De economische tosstand des lands.
De Minister President spreekt.
Dinsdagavond heeft de minister-president, minis
ter van Staat, Jhr. mr. Ch. J. M. Ruys de Beeren-
brouck, over de beide Nederlandsche radiozenders te
Hilversum en te Huizen een rede gehouden over den
economischen toestand des lands. De uitzending
geschiedde van de studio van het hoofdbestuur der
P. T. T. aan de Kortennaerkade te 's-Gravenhage
uit.
In haar geheel luidde de rede als volgt:
Laandgenooten,
Het is de tijd met een nuchteren blik op de wer
kelijkheid vast te stellen, dat de toestand des lands
zorgwekkend is. Het is de tijd, dat dit feit door de
openbare meening wordt aanvaard; wordt aanvaard
met werkelijkheidszinen verantwoordelijkheidsbesef,
gegrond op eigen inzicht of op gepast vertrouwen
in hen, die dat inzicht hebben te vestigen.
De verschijnselen van het ziektebeeld verbieden
verwaarloozing van levensbelangen. Levensbelangen
zijn thans meer dan ooit gemoeid bij het stellen
eener niets verbloemende diagnose aan het ziekbed
onzer samenleving.
De ziektekiem, die sinds jaren de wereldhuishou
ding-heeft aangetast, heeft zich het kon niet
anders ook gezet in het weefsel van onze volks
huishouding.
Naarmate ons land zich in den loop der tijden
aan een welvarenden toestand aanpaste, stoort en
gewent het zich thans trager aan den opgedrongen
teruggang. Opgedrongen mag die teruggang worden
genoemd, in zooverre de opsporing harer oorzaken
voert naar een onverbrekelijken internationalen
samenhang der economische en financieele wetten
en feiten.
De vatbaarheid voor infectie door de economische
wereldkwaal lag voor Nederland voor de hand. Ons
land heeft zijn geschiedkundige beteekenis steeds
mede ontleend aan de ontwikkeling van wereld-
mogelijkheden op schier ieder onderdeel van zijn
welvaartgebied. Thans knelt ons een keten van de
meest verwikkelde economische feiten en omstan
digheden, welke een gedesorganiseerd wereldver
keer te zien geven.
Tal van barrières voor het internationaal verkeer
zijn opgeworpen. Het protectionisme in het buiten
land, dat na het einde van den wereldoorlog cata
strofale afmetingen aannam, is in het bijzonder toe
te schrijven aan het ontstaan van tal van nieuwe
staten, die door kortzichtig nationalisme gedreven,
industrie in landbouw kunstmatig binnen de land
grenzen tot ontwikkeling wenschten te brengen. Men
streefde daarnaast naar handhaving van hetgeen
tijdens den oorlog op industrieel gebied nieuw was
gegroeid. En dan de verfoeide nalatenschap uit den
verfoeiden wereldoorlog: de internationale schuld
verhoudingen dwongen den geoderenstroom in ge-
gewrongen banen, welke men door het optrekken
van tolmuren wederom trachtte tegen te gaan.
De handhaving van uit den wereldoorlog ont
stane schulden, welke een economischen grondslag
missen, het opleggen van reparatie-verplichtingen
eenerzijds en het streven om door protectie te ver
hinderen dat deze schuldverhoudingen in goederen
leveranties een einde vonden anderszijds, dat zijn de
factoren, welke het evenwicht in de wereldhuis
houding hebben verbroken.
De industrieele en landbouwproductie, welke door
de technische evolutie op ongekende wijze de we
reldwelvaart hadden kunnen vermeerderen, kwamen
tusschen de opgeworpen hindernissen dusdanig in
de knel, dat de internationale prijsverhoudingen ge
heel uit haar voegen raakten en het geld- en cre-
dietwezen in de meeste landen gedesorganiseerd
Dat de afzonderlijke landen bij eene verklaarbare
miskenning van hun internationale economische
miskenning van hun internationale economische
afhankelijkheid steunmaatregelen troffen, onafhan
kelijk van elkaar en z onder rekening te houden
met de belangen va nanderen, kon de verwarring
slechts vergrooten.
Hoezeer de aldus veroorzaakte wereldcrisis, van
zorgwekkenden omvang, het Nederlandsche wel-
waartspeil heeft neergedrukt is den laatsten tijd
bij herhaling aangetoond en uiteengezet aan de
hand van feiten en cijfers, welke zonder eenige mis-
leidiing waarschuwend spreken.
Achtereenvolgens zagen schier alle voornaamste
takken van het bedrijfsleven zich aangetast. De
scheepvaart en de scheepsbouw, het bankbedrijf,
de industrie in vrijwel haar geheelen omvang, de
landbouw en de veeteeit, de ooft- en tuinbouw, de
zeevisscherij en de veenderij, allen heeft de lqpden
crisislast gedrukt en allen hebben zware schokken
moeten opvangen.
De economische toestand in Nederlandsch-Indië
vertoont al een even troosteloos beeld als die !n het
moederland. Ook daar een schrikbarende terug-
gaang, zich uitend in een Indische begrooting met
een belngrijk defecit zoodat de Indische regeering
z'ch gedwongen zag met betrekking tot de voor
ziening in hare kasbehoeften een beroep op de Ne
derlandsche schatkist te doen.
Men denke met gepasten ernst over een toestand,
welke de voor ons land zoo beteekenisvolle inkom
stenbron aan Indische baten goeddeels deed op
drogen.
Daarnaast drukt ook onze gemeenschap op zor
gelijke .wijze de wreede plaag der werkloosheid,
welke aan de steuncapaciteit der overheidslichamen
ongewoon zware eischen is gaan stellen.
Onder deze onheilspellende omstandigheden heeft
de overheid, bewust van haar steeds zwaarder wor
dende taak, haar standpunt moeten bepalen, terwijl
zij in den loop van haar optreden de crisiswolk
steeds zwarter zag worden. Geheel abnormale en
onberenkenbare tegenstroomingen hebben haar met
de uiterste behoedzaamheid, ingegeven door haar
verantwoordelijkheid voor de geheel bevolking, de
vaart door het onstuimige water doen kiezen.
Reeds is in onze dagen het gebied der overheids
bemoeiing uitgegroeid tot een omvang, welke de
redelijke vraag doet stellen, of eene gewijzigde or
dening niet tot een passende ontlasting van de
Staatstaak, met name van diens uitvoerenden ar
beid zou kunnei; leiden. Tot welke afmetingen onder
deze abnormale omstandigheden deze overheidstaak
moest uitgroeien, laat zich gemakkelijk denken.
Hierbij gold het telkens de helpende hand uit te
steken en daarbij het oog op het algemeen belang
gericht te houden.
Steun mag herstel niet vertragen.
Wat den oorsprong van den economischen tegen
spoed betreft heeft Nederland" niet nagelaten bij
monde van zijn beste staatsburgers in het inter
nationaal milieu te waarschuwen tegen het nade
rend ongeluk en tegen de averechtsche maatregelen
die men nam om dat ongeluk te keeren.
Toen dit alles niet baten mocht en ons land
steeds meer de economische gevolgen van die moei
lijkheden ondervond, kon steun voor de bedreigde
economie van het land niet uitblijven. Daarbij bleef
uitgangspunt, dat die steun nimmer in zoodanigen
vorm zou mogen verleend worden, dat gezond her
stel daardoor zou worden vertraagd.
Eerst toen het hier gedurende decennia onder een
vrijhandelsregime opgebouwde dreigde ten onder te
gaan, waren maatregelen tot beveiliging van het
bestaande noodzakelijk en was hulp voor de getrof
fen werknemers plicht der overheid.
Onze landbouw, in zoo sterke mate op uitvoer aan
gewezen, moest voor den ondergang worden behoed.
De afsluiting van onze afzetgebieden door protec
tie en door maatregelen op het gebied van belas-
tingverkeer deed de gerechtvaardigde vrees ont
staan, dat ondanks alle pogingen tot aanpassing van
de kosten, een prijsniveau van zoo ruineuzen aard
zou ontstaan, dat het voortbestaan van een der
belangrijkste takken van ons economisch leven
ernstig bedreigd zou worden.
Ook onze industrie liep gevaar door het buiten
land, dat in Nederland een bij uitzondering koop
krachtig afzetgebied vond, onder den voet te wor
den geloopen. Deze abnormale plotseling opduiken
de concurrentie zou door het lamleggen van het
productie-apparaat onze nationale koopkracht even-
zeere geschaad hebben. Contingenteeringsmaatrege-
len zijn derhalve noodig geweest om hier te voor
komen" dat een aantal industrietakken misschien
voor altijd vernietigd zouden worden.
Juist om te voorkomen, dat ook op dit gebied het
herstel der normale verhoudingen niet vertraagd
zou worden, wat eene groote voorzichtigheid noo
dig. De overheid staat hier voor de bij uitstek
moeilijke taak het middel van de invoerbeperking
zoodanig toe te passen, dat alleen het abnormale
geweerd wordt.
In een maatschappij, welke in haar ontwikkeling
niet geremd wordt door factoren buiten de sfeer der
economie, gaat een toeneming van den invoer ge
paard met een vermeerdering van den uitvoer.
Wij beleven thans echter tijden waar destructie
factoren vaak overheerschend zijn. Om deze des
tructie te voorkomen dient de regeering maatregelen
te nemen.
Hoe groot de chaos ook zijn moge, de ten grond
slag liggende economische wetten weten zich echter
steeds meer gelding te verschaffen. Alleen wanneer
men dit bedenkt, zal het besef doordringen dat een
te straffe toepassing van contingenteeringsmaat-
regelen onzen export zou schaden.
De uitvoer ondervindt de grootscte moeilijkheden;
hij baart de regeering de grootste zorgen. Behalve
land- en tuinbouw en de veeteelt verkeert ook onze
export gespecialiseerde industrie in een zeer zorg-
wekkened ntoestand. Zoo dikwijls ontmoet men bij
groepen die om steun vragen, een groote onwetend
heid omtrent den nood onder andere groepen van
ons bedrijfsleven. Daar komt bij dat men vergeet,
dat alleen het wegnemen der oorzaken voldoende
kan baten. Handel, scheepvaart en bankwezen, zij
allen hebben hunne groote moeilijkheden, die alleen
ongelost kunnen worden, wanneer de poorten naar
het buitenland weer opengaan.
Publieke geldmiddelen.
Na deze enkele gedachten over het regeer! ngs-
beleid ten aanzien van het in hoofdzaak handels
politieke vraagstuk, een kort woord over de publieke
geldmiddelen.
Een pijnlijke tegenstrijdigheid vervult den toe-
stand dezer middelen met zorg. Terwijls eenerzijds
de abnormale nood in steeds dringender mate een
beroep op de openbare middelen blijft doen, slinkt
het volksvermogen, dat ze tenslotte moet opbren
gen, onrustbarend.
Ten gevolge van het opdrogen van de verschil
lende welvaartsbronnen moest een optimistische
berekening van de daling van het belastbaar voloks-
inkmen op ongeveer 30 pet. worden geschat. Beziet
men dan de uitgavencijfers alleen reeds van werk-
loozensbeun, van openbare en particuliere armen
zorg, van steunmaatregelen aan den landbouw en
houdt men daarbij in het oog wat aan Rijks, pro
vinciale en gemeentebelasting moet worden opge
bracht, dan kan geen redelijk beoordeelaar ontko
men aan de klemmende noodzaak, tot versobering-
voorzien moet worden.
en besneoiing van de collectiev behoeften waarin
Immers bij een dusdanig krimpende middelen
dat zij op de allereerste plaats haar helpend ver
positie dringt zich naar voren de zorg der overheid,
mogen zooveel mogelijk ongeschonden houdt.
Dat feit verplicht haar desnoods tot duren prjjs
te waken voor het financieele evenwicht harer
zwaarbelaste huishouding, hetgeen veronderstelt de
meest doelmatige en sobere organisatie dier huis
houding.
Ter handhaving niet alleen van 's lands erdiefc-
waardigheid doch veeleer nog ter voorkoming eener
massale volksverarming, welke niet meer sfen pro
centen te binden zoude zijn, hebben de overtuigende
argumenten en luide sprekende voorbeelden, welke
voor de inflatine onzer munteenheid waarschuwen,
voor de regeering dan ook niet afgedaan.
Zij en de volksvertegenwoordiging die tot de nood
zakelijke besnoeiing genoopt worden en de verant
woordelijkheid daaiwoor hebben te dragen, weten
deze pijnlijke taak verlicht door de redelijke zake
lijkheid van allen, wier inzicht hen in staat stelt
de feiten te onderkennen, zooals deze in werkelijk
heid zijn.
Slotbeschouwing.
Vaak wordt er geklaagd, dat de regeering nog niet
voldoende maatregelen ter bescherming van het
economisch leven heeft genomen. Veelal openbaart
zich daarbij het erkende verschijnsel dat de stuur
manskunst simpeler lijkt aan de wal dan zij op de
brug van het schip in waarheid is.
Doch laten vooral zij, die daarbij op andere lan
den wijzen, toch bedenken, dat ons land relatief
gesproken, nog over- een groote mate van wajrstand
en uithoudingsvermogen beschikt, en dat veel over
heidsinmenging in het buitenland het herstel ge
remd heeft of een uiting is van een mate van verval,
waarvoor ons volk behoed moge worden.
Dat uithoudingsvermogen is het, en de historisch
bewezen veerkracht van ons volk om zioh als het
moet aan deg ewijzigde omstandigheden aan te
passen, welke de regeering den moed sch'enken om
den moeilijken weg van versobering en doelmatige
bezuiniging in te slaan.
Nu de benarde financieele toestand van Rijk en
gemeenten gebiedt, verstaat de Overheid haar pijn
lijken plicht offers, zware offers te' verlangen.
Het is het schrijnende van de haar toevertrouwde
taak, dat zij in tal van gevallen noodgedwongen
leed moet veroorzaken en teleurstelling brengen.
Als noodtoestand menschelijk gevoel en harden
plicht in conflict brengt, staat zelfs de maatregel
die tijdig erger leed voorkomt, al spoedig onder den
schijn van harteloosheid. Dien schijn zelfs wijst
de regeering met eerlijke overtuiging af, omdat zij
met diep gevoeld medeleven beseft, welk leed die
harde plicht voor velen medebrengt.
Dit medegevoel geldt afzonderlijke zwaar getrof
fen gevallen, het geldt in niet mindere mate die
groep van jongemannen onder ons, die de ramp der
werkloosheid treft juist in den levenstijd, die hen
met frissche werkkracht en werklust zag aantre
den en wier jonge beste jaren buiten hun schuld in
gedwongen ledigheid verloren gaan.
Zoo ergens dan doet hier de overmacht pijn, dje
bruikbaren hand- èn hoofdarbeid meedoogenloos af
wijst.
De juist dezen en den komenden tijd beheerschen
devraag blijft: zal dit moeilijke en veeleischende
tijdsgewricht een klein of een groot geslaccht vin
den? Ons volk duldt geen blaam op de geschiedenis
die het thans te maken heeft. Het is bereid zijn
reserve aan dappere offervaarfdigheid en saamhoo-
righeid aan te spreken om zijn toekomst op herstel
en opleving voor te bereiden.
Met allen ernst, dien de tijd verlangt, klinke dan
een beroep op allen, vooral op hen, die zijn geroe
pen de openbare meening voor te lichten en leiding
te geven aan volksgroepen.
Laat men in deze uren doorzicht stellen aan de
vorming van eigen inzicht en oordeel, waar het
thans meer dan ooit de moeilijkste en verwikkeldste
vraagstukken betreft, doch laat ons bovendien iedere
eenzijdigheid afleggen, „zonder oogkleppen door het
lven gaan" en beseffen den gewetensplicht, dat onze
voorlichting op zuivere en volledige documentatie
beruste!
Laat men in deze eeren doorzicht en ordelijkheid
betrachten bij het tot uiting brengen van wat de
bevolking te zeggen en te wenschen heeft, niet van
wat haar in strijd met de feiten wordt opgedrongen!
Met het vertrouwen in die, van burgerzin getui
gende medewerking, weet de overheid haar moeilijke
taak verlicht en houdt zij haar schouders recht on
der den zwaren tijd, omdat zij op God's kracht en
steun mag rekenen.
Plassiseiijk iieuws
BROEK OP LANGENDIJK.
Schoolreisje der O. L. School te Broek op Langend.
Op Vrijdag 15 Juli maakten de 1.1. der bovenge
noemde school hun jaarlijksch schoolreisje. De
tocht ging over den Langendijk, naar Petten, waai
de Hondsbossche Zeewering in oongenschouw werd
genomen. Vervolgens over Camperduin en Schoorl
naar Bergen, waar in den speeltuin eenige broodjes
werden gebruikt. Daarop werden de schommels, wip
pen, molens, enz. bestormd en werden er hooge ei
schen gesteld aan het uithoudingsvermogen der ge
leiders (sters), op het laatst gingen de jassen er
zelfs bij uit.
Daarna volgde een heerlijke boschwandeling.
Onze schoolliedjes pasten wonderwel in deze zoo
schoone omgeving, Toen we de ons zoo vertrouwde
gele bussen tusschen de bladeren zagen doorche-
meren, ging de jeugd een wedstrijd aan, wie er
het eerst zou zijn. Hijgend van inspanning zocht ie
der zijn zitplaats weer op en voort ging het naar
Bergen aan Zee. Onder gezang en spelen (voor deze
gelegenheid apart geleerd) brachten we den middag
daar door. Noode namen we afscheid van de zee,
maar er stond nog zooveel te genieten, want in
den muziektuin te Alkmaar wachtte ons een lom
merrijke speelplaats met een mooien molen, vei
lige schommelschuitjes, enz. Maar eerst moesten we
een proefje van ons kunnen geven. eD inwijding
van het „Westerlicht" werd nl. terzelfder tijd in
den muziektuin gevierd en opverzoek zongen nu
de hoogste klassen eenige liedjes in de muziektent.
Kinderzang, zelfs wit schorre keelen wordt altijd
geapprecieerd, dat bleek wel uit het applaus.
Toen den speeltuin in. Daar hebben we genoten.
Maar aan alles komt een eind, dus besloten we te
vertrekken na eerst nog een bezoek aan de apenkooi
te hebben gebracht. Dat de versregel:
„De jongens en meisjes der Langedijk
Die komen vroolijk thuis",
volkomen werd bewaarheid, behoeft geen betoog.
Maar de vroolijkheid steeg ten top bij het zien
van de wachtende motorbooten.
Na een vroolijk watertochtje stapten we in de
„Witte Zwaan" af en met eenige woorden van den
voorzitter van het „Belang der Jeugd" en het dave
rend gezang der kinderen, later door de aanwe
zige belangstellenden herhaald, werd ons volkomen
geslaagd schoolfeest gesloten.
—OUDKARSPEL.
Naar wij vernemen is reeds tegen twee inwoners
uit deze gemeente proces verbaal opgemaakt wegens
het in den wind slaan van de door ons gepubliceerde
waarschuwing om in het vervolg niet meer met meer
dan twee' personen naast elkander langs de dorps
straat te fietsen.
Laat dit een waarschuwing zijn voor hen, die
zich ISan hetzelfde euvel bezondigen.
NOORDSCHARWOUDE.
In de Maandag gehouden vergadering van de
Commissie der Lichtbedrijven deed burgemeester
Slot de mededeeling dat deze vergadering de laatste
zou zijn, die door hem als voorzitter zou worden
gepresideerd.
In het vervolg zal als voorzitter optreden de E.
A. Heer J. Kroonenburg, burgemeester der gemeente
Sint Pancras, terwijl als vice-voorzitter werd gekozen
de E. A. Heer A. J. Wijnveldt, burgemeester der
gemeente Oudkarspel.
—NOORDSCHARWOUDE.
Zooals bekend zal zijn, werden de T. B. C. patiën
ten tot heden alleen door 't Witte Kruis uitgezon
den.
Ook het Wit Gele Kruis meende dat voor hem
hier een taak was weggelegd, weshalve hiervan
bericht werd gedaan aan het bestuur van het Witte
Kruis.
Dit heeft tot gevolg gehad, dat zich thans uit
beide vereenigingen een commissie heeft gevormd
om deze kwestie nader te regelen.
Tot onpartijdig voorzitter van deze commissie is
gekozen geworden de heer K. G. Reinders, secreta
ris der gemeente Noordscharwoude, die deze func
tie heeft aangenomen'.
ZUIDSCHARWOUDE.
UITSLAG PUBLIEKE VERKOOPING
wegens sterfgeval, gehouden door Notaris Johann
W. C. Kroon, Notaris te Zuidscharwoude, op Dins
dag 19 Juli 1932, des avonds 7 uur, zomertijd in het
café „de Schelvischéé te Zuidscharwoude.
1. EEN FLINK WINKELHUIS en ERF op zeer
gunstigen stand te Zuidscharwoude, waarin sedert
jaren een welbekende schoenwinkel annex electri-
sche reparatie-inrichting wordt uitgeoefend, groot
1.98 are.
Behoorende tot de nalatenschap van den heer
C. Hinke.
Te aanvaarden bij de betaling.
Koopers K. Jongert en A. Mooy voor ƒ3530.
2. EEN HUIS MET 2 WONINGEN en ERF in de
Koog te Zuidscharwoude.
In huur bij W. Klingeier tegen f 2.25 per week
en wed. Wayboer tegen f 1.85 per week.
Eigendom van mej. Neeltje Kliffen Td.
Kooper K. Jongert voor ƒ980.
3. EEN WOON- EN WINKELHUIS en ERF te
Zuidscharwoude waarin een kleermakerij is geves
tigd geweest.
Direct te aanvaarden.
Behoorende tot de nalatenschap van den heer P.
Woestenburg.
Koopster we'd. C. Keizer voor ƒ2350.
ZUIDSCHARWOUDE.
Schreven wij in ons vorig nummer over de komst
van de bekende filmspelers Renate Muller en Felix
Bressart te Zuidscharwoude dan bedoelden wij daar
mede dat deze beide hoogstbekende persoonlijkhe
den nogmaals bewonderd kunnen worden in de film
„De Privé-Secretaresse" welke door de Noordholï.
Cinema Zaterdag en Zondag in de tooneelzaal van
den heer P. Kramer alhier zal worden gegeven.
Er mogen velen zijn, die deze rolprent reeds heb
ben gezien, er zijn er evenveel die haar niet heb
ben kunnen bewonderen en hebben kunnen genieten
van het onvergelijkelijk spel van deze twee genoem
de hoofdfiguren.
Om nu een bezoek onder ieders bereik te bren
gen heeft de directie besloten voor deze gelegenheid
uitzonderingsprijzen te bepalen, welke nog nader
zullen worden bekend gemaakt.
Men moet het waardeeren, dat door de onderne
mers rekening wordt gehouden met de minder gun
stige omstandigheden en men toch een ieder iets
goeds wil bieden voor heel weinig geld.
Men weet dus nu wat er voor Zaterdagavond op het
programma staat, terwijl wij voor nog nadere bij
zonderheden verwijzen naar de advertentie die in
ons blad zal verschijnen.
iieuwsiijdiiigeii
M'Cthtönslag le 'sGriaveahage.
Dirrlaga.'o.io is jn een cafe aan de Stille Veer- j
kade te der. Haag een revolveraanslag op een 24 j
jarigen man gepleegd die daarbij zeer zwaar i
gewone werd.
De eigenaar van het café vertoeft met zijn
huisgenooten korten tijd buiten den Haag en
had de zorg voor zijn zaak overgedragen aan eeni
ge familieleden, die in zijn woning hun intrek
hadden genomen.
Gisteravond omstreeks half acht kwamen vijf
personen het cafe binnen en bestelden ieder een;
consumptie. Het verlangde werd verstrekt.. Na
korten tijd stonden de bezoekers op. Een hun
ner wilde de verteringen betalen. Plotseling
klonk een schot, de man die betaalde was getrof
fen en zakte zwaar gewond ineen. Wie van de
vijf liet schot heeft gelost,, is niet direct opge
helderd Je dader is thans achterhaald, die ver
klaarde in dronkenschap te hebben gehandeld.
De gewonde was een 24-jarige man. D|e genees
kundige dienst vervoerde hem naar het zieken
huis, waar men zijn toestand zorgwekkend oor
deelde. Commissaris Kramer stelde inmiddels! h'
onderzoek in. D'e tijdelijke beheerder der zaak
kon hem echter geen enkele aanwijzing geven
omtrent den persoon die het schot had gelost.
:Een van het vijftal was) nog in het cafe aan
wezig en werd door de politie gehoord. Ook
hij kon geen inlichtingen omtrent den dader ge
ven. Commissaris Kramer oordeelde het even
wel noodig den man aan, te houden. Dte drie an
deren waren reeds verdwenen,. D'oor: eenige in
lichtingen zal de politie hen waarschijnlijk spoe
dig kunnen arresteeren.
E|e dame in dte rouw'.
Een geraffineerde smokkelaarstruc.
Een in diepen rouw gekleeds dame met een
zwaren sluier over het hoofd, begaf zich van
Kerkrade over de Eijgelshovenerstraat naar Her
zogenrath. In de eene hand droeg ze een bouquet
bloemen in de andere hand een fijn leeren koffer
tje. Surveilleerende beambten hielden haar aan
en waren zoo vrij het koffertje te onderzoeken
15 pond tabak kwamen tevoorschijn. Boven,dien
werd de dame nog meegenomen' npar het dou
anekantoor. De visiteuse vond nog 12 pond ta
bak die in haar kleeding was verborgen. In to
taal had de smokkelaarster dus! 27 pond tabak
frauduleus over de grens gebracht. Alles werd
in beslag genomen. De dame. had nu wel alle
reden om te treuren.
Kerkinbraken te Smilde,.
In de GeróforacrJrjde kerk maiaktem de inbrekers
12*0 gulden buit iloch lieten een, doosje met 230
gulden staan.
Twee uit Veleuhuixiji ontvluchte verpleegden de
daders
Dinsdagnacht is hier op' twee plaatsen inge
broken. Door het indrukken van een ruit heb
ben ongewenschte gasten, zich toegang verschaft
tot de consistoriekamer der Ned. Herv. Kerk
te Boven Smilde waar evenwel nle.ts wmas ont
vreemd. Anders was het gesteld bij da Ger.
Kerk te Smilde. alwaar een dief of dieven zich
|door het uitsnijden van een, ruit, groot 40 cm. bij
60 cm. 'toegang hadden verschaft tot het ver
gaderlokaal bij de kerk.
De koster, de heer A. Stap, moest daar te, on
geveer vijf uur eenige werkzaamheden verrich-
temc- n ontdekte de inbraak. Alles was overhoop
gehaald. Onmiddellijk wmerd de politie met het
gebeurde in 'kennis gesteld, waarop burgemeester
Gerrits, rijksveldwachter de Jong, gemeente
veldwachter Klomp, met behulp van den majoor
der rijksveldwacht en den rijksveldwachter, van
der Werf uit Assen éen onderzoek instelden.
Hierbij bleek dat de brandkast een paar meter
van de plaats was verwijderd en er een gat in
was geslagen, terwijl nog vier andere kasten wa
ren opengebroken.
Zoover men kon nagaan is er plm. 120 gulden
vermist, een doosje inhoudende plm. 230 gulden
is blijven staan, terwijl de inhoud van, een
schaal over den grond lag verspreid.
Vingerafdrukken zijn gevopden.
Plet onderzoek der politie wordt krachtig
voortgezet.
Nader wordt vernomen, dat het spoor loopt
in de richting van twee verpleegd ep, die uit
Veenhuizen ontvlucht zijn, en hier in de buurt
zijn gezien. Een van hen moet een beroepsinbre
ker zijn.