Gemeenteraad Oudkarspel
lijk besluit te nemen. Echter moet men vertrouwen
stellen in het Dagelijksch Bestuur.
De heer GROEN is het hiermede wel eens, doch
de kwestie is toch geen onbeduidende zaak. Spr.
noemt het werkelijk een onverantwoordelijk besluit,
dat dat college een dergelijk besluit kan nemen en
meent, dat het tijd wordt dat de gemeenschappelijke
regeling wordt herzien.
De heer KRAMER meent, dat het in dit geval
beter ware geweet, indien de meening van de
andere raden was gevraagd inplaats van op iegen
initiatief te handelen.
De VOORZITTER merkt op, dat de vorige spreker
vergeet, dat de Raad destijds de vergoeding voor
de boventallige leerkracht heeft goedgekeurd.
Na eene korte bespreking, waaaruit blijkt, dat
de goedkeuring der vergadering ter goeder trouw
is gegeven, wordt de rekening goedgekeurd.
Vaststelling pensioengrondslagen.
Conform het voorstel van B. en W. worden eenige
concept-besluiten betreffende de pensioensgrond
slagen goedgekeurd.
Door B. en W. wordt den raad aangeboden de
correspondentie met het gemeentebestuur te Alk
maar ten aanazien van de bijdrage in het tekort
van de exploitatie van het Centraal Ziekenhuis.
Hieruit blijkt dat de bijdrage voor Zuidscharwou-
de bedraagt f254.70.
Naar aanleiding hiervan is aan Alkmaar ge
vraagd hoe groot het tekort is, daar alleen een extra
bijdrage zal worden verleend indien het tekort
f65000 of meer bedraagt.
Waar het tekort thans bedraagt f 60351.71, wordt,
nu het verschil zoo gering is, verzocht om de ge
vraagde bijdrage te storten.
B. en W. stellen voor aan Alkmaar te berichten,
dat betaal zal worden, hetgeen verschuldigd is en
de bijdrage ponds-ponds gewijze te verminderen en
dus slechts wordt betaald hetgeen betreffende het
Raadsbesluit is bepaald.
De heer DIJKHUIZEN voelt er, gezien de tijds
omstandigheden, niet veel voor om een extra bij
drage te geven.
De heer KRAMER vereenigt zich met het voorstel
van B. en W. omdat door de tijden de exploitatie
minder kost en wil geen extraatje geven.
Spreker noemt het standpunt van B. en W. te
Alkmaar eigenaaardig, omdt vooruit bekend is, welk
standpunt door den Raad wordt ingenomen.
Overeenkomstig het voorstel van B. en W. wordt
besloten.
Ingekomen is een verzoek van J. Pluister, waarin
de medewerking van den raad wordt verzocht, op
dat het mogelijk is, dat zijn kleinkind het Buiten
gewoon Lager Onderwijs te Alkmaar zal kunnen
volgen.
Bij dit schrijven is gevoegd eene verklaring van
het Hoofd der school.
Na een korte gedachtenwisseling wordt besloten
een onderzoek in te stellen of het kind in deze
gemeente thuis hoort. Mocht dit het geval zijn,
dan zaal aan Alkmaar het verzoek worden ge
richt om het kind toe te laten.
Bericht van den Min. van Economische Zaken
en Arbeid dat geen goedkeuring kan worden ver
leend aan de bepaling in de verordening op de
winkelsluiting, dat de winkels op de Zondagen
in het tijdvak van 25 November tot 5 December
den geheelen dag geopend mogen zijn. Zulks op
grond, dat geen bijzondere plaatselijke omstand-
digheden daartoe aanleiding geven.
VOORZITTER zegt, dat het op deze dagen voor
Sint Nicolaas niet gaat om een plaatselijk belang,
maar om een nitionaal belang. B. en Wa stellen
voor deze bepaling te schrappen. Hoe of het dan
gaan zal, dient afgewacht te worden.
Ook kan de minister er niet mede accoord gaan
dat de winkels van 1 April tot 1 October een
uur langer open mogen zijn. Wel kan goedkeu
ring worden verleend voor een tijdvak van 4 maan
den of wanneer de redactie wordt gewijzigd dat
deze langere openstelling geschiedt tijdens het tijd
vak van den wettelijken zomertijd. B. en W.
stellen voor de redactie te wijzigen, dat dewinkels
een uur langer open mogen gedurende den wet
telijken zomertijd.
De raad gaat accoord met de voorgestelde wij-
Vaststelling Supplet. Begrooting dienst.
Besloten wordt de supplet. begrooting, dienst
1932 vast te stellen wat betreft den gewonen dienst
op een bedrag van f 9356.30 en betreffende den
kapitaadienst op f 1108.22.
De heer GROEN wil van deze gelegenheid ge
bruik maken om iets naar voren te brengen, wat
hem al reeds zoo lang op het hart drukt.
Blijkens bovengenoemde begrooting hebben dg
kosten van de vergadering van de schippersver-
eeniging „Schuttevaer" ruim f 600.bedragen.
Spreker betreurt het, dat deze uitgaven door een
raadsbesluit zijn gesancctionneerd en dat er des
tijds geen bezwaren zijn geopperd.
Haad de Rad het toen geweten, dat het zooveel
had moeten kosten, zeker zou hierin niet zijn be
rust. In geen geval is er over gesproken, dat het
raadhuis zou worden verlicht, wel dat er eene offi-
cieele ontvangst ten raadhuize zou platts hebben
en dat er een noenmaaltijd werd aangeboden. Eene
uitgave als deze zal zich in de toekomst niet her
halen. Een behandeling als deze heeft spreker
zeer gegriefd.
De VOORZITTER antwoordt dat de ontvangst
van Schuttevaer" door Zuidscharwoude op hoo-
gen prijs is gesteld, temeer nu deze gemeente hier
voor uitgekozen was.
Nog nooit is in het verre verleden geschid, dat de
jaarvergadering gehouden werd in een zoo kleine
gemeente als deze. Het moet daarom beschouwd
worden als een eerbewijs en zoo is het ook opgevat.
Deze vergadering stosd in het teeken van eene
huldiging van een hoogstaand Nederlander, waar
bij tegenwoordig was de Minister van Waterstaat
en vele autoriteiten.
Z.E.A. vermoedt niet, dat de eerste 25 of 50 jaren
„Schuttevaer" weer te Zuidscharwoude zal komen,
doch mocht dit het geval zijn, dan zal spreker met
een enthousiasme die gelegenheid wederom aan
grijpen om het de gasten zoo aangenaam mogelijk
te maken. Vele gemeenten zijn ook afgunstig ge
weest.
De heer GROEN zegt, dat hij zulk een antwoord
niet had verwacht. Als B. en W. hadden geant-
woordt, dat de uitgaven waren tegengevallen, dan
zou spreker er mede accoord hebben kunnen gaan.
Doch nu is gezegd, dat als een tweede gelegenheid
zich weer voordoet, dat dan weer een dergelijke
ontvangst zal plaats hebben, dan zal Zuidschar
woude niet in staat zijn om zulk-een bedrag te be
talen.
Spreker verwijst naar andere gemeenten z. a.
Alkmaar waar de R. K. Boeren- en Tuindersbond
officieel is ontvangen, waarbij werd volstaan met
de aanbieding van een glas wijn en het uitste
ken van de vlag. Deze bond omvat 82000 leden,
terwijl Schuttevaer slechts 2000 telt.
Spreker deelt mede, hoe door de burgerij van
Zuidscharwoude is gevraagd of de Raad het soms
in het hoofd mankeerde om een dergelijke ont
vangst te doen plaats hebben.
De VOORZITTER: „U spreekt voor U zelf."
De heer GROEN zegt, alleen uiting te geven aan
de uitspraak van de burgerij. Spreker hoopt dat
iets dergelijks in de toekomst niet meer zal voor
komen.
Weth. Du Burck zegt, dat het antwoord van den
voorzitter betrekkelijk weergeeft, zooals Z.E.A. er
zelf overdenkt, want als het weer voorkomt en kan
spreker dit zeker namens de meerderheid in B. en
W. mededeelen, dat het niet meer zal geschieden.
Betrekkelijk zijn de wethouders er buiten gehou
den en als spreker geweten had dat het zooveel
had moeten kosten, dan zeker had hij het niet op
die manier gedaan.
VOORZITTER zeide, dat de verlichting van het
raadhuis door hem in B. en W. was voorgesteld en
met algemeene stemmen aangenomen. Als het diner
de gasten zoo zwaar op de maag ligt spijt het voor
zitter voor Schuttevaer.
De heer GROEN merkt op, dat de voorzitter hee-
lemaal geen spijt behoefde te hebben om Schutte
vaer, daar daarover niet is gepraat.
De heer Dijkhuizen maakte bezwaar tegen den
post van f850.— voor de herstelling van de stra
ten. B. en W. wisten dat de kabileering zou komen
dus is het eigenlijk weggegooid geld geweest.
zDe VOORZITTER antwoordde, dat de strat nood
zakelijk moest worden opgeknapt, daar men anders
met de kabileering een modderpoel zou hebben
gehad en de lichtbedrijven geen vergoeding voor de
straat zoudes hebben gegeven. Thans is door de
Lichtbedrijven f5000.— vergoeding gegeven voor de
straat.
De sppl. begrogting wordt ldus vastgesteld.
Het kohier der hondenbelasting wordt vastgesteld
met een bedrag van f 178.50.
Bij de rondvraag merkte de heer Groen op,
dat het wel wenschélijk was dat dichtgemaakte
slogt naast het Kerkpad eens werd afgemaaid.
Zal rekening mede worden gehouden.
Hierna sluiting.
Donderdagavond vergaderde de raad dezer gemeente
in voltallige zitting onder voorzitterschap van den
Edel Achtbaren Heer A. J. Wijnveldt, Burgemeester
De voorzitter opent de vergadering met een woord
van welkom, daarbij den wensch uitsprekende dat
de discussies in aangenamen toon mogen worden
gevoerd.
Hierna worden de notulen van de vergadering v.
13 Mei 11. gelezen en onveranderd vastgesteld.
Door den heer Bakker worden naar aanleiding van
de notulen eenige besprekingen gevoerd, ten op
zichte van het weergegevene dat door den heer E.
Zaagman is gezegd bij de verleening van de cre-
dieten aan de tuinders.
De heer Zaagman verklaart het gesprokene door
hem in de vorige vergadering volledig te handhaven
Door den voorzitter warden hierna den raad
de volgende mededeelingen gedaan:
a. van den minister van Binnenlandsche Zaken
is ingekomen de mededeeling, dat geen vrijheid
door hem kan gevonden worden alsnog op de aan
vrage om subsidie in de kosten vanwerkverschaffing
gunstig te beschikken.
b. van jjenzelfden minister is bericht ingekomen
dat de rijksbijdrage in de jaarwedde over 1931 van
den correspondent voo de arbeidsbemiddeling is
vastgesteld op 10.
c. van Ged. Staten dezer provincie goedgekeurd
is ontvangen de verordening voor het agentschap
der arbeidsbemiddeling en den dienst der werk
loosheidsverzekering.
d. van hetzelfde college goedgekeurd terug is
ontvangen de gemeentebegrooting voor 1932.
e. van den commissaris der koningin in deze pro
vincie mededeeling, dat aan den burgemeester ver
lof is verleend van 1 tot en met 21 Juni a.s. om zich
buiten de gemeente op te houden.
Gedurende dezen tijd zijn de werkzaamheden
ter secretarie verricht door den heer A. G. Groen,
in verband waarmede machtiging wordt gevraagd
tot betaling uit de post schrijfloonen van een ver
goeding, berekend naar f 20 per week van f 60.
Zonder hoofdelijke stemming wordt machtiging
tot betaling verleend.
f. aan den minister van binnenlandsche zaken
verlenging is gevraagd van de steunregeling voor
de transportarbeders welke sinds 2 Jan. 1932 bui
tenwerking is geweest, zoo noodig ingaande 4 Juli
a.s.
g. dankbetuiging van den heer H. C. Bakhuijs
voor de tegemoetkoming in het tekort van de op
brengst der sluisgelden in 1931.
h. dankbetuiging van mevr. Zaagman-Schuitma
ker voor het huldeblijk ter gelegenheid van haar
25-jarig jubileum "als gemeentevroedvrouw.
De heer Bakker zegt, dat nog mededeeling ge
daan kan worden dat de min. van Ec. Zaken geen
steun in de werkverschaffing zal verleenen. Spr.
acht het voor een kleine gemeente moeilijk om voor
uit productief werk te zoeken en vindt het voor
de gemeente voordeeliger de menschen in de steun
regeling op te nemen dan voor hen werk te zoeken.
Door den heer de Boer wordt gevraagd of de min.
nog een reden voor zijn afwijzende houding opgeeft.
De voorz. zegt, dat de aanvrage door den min.
in eerste instantie was afgewezen, omdat de steun
niet was aangevraagd voordat met het werk was
begonnen. Op een nader verzoek waarin een uiteen
zetting werd gegeven van het feit, dat een kleine
gemeente moeilijk vooruit werk kan bepalen, is
door den min. geen ander standpunt ingenomen.
Naar aanleiding van de steunregeling voor de trans-
portarbeieders merkt de heer Rijper op, dat z.i.
bij deze prijzen de aanvoer niet groot zal worden
en acht de vraag dan- ook zeer gerechtvaardigd;
De voorz. antwoordt hierop dat twee derde van
het verdiende loon in mindering wordt gebracht
van het steunbedrag. Uit voorzorg is door B. en
W. thans reeds de goedkeuring aangevraagd. Z.E.
A. voegt hier nog aan toe, dat de vorige maal een
totaal bedrag van f 100 is uitgekeerd.
Ingekomen stukken:
a. Verslag van de gezondheidscomm. gezeteld
te Schagen over 1931.
Dit ligt ter inzage van de leden.
b. proces verbaal van kasponame bij den gem.
ontvanger.
Dit stuk wordt door de raadsleden tegelijkertijd
ingezien.
c. Verslag van de vereeniging terbevordering van
het vakonderwijs in Westfreisland over 1931.
De voorzitter zegt, dat door het hoofdbestuur der
vereeniging de mededeeling is ingezonden, dat de
gemeente waar leerlingen woonachtig zijn, 30 pro
cent in de kosten moet bijdragen volgens de Nij
verheidsonderwijswet. Het aantal leerlingen be
draagt op het oogenblik zoo ongeveer 100 waarvoor
de kosten ƒ1744.50 beloopen. Uit deze gemeente
bezoeken 5 leerlingen de lessen, zoodat de gemeente
Oudkarspel in de kosten moet bijdragen met een
bedrag van 87.23.
Zoolang de rekening voor 1932 nog niet is goed
gekeurd mag het hoofdbestuur echter niet over
deze gelden beschikken. Echter vragen B. en W.
en het hoofdbestuur machtiging om wanneer het
noodig is een voorschot op dit bedrag te mogen
betalen en ontvangen.
Wordt goedgevonden.
I d. de rekening van de U.L.O.-School voor de ge
meenten Noord- en Zuidscharwoude en Oudkarspel
over 1931.
i (Voor de bedragen hiervan verwijzen wij naar het
raadsverslag van de gemeente Noordscharwoude, in
ons nummer van Donderdag jl. gepubliceerd.)
e. adres van het Plaatselijk crisiscomité houdende
dankbetuiging voor verleende subsidie van f 1000
met verzoek om nogmaals een bedrag uit de ge
meentekas beschkibaar te stellen, ten behoeve van
het comité.
Door den voorzitter wordt namens B. en W. het
volgende ter kennis van den raad gebracht.
De voorzitter merkt op, dat het subsidie van
1000.— in de raadsvergadering van 13 Mei jl. toe
gestaan, volgens mededeeling van het bestuur van
het crisis-comité, momenteel geheel is verbruikt,
De vrijwillige bijdragen vloeien niet zoodanig toe,
dat het comité zijn uitgaven uit de inkomsten kan
bestrijden, zoodat het zich opnieuw tot den raad
moet wenden om een bijdrage uit de gemeentekas.
Dit adres heeft in de vergadering van Burge
meester en Wethouders een onderwerp van uitvoe
rige bespreking uitgemaakt en heeft het college zich
de vraag gesteld of het met het oog op den toe
stand van de gemeentekas verantwoord is opnieuw
een bijdrage te verleenen en of het geen aanbeve
ling verdiende gedurende de zomermaanden den
steun aan crisis-slachtoffers zooveel mogelijk te
beperken. Overwogen is, dat tijdens den zomer geen
uitgaven behoeven te worden gedaan voor brand
stof en ook de verlichting minder kost.
De aardappelcampagne neemt een aanvang, zoo
dat er geld wordt ontvangen. Voorts is overwogen
wat de winter ons zal brengen. Komt er geen ver
andering ten goede, dan zullen nieuwe finantieele
offers van de gemeente worden gevergd.
De toestand der gemeentkas is nu al zoo, dat de
uitbetaling van de 30 procent op het tweede mill,
aan de tuinbouwers niet uit eigen middelen kan
worden bestreden, daar het bedrag der reserve niet
toereikend is. En zal daarvoor moeten worden ge
leend.
In deze vergadering wordt u ter vaststelling aange
boden een wijziging van de gemeentebegrooting 1931.
waarbij het niet mogelijk was de uitgaven te dekken
uit de post voor onvoorziene uitgaven, daar deze
niet toereikend was.
Welke offers de crisis reeds van de gemeente ge
vraagd heeft moge blijken uit het volgende over
zicht:
In 1931 is betaald aan reductie op de landhuur 1930
ƒ209.92, hierin is niet begrepen de reductie op de
landhuur die na Maart 1931 betaald is, en waarin
dus de reductie verrekend was.
Het subsidie aan het Burgerlijk Armbestuur is in
1931 verhoogd met ƒ1500.— voor den steun aan
noodlijdende tuinders.
De werkverschaffing kostte in 1931 een bedrag
van 182.in 1932 niet minder dan 2770.
De subsidie ingevolge het werkloosheidsbesluit '17
bedroeg in 1931 ƒ446.terwijl in 1930 ten laste
van de gemeente kwam 108.dus is dit een
meerdere uitgaaf van ƒ338.
Steunregeling transportarbeiders 1931 bedroeg
100,tuinbouwarbeiders tot heden 300De
regeering draagt 25 procent bij, dus komt ƒ300 ten
laste van de gemeente.
Vanaf 1 Maart tot 13 Mei 1932 werd door de com
missie Kostelijk aan noodlijdende tuinders uitbetaald
2089,—, terwijl het crisiscomité een subsidie van
1500.— ontving.
Tenslotte vroegen de rentelooze voorschotten aan
de gemeentekas een bedrag van 12322.50 zijnde
30 procent van het geheel toegestane bedrag van
ƒ41075.—. Over eenigen tijd zal voor de laatste
uitkeering een gelijk bedrag noodig zijn.
Altemaal factoren welke een voorzichtig finantieel
beleid eischen.
Burgemeester en Wethouders vonden hierin aan
leiding de vraag te stellen of het niet gewenscht
was voorloopig geen subsidie meer te verleenen,
doch vreezen dan het comité te dupeeren, omdat er
nog altijd gezinnen zijn, welke steun behoeven en
volgens de mededeeling van het bestuur niet vol
doende gelden aanwezig zijn.
Burgemeester en Wethouders stellen daarom voor
het verzoek in te willigen en een subsidie te ver
leenen van 500 met de beperkende bepaling, dat
dit bedrag uitsluitend bestemd moet worden voor
steun in natura en in dringende gevallen.
De heer Rijper zegt, dat de voorzitter de moei
lijkheden reeds ten vole heeft gememoreerd en
ook de raad gevoelt die ten zeerste. Het wordt voor
de gemeente langer onuitvoerbaar gezien den finan
tieelen toestand. Het is beroerd dat het zoover komt
Voorloopig kan spreker zijn stem niet aan het
verzoek geven.
De heer Bommer zegt, dat de kas van het cri
siscomité zit met èen tekort van f350.Met een
subsidie van f500 zal men dus niet hoog sprin
gen. Er zijn gezinnen die het meer dan bitter noodig
hebben.
De heer de Boer begrijpt dat men aardig op de
bocht begint te komen. De aardappelcampagne mag
begonnen zijn, maar verschillenden zullen er niet
of weinig van profiteeren. Het is beroerd dat de
menschen gebrek hebben,- maar hoe moeten zij dan
leven. Stelen mogen zij niet, hoewel het al reeds
gedaan wordt. Het comité zit nu met een tekort
van f 350 en dan zijn die f 500 direct weg. Straks
kan de gemeente niet eens de 30 procent uitkeeren
Ik vind het van Vader Staat erg dat hij ons er zoo
tegenop loopen laat. Hij geeft voor de werkverschaf
fing geen steun. En het is treurig dat de regeering
dat niet beter onderzoekt.. Ook kan spr. niet ver
onderstellen dat bij het hoofdcomité alle gelden
op zullen zijn. Maar het platteland loopt er tegen
op. De veeteelt wordt gesteund, terwijl in de tuin
bouwstreek de alerergsten worden gesteund. De
aardappelprijs zal nog wel lager worden. Hoe moeten
we de zaak aanstonds redden. Ik geef toe dat we
het zoo niet kunnen volhouden. En is het nu niet
mogelijk dat er op een andere wijze hulp komt?
De voorz. antwoordt zoo nu en dan een verga
dering van het crisiscomité bij te wonen, en kan
niet anders zeggen, dan dat het werk van die leden
boven alle lof verheven is.
In de vergadering van de vorige week is de steun
regeling herzien en teruggebracht.
Maar met het oog op de gemeentefinantien kun
nen B. en W. niet anders voorstellen dan om f 500
beschikbaar te stellen met de bepaling dat dit
gebruikt wordt voor gaven in natura en dan aan de
meest hulpbehoevenden.
In B. en W. is ook een oogenblik stilgestaan bij de
vraag om de steunregeling een oogenblik stop te
zetten, maar er zijn menschen, die niet zonder steun
kunnen.
Ook acht ik het niet goed dat het comité op zijn
lauweren gaat rusten. Ik houd het graag intact met
het oog op de komende tijden. Een tekort van 350
gulden drukt zwaar op een subsidie van f500.
De noodkreet zooals de heer De Boer die heeft
geslaakt wordt overal vernomen, maar wij moeten
zien met elkander d-ze tijden door te worstelen.
Is er dan niet meer, dan zal de regeering moeten
bijspringen. Hier zijn nog genoeg middelen aanwe-'
zig om de belastingschroef aan te draaien en daarop
zal dan ook door de regeering worden gewezen.
Aanstonds hopen wij de tuinders weer te kunnen
helpen aan het crediet, maar het deel dat door de
gemeente moet worden gedragen kan niet meer
worden gevonden uit de reserve.
De heer Zaagman is eveneens overtuigd, dat de
gemeente niet meer zoo kan doorgaan. Wij hebben
de geweldige noodkreet van den heer de Boer ge
hoord. Maar wij moeten niet vergeten, dat er ook
de ouden van dagen en de zieken er zijn. Wanneer
we zoo doorgaan zal er aanstonds voor hen niets
meer aanwezig zijn. Wel kan spr. zijn stem geven
aan de subsidie van f 500, maar daarmede zal men
tevens het tekort van f350 moeten dekken. Waar
niet is heeft ook de keizer zijn recht verloren.
De heer Eecen zegt, dat evenals bij iedere andere
huishouding ook in de gemeentehuishouding de uit
gaven moeten kloppen met de inkomsten. Maar het
gaat op het oogenblik met de uitgaven den ver
keerden kant uit.
Maar wat de steunregeling voor den tuinbouw be
treft, deze wijkt wel zeer af van de steunregeling
voor de andere bedrijven.
Overal worden de lasten gewenteld op het pu
bliek, maar met den steun voor den tuinbouw wor
den deze gelegd op de gemeenten. En niemand
zal er toch zeker op rekenen dat deze gelden spoe
dig door de menschen zullen worden terugbetaald.
Men noemt het een credietregeling voor de tuin
bouwers, maar ik noem het steun.
Men kan de belastingschroef nog wat aandraai
en, maar ook dit is niet goed, omdat daardoor de
toestand voor de tuinbouwers en de kleine midden
standers nog zawarder wordt. Dan worden ook die
menschen gedreven naar heht crisiscomité. Thans
vraag ik mij af of wij de subsidie moeten toestaan
of niet. Beschouwen wij de gemeente als een huis
houding dan rusta op ons ook de plichat om bij te
springen. Spreker kan er daarom mede accoord
gaan als allerlaatste subsidie een bedrag van f 500
beschikbaar te stellen. Dan zit he comité ten
minste niet heelemaal aan den grond. Het zal ook
wel zoo verstandig zijn te zorgen, dan niet meer
in schulden te komen.
Door den voorzitter is tevens gewezen op den
komenden winter en ook ik veronderstel dat deze
voor den tuinbouw nog slechter zal zijn. Wanneer
men de berichten uit het buitenland volgt, dan leest
men dat het in Duitschland op een scheuring staat
met Beieren of dat een burgeroorlog zal worden
ontketend. Men moet dus rèkening houden met
nog droever tijden en zal men ook zuinig met de
middelen van de gemeente moeten omgaan.
Spreker verklaart niet meer zijn stem te kunnen
geven aan een subsidie van gemeentewege.
Wet houder Bakker zegt ook dat de aanvrage in
den breede is besproken. Was de gedachte dat het
misschien beter was de steunregeling tijdelijk stop
te zetten, aan den anderen kant weet men dat deze
voor de armsten moet blijven functlonneeren.
Als B. en W. waren we niet bekend met het tekort
van f350 want anders waren wij misschien nog
wel met een ander voorstel gekomen. Wanneer nu
een bedrag van f 500 wordt gegeven houdt men er
150 van over. Dan kan het comité ook wel eindi
gen.
Met genoegen heeft spreker den heer de Boer aan
gehoord. De nood is wel zeer hoog gestegen. Maar
dat is niet onze schuld. Als gemeente hebben wij
tegenover andere een zeer goed figuur geslagen
met het verleenen van steun aan den tuinbouw.
Wij hebben ons best gedaan, maar nu zal de Staat
moeten ingrijpen.
We staan voor het feit, de belasting in de toe
komst te moeten opvoeren. Die dan nog iets heeft
zal daarvan moeten afstaan voor hen die niets
meer hebben.
Wij raken als gemeente geheel in de put.
Op de vergadering van de B. ep. W.s in Warmenhui
zen hebben wij nog ons best gedaan, de regeering te
bewegen tot het verstrekken van een toeslag op de
kool. Dan was de gemeente niet voor zulke offers
geplaatst geworden, maar we hebben er niets meer
van vernomen. Wij hebben echter a gezegd en moe
ten nu ook b zeggen. Spr. is het volkomen met de
anderen eens, dat de toestand niet te donker
kan worden ingezien.
De heer Kostelijk zegt dat het de klap op de
vuurpijl was dat het comité weer om een subsidie
van f 1000 vroeg en tevens nog een tekort had van
350 gulden. Het comité heetf toch zeker niet de
gedachte dat wij onuitputtelijk zijn? Ik meende
dat iemand dan gesteund werd wanneer er nooden
in huis waren. Spr. is van oordeel dat men wat te
hard van stapel is geloopen.
Door den heer de Boer wordt gezegd, dat hij meer
dan eens wordt ondervraagd over de tweede 700.000
en of dat bedrag nu ook voor anderen is of weer
uitsluitend voor hen ,die ook van het eerste crediet
hebben genoten. Maar ook anderen geraken aan het
einde. Ik ben van gedachte dat het weer is voor hen
die van het eerste crediet hebben genoten. Anderen
moeten dan daardoor voor het hoofd worden ge-
stooten.
De heer Kostelijk zegt. dat bij hem de gedachte voor
zit, dat dit een geheel nieuwe regeling is. Maar
ik gevoel ook nu dat het verkeerd is geweest om
menschen af te wijzen .Wij haden hen beter crediet
kunnen geven dan wekelijks met een bedrag te
steunen.
Voor deze gelden zal een nieuwe regeling gemaakt
moeten worden, want anders wordt er een groot
onderscheid gemaakt.
De voorzitter antwoordt, dat er nog niets vei der
van bekend is, dan dat de tweede kamer besloten
heeft het voorstel van de regeering te aanvaarden
om dit tweede millioen beschikbaar te stellen voor
den groven tuinbouw. Maai mijn meening is. dat
dit bedrag is voor hen, die alreeds van het eerste
crediet hebben genoten. Wij zullen echter nog wel
nadere instructies ontvangen.
Ook wethouder Bakker is van meening, dat dit
voor de eeiste credietnemers is, maar dat is zeer
onbillijk. 82 tuinders hebben reeds tweemaal gehad
en krijgen nu misschien weer tweemaal en de an
deren niets. Spreker vraagt of het niet mogelijk is
om in samenwerking met andere gemeenten aan te
dringen op het doen van een nieuwen oproep.
De voorzitter meent dat dit practisch onmogelijk
is, omdat de reeds verkregen gegevens hebben ge
diend als richtsnoer voor het vei strekken van het
tweede millioen. Het is een onfagebroken geheel.
Men zal de eerste 50 procent moeten beschouwen
als een betaling omdat de nood zoo hoog gekomen
was.
De heer de Boer zegt, dat het crisiscomité erg zuinig
zal moeten doen, terwijl het nog niet die wetenschap
heeft. Spreker zou daarom willen voorstellen om
de schuld van f 350 gulden bij de subsidie te voegen
en daardoor te brengen op f 850. Het is toch wel
een schrille gedachte wanneer men weet dat het
anders de volgende week weer op is.
Dit voorstel wordt door den heer Bommer onder
steund.
Door den heer Eecen wordt eveneens een amen
dement ingediend op het voorstel van B. en W. en
wel dat het voor dezen zomer de laatste maal is
dat een subsidie aan het comité wordt gegeven.
Dit voorstel wordt door den heer Zaagman on
dersteund.
De heer Bakker verklaart het voorstel van de hee
ren de Boer en Bommer te kunnen ondersteunen.
De heer Kostelijk drukt er zijn spijt over uit dat
het crisiscomité zoo vlug gehandeld heeft.
De heer Bommer antwoordt dat het niets erger
is wanneer de vorige toestand gehandhaafd was
gebleven.
De heer Zaagman zegt gedacht te hebben dat men
in B. en W. homogeen was, Maar nu valt het col
lege uit elkaar. Ook heb ik altijd gedacht dat de
heer Bakker tegen het crisiscomité was, omdat prin
ses Juliana eraan verbonden was.