Hike Breijer's Nieuwsblad y. Holl. Noorderkwartier 41e Jaargang - per 3 maanden i.i5 - Mm: finna 1. H. KEIZEB. - Redacteur i. H, KEIZER. Bureel Noordscharwoude. GBOOTE LETTERS LEED. Arpatf Moldovén West-Friesche gedachten in het West-Friesch dialect OPRUIMING Speciaal Corsetten - Magazijn OP EXPORTVERRUIMING AANGEDHONGEN No 89 rELEFOON INTERCOMMUNAAL NO. S3. ZATERDAG 0 AUGUSTUS 1932 NIEUWE L4HGKIUKH Abonnmentsnrils- 8 rc8cl meer 15 cent. NAAR PLAATSRUIMTE. Aft— We waren eens op een gedwongen visite bij den tandarts. Het viel heelemaal niet mee. Hij be gon een kies te boren, het zoemde en gromde in ons hoofd, het ging van ruk-krekk krak, enfin, het was een complete ellende, maar het was tenmin ste nog om uit te houden. Totdat de man met zijn boortje de zenuw raakte. Roef, daar scho ten we onder zijn handen en boor uit, naar be neden. iWjat doet u nou, vroeg ie. Ja, antwoordden we, u raakte zeker de zenuw, want het was een oogenblik niet om uit te houden. 1 Kom, kom, suste de dokter, het doet wel even zeer, maar het is toch gauw gebeurd en raken moet ik dat ding wel even. Een öogen- blikje neen, zit u nu even stil heursch d'r gebeurt niets. Rrrrrroem-mwm-m-m ruk-krek-krak Au. Weg schoten we weer, naar beneden. De dokter deed een beetje verstoord. Ja maar, wat is dat nou? Zoo erg is het toch niet. Zoo'n groote, zware, sterke man, als u bent. Zeker, dokter, zeker, kleinzeerig zijn we anders heusch niet, werkelijk niet We heb ben wel eens meer pijn, érger pijn maar die was beter te verdragen. Deze pijn is zoo zoo iets hoe moeten we dat, zeggen. Ja, ja, ik begrijp u volkomen. Bang bent u natuurlijk niet. Volstrekt niet. U zoudt bv. een leeuw weerstaan, u durft hem levend kraken, u staat voor niets maar dit, juist dit Ter wijl het op het - oogenblik voor mij natuurlijk veel pleizieriger zou zijn, als u alle leeuwen met rust wilde laten en mij, even mijn gang laten1 gaan met mijn boortje. We voelden het smalende en schaamden ons een beetje. Maar toch schoten we een derden keer weer on deruit. I We hebben wel eens hoofdpijn, gehad en waren dan van meening, dat niets zoo erg kon zijn. 'n Mensch, zoo dachten we, kan bv. veel beter kies pijn hebben. Maar toen we kiespijn hadden En fin, de -lezer kent het geval ook. Met alle leed gaat het zoo. Eigen leed en het oogeablikkelijke leed voelen we altijd het zwaarst. Wat een ander heeft, kan ook wel erg zijn, maar toch, die heeft tenminste dat niet en die heeft nog die troost, maar wij E'n wat nu het allertreurigste is in het leven? Het feit, dat we eigenlijk altijd wel ergens leed over hebben. En omdat het grootste meelij en de meeste deernis als regel uitgaan naar de ergst geslagenen, daarom hebben we ook altijd zoo ver schrikkelijk veel met ons zelve te doen. Ein bestéden we zoo weinig, te weinig aandacht aan het leed van anderen. Dat is jammer. Eigen leed immers, daar kunnen we zelf heel vaak weinig of niets aan veranderen, anders hadden we het niet. Daarom is het ook maar be ter om dat leed niet| te gaan vergelijken, maar het, te leeren dragen. Vergelijken] is een uiting van slapheid, dragen is' kracht. Als we eigen leed hebben leeren dragen, zullen we ook gelegenheid krijgen om aandacht te schen ken aan 't leed van anderen en dat te leni gen. 'Want al kunnen wei ons zelve gewoonlijk niet helpen, omdat we als regel leed hebben over ietsj ,da/t we missen, daarom; is het niet onmo gelijk, dat we anderer leed! kunnen lenigen of verzachten omdat we in staat' 'zijn om mee te deelen van hetgeen we rijk zijn. Het is egoisme, als we steeds zoo heel zwaar aanvoelen, wat ons eigen persoontje deert. Als we wat van dat egoisme opzij konden zetten, dar. zou er heel wat minder leed op de wereld zijn. want dan zouden we den kommer leeren zien van anderen en een helpend© hand reiken. Als we de kracht konden vinden om eigen leed te dra gen, dan zouden we de zegening kunnen smaken de smarten van anderen te verzachten. En dan zou er misschien ook nog eens iemand zijn, die ons kon en wilde helpen. Vaak is er met een klein beetje opoffering on zerzijds het behoeft nog lang niet altijd van stoffelijke waarde te wezen zonneschijn te brengen in het leven van den medemensch, die wandelt onder een klaaglijken hemel. Fotographisch-Atelier Nieuwe Niedorp Einde Augustus wordt bet filiaal te Noordscharwoude opgeheven. Gedurende de maand Augustus is het filiaal nog geopend 's Woensdags van I -7 uurn.rn. (n.t.) 's Zondags van 10 1 uur (n.t.) Na 39 Augustus uitslui. tend te Nieuwe Niedorp Nou heb ek hier voor men leggen vaif krante,, en deer staat overal wat in teugen Jasper. Ik Le i et puu dein, laikt et wel, maar ja, Me raitje zaide al, dat he je der van met al dat geskraif en et iene woord haalt deurgaans et are uit. Nou ja, wat dat zwarte laissie angaat, •die Sunteraiper docht dat et wat geve zou, as ik er over skreef, maar azze ze deer den dalek mee ophouwen hajdde, nou, den wazze et kirrels van niks weest en ze hewwe groot gelaik, datte ze der mellek zoo gauw- niet optrekke, om zoo te zeggen. En ik vind et heel degeluk, datte ze offers van een eigenaardig vertrouwen- en wan,- skreven hewwe, dat Jasper maar ders komme trouwensysteem, in, onderzoek is bij' het scheids voel voor humor, helaas ook zijn pleizier in platte 'grappen, terug. Als wij dan al deze stukken ge lezen hebben, dan staat hij voor ons, robust, ge- Zon/d, ruw, zeer zelfbewust, hai heb met nie mand van noode" (was et maar waar, den zouwe we niet zoo over die delegatie nei Rusland ok hoeve te praten.) Hij is hulpvaardig, wanneer hij tijd' en rust moet opofferen ,een enkele maal izelfs, wanpteer het hem geld kost." Nou, wat wegge jolle der van? Ja„ maar moet je hooren, weet je watte ze van ons vrouwe zegge? ,,Dc Noordhollandsche boerin is eeuwig an het .■koppiestappe" aan het ,,bedissele" ,,streune" of ..stoetele', zij is goedig, (wie lacht daar?) eenigs zins lijdelijk, een beetje pieperig, ze is zuinig in huis en pronkerig as et kermis is, maar ze geeft bedenkelijk weinig om haar uiterlijk, als ma;n of zoon alleen naar haar kijken. (Een aar heb er ok niet nei te kaiken, vind ik). Wie ken nen ze allemaal nog wel van vroeger, als ze hitgingen was kap en dek in orde, juweelen, en gouwe kap, -een zijden japon, een zilveren beu gelt,aeoh. (Jolle moete maar ders kaike in de lommerd in Alkmaar, deer zien je nag wel van zuks). Als ze thuis zijn, een armzalig jakje, een coiffure; die ongetwijfeld stevig zat, maar die weinig flatteus was, 's winters warme slof fen (wat een wondér, as je verga van de kouwe bleue) des zomers muilen of afgetrapte pantof fe]s, desnoods een hooibien of een stooibien. Zij boende vroeger liever de pannen, dan zich zelf, de vele afkeurende benamingen over haar die niet skoon was als (,een todje,"' „een tietje" „een klad- legert'waren afkeuring die de omgeving laait ten, niet de persoon zelf. Hulde dan aan de te genwoordige boerinnen, haar kleeding heeft met folklore weinig meer uit te staan. Ze zijn stadsch geworden in kleeding en manieren, ze zijn min der eenvoudig dan .haar grootmoeder, maar zei zijn niet bang meer voor versche lucht en fris- sche kleeren." Ja, dat zaide die man allegaar. Nou de waiïkes van teugenswoordig komme der puur goed of, maar de manlui bemne nag niet veul veranderd, laikt et wel. Afain, hier an de Lajigedaik zei et wel verandere. Ze zelle hier een cursus opene in wellevendheid en moderne op voedkunde en ze hewwe main, zaid, dat de be- taalmeister van de Broekervailing deer zoo wat et houft van worre zei. 't, Wordt taid ok. Van de week kwam er ien te betalen en hai had zen pet niet gnappies ofzet, maar nag wel an de deur klopt, zaid ie, nou maar hai most netjes werom gaan hoor, net as de jo'ensies op skool. Welzeker, we zelle et wel leere hoor. Ik heb boord, dat ze zelle in alle durrepe deer voor drechte over houwe. Die dahliakweekerd kraige den de eereplaas, maar ze magge niks zegge. En de eerste voordracht zei gaan over het onder werp: „hoe zegt men op een fatsoenlijke manier aan een man, die overigens een heel goede re putatie heeft, maar die nog al eens aan den weg timmert, dat hij niet op de veiling koopen mag, wanneer hij nog voor acht gulden in het boek staat, wat nog niet eens zeker is, maar gelijk met dergelijke kwesties zeventig andere slacht Nou dat ken vanzelf heel makkelijk. Goed ,ze hale een spuit en ze gane vlooie wegspuite en deer 'hadde ze gelaik an. Maar toe kwam buurman der nooit of, je moeta de katte ok spuite. Noiu ok ers kaike, en die zaide, welnei, zoo kom je dat hewwe ze dein, en de vlooie ben allegaar dood maar de katte ok. Ze konne der niet teugen van zelf. De mense kenne soma, ok zoo ondoordacht wat doen ei? Nou mense, julle worre allegaar bedankt voor de belangstelling en de brieffies (mooie en lilleke) en voor et lest de groete ok van Meraitje,, JASPER Siuntebankeris. Nag efkes wat over de katte. Meraitje vraagt of ek vriendelijk vrage wul„ of julle asjeblieft zok nooit meer doene, en of ek zegge wul, datte A Idert en Piet maar niet kwaad weze moete, want dat ze beste spulle verkoupe. (Nadruk verboden.) Buitengewone Mient 17 Alkmaar Tal. 526 EXTRA LAGE PRIJZEN, Corsetten Buikbandcorsetten Buikbanden Bustehouders enz. Alle courante goederen 10 pCt. korting a contant. moet te kaiken. Nou, dat zei ie doen ok, want ek oen weer gauw an een paar nuwe petienes toe en den zelle we ders prate. En wat non die Sunteraiper angaat met zen lange heer, nou men jo"en ze zegge deurgaans van „lang heer en lui en nou hewwe we allebei lang heer, maar gerecht Wat een onwaize lange zin ei Maar zókke onlwaize dinge skaine ze ok wel nooit aars as onwais zegge te kenne. Afain et gaat de goeie kant uit vind ik. Zoo moete vailing en handel en tuinbouw mekaar vinde. Dieerom vond ek et ok zoo mooi, datte ze op de vergaaring bai ik denk, dat feguurlijk sproken den, vanzelf Bouwstra et zoo „unaniem" iens! ware. Ein dat bai jou nag wel van die heele klaine luiskes te de minderheid „unaniem" besloot de vailing niet vindon ben no ok. Je moete ders om een koppie stop te zette, ofskoon de meerderheid er „una- komme, want azze wai den samen an et lollepotten niem' voor was. En datte ze „unaniem" besloo- benne. nou mense, wat zei der den een oore tutere te dat die koupmanne der niet bai weze mochte. in Suntebankeris. De oore van alle bouwers en Die hewwe -der ok ommers niks gien belang bai? boere kenne aars een Donderdag wel tuuterd Wat hewwe wai deer mee noodig, of ze ete of hewwe. Toe benne ik en Meraitje hillegaar nei Fidam weest nei de Westfriezedag. Dat Eldam das wel een leuk plaasie, der was nag een mu seum ok, en deer hong nag een rekening van de skerprechter in een laissie en deer stond op te lezen wat ie verdiende as er ien ophongen of radbraakt_was, ik mien van tweihonderd golden. En den zegge ze nag dat et vroeger een goe.l- koupe taid was, nou opheden doene ze der ien voor veul minder nei de are kant verhuize. Kaik maar nei die jo'en die zen groovader vermoord heb. Afain, maar op die dag hewwe ze vanzelf veul over Westfriesland sproken, en der was een heele geleerde boekhouwer, en die heb ons op een heek a.'ir lig.e manier uittiteleseerdHai zaide „in het Westfrieseh dialect, vinden wij den Wiest- frieschen boer niet zijn typeerende eigenschap pen, met zijn levenswijsheid, zijn zuinigheid, hai zait wat, zei je aars as zuinig weze, as de piepers een -golden benne zijn sterk-erotische neigingen (wat zou dat nou weer weze) zijn ge niet? Wfl.t kenne wai van zokke lui leere)? An wie is et te danken dat in vroeger jaren we ok nag wel ders goeie praize maakte voor de boel? Wie hewwe der voor zurgd, dat ong jnaam op de wereldmarkt een goeie naam kreeg Hoe komt et datte ze in Diuisland of in Frankraik temet evengoed wete weer Noordskerwou of iSunteban- keris lait, as Amsterdam Toch; zeker niet de kouplui, want die doene nooitf aars as ons een hak zette. D'eerom, allegaar TEUGEN- samen werking met de kouplui. Mes kien datte der nou wel weer ingezonden stukke komme,. maar dat ken me niks skele, want ik skraif vandaag voor et lest. Kaik ers, dat benne van die dinge, deer hewwe jolle aigeluk niks me© noodig, weerom of ek er nou uitskai. Ien ding vond ek leuk, en datte ze me op( streit anhouwe en datte ze zegge, weet je dut. al of weet je dat al.? Van daag nag. Tóe zaide der ien, of ek asjeblieft skrai- ve wou over de katte. Van een bekende Sunto- bankeris familie. Die hadde vlooie inf huis brocht Binnenland Wij lezen in het „Handelsblad": Een dezer dagen zijn in het gebouw van de Kamer van Koophandel voor Rijnland te Leiden bijeengekomen de gemeentebesturen van Nieuw veen, Ter Aar en Alkmedae, de besturen van de tuinbouwveilingen te Leiden, Ter Aar en Roelof arepdsveen, mr. van Haastert namens den r.k. boeren- en tuindersbond, eenige belangstellendert uit zuivelkringen, verder dr. Wilden] en dr. F. Kempken uit Dusseldorf, vertegenwoordigers van de Nederla.ndsch Duitsche Kamer van Koop handel. I Besprekingen werden gehouden over den nood vat den tuinbouw. Men wasi van meening, dat de laatste twee jaren bet Nederlandsche volk ge deeltelijk beeft geleefd op kosten van den land en tuinbouw, hetgeen tot gevolg heeft gehad, dt fle land- en tuinbouwbedrijven thans vollco men zijn uitgeperst. Met dankbaarheid werd vastgesteld dat de regeering steunmaatregelen in overweging geno men heeft, maar algemeen was men van ge voelen, dat steun op den duur toch niet moge lijk zou blijven. Op krachtdadige bevordering van den export werd zeer sterk' aangedrongen. xEeze zou evenwel voor dit jaar voor een groot deel reeds te laat komen, omdat vele producten reeds geoogst en verkocht zijn. Naar aanleiding van „deze bijeenkomst is thans een adres gericht tot den minister van Eicono-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1932 | | pagina 1