Nieuwsblad v. Holl. Noorderkwartier 41e Jaargang Uitgave: Firma I. H. KEIZER. Rriactw I. H. KEIZER. IBureel Noordscharwoude. Naar betere tijden P FEUILLETON De Twee Kleinzoons. De hoogste tijd No 88 TELEFOON INTERCOMMUNAAL NO. SB. DONDERDAG 4 AUGUSTUS 1932 NIEUWE LMEDIJKER COURANT DEZE COURANT VERSCHIJNT DINSDAG DONDERDAG - en ZATERDAG. Abonnmentsprljs: per 3 maanden f 1.1&. ADVERTENTIEN: Van I5 regels 75 cent; elke regel meer 15 cent GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE. In boeken, brochures, krantenartikelen en middels interviews wordt ons door economen, financiers en politici dagelijks precies verteld, door welke oorzaken de crisis is ontstaan en gegroeid; hoe ze weer ver dwijnen zal, wordt ons niet gezegd. Hun voorspel lingen zijn even vaag als somber, 't Kan nog heel lang duren, zoo verzekeren ze ons, en een nox-male toestand zal nimmer terugkeeren, een groot deel der arbeiders zal tot werkeloosheid blijven gedoemd. Het beste is, dat we afwachten, geduldig en moe dig, tot de eerste teekenen van economisch herstel waarneembaar zijn. Zulke teekenen bieden ons méér houvast dan de vage voorspellingen van de moderne propheten. De menscheid heèft geleerd om hoog op te zien tegen „deskundigen", maar voor zoover die ons in de economie voorgaan, hebben ze zeer teleur gesteld. N u weten al die deskundigen ons haarfijn uit te leggen, hoe de crisis is ontstaan en nood wendig heeft moeten komen, maar toen er een jaar of wat terug een oogenschijnlijke welvaart was, heeft geen hunner ons kunnen voorzeggen, wat er voor de deur stond. Tijden van vóór- en tegenspoed, beinvloed door menschélijke misrekeningen, volgden elkaar in de geschiedenis met onregelmatige tus- schenpoozen op; ze kwamen over ons als natuur verschijnselen, teisterend, dan wel koesterend, maar niemand kan ook thans voorspellen, wanneer en hoe de keer zal komen. We wachten op de „teekenen". Welnu, zou het vermetel zijn om thans reeds te constateeren, dat er een begin is van economisch herstel? In Amerika beweert men, dat de verandering ten goede reeds merjjjjaar is. Er zou wat werkverruiming te constateeren vallen en de waardepapieren stij gen een weinig, niet alleen in Amerika, maar ook ten onzent. Lausanne heeft de Wereld bevrijd van den last der herstelbetalingen, welke de economische ver houding uit het evenwicht hadden geslagen. In de Ver. Staten wint de gedachte veld, dat aan de Europeesche crediteurstaten hun onnoemelijk groote oorlogsschulden moeten worden kwijt ge scholden. Op het einde van dit jaar zal het mis schien reeds zoover zijn, dat de spons over de, lei wordt gehaald. Uncle Sam zal de Europeesche groot machten dan wellicht ook gedwongen hebben om hun uitgaven voor bewapening sterk te reduceeren en aldus meer middelen vrij te maken voor nuttiger zaken. Dat alles zegt ons toch wel, dat het iets beter gaat worden. En tenslotte hebben de verkiezingen van Zondag in Duitschland dat vertrouwen nog geschraagd. Als Hitier aan de macht ware gekomen en er ware in midden-Europa een nieuwe dictatuur gevestigd, dan zouden- we een periode van politieke onzekerheid Hij draaide zich snel om, en verliet wankelend de kamer, want ook zijn kracht was teneinde. Hij wendde het kleine, van opwinding schuddend hoofd niet meer om terwijl hij naar de deur schreed, anders zou hij hebben gezien, hoe star en spook achtig als een geest de Gravin hem naoogde. Geen woord, geen geluid kwam over haar lippen. Op den korridor, op den weg naar zijn kamer, begaven zijn beenen hem den^ dienst. Bij een pilaar zonk hij neer, meerdere minuten bleef hij op den marmeren vloer liggen en was niet in staat, zich op te heffen. Hij had zijn meesteres als overwinnaar verlaten, maar zijn zwak lichaam, zijn hooge ouderdom waren niet meer opgewassen tegen de vreeselijke opwin ding dezer scene, waarbij alles wat bij dit schrik kelijk pleit door hem was gezegd en aangehoord hem met ontzetting had vervuld. Hij voelde zich zoo troosteloos ellendig, dat hij niet in staat was weder op te staan, hij sleepte zich zuchtend en klagend naar zijn kamer, waar hij onmiddellijk zijn leger stede opzocht. Gravin Louise sprong, nadat de deur achter hem was dichtgevallen, van haar zetel op, zij wilde den naam Lühneburg uitspreken, zij wilde hem naijlen, zij deed twee schreden voorwaarts, het werd haar zwart en geel voor de oogen en zonder eenig geluid te geven zonk zij neer. Twee uren verliepen er, voordat zij door Freule von Richthofen, die wegens migraine was gaan rusten, in dien toestand werd gevonden. Haar be zinning was reeds lang teruggekeerd, maar het was haar onmogelijk om hulp te roepen of op te staan, Een beroerte had haar getroffen, die haar spraak en de rechterzijde van haar lichaam hadden ver lamd. Tante Ulrike haalde direct Graaf Stephan en deze droeg haar, daarbij geholpen door de gezel schapsdame, met krachtige armen te bed. Nu werd een ijlbode naar den Saniteitsraad gezonden, die een uur later reeds bij haar ziekensponde stond. Niemand wist, wat er geschied was, want de zieke had haar spraak verloren en alleen met het schud den van haar hoofd beantwoordde zij zoo goed en zoo kwaad als het ging, de haar gestelde vragen, die zij verstond en begreep, maar niet mondeling kon zijn tegemoet gegaan. Frankrijk zou zich bedreigd hebben gevoeld; in Duitschland zou het spook van den burgeroorlog hebben gewaard. In ons land en in andere aangrenzende landen zouden zulke ge beurtenissen de gemoederen ook heftig hebben be wogen. N u weten we, dat de onweersbuien, welke over midden-Europa hing, hoe dreigend van aanzien ook, geen groote onheilen meer zal aanrichten; de zwarte wolkenmassa drijft af, de lucht gaat verhelderen. Geen herstelbetalingen meer, een zéker komende schuldenschrapping door de Ver. Staten, een waar schijnlijke vermindering van militaire lasten, géén fascistisch avontuur in Duitschland, oploopende koersen op de internationale beurzen, hier en daar wat meer werkgelegenheid, zijn al die dingen tesamen geen hoopvolle teekenen? We moeten ons door de droeve omstandigheden van het oogenblik niet blind laten maken voor het verhelderend schijnsel van een betere toekomst. Het is niet noodig integendeel, liet zou verderfelijk zijn om de waarheid geweld aan te doen, teneinde een beter verschiet te suggereeren, maar men meene ook niet, dat men zijn medêmenschen een weldaad bewijst door het pessimisme in elkanders gemoed omsloten te houden en elkaar af te wenden van het licht, dat daagt. Tegenspoed behooren we waardig te doorstaan, lettende op de teekenen, welke eeh goeden keer beloven. Vaardig blijven en opletten! Het, zijn nu de Burgemeesters in Noordholland die het touw van de noodklok grijpen en de Ne- derlandsche regeering voor de zooveelste maal onder de ctogfn brengen, dat het hoeg tijd, aller hoogste tijd is, de hand-tot (re^ding uit te steken. Alles is nu gedaan om de aandacht op het ster vend Noordho 11 andfiche tuinbouwbedrijf te vesti gen. Er is tallooze malen1 vergaderd, meerdere audiënties zijn verleend, elke tuinbouworganisa tie, Centraal Bureau. L.T.B., Christelijke Boe ren en Tuindersbond, de Neutrale Bond, allen hebben geijverd. In de groote en kleine pers zijn tal van arti kelen gepubliceoijd, zelfs zijn de foto-pagina's van diverse bladen benut, om het groote publiek te laten zien, hoe hoog de nood gestegen is. 'En nog altijd toeft de- regeering in te grijpen. Verstaat men in den Haag dan nog niet, dat op deze wijze de tuinbouwende bevolking wanhopig moet; worden Moeten er eerst ongelukken ge beuren voor er iets gedaan wordt? Nu wordt in uitzicht gesteld ,dat op zijn vroegst in September een steunontwerp voor den tuinbouw in de Tweede Kamer zal worden beantwoorden. Zij probeerde met haar linkerhand te schrijven, maar ook dit schrift was onleesbaar. Eerst na twee maanden trad eenige beterschap in. Nog veertien dagen later kon zij met behulp van een stok en een kruk even voortgaan, terwijl haar spraak in zoo verre was teruggekeerd, dat zij zich verstaanbaar kon maken. Reeds voor eenige weken had zij Graaf Roderich aan haar bed ontvangen; hij had haar echter noch kunnen verstaan, noch wat zij met haar linkerhand had opgeschreven kunnen lezen. Geërgerd had zij hem weder weggezonden. Nu echter, nadat zij ein delijk weer eenigszins haar spraak had teruggekre gen, zoodat hij haar, hoewel moeilijk, kon verstaan, liet zij hem wederom roepen. Hij had een zeer lang onderhoud met haar en hij bleef gedurende langen tijd op het Slot. Twee kamers werden voor hem naast die van den kamerdienaar ingericht. Sinds drie dagen was hij naar de residentie gegaan, het geen zooveel beteekende als een „ontdekkingsreis." XIX. Met groote spanning hadden Albert en Heinrich het tijdstip tegemoet gezien, waarop de Saniteits raad Hauser zijn „en zoo verder" zou voorschrijven. Eerst na vier weken had hij den zieke verordon neerd twee pillen te nemen, en wederom verstre ken zes weken, nadat hij het gebruik van twee pil len had voorgeschreven. Reeds geloofden beiden, dat hij niet den moed zou hebben nog verder te gaan en de vrees had overwonnen, dat Graaf Rode rich zijn taak eventueel zou overnemen. Indien zij die welwillende gedachte ook gekoesterd mochten hebben, al spoedig bleek het, dat zij zich vergist hadden en maakte dokter Hauser hun nobele ge- dachte tot schande, toen de Saniteitsraad op zeke- ren dag, zonder dat zijn gelaat een spoor van eenige vrees teekende, op rustigen toon zeide: „Neemt u van heden af iederen morgen en avond telkens drie pillen." Nu was het geschied, nu was hij een misdadiger geworden. Sinds dien dag echter was een zeldzame veran dering bij hem te bespeuren. Zijn rood gezicht had weder die aschgrauwe kleur aangenomen, zijn vlee- zige wangen vielen in, zijn gezetheid verdween, na verloop van drie weken was de rustige, welgedaan uitziende man een vermagerde grijsaard geworden, die zich met moeite nog scheen voort te bewegen en zich bij het. gaan van een wandelstok bedienen moest. behandeld.? neen bij de Kamer aanhangig zal worden gemaakt, zal worden ingediend. Nu is 30 September ook nog September en kunnen er nog wel bijna twee maanden verloopem voor de Ka- iner een (dergelijk ontwerp heeft goedgekeurd. Ban moet nog de goedkeuringl van de Eerste Earner afkomen. Verder verloopt en altijd nog yeer een zekere tijd tussc.hen aanvaarding en Van kracht wording der steunwet. Als de in uitzicht gestelde wet dan' ook nog dit jaar zal werken, zal het ons nog meevallen. Het gaat alles zoo schoorvoetend, zoo lang zaam aani, dan. breekt heft lijntje niet, dat men er moedeloos onder wordt. Het is diep treurig, deze gang van zaken. Men laat de tuinders roepen, smeeken en heeft blijkbaar nogal den tijd. Vacantie gaat voor. Ondertussehen worden straks de tuinbouwers Uit geldnood gedwongen, hun werkvolkj ontijdig te ontslaan. I De werkloosheid in den tuinbouw dreigt nooit Vertoonde afmetingen aan te nemen. De akkers vervuilen, de vroege kool blijft op den akker staan de nog in den grond zittende vroege aardappelen zijn het delven,, sorteej-en en vervoer niet meer waard. Tal van partijen blijken in de veilingen onver koopbaar. Na een kleine opleving' is de bloem- kool'prijs weer tot een prijsje, gewonden. (Wanneer zullen de oogen er voor opengaan, dat het van regeeringswege noodzakelijk hel pen niet moet gaan via de volksvertes-envoord i- ging Waarom den verantwoordelijken minister in de zen tijd van bittere nood geen groote re oevoegi- heid gegeven, waar direct ingrijpen en sfeunsn zooveel leed kan voorkomen? Het moet alles gaan een slakkengang. De regeer in gsmach ine werkt zoo langzaam, ie der wi] tegenwoordig wat te zeggen hebben. Maar dat het gevolgde systeem! in dezen lijd ondeugdelijk werkt, blijkt met den dag al klaarder: Of moet worden aangenomen, dat men van hoogerhand het liefst maar niets doet? Noordholland aan zijn lot overlaat? Er staan groote belangen op het spel. Men mo ge in den Haag, wel toezien. Nog is het tijd. Eoeh de klok staat, om een woord van Cr. Colijn te Geneve gesproken te citeeren, op kwart voor middernacht. De groote ineenstorting, waar voor de burgemeesters hebben gewaarschuwd, dreigt. Er zullen er maar weinigen zijn, die gelooven, dat de regeering onmachtig is te steunen. Ook wij gelooven nog altijd, dat ons land in een gelukkige uitzondernigspositie verkeert te genover andere landen dan, en in' staat is te steu nen. i Eep millioen per werkdag voor de werkloozen. Zeker ee;n geweldig bedrag, daarnaast een steun aan den landbouw en veeteelt, afgewenteld op de bevolking, die welhaast de 160 millioen bereikt en misschien tot 200 millioen per jaar stijgen zal En daar tegenover heeft de tuinbouw in totaal tot heden ontvangen een steu,n in den vorm van crediet tot 7 ton, door het rijk verleend. D.e tweede uitkeering, waarnaar zoo reikhal zend wordt uitgezien, toeft, toeft. Baf lijkt toch zeker nergens op. Als het rijk waarlijk aan het eind van zijn fi nanti ee le kracht zou zijn en. niet in staat zou blij ken, den tuinbouw te steunen, dat treft de regee ring het echter verdiénde verwijt, den steun al zeer onevenredig te hebben verdeeld. Landbouw en veeteelt wel, ook de varkenshou ders, ook de zeevaart en wat al niet meer en voor de tuinders zoo goed als niemendal. Daarom moet met kracht en klem wórden aan gedrongen op steuin, op spoedige hulp, o direct ingrijpen. Als andere takken van bodemcultuur worden geholpen, dan mag de tuinbouw met recht vragen, als gelijkgerechtigde te worden behan deld. De tuinbouw kan geen maanden wachten. Hij is nu aan het einde van zijn kracht. Plaatselijk Mieuws LANGENDIJK. A.s. Zaterdag, 6 Augustus, des middags 5 uur, zal in „De Unie" te Alkmaar eene buitengewone alge- meene vergadering plaats hebben van den Neutralen Bond van Boeren, Land- en Tuinbouwers. De aan leiding tot het houden van deze bijeenkomst is o.m. vermeld in eene circulaire, welke per data gister aan de afdeelingen is verzonden, en luidt als volgt: „Al was de uitstag der audiëntie op Dinsdag iy Juli bij. Z. Exc. den minister van Economische Zaken en Arbeid niet onbevredigend, het feit dat de mi nister geen toezegging kon doen voor toeslag op de veilingsprijzen van terugwerkende kracht, hoewel hij dit gaarne zou .overwegen,.-achten wij van een zoodanige beteekenis, dat naar onze meening nier voor nog met kracht moet worden geageerd, ten einde én den minister én onze volksvertegenwoordi ging duidelijk te maken, dat dit vooral voor Noord- Holland absoluut noodzakelijk s, daar zonder dit de tuinbouw in deze provincie hopeloos vernietigd is. Daar toch in September de kamer pas bijeen komt, lijkt ons een dergelijke actie zeer nuttig en noodig voor het bereiken van terugwerkende kracht, die wij naar onze meening moeten hebben minstens vanaf half Juli. Het hierop betrekking hebbende bestuursvoorstel luidt aldus: Een krachtige actie te onttwikkelen voor terugwerkende kracht bij eventueele steunverleening op de veilingprijzen, hetzij door middel van een demonstratie b.v. naar Den Haag of anderszins, zulks naar het oordeel der vergadering van afge vaardigden. ZUIDSCHARWOUDE. Bij de gehouden verkiezing van een Bestuurshlid der Banne Zuidscharwoude werd de heer T. Kos telijk te Alkmaar als zoodanig herkozen. Graaf Roderich beoogde met zijn reis naar de residentie een tweeledig doel; het eene was zich inlichtingen te verschaffen omtrent eene bepaalde persoonlijkheid, het andere, eene plotselinge en dringende aanmaning tot betaling zijner schulden te niet te doen. Een hem geheel onbekende man had hem namens Samuel Hirsch - geschreven, dat deheer Abraham Kohn hem een wissel had gece deerd, en daar hij noodzakelijk dat geld zelf moest gebruiken, verzbcht hij hem binnen acht dagen die som te betalen, bij nalatigheid waarvan hij zich verplicht zag hem gerechtelijk te vervolgen. Zijn eerste gang in de residentie was naar Samuel Hirsch. Hij maakte dezen er op attent, dat de wissel tot den eersten November was geprolongeerd, waar op de woekeraar hem antwoordde, dat de wissel drie maanden was uitgesteld en aangezien hij op den vervaldag niet was verschenen om den wissel te laten prolongeeren, zoo nam de heer Kohn zijn woord terug, verklarende niets meer met de zaak te doen willen hebben en had deze den wissel voor eene schuldverordening in betaling gegeven. Dat Hirsch en Kohn onder één hoedje speelden, om zoo mogelijk nog een hoogere som te kunnen loskrijgen en op'deze wijze trachtten er munt uit te slaan, was niet moeilijk te gissen. Na een lang durig en pijnlijk onderhoud, waarbij Roderich op den meest deemoedigen toon beloofde aan zijn ver plichtingen te zullen voldoen, werd aan hem nog vier weken speling gegeven, maar voor welk uitstel hij een wissel teekende van een veel hooger bedrag dan de oorspronkelijke. Na deze zaak in het reine te hebben gebracht, begon hjj aan zijn tweede taak. Hadden zijn nasporingen oók al niet een afdoend resultaat, toch kon hij tevreden zijn met hetgeen hij had weten natespeuren, het was genoeg om er voorloopig zijn voordeel mede te kunnen doen. Alvorens hij naar het slot Breitenbach terug keerde, ging hij eerst nog naar Langenheim, waar rftj den Saniteitsraad wilde bezoeken. Hij had met hem een langdurig en ernstig onderhoud en nam afscheid met de woorden: „Ik herhaal, wanneer u nog langer talmt, neem ik de zaak zelf in handen. Ik ben in een stemming, waartoe ik tot alles in staat ben. Het eerste wat ik dan zal doen, zal zijn u te betrekken in de zaak, die wij met elkander op trouw hebben gezet. Dan zult ge alleen nog zijn de medeplichtige, niet mijn mede schuldige en ik ben niet de nar, die een mede plichtige vrij uit zal laten gaan. Wil daarmede re kening houden! Adieu!" De Saniteitsraad had juist zijn rijtuig willen be stijgen, toen Roderich zijn huis binnentrad. Een oogenblik nog, nadat deze zich had verwijderd, bleef hij in gedachten staan, én sprak hij in zich 1 zelf: „Hij is er toe in staat of i k het doe of h ij thans moet ik 't doen hebben drie pillen bij dezen taaien jongen nog geen uitwerking, zoo zal I hij er vier hebben! Hoe eerder, hoe beter is het j geschied, dan vind ik wellicht mijn rust weder j deze kwellende tweestrijd kan ik niet langer ver dragen. Voorwaarts!" Hij trad naar buiten. „Naar Breitenbach," riep hij den koetsier toe, „Zoo vlug als mogelijk is!" En in gestrekten draf ging het op het doel af. „Wil u nog meer hebben?" vroeg Heinrich, die met Albert in zijn kamer het -tweede ontbijt ge bruikte, „uw maag heeft voor de watersoep in den wagen geen plaats meer. Uw eetlust neemt in geen geringe mate toe, en waarlijk, dat veryult mij met eenige zorg. Uw ronde wangen kan mén nog even tueel toeschrijven aan de uitwerking van de bui tenlucht, maar waaraan zal men het toeschrijven, wanneer u uw watersoep en uw brood niet meer eet? Men moet achterdocht gaan koesteren!" „Maar hoor eens ernstig toe, Heinrich, laten wij niet langer schertsen, daarvoor is de zaak te ern stig. ik houd dezen toestand niet langer uit, ik kan niet meer driemaal daags watersoep en droog brood na mijn ontbijt, middag- en avondeten ge bruiken. U heeft mij heden voor gezond verklaard, ik kan alleen gaan en behoef geen stok meer "te ge bruiken. Waar zoekt men een mensch, dip zijn ge zondheid voor de wereld moet verbergen, zooals ik? Eiken dag ontwaken nieuwe wenschen in mij, en slechts één ding is mij geoorloofd te genieten, de buitenlucht! Ik weet het zeker, dat ik mij binnen korter of langer tijd zelf zal verraden. Thans zijn de leeraars met vacantie op reis, komen zij echter terug en ik zou dan het eene uur na het andere in mijn wagen moeten liggen, zonder mij te durven bewegen, waarlijk, het gaat niet meer! Waarom zal ik het steeds zwaarder wordende masker niet af schudden?" (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1932 | | pagina 1