Pluimveeteelt
Hierop letten!
OnsGouranienverhaal
Voor onze Lezeressen
JONGE HENNEN ZIJN GOEDKOOP.
Merkwaardig zooveel jonge kuikentjes als we thans
nog zien loopen, onbehoorlijk veel zelfs. Voor lief
hebbers in de stad kan dat nog wel worden ver
klaard. Zij verlangen niet in de allereerste plaats
voordeel van hun kippen, ze zoeken dat althans
meestal niet. Zoo'n klein koppeltje kuikens doet hef
in den zomerdag over het algemeen beter in de stads
tuintjes dan in het vroege voorjaar, als de zon in
die ingesloten ruimten nog maar kortstondige be
zoeken aflegt. Maar men ziet thans buiten nog
zooveel van het donzige goedje loopen en daar
houdt men de hoenders toch om het voordeel. Veel
al weet men dus blijkbaar nog steeds niet, dat van
zomerkuikens nooit voordeel te behalen is, nog min
der van Augustuskuikens, welke in goed boeren-
vertrouwen nog al eens als bijzonder sterk worden
aangemerkt.
De zaak zit zoo. Jonge hennen beginnen m het na
jaar omstreeks September-October als ze dan ten
minste legrijp zijn, eieren te produceeren en gaan in
dat geval bij goede behandeling vooral goede huis
vesting met den leg door, ook al treedt de echte
winterkoude in. Hennen echter, welke omstreeks den
genoemden tijd nog niet legrijp zijn, zullen door
intredende winterkoude het begin harer productie
als regel verschuiven tot het vroege voorjaar, ook
al zouden ze intusschen den leeftijd voor legrijpheid
hebben bereikt. De eerste leg welke het voordeeligst
is voor den kippenhouder, zal dus waar alle dieren
omstreeks Augustus van het volgende jaar gaan rui
en den leg staken, voor op tijd geboren jonge hen
nen over circa 10—llmaanden loopen, voor te laat
geboren echter over circa 34 maanden minder. De
productie van de eersten zal derhalve als regel
veel grooter zijn bovendien zal een deel der pro
ductie worden afgeleverd, in de wintermaanden,
als de eierprijs het hoogst is. Lichte rassen zijn
op 5—6 maanden legrijp en hennen daarvan moeten
dus op Let allerlaatst half-Mei zijn geboren. Hennen
van middenzware rassen 1—2 maanden vroeger.
Tot deze laatste rekenen we bv. de Barnevelders,
Reds, Wyandottes tot de eerste de Leghorns.
Kuikens fokken of koopen heeft voor het oogen-
blik volstrekt geen zin meer. Ze kunnen ons slechts
stroppen bezorgen.
Wel is het zeer aan te bevelen om thans jonge
hennen te koopen. Hoe oud deze moeten wezen, kan
men uit bovenstaande gegevens nu gemakkelijk na
rekenen. Als men ze van een goed geleid hoender
park koopt, weet men, dat ze ook oordeelkundig
zijn opgefokt en gevoed, zoodat men krachtige
dieren mag verwachten. Er is dit jaar een koopje
te halen aan jonge hennen. De groote broede-
rijen hebben in het voorjaar nog volop ingelegd,
maar door de economische omstandigheden is de
afname van eendagskuikens slecht geweest. Men
heeft op die broederijen dus thans veel meer jonge
hennen dan men van lan was en ook gewoon was
in andere jaren aan te houden. Dat heeft den prijs
gedrukt. Voor jonge hennen tot 3 maanden be
hoeft men op het oogenblik niet meer dan een
daalder 1.50 uit te leggen.
Als men de aanschaffingskosten rekent van een
dagskuikens, plus de kosten van verwarming of
kloek de sterfte, hanenuitval, het dure opfokvoer
enz., dan gelooven we, dat men voordeeliger uit is,
als men jonge hennen koopt, dan wanneer men in
het voorjaar de kuikens had gekocht.
Wie nu jonge hennen heeft loopen, zal, als hij
ze goed en krachtig heeft gevoed, straks bemerken,
dat ze al aardige roode kammetjes gaan krijgen,
en druk de legnesten bezoeken. Oppassen dan, dat
ze niet te vroeg aan den leg gaan, want hoe
trotsch vele kippenhouders ook op hun vroeg-leg-
gende dieren zijn deze worden toch een strop.
Alle kans, dat ze vroeg in het najaar gaan ruien en
den leg voor een paar maanden onderbreken.
Voor half September moet men zeker geen eieren
van jonge hennen verlangen., Alsze ons te vroeg
dreigen te verrassen dan houden we het meelvoer
maar een veertien dagen in en verplaatsen we ze,
zoo mogelijk van ren en hok. Een vreemde omgeving
doet het begin van den leg vertragen.
Voer ze steeds volop groen, versch, en vooral
als het gras betreft kort gesneden. Ze mogen
er zooveel van hebben als ze lusten, maar we laten
de restanten niet verdrogen, neem deze tijdig weg.
Koop nu wat jonge boerenkoolplanten. Ddie din
gen hebben haast geen verzorging noodig en als we
ze nu in den tuin uitzetten, hebben we van den
winter het kostelijkste groevoer voor de beesten,
dat maar denkbaar is.
Poeders en tabletten zijn alléén echt, als
de verpakking voorzien is van den naam
Mijnhardt. Let bij het koopen daar speciaal
op, want dit alleen garandeert U de echtheid.
DE UITNOODIGING.
Door ELSA KAISER.
Eveline Houdy, de beroemde Franse he tooneel-
speelster was nadat zij twee jaar achtereen
avond aan avond triomfon had gevierd in de
grogte steden van Europa een tournée begonnen.
Zij ving haar reis in Holland aan. Op deze tourneé
behaalde zij successen voor uitverkbehte huizen.
De vooraanstaande groot-industrieelen der kleinere
steden uit het Zuiden van het land waren enthou
siast over de elegante vrouw en haar groote kunst.
Op een avond dat zij voor het eerst in één
der rijkste industriesteden zou optreden, zat de
jonge fabrikant, Karei van der Helm, op de eerste
rij in de zaal.
Eveline Houdy was geen onbekende voor hem,
hij had haar in Parijs reeds bewonderd. Daarom
had hij ook zoo'n prachtige bloemenmand durven
bestellen, een mand, die reeds bij den portier van
het theater in de vestibule stond.
In 'n brief, die tusschen de bloemen gestoken
was, had hij Eveline eenige vleiende woorden over
haar kunst en over haar elgekante verschijning ge
zegd en tevens haar toestemming gevraagd, nader
kennis met haar te magen maken. Hij smeekte
haar het antwoord aan den portier te willen af
geven.
Karei van der Helm kon dus zeggen het zijne
gedaan te hebben.
In zijn fauteuil geleund, wachtte hij op de din
gen die komen zouden.
Eindelijk, daar gingen de gordijnen vaneen en
stond zij, de slanke, schoone Eveline, met haar
groote, beschaduwde oogen en haar gouden stem.
Zij was nog precies zooals hij haar drie maanden
geleden op de planken van het Parijsche „Odéon"
gezien had en Karel's hart werd warm. Hij dacht
aan zijn bloemenmand en vond deze te klein. Een
grootere ware beter geweest een veel grootere
Gespannen volgde hij het drama en bij de ver-
giftigings-scène kromp zijn hart samen, zóó over
tuigend was de gemartelde uitdrukking op haar
gelaat.
Minutenlang duurde het applaus en zwol tot
een ware ovatie aan toen Karel's bloemenmand
op het tooneel gedragen werd.
De actrice dankte, gracieus buigend, naar het
onbekende Hollandsche publiek en een moeilijke
glimlach brak door, waasde even over haar aristo
cratische gezicht. Na nog eens naar alle zijden ge
bogen te hebben, verdween zij eindelijk van het
tooneel en bleven de roodfluweelen gordijnen voor
goed gesloten.
Langzaam stond Karei op. Zijn gedachten gingen
naar Eveline's kleedkamer. Nu zou ze den brief
openen, lezen zijn correct Fransch van Hollander,
die veel gereisd had.
Natuurlijk zou ze antwoorden! Dat stond bij hem
vast.
En hij had zich niet vergist, want toen hij na
lang wachten en talmen in de vestiaire eindelijk
bij den portier aanlandde, drukte deze hem zoo on
opvallend mogelijk een smalle, zoetgeurende enve
loppe in de hand. Karei gaf hem een flinke fooi en
las, op straat gekomen, direct den brief.
In sierlijk Fransch dankte Eveline voor de prach
tige bloemen en zei verder dat ze hem den vol
genden middag om vier uur in haar hotel wachtte
om een kop thee te drinken. „Eveline", niets anders
dan „Eveline" stond er onder den brief. Hoe ver
trouwelijk klonk dit. De eerste schrede naar de
overwinning was alzoo gezet. Drie dagen zou zij
nog in de stad blijven, daarna speelde zij nog twee
weken in enkele naburige plaatsen, er zou dus tijd
genoeg zijn voor een voortgezette kennismaking.
Karel's blijdschap was zoo groot, dat hij geen
lust had naar zijn eenzame kamer te gaan, hij ver
langde ernaar menschen te zien, vroolijk te zijn.
Toen hij het bordes van den schouwburg afdaalcie
zag hij twee zijner vrienden staan. Hij liep dadelijk
naar hen toe en gedrieën gingen zij naar het
dichtbijgelegen restaurant om wat na te praten.
Nauwelijks was de eerste cigaret opgestoken, of
het gesprek begon over Eveline. De twee vrienden
van Karei van der Helm waren even enthousiast
in hun bewondering als hijzelf.
De jonge Hans Dillig streek met zijn vingers door
zijn blonde kuif en zijn oogen straalden, maar ook
de dikke, bedachtzame Walter Duren, was aan
merkelijk jonger en levendiger geworden.
Een prachtige mand bloemen heeft zij gekregen,
zei Hans Willig glunderend. Wie zou er in dit
nest zooiets in zijn hoofd gekregen hebben, het
was bepaald een grootsteedsch gebaar.
Karei van der Helm lachte gevleid.
Vijf minuten later wisten de vrienden wie er
zoo'n grootsteedsch gebaar op nahield en ook kre
gen zij het nieuws te hooren van zijn bezoek den
volgenden middag, om vier uur.
Ze wenschten hem van harte geluk, en hoopten
dat deze kennismaking voor hem veel aangenaams
zou brengen.
Tegen drie uur, den volgenden middag, diende
het kamermeisje den heer Karei van der Helm
bij Eveline Houdy aan. De actrice scheen over dit
bezoek niet erg blij te zijn, want zij kwam juist
uit de eetzaal van het hotel en wilde nog een
uurtje rusten.
Ik schreef meneer van der Helm toch, dat ik hem
om vier uur wachtte. Enfin, nu hij er eenmaal
is, laat hem dan maar binnenkomen.
Er werd geklopt. Een dikke heer trad binnen. Hij
deed bedachtzaam en een weinig zalvend, deze
houding was aok niet goed anders denkbaar bij
zijn omvangrijke figuur. Als iets vanzelsprekends
wuifde hij den dank voor de bloemen en begon
dadelijk over Eveline's prachtige spel.
Hij werd al g auw langdradig en de tooneelspeel
ster, die deze loftuigingen over haar spel en haar
persoon al zoo dikwijls gehoord had, begon ver
strooid te worden. Zij luisterde allang niet meer en
dach woedend aan haar verloren rustuurtje, den
breedsprakigen meener van de bloemen daarbij
naar de maan wenschend.
Wat sprak die man een mal schoolfransch. Hij
leek precies op zoo'n oude caratide uit het zaal
tje van de Grand ©uignol, dacht Eveline en een
lachje veegde even de ergrenis van haar gaaf, blank
gepoederd gezicht.
Deze „ventru" schijnt geen begrip te hebben
overlegde de actrice en stond op.
Ah, monsiuer, je regrette beaucoup, maar
mijn impressario kan ieder oogenblik komen. Een
dringende wijziging in het programma. Et vous
comprener, n'est ce pas. Je suis un peu pressé.
De bezekoer stond op, boog stijf en schreed waar
dig naar de deur, op de trap drong het eerst tot hem
door, dat hij zoo'n beetje weggewerkt was.
Madame Eveline kon echter nog niet tot haar
siesta komen. Het kamermeisje klopte alweer.
Mijnheer Karei van der Helm.
Zou die dikzak iets vergeten hebben? dacht
de tweede maal maar binnenkomen.
Maar hij, die nu binnekwam was een geheel
andere. Een blonde jongeman, met schitterende
blauwe oogen, elegant en zeer levendig,
vier uur komen, lachte hij zielsvergenoegd. Vergeeft
u mij, maar ik kon mijn verlangen niet meer be
dwingen.
Monsieur Karei van der Helm? Hebt u mij gis
teren die prachtige bloemen gestuurd? Vous êtes
bien, sur d'etre monsieur van der Helm?
Maar die ging zoo juist de deur uit.
Wat zegt u, riep de kleine, levendie blonde
meneer en schudde lachend het hoofd. Dat was
natuurlijk een mistificatie, dat was een bedrieger,
een die mijn goeden, eerlijken naam, schandelijk
misbruikt heeft. Een schandaal, een schandaal,
madame.
De nieuwe onweerstaanbare van der Helm speel
de het klaar Eveline hiervan in vijf minuten te
overtuigen. Trouwens wat doet het ertoe, hoe ie
mand heet, als een vrouw hem aantrekkelijk
vindt? Dank zij zijn jeugdige elegance en voortva
rendheid, ging hij tien minuten later weg met
een uitnoodi|ing voor een avondvoorstelling en
voor een souper na afloop daarvan.
Maar nu mijn rustuurtje, dacht Eveline, Men
kan aan dezen aardigen van der Helm denken,,
voordat men in gaat slapen.
Nauwelijks echter lag de actrice op de chaise lon
gue of er werd geklopt. Het kamermeisje brachct
een kaartje binnen, op den voet gevolgd door een
man, wiens naam op het stukje carton gedrukt
stond.
Karei van der Helm.
Geërgerd wendde madame zich tot den bezoe
ker: De derde die op dezen naam binnen
komt.
De derde? U hebt mij toch zelf geschreven, dat ik
om vier uur zou komen. Karei van der Helm haalde
zijn keurige ermeto uit zijn vestzak: Drie minuten
voor vier uur, ik ben dus op tijd.
Op tijd of niet op tijd, in ieder geval komt u
uiterst ongelegen. Als u werkelijk die onsympathieke
meneer van der Helm is, hoe is het dan mogelijk
dat wee heeren zich op uw naam laten aandinen.
Natuurlijk omdat u uit de school geklapt hebt en
met mijn uitnoodiging gegeurd hebt. Adieu!
Eveline keerde hem den rug toe. Karei van der
Helm stond met een lang gezicht bij de deur.
Enkele oogenblikken later suisde hij met zijn auto
door de stad, naar zijn vrienden. Alleen die ellen
delingen kunnen het zijn. Eerst naar Hans Willig.
Deze was niet thuis. De hospita vertelde hem, dat
mijnheer om dezen tijd altijd in zijn stamcafé zata.
Ook hier was hij niet. Een uitzonderingsgeval De
afrekening met hem dus verschuiven. En naar Wal
ter Duren. Deze was tenminste thuis. Toen hij hoor
de was er gebeurd was, moest hij lachen. - Hoe
zagen die twee heeren eruit? vroeg hij.
Ze zagen er heelemaal niet uit, dat is te
zeggen, ik weet het niet brulde Karei woedend.
Ja, dan zal het wel moeilijk zijn de schul
dige te vinden, besliste Walter. Het is gemeen
hoor, je hebt absoluut gelijk, een schandelijke streek
Ik? Wat zeg je, neen, ik ben te log voor zulke avon
tuurtj es. Misschien heb je er wel met derden over
gesproken. Niet? Mystrieus. Enfin, ik ben nooit
sterk" in^bet oplossen van geheimen, dat weet je,
het is lam voor je kerel, maar ik kan er wer
kelijk niets aan doen.
Van der Helm stormde weg naar zijn vriend.
Hij moest nog een paar dringende zaken afdoen,
daarna een avondvergadering met de commissaris
sen.
Toen dit afgeloopen was belde hij Hans op.
Deze was niet thuis. Weer raasde hij met zijn auto
door de stad en kwam om half twaalf nog eens
bij Hans' hospita. meneer Willig was nog niet
thuisgekomen.
Op hetzelfde oogenblik zat Hans met de schoone
Eveline in haar hotel aan een exquis souper, en
ontving hij een lachend gegeven absolutie voor zijn
bedrog
(Nadruk verboden.)
Onze keuken.
spijzen. t i i
Bij deze bavaroise presenteeren we droge bis
Wat eten wjij deze wefek? vcpits.
ZONDAG.
Tomatensoep
bavaroise.
maandag.
kalfsfricandeau aardbeien
Koud vleesch peulen aardappelen zoe
te rijstsoep.
DINGDAG.
Gevulde tomaten saucijsjes bloemkool
aardappelen.
WOENSDAG.
Bloemkoolsoep slakropjes met gehakt
aardappelen.
DONDERdAG.
Kaffsragout met gestoofde kómkommer
- rabarherschotel.
rijst
Gebakken tong sla met komkommer aard
appelen dikke melk met aardbeien.
Aardappelsla met vinaigrettesaus spinazie
spiegeleieren aardappelen beschuitje met
kaas.
Runderlapjes postelein aardappelen
havermout.
Tomatensoep.
1 kilogram tomaten, 1.5 liter watery 1 eitje
kerry, zout, 60 gram boter, 80( gram bloem.
De tomaten worden gewasschen, van de kroon
tjes ontdaan en opgezet met een weinig water, I
aan de kook gebracht en op een lage pit verder
goed gaar gekookt, daarna wrijven wijf de to-
maten door de zeef en voegen er zooveel water t
wij dat wij tezamen 1.5 liter hebben.
Het uitje wordt zeer fijn gehakt en met een
gedeelte van de boter gaar gesmoord,', dus zoo 1
dat het niet bepaald bruin ziet. Om dit te voor- I
komen doen wij de deksel op| de pan en zetten
deze op een kleine pit.
Zijn onze uitjes gereed, dan komtj de kerrij
erbij de rest van de boter, de bloem en als alles
goed vermengd is. en de tomatenpureel en het
water. We moeten echter steeds blijven roeren i
daar er gauw klontjes in de soep komen en deze
er dan minder smakelijk uitziet. Nog) een mi-
nuut of tien laten doorkoken en de soep is
klaar. Wij kunnen deze opdienen met kalfs-
gehakt, waartoe wij dan balletjes maken, van 100
gram gehakt, 1 sneedje geweekt brood en zout.
Heel lekker en goedkoop tevens is, om kleine
dobbelstentjes brood zonder korst in boter of
slaolie te bakken en deze even voor liet opdie
nen in de soep te doen.
A ard beienba varoise,
1 kilogram aardbeien, halve liter room, 2 ei-
witten, 150 gram suiker (poeder) i0 blaadjes
witte gelatine, sap van 1 citroen.
De aardbeien ontdoen wij van de steeltjes, was- 1
schen ze en wrijven ze daarna door de paarde-
haren zee fen vermengen deze puree met de ci
troensap en de poedersuiker. De gelatine hebben
we een minuut of tien laten weeken in ruim
water, deze knijpen we goed uit en doen ze
i in een kommetje om op te lossen met een scheut
kokend water. Is alles goed opgelost, dan roeren
wij de gelatine door de aardbeienpuree.
We moeten nu de slagroom en de eiwitten
kloppen, maar voor we de eiwitten, bij de room
voegen, laten wij het ongeklopte eiwit even door
den puddingvorm gaan.
De room en de eiwitten worden met de garde
met een klein beetje zout geklopt en zoodra wij
<nu, tefien, dat de aardbeienpuree stijf} begint te
worden, hierbij gevoegd en in den vorm overge
bracht. I
Ik mag er misschien ten overvloede nog wel
even aan herinneren, dat in de puree van tijd tot
tijd geroerd moet worden, om het zakken der
latine te voorkomen, liefst met een zilveren
of een houten lepeltje. Zoo'n klein houten le
peltje is heel gemakkelijk om te gebruiken,
maar dan moet het ook absoluut alleen voor
pudding of meelspijzen dienst doen en niet ge
bruikt worden bij uien of andere sterk riekende
j Zpjete rijstsoep.
2 liter water, 1 citroen, 150f 'gram rijst, 150
i gram suiker (basterd), 150 gram sunj maid ro-
zijnen, halve flesch bessensap.
We brengen het water aan de kook met het
zeer dun afgesneden citroenschilletje, waaraan
i geen wit meer mag blijven zitten, daar dit een
bitteren smaak geeft. Daarna komt de goed ge-
I wasschen rijst erbij, die we ongeveer een uur la-
j ten koken en het laatst de sun maid rozijnen.
Wij laten dit tezamen nog zachtjes doorkoken,
j totdat onze rijstsoep gebonden is. D|e pan ne-
j men wij van het vuur en de citroensap, suiker
en bessensap worden door de soep geroerd, waar
na wij de soep koud opdienen.
Innlaat# van rozijnen kunnen wij evengoed
versche vruchten gebruiken, bv. kleine aardbei
en, ontpitte kersen, aalbessen, frambozen, maar
dan voegen wij de vruchten eerst bij, als de soep
koud is. Ter vervanging van een halve flesch
bessensap, kunnen wij 3.54 dl. sap van versche
vruchten gebruiken.
Kali'srageut met komkommer.
56 ons kalfsborst, 1 liter water, 20 gram bo-
5ter, 30 gram bloem, 3 komkommers, peterselie
De kalfsborst wordt aan nette stukjesl gesne
den, gewasschen, opgezet met 1 liter water, zout,
stukje foelie, 1 laurierblad, 1 klein uitje, 1
worteltje, 1 kruidnagel en een takje selderij,
aan de kook gebracht en in een goed gesloten
pan een uur op een kleine pit heel zachtjes
gaar gekookt.
De komkommers worden dun geschild, over
langs door midden gesneden, van hef zaad ont
,daan en in kleine blokjes gesneden, ongeveer evem
groot als het vleesch, dat we uit de bouillon schep
pen, waarna we de bouillon zeven. We zullen
nu zoowat driekwart liter bouillon overgehouden
hebben en hiervan maken wij een) sausje, door
boter en bloem te verwarmen hier roerende de
bouillon bij te voegen en in dit sausje gedurende
1520 minuten de stukjes komkommer stoven,
de laatste vijf minuten komt het' vleesch erbij
om weer door en door warm te worden.
Is ons gerecht gereed, dan brengen wij het
over op een schaal en bestrooien het met zeer
/fijn gehakte peterselie. We kunnen, hier rijst
of aardappelen bij opdienen.
Dikke melk pudding met aardbeien,
1 liter melk, citroensap, 1 eetlepel rum (des-
verk.) l'2ö gtram suiker, (poeder), 12 bladen witte
gelatine.
We zetten 1 liter ongekookte melkf op een
hoekje van het fornuis of in "de zon en laten
deze zuur worden, hetgeen ons in de warme da
gen niet moeilijk valt.
Is de melk dik en zuur, dan wordt ze met
den klopper even opgeklopt en vermengd met
wat geraspte citroenschil, poedersuiker en desver
kieeznd ©en eetlepel rum of een ander smaakje.
De geweekte gelatine lossen we met een scheut
kokend water op en roeren deze door de dikke
melk, die, als ze stijf begint te worden, in een
omgespoelden steenen vorm wordt overgebracht
en opgediend wordt met een rand kleine aardbei
en, die met vruchtensuiker bestrooid zijn.
Vragen betreffende deze rubriek te richten
tot de redactrice „Onze Keuken" Hofzichtlaan 4
den Haag.
Huishoudelijk allerlei.
Vet varkens vleesch wordt in den zomer niet
gaarne genuttigd. Men kan het echter heel goed
zoo klaarmaken, dat er geen vet aan het vleesch
blijft zitten en snijdt al het vet van en uit het
vleesch. Dit vet wordt in stukjes gesneden en
in 'de braadpan gesmolten, daarna komf het
vleesch erbij en wordt verder op de gewone wijze
gebraden en klaargemaakt, zonder verdere toe
voeging van vet.
Rauwe tomaten kan men zonder veel moeite
van het velletje ontdoen, wanneer men; ze ge
durende twee minuten in een zeef legt boven
een pan met kokend water.
Ken aangesneden groot stuk kaas kan men
zelfs in den zomer geruimen tijd bewaren, door
er een linnen doek om te wikkelen, die gedrenkt
is in pekelwater en daarna uitgewrongen; is.
Salade en bladgroenten kan men in den zomer
vaak moeilijk van luis en andere insecten bevrij
den. Het zal zeker spoedig en goed gelukken,
indien men bij het waschwater het sap van een
halve citroen voegt.