in vele streken. Ons land, ons mooie,
oude, poëtische en dierbare eigen land,, waar u
niets te kort komt, waar u schoonheid kunt vin
den, rust en vermaak, sport en kunst. Waar u
zich, als u er zin in hebt, kunt storten in den
krater der kolkende groote-stads-geneugten
Waar u in dommelige dorpen kunt genieten van
de zon-doorschenen majesteit der stilte en de
gezellige landelijkheid deelt met kakelende kip
pen; waar u de wandelwegen door de suizelen
de geheimzinnigheid der bosschen lokken; waait
breede rivieren onder de wijde hemelstolp uw
boot idyllisch zullen bekabbelen; waar de stran
den n wachten om u met' hun zon te genezen
van uw pipsche bloedarmigheid. Neen, in ons
land zult u niets tekort komen, ideëel, noch
materieel.
O, Holland is vol eigen schoonheid,j vol pit
tige pracht.. Het is maar of ge het zien kunt
en of ge het hooren wilt. Het zit niet altijd
in het geweldige en in het imposante. In een
kleine, nietige schelp kunt" ge het ruisehen hoo
ren van de oneindige zee.
D'e cijfers wijzen reeds uit,, dat het vreemde
lingenverkeer binnen onze grenze'n dit jaar be
langrijk zal terugloopen. Welnu, laat ons, Hol
landers, zelf dan onzen landgenooten vergoeden
wat ze van elders missen. Zoo'n groot offer is
het waarlijk niet. Een rijmpje ten gunste van
het Nederlandsch fabrikaat zegt „Koop toch uit
den vreemde niet, wat het eigen land u biedt.""
Koop ook uw vacantiegenot niet elders. Kloop
het hier. Blijf in uw land.
Door Dr. H.
In Weenen komt een congres bijeen
van de z.g. nationale minderheden. Ook
aan dit congres zal het evenmin als aan
den Volkenbond in Genève gelukken, den
toestand der nationale minderheden op
de een of andere wijze te verbeteren.
Toch is het echter goed en nuttig er
steeds weer de aandacht op te vestigen,
dat er alleen in Europa al meer dan 60
millloen menschen onder vreemde heer
schappij leven.
Sinds 1925 worden er in Europa de z.g. nationali
teiten-congressen) gehouden en menigeen mag
geneigd zijn deze vergaderingen met vele andere
over één kam te scheren, die slechts ter verheer
lijking van de initiatiefnemers dienen. Veel te
weinig is het nog bekend, dat zich hier in alle
stilte een groot internationaal particulier parlement
van bijna alle Europeesche minderheden begint te
constitueeren, dat temeer om onze belangstelling
vraagt als wij weten, dat de Europeesche minder
heden niet minder dan 15 pet. van de totale Euro
peesche bevolking uitmaken, b.v. rond 60 millioen.
Dit is een geweldig getal, dat gedeeltelijk bijna
even geweldadige misdaden, onderdrukkingen en
knechtingen in zich bergt. Wel zijn wij tegenwoor
dig een weinig verder dan ten tijde van Talley
rand, die eens schreef: „dat de volkeren geen van
hun vorsten afgescheiden rechten bezitten en met
den veestapel van een boerderij op één lijn gesteld
kunnen worden."
Na het verdrag van Turijn tusschen Frankrijk
en Italië in Maar 1860, waarbij de afscheiding van
Nice en Savoye ten gunste van Frankrijk afhan
kelijk werd gesteld van een volksstemming dei-
betrokkenen, is een nieuw tijdperk in de geschie
denis van de nationale minderheden in Europa
begonnen, een tijdperk echter, dat ook thans nog
betrekkelijk weinig resultaten heeft opgeleverd.
Steeds toch strijden overal in ons werelddeel mil-
lioenen om hun vrijheid, de vrijheid van hun
nationale cultuur, om een oplossing tuusschen de
rechten van den staat en van de minderheden.
Slechts weinig Europeesche staten bevinden zich
tegenwoordig in de gelukkige omstandigheid zich
niet met belangrijke minderheidsproblemen te
moeten kwellen. In Duitschland maken de minder
heden nauwelijks 5 pet. van het totaal uit. Een
paar duizend Polen, Mazoeren, Kasjoeben, Tsjechen
in het Oosten, Nederlanders in het Westen, daarbij
nog een handjevol Serven, dat is alles. Over geheel
Europa is het alleen in Portugal beter gesteld, waar
in het geheel geen taalkundige minderheden aan
wezig zijn. Italië heeft eerst tegenwoordig na het
einde van den wereldoorlog met minderheidspro
blemen te kamben die het vroeger nauwelijk kende.
Niet alleen dat thans Duitschers, Kroaten, Slowe
nen, Franschen, Albaneezen en Grieken tot Italië
behooren, het herbergt ook een paar bijzonder
interessante groepen, Ladiniers, Friaulen en op
Sardinië zelfs Kathaloniërs.
Deze menschen plaatsen sedert eeuwen de philo-
logen voor onoplosbare raadsels. Hun taal. is een
mengsel van oude Latijnsche brokstukken met mo
derne Romaansche en Germaansche talen, die geen
eigen literatuur bezitten en zich door de eeuwen
heen staande heeft weten te houden. De taal
kundige traditie is in deze verafgelegen alpendalen
zoo sterk als nauwelijks ergens anders, anders
ware het niet te verklaren, dat deze rhaetoromuan-
sche resten zich tegenwoordig nog in stand kun
nen houden, zonder door scholen, autoriteiten en
kerken te worden gebruikt, geheel uit zichzelf.
Zulke minderheden, die zich zonder de moderne
cultuur zelf in stand hebben weten te houden zijn
ook nog wel ergens anders te vinden, maar nauwe
lijks zoo levenssterk als de zooeven genoemde.
Zulke minderheden, die zich zonder de moderne
cultuur zelf in stand hebben weten te houden
zijn ook nog wel eigens anders ta vinden, maar
nauwelijks zoo levenssterk als de zooeven genoemde.
Frankrijk en Spanje hebben de Basken, wiet.hoofd
bedekking sinds enkele jaren de wereld veroverd
heeft. Misschien zijn het de overblijfselen van de
oude Iberiers, misschien zelfs nog van een oudere: ie
door de Iberiers in het Noorden van het schier
eiland verdrongen stam. Hun taal is tamelijk ge
makkelijk aan te leeren, maar des te moeilijker te
analyseeren, daar deze is samengesteld uit alle mo
gelijke andere talen; van de Mamitische tot de
Germaansche overblijfselen, is bijna de geheeJe
Europeesche taalfamilie vertegenwoordigd. Op het
oogenblik zijn er nog een paar honderd duizend
Basken, maar hun aantal wordt ieder jaar minder.
Met een andere minderheid heeft men intusschen
te Madrid des te meer rekening te houden met de
Kataloniers, wier hoofdstad Barcelona is, een stad
die in belangrijkheid Madrid ter zijde streeft. Hier
gaat het om 4 millioen menschen, die om erken
ning strijden, een erkenning, die tot nu toe conse
quent geweigerd werd. On de dictatuur van Primo
de Rivera hadden zij veel te lijden, zooveel, dat zij
meer dan eens overwogen hebben een onafhanke-
lijken Katalonischen Staat te constitueeren. Of het
republikeinsche Madrid hen gunstiger gezind is,
moet nog worden afgewacht. De Kataloniers hebben
echter de hoop eens Katalonischen Staat te stich
ten, nog geenszins opgegeven.
Frankrijk en Engeland herbergen gezamenlijk de
afstammelingen der oude Kelten, thans verdeeld
in Bretonnen, Schotten, Ieren en de bewoners van
Wales. Alleen de Ieren hebben erkenning en gelijk
berechtiging voor hun taal weten te verwerven;
toch zijn er meer dan een millioen Bretonnen en
een half millioen Schotten en bewoners van Wales.
Maar dat zijn nog minderheden zonder ee neigen
staat. Duizelingwekkend daarentegen zijn de cijfers,
als wij bij de minderhedenkomen.dieafgescheiden
van hun stamverwanten in hun eigen vaderland
moeten vegeteren.
Rond 10 millioen Oekrainers leven in 5 staten,
9 millioen Duitschers zijn over 13 staten verspreid
(Denemarken, Italië, Frankrijk, Estland, Hongarije,
Zuid-Slavië en Polen), Zwitserland Luxemburg en
Oostenrijk niet meegerekend, omdat zij daar gelijk-
berichtigd, resp. heerschend zijn. 3 Millioen Groot-
Russen in 5 staten, 3 millioen Hongaren in 4 staten,
2 millioen Polen in 7 staten, 3 millioen klein-Russen
in 6 staten, anderhalf millioen Turken in 4 staten,
zoo verscheurd, zoo verward ziet de taalkaart van
Europa er uit, als men haar met de politieke land
kaart vergelijkt. Het paradoxaalste land echter is
Turkije. Daar heerdcht de vreemde toestand, dat
de minderheden talrijker zijn dan de heerschende
Turken, dat er meer Grieken, Burgaren, Armeniërs
en Joden dan werkelijke Turken zijn. Turkije en
Portugal, dat zijn de twee groote tegenstellingen van
Europa in dit opzicht.
Slechts weinig van deze minderheden hebben
zooiets als een autonome regeering. .Een vérgaande
autonomie is er eigenlijk slechts te vinden in het
gebied der Vereenigde Socialistische Republieken,
in Sovjet Rusland, waar zelfs stammen als Tsjet-
sjenzen en Tsjoewasjen een werkelijke zelfregeering
kregen. Hoe verder men naar het Westen komt,
des te meer houdt dat op, des te strenger wordt ook
de centralisatie der staten en tegelijkertijd hun
onverdraagzaamheid.
Het klassieke land der minderheden-onderdruk
king echter is Hongarije. De meenigsuiting van de
Duitschers is zoo geknocht, dat deze volkomen
onmogelijk is geworden. En daarbij moet men nog
in aanmerking nemen, dat het den Duitschers in
Hongarije toch niet zoo slecht gaat als de Hongaar-
sche Kroaten, Slowaken en Slowenen! Slechts een
geringe minderheid in geheel Europa geniet vol
komen gelijkberechtiging met de meerderheid; de
Zweden in Finland. Zelfs in een staat als België,
waar men eigenlijk van een meerderheid en min
derheid kan spreken, waar de Vlamingen en Walen
voor de wet gelijkberechtigd zijn, hebben de Vla
mingen meer strijd te voeren en meer onderdruk
king van hun rechten te ondergaan, dan de enkele
duizendtallen Zweden in Finland.
Het is niet veel, wat de bij ons levende min
derheden verlangen. Niets anders dan de moge
lijkheid, dat hun kinderen kunnen leeren in hun
moedertaal zonder fouten te schrijven, lezen en
rekenen en misschelen nog wat opmerkzaamheid en
tegemoetkoming van de zijde der autoriteiten. Daar
mee zijn de wenschen van het meerendeel van onze
vreemdtalige staatsburgers uitgeput. Dat schreef
in 1923 de vroegere Hongaarsche minister van Bui-
tenlandsche Zaken, Dr. Gratz, en zijn uitspraak
geldt welhaast voor alle landen, waar minder
heden zijn. Het is jammer, dat de regeeringen van
Europa nog steeds niet willen inzien, dat goed
behandelde minderheden de loyaalste staatsburgers
kunnen zijn. En veel bitterheid zou verdwijnen als
men bij de bevoegde instanties eindelijk eens tot
dit inzicht zou komen.
Schatten van schoonheid sluimeren in uw huid.
Gelaatsmassage met Purol wekt ze tot nieuw
leven. Een handleiding voor gelaatsmassage
ontvangt U gratis bij koop van Purol (doos
30 cent, tube 80 ct.).
Alleen bij Apoth. en Drogisten.
ADSPIRANTENDAG TE ALKMAAR.
Aan dit jaarlijks tournooi van den Noord-Hol-
landschen Voetbalbond nam ook A-elftal van D. T.
S. deel.
De eerste wedstrijd ging tegen Westzaan A.
Om 1.20 betreden beide elftallen het groote Alc-
maria veld en stellen zich op onder leiding van. den
heer Kelder.
D. T. S. speelt in zijn sterkste formatie. De uitslag
van deze werkelijk aardigen wedstrijd (00) wees
echter geen winnaar aan, zoodat strafschoppen de
beslissing moesten brengen. Dit had een zeer span
nend verloop en met 8 tegen 7 wist de D. aanvoer
der onder enorme belangstelling de overwinning uit
het vuur te sleepen.
Alzoo moest D„ volgens het programma, om 4
uur spelen tegen Nieuwe-Niedorp om le en 2de
prijs. Deze wedstrijd, welke door Nieuwe Niedorp
welverdiend met 2—1 werd gewonnen, diet weer
eens duidelijk zien waartoe onderschatting van een
tegenstander leidt. Na een nuttige 10 voorsprong
in de eerste helft raakte het samenspel totaal zoek,
waarvan dankbaar N. V. V. profiteerde. Wat zaten
die jongens er op! Het winnende doelpunt door hen
5 minuten voor afloop gemaakt mage dan ook een
belooning genoemd worden voor hun flink volhou
den. Dus kwamen de ook door D. zoo begeerde le
prijs speldjes in handen van Nieuwe Niedorp.
Over het door D. vertoonde spel zou nog dit op
te merken zijn dat individueel de spelers zeker hun
pla.ats waard zijn. Wij konden ons echter niet aan
den indruk onttrekken dat het weten aanéén niet
spelen de prestaties onzer adspiranten te Alkmaar
wel zeer ongunstig beinvloed heeft.
SERIE-WEDSTRIJDEN V. C. L.
In een opgewekte stemming, die veel goeds be
loofde, trok D. T. S. II Zondagmiddag naar Hoog
woud om deel te nemen aan de seriewedstrijden van
V. C. L. Met vollen moed werd de tocht naar het
voetbalveld aanvaard. Daar aangekomen bleek, dat
de scheidsrechter niet aanwezig was, zoodat onder
leiding van den V. C. L.-scheidsrechter, C. Bakker,
die vrij gooed voldeed, begonnen werd.
Allereerst werd gespeeld D. T. S. IIUrseum I;
Ursem was versterkt door haar trainer Dekker, een
oud-Hollandia-speler, die een schitterende back
partij speelde.
D. T. S. wint de toss en verkiest voor de vrij
hevige wind te spelen; er wordt, ondanks het
warme weer, met veel enthousiasme gespeel en het
is Ursem, die al spoedig de bal in de touwen jaagt.
01.
Maar D. T. S. komt geweldig opzetten, een pracht
kopbal van borst komt precies in de handen van
de Ursem-keeper, een handsbal in het strafschop
gebied van Ursem ontgaat aan de aandacht van den
wacht De Vet te lang met schieten, bij een ver
schot van Postuma vliegt de bal hoog over de lat
en een mooie kans wordt door dezelfde speler ge
mist door over te schieten en vlak daarop schiet
Drost de bal eveneens over
Maar D. T. S. houdt vol en haar zwoegen wordt
beloond als een schot van Jansen van de deklat
in het doel vliegt; dan schiet Drost hoog over en
de scheidsrechter fluit rust. 11.
Na de rust komt Ursem in de aanval, maar een
mooi schot wordt door Plakman schitterend ge-
Hoewel D. T. S. nu tegen wind speelt, is ze in het
geheel niet in de minderheid. De verdediging is
subliem en de voorhoede, goe dg esteund door de
middenlinie geeft keurig spel te zien.
Al gauw heeft D. T. S. door een prachtig schot
de leiding. 21.
Een mooie kans wordt door Put achter geschoten,
maar dit is uitstel van executie, want een voorzet
van Posthuma wordt door denzelfden speler schit
terend benut. 31.
In deze periode tracht Ursem D. T. S. gedurig
in den buitenspelval te laten loopen, wat haar maar
al te vaak gelukt, maar ten slotte ook noodlottig
wordt, als De Vet den bal vrij krijgt en met een
doorbraak, door een goed schot gevolgd, den stand
op 41 brengt.
Met deze stand komt het einde.
De ploeg heeft schitterend gespeeld, voor de
overwinning is gevochten en deze is dan ook geheel
verdiend.
Daarna worden gespeeld de wedstrijden N.V.V. II
—V. C. L. I, welke door eerstgenoemde wordt ge
wonnen en V. C. L. I—Ursem I, die 20 min. voor
het einde na een ongeval wordt gestaakt.
D. T. S. komt nu in het veld tegen N. V. V. II
In deze wedstrijd moet Postuma vervangen worden
door A. de Wit.
Het wordt een slappe vertooning, waarbij D. T. S.
het meest in de aanval is. Na een kwartier gespeeld
te hebben, wordt de bal voor het doel geplaatst
en door Balder langs de uitloopende keeper in het
doel gekopt. 10. Spoedig daarna wordt via de voet
van een N. V. V.-speler het tweede doelpunt ge-
Even voor de rust maakt de D.T.S.-keeper, volgens
den scheidsrechter, free-kick, maar deze loopt op
niets uit; dan fluit de scheidsrechter rust.
Na de rust verflauwt het spel geheel, doch als
Plakman een bal over zijn hoofd laat springen komt
N. V. V. weer in actie; tot doelpunten maken, ko
men ze echter niet en zoo blijft de stand 2—1 voor
D. T. S.
Na afloop had D. T. S. een schitterende beker,
als eerste prijs in ontvangst te nemen, daarna
bezochten de spelers de Hoogwouder kermis; van
hunne verrichtingen aldaar zullen wij geen gewag
maken.
DICK'S ONGELUKS-MATCH
Door Hans HOEDKERK.
Ze waren het overigens niet onaantrekkelijke
stadium voorbij, waarin men allerlei zoetvloeiende
namen voor elkaar verzint. Ze noemden elkaar nu
eenvoudigweg Dolly en Dick. Wellicht ik wil
er van af zijn was er een tijd geweest, waarin
sprake was van Dollekindje en Dickie-lief. Dat
hadden ze dan gehad. Nu waren ze in de periode
gekomen, waarin men niet doorloopend verkeet in
dien staat van zoeten waanzin, dien men verliefd
heid noemt. En af en toe hielden ze dan ook ge
sprekken, waarin een zekere zakelijkheid niet ont
brak.
Ik bedoel, dat het niet ging over het vage begrip
van een lief huisje, waar men knusjes wonen gaat
en van elkaar zal blijven houden, altijd, altijd.
Neen, ze spraken wel degelijk aver het feit of en
zoo ja, waarom een tapijt te verkiezen is boven
een kamermat en waarom een stofzuiger noodzake
lijker behoefte is dan b.v. een schemerlamp. Wan
neer men zoover is, is men al een heel eind. De
verloving was dan ook nog meer een kwestie van
Er was één punt, waarover ze nog al eens met
elkaar overhoop lagen. Het was het feit, dat Dick
dol op voetbal en cricket was. Dolly had niets tegen
sport, maar het is nu eenmaal zoo, dat deze liefheb
berijen den Zondag opeischen. En daar zat de
knoop.
Een meisje kan zoo af en toe eens meegaan naar
het sportveld, maar tenslotte gaat dat ook niet eiken
Zondag. Het is een bekend feit, dat meisjes ook nog
weieens wat anders willen dan toekijken hoe hun
verloofden een bal hanteeren of tegen een bal
schoppen. Er zijn nog altijd aardige zitjes op een
terras, er zijn nog altijd gezellige dancings,waar
een goede band speelt.... Dit was dus een zaak,
waar zoo nu en dan aandacht aan werd besteed.
Er viel met Dolly te praten. Ze eischte heelemaal
niet, dat Dick zijn sport zou opgeven, maar als
hij nu bijvoorbeeld eens om de week of om de tewe
weken zijn sport bedreef. En dan was er nog iets
anders, iets dat als verschijnsel algemeen is. Dio,
dat zij hém en hij haar bij herhaling de kernachtige
gewetensvraag meende te moeten stellen: „Hou je
nu heusch van me, heusch?"
Au fond is dit misschien een mal zinnetje, maar
voor den persoon, die het vraagt beteekent het
altijd de voornaamste vraag in dit leven.
Ook Dolly en Dick vielen er elkaar mee lastig,
misschien ook deden ze er elkaar een genoegen
mee. De antwoorden luidden gelukkig steeds weer
^HetMtep tegen den zomer, den tijd dat in Holland
de promotie- en degradatie-wedstrijden werden ge
houden. En de beslissende ontmoeting, waarin He
racles zou kunnen promoveeren door van Quick te
winnen, werd vastgesteld op Zondag 5 Juni.
En nu wilde het stomme toeval, dat Dolly en
Dick juist hadden afgesproken om dien dag naar
Den Haag te gaan.
Je kan niet meedoen, zei Dolly beslist.
Doe niet zoo vreeselijk egoistisch, zei hij. Dat
was natuurlijk een onhandige opmerking.
Wie is er hier egoistisch? vroeg zij.
Ik niet. Je weet hoeveel ik van zeilen houd.
Maar ik mag mijn club toch niet in den steek laten.
Dus je gaat niet naar Den Haag?
Ik geloof, dat je niet meer van me houdt.
Je doet vreeselijk onredelijk.
Onredelijk, ik onredelijk? Ik begrijp niet hoe
je het durft te zeggen....
Enz. enz.
Maar op den 5den Juni het was een magnifieke
zonnige dag kwamen Dick en Dolly het terrein
op, gearmd en vroolijk, Dick met zijn koffertje en
nieuwe zomer jas, Dolly in een fleurig toiletje, een
sportief rood hoedje op haar blonde haar. Ze
waren volkomen verzoend. Want Dick had haar
duidelijk gemaakt, dat hij zou spelen zooals hij nog
nooit gespeeld had, maar.dan moest Dolly mee
gaan en hem aanmoedigen
Als Dick goed speelde en als Heracles won, dan
zou dat aan Dolly te danken zijn. Er werd gespeeld.
Met rust stond Heracles met 0—2 achter. Maar
na de rust! Met een ongelooflijke geestdrift wier
pen de Hercliden zich in den strijd. Het werd 1—2,
het werd gelijk. Langs het lijntje stond Dolly met
haar roode hoedje en haar hooge stem klonk her
haaldelijk: „Hup Heracles" en „toe dan Dick, tooe
dan!" En bij een van die laatste aanmedigingen
spande Dich zich tot het uiterste in. Hij snelde met
den bal aan zijn been ols was het een magneet,
langs rechtshalf en spil. Hij wilde schieten, maar
op dat moment sprong de rechtback ervoor. Even
keek Dick uit. Dan een afgemeten pas naar waar
de midvoor opgedekt stond, een onhoudbaar schot
en Heracles had de leiding. Het was 32. Nogmaals
een aanval. Weer is het Dick die door de vijande
lijke verdediging snelt, weer geeft hij den bal over,
nu aan den rechtsbuiten. Die schiet, tegen den
paal. Terug springt de bal, vlak voor Dick's voeten.
Even wacht hij. Daar hoort hij een stem, haar
stem:
Dickie! Dickie dan toch.
Een zwaai met het linkerbeen, een knal, geweldig
hard suist de bal in het net. En dit doelpunt blijkt
beslissend. Quick is met een 42 achterstand een
geslagen elftal. Als het eindsignaal klinkt stormen
de supporters het veld in. Op hun schouders wordt
Dick naar de kleedtent gedragen. Razend snel
wascht hij zich, kleedt zich aan, om maar gauw
bij haar te zijn. Eindelijk klaar.
Buiten staat Dolly te wachten. Het valt hem
op, dat haar gelaat ernstig staat.
Wat is er Dolly?
Ik kom afscheid nemen, Dick. Wij hooren niet
bij elkaar. Nu ik gezien heb, dat je meer van een
voetbal houdt dan van mij, maak ik het uit.
Maar mijn lieve beste Dol
Weet je noog hoe je, toen jullie met 3—2 voor
stonden den bal kreeg toegespeeld vlak in mijn
buurt.
Tja ik geloof van wel.
Je ging er mee van door. Iemaand schoot
tegen den paal, je was doorgeloopen, je kreeg wéér
den bal. Heb je me toen niet hooren roepen?
Ja natuurlijk, je riep: „Dickie, Dickie dan
toch!"
Juist. Maar je kwam niet. Ik had mijn zak
doekje ove rhet hek laten vaallen.maar je kwam
niet. Je had de keuze tusschen een voetbal en mij
en je koos.... dien voetbal. Bah!
Maar Dolly, begrijp dan toch.
Ik begrijp het allang. En het is uit.
Maaar laten we er morgenavond eens rustig
over praten. Dol!
Valt niet meer over te praten. En wat morgen
avond betreft. Dan ga ik met den rechtsback van
Quick uit. Die weet hoe hij een meisje behandelen
moet, die heeft mijn zakdoekje tenminste opgeraapt.