Blijft in Uw land De Nationale minderheden komen samen OnsGourantenvernaal Handleiding gratis SPORT EN WEDSTRIJDEN Nieuwstijdingen Oinze Spoorwegen, In de Zaterdag gehouden gewone jaarlijksche vergaderingen van de aandeelhouders van de N. V. Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoor wegen en de N. V. Hollandsche IJzeren Spoor wegmaatschappij werden de "balans en winst- en verliesrekening over 1931 vastgesteld en het di vidend bepaald op 4 proeent. Voorts werd de directie der S.S. nog gemachtigd tot het sluiten van ten eerste: een overeenkomst met de minis ters van Waterstaat en Finantien, en met. de N. V. "Ned. Centraal Spoorwegmaatschappij betref fende de Maasbrug en de exploitatie van den spoorweg te Utrecht over Amersfoort naar Zwol le en Kampen en ten tweede een overeenkomst met voornoemde ministers en de N.V. Utrecht sc-he Lokaalspoorwegmaatschappij betreffende de naasting en de exploitatie van den lokaalspoor weg van den Dolder naar Baarn. een en ander onder voorbehoud van bekrachtiging door de wet Wij meenen dat er alle aanleiding' is om, nu de vacantie voor de deur staat, elkander toe te roepen: blijf in uw land, denki aan Holland. In zekeren zin is het jammer, dat wij een der gelijk advies moeten geven, maar de economi sche omstandigheden dwingen er toe. Immers, waar er zooveel achteruitgang is ook onder hen, die van het toerisme en van het reizigersverkeer moeten bestaan, waarom zouden wij dan het geld, dat wij voor vacantie nog kunnen besteden naar het buitenland gaan brengen. Waarom zou den wij er onze landgenooten niet het voordeel van gunnen? Wat zou het heerlijk wzeen en wat zouden we een stuk malaise verjagen, wanneer wij een der grootste Engelsche bladen konden nazeggen „Het Engelsche volk heeft door de waarde-ver- mindering van zijn geld en de vaderlandslievende beweging zijn vaderland weer ontdekt, en zal zijn vacantie in zijn land doorbrengen, daar het zijn eigen land lief heeft, dat tegelijk het pret tigste en goedkoopste vacantieland is.' Beter laat dan nooit in onze vacantie ons eigen land ontdekt. Het is ook het prettigste en goedkoopste vacantieland. Want u krijgt een deel van uw vaeantiegeld terug door welvaartsherle- ving of in elk geval door stilstand van den ach teruitgang. In dezen tijd doet elke gulden, in het buitenland besteed, dubbel kwaad, want men is dien voor goed kwijt, men versnelt den achter- achteruitgang en ons belastingbiljet draagt on vermijdelijk het einde van 4en last. Ja maa rzoo zeggen sommigen wellicht - Holland geeft zoo weinig in zijn natuur. Is dat waar. Neen, het is niet waar. Ons eigen land biedt een schat, van stille schoonheid op vele plaatsen en in vele streken. Ons land, ons mooie, oude, poëtische en dierbare eigen land,, waar u niets te kort komt, waar u schoonheid kunt vin den, rust en vermaak, sport en kunst. Waar u zich, als u er zin in hebt, kunt storten in den krater der kolkende groote-stads-geneugten Waar u in dommelige dorpen kunt genieten van de zon-doorschenen majesteit der stilte en de gezellige landelijkheid deelt met kakelende kip pen; waar u de wandelwegen door de suizelen de geheimzinnigheid der bosschen lokken; waait breede rivieren onder de wijde hemelstolp uw boot idyllisch zullen bekabbelen; waar de stran den n wachten om u met' hun zon te genezen van uw pipsche bloedarmigheid. Neen, in ons land zult u niets tekort komen, ideëel, noch materieel. O, Holland is vol eigen schoonheid,j vol pit tige pracht.. Het is maar of ge het zien kunt en of ge het hooren wilt. Het zit niet altijd in het geweldige en in het imposante. In een kleine, nietige schelp kunt" ge het ruisehen hoo ren van de oneindige zee. D'e cijfers wijzen reeds uit,, dat het vreemde lingenverkeer binnen onze grenze'n dit jaar be langrijk zal terugloopen. Welnu, laat ons, Hol landers, zelf dan onzen landgenooten vergoeden wat ze van elders missen. Zoo'n groot offer is het waarlijk niet. Een rijmpje ten gunste van het Nederlandsch fabrikaat zegt „Koop toch uit den vreemde niet, wat het eigen land u biedt."" Koop ook uw vacantiegenot niet elders. Kloop het hier. Blijf in uw land. Door Dr. H. In Weenen komt een congres bijeen van de z.g. nationale minderheden. Ook aan dit congres zal het evenmin als aan den Volkenbond in Genève gelukken, den toestand der nationale minderheden op de een of andere wijze te verbeteren. Toch is het echter goed en nuttig er steeds weer de aandacht op te vestigen, dat er alleen in Europa al meer dan 60 millloen menschen onder vreemde heer schappij leven. Sinds 1925 worden er in Europa de z.g. nationali teiten-congressen) gehouden en menigeen mag geneigd zijn deze vergaderingen met vele andere over één kam te scheren, die slechts ter verheer lijking van de initiatiefnemers dienen. Veel te weinig is het nog bekend, dat zich hier in alle stilte een groot internationaal particulier parlement van bijna alle Europeesche minderheden begint te constitueeren, dat temeer om onze belangstelling vraagt als wij weten, dat de Europeesche minder heden niet minder dan 15 pet. van de totale Euro peesche bevolking uitmaken, b.v. rond 60 millioen. Dit is een geweldig getal, dat gedeeltelijk bijna even geweldadige misdaden, onderdrukkingen en knechtingen in zich bergt. Wel zijn wij tegenwoor dig een weinig verder dan ten tijde van Talley rand, die eens schreef: „dat de volkeren geen van hun vorsten afgescheiden rechten bezitten en met den veestapel van een boerderij op één lijn gesteld kunnen worden." Na het verdrag van Turijn tusschen Frankrijk en Italië in Maar 1860, waarbij de afscheiding van Nice en Savoye ten gunste van Frankrijk afhan kelijk werd gesteld van een volksstemming dei- betrokkenen, is een nieuw tijdperk in de geschie denis van de nationale minderheden in Europa begonnen, een tijdperk echter, dat ook thans nog betrekkelijk weinig resultaten heeft opgeleverd. Steeds toch strijden overal in ons werelddeel mil- lioenen om hun vrijheid, de vrijheid van hun nationale cultuur, om een oplossing tuusschen de rechten van den staat en van de minderheden. Slechts weinig Europeesche staten bevinden zich tegenwoordig in de gelukkige omstandigheid zich niet met belangrijke minderheidsproblemen te moeten kwellen. In Duitschland maken de minder heden nauwelijks 5 pet. van het totaal uit. Een paar duizend Polen, Mazoeren, Kasjoeben, Tsjechen in het Oosten, Nederlanders in het Westen, daarbij nog een handjevol Serven, dat is alles. Over geheel Europa is het alleen in Portugal beter gesteld, waar in het geheel geen taalkundige minderheden aan wezig zijn. Italië heeft eerst tegenwoordig na het einde van den wereldoorlog met minderheidspro blemen te kamben die het vroeger nauwelijk kende. Niet alleen dat thans Duitschers, Kroaten, Slowe nen, Franschen, Albaneezen en Grieken tot Italië behooren, het herbergt ook een paar bijzonder interessante groepen, Ladiniers, Friaulen en op Sardinië zelfs Kathaloniërs. Deze menschen plaatsen sedert eeuwen de philo- logen voor onoplosbare raadsels. Hun taal. is een mengsel van oude Latijnsche brokstukken met mo derne Romaansche en Germaansche talen, die geen eigen literatuur bezitten en zich door de eeuwen heen staande heeft weten te houden. De taal kundige traditie is in deze verafgelegen alpendalen zoo sterk als nauwelijks ergens anders, anders ware het niet te verklaren, dat deze rhaetoromuan- sche resten zich tegenwoordig nog in stand kun nen houden, zonder door scholen, autoriteiten en kerken te worden gebruikt, geheel uit zichzelf. Zulke minderheden, die zich zonder de moderne cultuur zelf in stand hebben weten te houden zijn ook nog wel ergens anders te vinden, maar nauwe lijks zoo levenssterk als de zooeven genoemde. Zulke minderheden, die zich zonder de moderne cultuur zelf in stand hebben weten te houden zijn ook nog wel eigens anders ta vinden, maar nauwelijks zoo levenssterk als de zooeven genoemde. Frankrijk en Spanje hebben de Basken, wiet.hoofd bedekking sinds enkele jaren de wereld veroverd heeft. Misschien zijn het de overblijfselen van de oude Iberiers, misschien zelfs nog van een oudere: ie door de Iberiers in het Noorden van het schier eiland verdrongen stam. Hun taal is tamelijk ge makkelijk aan te leeren, maar des te moeilijker te analyseeren, daar deze is samengesteld uit alle mo gelijke andere talen; van de Mamitische tot de Germaansche overblijfselen, is bijna de geheeJe Europeesche taalfamilie vertegenwoordigd. Op het oogenblik zijn er nog een paar honderd duizend Basken, maar hun aantal wordt ieder jaar minder. Met een andere minderheid heeft men intusschen te Madrid des te meer rekening te houden met de Kataloniers, wier hoofdstad Barcelona is, een stad die in belangrijkheid Madrid ter zijde streeft. Hier gaat het om 4 millioen menschen, die om erken ning strijden, een erkenning, die tot nu toe conse quent geweigerd werd. On de dictatuur van Primo de Rivera hadden zij veel te lijden, zooveel, dat zij meer dan eens overwogen hebben een onafhanke- lijken Katalonischen Staat te constitueeren. Of het republikeinsche Madrid hen gunstiger gezind is, moet nog worden afgewacht. De Kataloniers hebben echter de hoop eens Katalonischen Staat te stich ten, nog geenszins opgegeven. Frankrijk en Engeland herbergen gezamenlijk de afstammelingen der oude Kelten, thans verdeeld in Bretonnen, Schotten, Ieren en de bewoners van Wales. Alleen de Ieren hebben erkenning en gelijk berechtiging voor hun taal weten te verwerven; toch zijn er meer dan een millioen Bretonnen en een half millioen Schotten en bewoners van Wales. Maar dat zijn nog minderheden zonder ee neigen staat. Duizelingwekkend daarentegen zijn de cijfers, als wij bij de minderhedenkomen.dieafgescheiden van hun stamverwanten in hun eigen vaderland moeten vegeteren. Rond 10 millioen Oekrainers leven in 5 staten, 9 millioen Duitschers zijn over 13 staten verspreid (Denemarken, Italië, Frankrijk, Estland, Hongarije, Zuid-Slavië en Polen), Zwitserland Luxemburg en Oostenrijk niet meegerekend, omdat zij daar gelijk- berichtigd, resp. heerschend zijn. 3 Millioen Groot- Russen in 5 staten, 3 millioen Hongaren in 4 staten, 2 millioen Polen in 7 staten, 3 millioen klein-Russen in 6 staten, anderhalf millioen Turken in 4 staten, zoo verscheurd, zoo verward ziet de taalkaart van Europa er uit, als men haar met de politieke land kaart vergelijkt. Het paradoxaalste land echter is Turkije. Daar heerdcht de vreemde toestand, dat de minderheden talrijker zijn dan de heerschende Turken, dat er meer Grieken, Burgaren, Armeniërs en Joden dan werkelijke Turken zijn. Turkije en Portugal, dat zijn de twee groote tegenstellingen van Europa in dit opzicht. Slechts weinig van deze minderheden hebben zooiets als een autonome regeering. .Een vérgaande autonomie is er eigenlijk slechts te vinden in het gebied der Vereenigde Socialistische Republieken, in Sovjet Rusland, waar zelfs stammen als Tsjet- sjenzen en Tsjoewasjen een werkelijke zelfregeering kregen. Hoe verder men naar het Westen komt, des te meer houdt dat op, des te strenger wordt ook de centralisatie der staten en tegelijkertijd hun onverdraagzaamheid. Het klassieke land der minderheden-onderdruk king echter is Hongarije. De meenigsuiting van de Duitschers is zoo geknocht, dat deze volkomen onmogelijk is geworden. En daarbij moet men nog in aanmerking nemen, dat het den Duitschers in Hongarije toch niet zoo slecht gaat als de Hongaar- sche Kroaten, Slowaken en Slowenen! Slechts een geringe minderheid in geheel Europa geniet vol komen gelijkberechtiging met de meerderheid; de Zweden in Finland. Zelfs in een staat als België, waar men eigenlijk van een meerderheid en min derheid kan spreken, waar de Vlamingen en Walen voor de wet gelijkberechtigd zijn, hebben de Vla mingen meer strijd te voeren en meer onderdruk king van hun rechten te ondergaan, dan de enkele duizendtallen Zweden in Finland. Het is niet veel, wat de bij ons levende min derheden verlangen. Niets anders dan de moge lijkheid, dat hun kinderen kunnen leeren in hun moedertaal zonder fouten te schrijven, lezen en rekenen en misschelen nog wat opmerkzaamheid en tegemoetkoming van de zijde der autoriteiten. Daar mee zijn de wenschen van het meerendeel van onze vreemdtalige staatsburgers uitgeput. Dat schreef in 1923 de vroegere Hongaarsche minister van Bui- tenlandsche Zaken, Dr. Gratz, en zijn uitspraak geldt welhaast voor alle landen, waar minder heden zijn. Het is jammer, dat de regeeringen van Europa nog steeds niet willen inzien, dat goed behandelde minderheden de loyaalste staatsburgers kunnen zijn. En veel bitterheid zou verdwijnen als men bij de bevoegde instanties eindelijk eens tot dit inzicht zou komen. Schatten van schoonheid sluimeren in uw huid. Gelaatsmassage met Purol wekt ze tot nieuw leven. Een handleiding voor gelaatsmassage ontvangt U gratis bij koop van Purol (doos 30 cent, tube 80 ct.). Alleen bij Apoth. en Drogisten. ADSPIRANTENDAG TE ALKMAAR. Aan dit jaarlijks tournooi van den Noord-Hol- landschen Voetbalbond nam ook A-elftal van D. T. S. deel. De eerste wedstrijd ging tegen Westzaan A. Om 1.20 betreden beide elftallen het groote Alc- maria veld en stellen zich op onder leiding van. den heer Kelder. D. T. S. speelt in zijn sterkste formatie. De uitslag van deze werkelijk aardigen wedstrijd (00) wees echter geen winnaar aan, zoodat strafschoppen de beslissing moesten brengen. Dit had een zeer span nend verloop en met 8 tegen 7 wist de D. aanvoer der onder enorme belangstelling de overwinning uit het vuur te sleepen. Alzoo moest D„ volgens het programma, om 4 uur spelen tegen Nieuwe-Niedorp om le en 2de prijs. Deze wedstrijd, welke door Nieuwe Niedorp welverdiend met 2—1 werd gewonnen, diet weer eens duidelijk zien waartoe onderschatting van een tegenstander leidt. Na een nuttige 10 voorsprong in de eerste helft raakte het samenspel totaal zoek, waarvan dankbaar N. V. V. profiteerde. Wat zaten die jongens er op! Het winnende doelpunt door hen 5 minuten voor afloop gemaakt mage dan ook een belooning genoemd worden voor hun flink volhou den. Dus kwamen de ook door D. zoo begeerde le prijs speldjes in handen van Nieuwe Niedorp. Over het door D. vertoonde spel zou nog dit op te merken zijn dat individueel de spelers zeker hun pla.ats waard zijn. Wij konden ons echter niet aan den indruk onttrekken dat het weten aanéén niet spelen de prestaties onzer adspiranten te Alkmaar wel zeer ongunstig beinvloed heeft. SERIE-WEDSTRIJDEN V. C. L. In een opgewekte stemming, die veel goeds be loofde, trok D. T. S. II Zondagmiddag naar Hoog woud om deel te nemen aan de seriewedstrijden van V. C. L. Met vollen moed werd de tocht naar het voetbalveld aanvaard. Daar aangekomen bleek, dat de scheidsrechter niet aanwezig was, zoodat onder leiding van den V. C. L.-scheidsrechter, C. Bakker, die vrij gooed voldeed, begonnen werd. Allereerst werd gespeeld D. T. S. IIUrseum I; Ursem was versterkt door haar trainer Dekker, een oud-Hollandia-speler, die een schitterende back partij speelde. D. T. S. wint de toss en verkiest voor de vrij hevige wind te spelen; er wordt, ondanks het warme weer, met veel enthousiasme gespeel en het is Ursem, die al spoedig de bal in de touwen jaagt. 01. Maar D. T. S. komt geweldig opzetten, een pracht kopbal van borst komt precies in de handen van de Ursem-keeper, een handsbal in het strafschop gebied van Ursem ontgaat aan de aandacht van den wacht De Vet te lang met schieten, bij een ver schot van Postuma vliegt de bal hoog over de lat en een mooie kans wordt door dezelfde speler ge mist door over te schieten en vlak daarop schiet Drost de bal eveneens over Maar D. T. S. houdt vol en haar zwoegen wordt beloond als een schot van Jansen van de deklat in het doel vliegt; dan schiet Drost hoog over en de scheidsrechter fluit rust. 11. Na de rust komt Ursem in de aanval, maar een mooi schot wordt door Plakman schitterend ge- Hoewel D. T. S. nu tegen wind speelt, is ze in het geheel niet in de minderheid. De verdediging is subliem en de voorhoede, goe dg esteund door de middenlinie geeft keurig spel te zien. Al gauw heeft D. T. S. door een prachtig schot de leiding. 21. Een mooie kans wordt door Put achter geschoten, maar dit is uitstel van executie, want een voorzet van Posthuma wordt door denzelfden speler schit terend benut. 31. In deze periode tracht Ursem D. T. S. gedurig in den buitenspelval te laten loopen, wat haar maar al te vaak gelukt, maar ten slotte ook noodlottig wordt, als De Vet den bal vrij krijgt en met een doorbraak, door een goed schot gevolgd, den stand op 41 brengt. Met deze stand komt het einde. De ploeg heeft schitterend gespeeld, voor de overwinning is gevochten en deze is dan ook geheel verdiend. Daarna worden gespeeld de wedstrijden N.V.V. II —V. C. L. I, welke door eerstgenoemde wordt ge wonnen en V. C. L. I—Ursem I, die 20 min. voor het einde na een ongeval wordt gestaakt. D. T. S. komt nu in het veld tegen N. V. V. II In deze wedstrijd moet Postuma vervangen worden door A. de Wit. Het wordt een slappe vertooning, waarbij D. T. S. het meest in de aanval is. Na een kwartier gespeeld te hebben, wordt de bal voor het doel geplaatst en door Balder langs de uitloopende keeper in het doel gekopt. 10. Spoedig daarna wordt via de voet van een N. V. V.-speler het tweede doelpunt ge- Even voor de rust maakt de D.T.S.-keeper, volgens den scheidsrechter, free-kick, maar deze loopt op niets uit; dan fluit de scheidsrechter rust. Na de rust verflauwt het spel geheel, doch als Plakman een bal over zijn hoofd laat springen komt N. V. V. weer in actie; tot doelpunten maken, ko men ze echter niet en zoo blijft de stand 2—1 voor D. T. S. Na afloop had D. T. S. een schitterende beker, als eerste prijs in ontvangst te nemen, daarna bezochten de spelers de Hoogwouder kermis; van hunne verrichtingen aldaar zullen wij geen gewag maken. DICK'S ONGELUKS-MATCH Door Hans HOEDKERK. Ze waren het overigens niet onaantrekkelijke stadium voorbij, waarin men allerlei zoetvloeiende namen voor elkaar verzint. Ze noemden elkaar nu eenvoudigweg Dolly en Dick. Wellicht ik wil er van af zijn was er een tijd geweest, waarin sprake was van Dollekindje en Dickie-lief. Dat hadden ze dan gehad. Nu waren ze in de periode gekomen, waarin men niet doorloopend verkeet in dien staat van zoeten waanzin, dien men verliefd heid noemt. En af en toe hielden ze dan ook ge sprekken, waarin een zekere zakelijkheid niet ont brak. Ik bedoel, dat het niet ging over het vage begrip van een lief huisje, waar men knusjes wonen gaat en van elkaar zal blijven houden, altijd, altijd. Neen, ze spraken wel degelijk aver het feit of en zoo ja, waarom een tapijt te verkiezen is boven een kamermat en waarom een stofzuiger noodzake lijker behoefte is dan b.v. een schemerlamp. Wan neer men zoover is, is men al een heel eind. De verloving was dan ook nog meer een kwestie van Er was één punt, waarover ze nog al eens met elkaar overhoop lagen. Het was het feit, dat Dick dol op voetbal en cricket was. Dolly had niets tegen sport, maar het is nu eenmaal zoo, dat deze liefheb berijen den Zondag opeischen. En daar zat de knoop. Een meisje kan zoo af en toe eens meegaan naar het sportveld, maar tenslotte gaat dat ook niet eiken Zondag. Het is een bekend feit, dat meisjes ook nog weieens wat anders willen dan toekijken hoe hun verloofden een bal hanteeren of tegen een bal schoppen. Er zijn nog altijd aardige zitjes op een terras, er zijn nog altijd gezellige dancings,waar een goede band speelt.... Dit was dus een zaak, waar zoo nu en dan aandacht aan werd besteed. Er viel met Dolly te praten. Ze eischte heelemaal niet, dat Dick zijn sport zou opgeven, maar als hij nu bijvoorbeeld eens om de week of om de tewe weken zijn sport bedreef. En dan was er nog iets anders, iets dat als verschijnsel algemeen is. Dio, dat zij hém en hij haar bij herhaling de kernachtige gewetensvraag meende te moeten stellen: „Hou je nu heusch van me, heusch?" Au fond is dit misschien een mal zinnetje, maar voor den persoon, die het vraagt beteekent het altijd de voornaamste vraag in dit leven. Ook Dolly en Dick vielen er elkaar mee lastig, misschien ook deden ze er elkaar een genoegen mee. De antwoorden luidden gelukkig steeds weer ^HetMtep tegen den zomer, den tijd dat in Holland de promotie- en degradatie-wedstrijden werden ge houden. En de beslissende ontmoeting, waarin He racles zou kunnen promoveeren door van Quick te winnen, werd vastgesteld op Zondag 5 Juni. En nu wilde het stomme toeval, dat Dolly en Dick juist hadden afgesproken om dien dag naar Den Haag te gaan. Je kan niet meedoen, zei Dolly beslist. Doe niet zoo vreeselijk egoistisch, zei hij. Dat was natuurlijk een onhandige opmerking. Wie is er hier egoistisch? vroeg zij. Ik niet. Je weet hoeveel ik van zeilen houd. Maar ik mag mijn club toch niet in den steek laten. Dus je gaat niet naar Den Haag? Ik geloof, dat je niet meer van me houdt. Je doet vreeselijk onredelijk. Onredelijk, ik onredelijk? Ik begrijp niet hoe je het durft te zeggen.... Enz. enz. Maar op den 5den Juni het was een magnifieke zonnige dag kwamen Dick en Dolly het terrein op, gearmd en vroolijk, Dick met zijn koffertje en nieuwe zomer jas, Dolly in een fleurig toiletje, een sportief rood hoedje op haar blonde haar. Ze waren volkomen verzoend. Want Dick had haar duidelijk gemaakt, dat hij zou spelen zooals hij nog nooit gespeeld had, maar.dan moest Dolly mee gaan en hem aanmoedigen Als Dick goed speelde en als Heracles won, dan zou dat aan Dolly te danken zijn. Er werd gespeeld. Met rust stond Heracles met 0—2 achter. Maar na de rust! Met een ongelooflijke geestdrift wier pen de Hercliden zich in den strijd. Het werd 1—2, het werd gelijk. Langs het lijntje stond Dolly met haar roode hoedje en haar hooge stem klonk her haaldelijk: „Hup Heracles" en „toe dan Dick, tooe dan!" En bij een van die laatste aanmedigingen spande Dich zich tot het uiterste in. Hij snelde met den bal aan zijn been ols was het een magneet, langs rechtshalf en spil. Hij wilde schieten, maar op dat moment sprong de rechtback ervoor. Even keek Dick uit. Dan een afgemeten pas naar waar de midvoor opgedekt stond, een onhoudbaar schot en Heracles had de leiding. Het was 32. Nogmaals een aanval. Weer is het Dick die door de vijande lijke verdediging snelt, weer geeft hij den bal over, nu aan den rechtsbuiten. Die schiet, tegen den paal. Terug springt de bal, vlak voor Dick's voeten. Even wacht hij. Daar hoort hij een stem, haar stem: Dickie! Dickie dan toch. Een zwaai met het linkerbeen, een knal, geweldig hard suist de bal in het net. En dit doelpunt blijkt beslissend. Quick is met een 42 achterstand een geslagen elftal. Als het eindsignaal klinkt stormen de supporters het veld in. Op hun schouders wordt Dick naar de kleedtent gedragen. Razend snel wascht hij zich, kleedt zich aan, om maar gauw bij haar te zijn. Eindelijk klaar. Buiten staat Dolly te wachten. Het valt hem op, dat haar gelaat ernstig staat. Wat is er Dolly? Ik kom afscheid nemen, Dick. Wij hooren niet bij elkaar. Nu ik gezien heb, dat je meer van een voetbal houdt dan van mij, maak ik het uit. Maar mijn lieve beste Dol Weet je noog hoe je, toen jullie met 3—2 voor stonden den bal kreeg toegespeeld vlak in mijn buurt. Tja ik geloof van wel. Je ging er mee van door. Iemaand schoot tegen den paal, je was doorgeloopen, je kreeg wéér den bal. Heb je me toen niet hooren roepen? Ja natuurlijk, je riep: „Dickie, Dickie dan toch!" Juist. Maar je kwam niet. Ik had mijn zak doekje ove rhet hek laten vaallen.maar je kwam niet. Je had de keuze tusschen een voetbal en mij en je koos.... dien voetbal. Bah! Maar Dolly, begrijp dan toch. Ik begrijp het allang. En het is uit. Maaar laten we er morgenavond eens rustig over praten. Dol! Valt niet meer over te praten. En wat morgen avond betreft. Dan ga ik met den rechtsback van Quick uit. Die weet hoe hij een meisje behandelen moet, die heeft mijn zakdoekje tenminste opgeraapt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1932 | | pagina 4