Gemeenteraad St. Pancras De Twee Kleinzoons. Brief van Krelis Buitenland De raad dezer gemeente vergaderde Vrijdag 12 Augustus in voltallige zitting. Voorzitter de heer J. Kroonenburg, tevens secre taris. Naar aanleiding der notulen vraagt de heer Snel of de bedoeling van Vrone is geweest om de doe len enz. van het voetbalveld zoo over te geven, er is zegt voorzitter geen nader bericht van Vrone ont vangen. Mededeelingen. Van Gedep. Staten is bericht ontvangen dat de gemeente in de bijdragen krankzinnigen verpleging is verlaagd van 850.tot f 800. Ingekomen is van de centrale commissie van advies inzake de tweede steunregeling der regee- ringscredieten, 1 pet. moet worden afgehouden van z.g.n. grensgevallen dan kunnen deze ook worden uitbetaald, dit zijn gevallen in aangrenzende ge meentes, welke buiten de regeling vielen, in de loop der volgende week zal de uitbetaling kunnen plaats vinden. Schrijven Banne, inzake onderhaud Bovenweg. Door het Bannebestuur en uw college is een ge combineerde vergadering gehouden, waarin alles al is besproken, thans is de zaak in zooverre gevor derd dat 40 pet. in de bijdragen wordt gevraagd aan de gemeente, er zal aan komen een geasfal teerd wegdek van 4 M. en aan de kanten bestra ting. dit met 't oog op het oprooien van waterleiding kabel, gasleiding enz. Dit geeft nog weer heel wat besparing bij geheelen klinkerweg. De kosten zulen zijn f 1500 a f1600 per jaar. De overname geschied dan vervolgens door het Hoog heemraadschap. De heer Koelemey is van meening dat de bijdrage voor de gemeente te hoog is, wegverbetering moet komen, doch zoo profiteerd de grootgrondbezitter indien de tijd zich wezigt van den kleinen man. 25 pet. b drage is voor de gemeente genoeg, omdat de banne niet genoeg aan de straat heeft laten doen is ze thans in verval en moet de gansche ge meente bijspringen. Voorzitter zegt dat de tijdsomstandigheden zich wel veel hebben gewijzigd, de weg behoort aan het polder en de menschen welke aan den Bovenweg wonen, zijn door elkaar geen landbezitters en heb ben het meeste voordeel van een goede weg, dat deze hun steentje bijdragen is heel billijk. De heer Lek zegt, was de kosten eerst geen f 2060 is dit nu zoo verlaagd, dan voel ik veel voor het plan doch 1/3 om 2/3. De Voorzitter antwoordt, dat inmiddels al het materiaal is gezakt, dat zoodoende de prijs merke lijk is verlaagd. De heer M. Duif. In de gecombineerde vergadering is nu wel besloten doch is het wel noodig, het is het zoeken om een niewen weg te krijgen, het ophalen van de slechtste stukken zal veel minder kosten. De tijd leent zich er niet voor, laten we nog wat uitstellen. De heer C. Duif. Als dit jaar niet wordt begon nen, is de uitkeering uit het wegenfonds verloren. Wethouder Muurling is van oordeel dat oplappen totaal weggegooid geld is. De heer Snel. Toen de kananlisatie plannen in den raad kwamen, hebben wij dit afgekitst, laten we thans het geld wat daarvoor was bestemd voor den weg gebruiken, de straat is meer dan in ver val en mooet zoo gauw mogelijk veranderen. De heer M. Duif. Ik zou C. Duif willen ant woorden dat wij voor de bijdragen uit het wegen fonds niet zoo bang hoeven te zijn, kijk naar Neu traal Ziekenhuis enz. De heer Lek. Als de straat zou worden opgeknapt kwam er niets van terecht, het geeft wellicht nog weer voor eenige menschen werk ook. De Voorzitter zegt, de Hoofdopzichter is van oor deel dat oplappen absoluut onmogelijk is, heele stukken is gewoon puin, en halve steenen. Afwa tering enz komen ook bij het nieuwe plan, het polderbestuur heeft wel een potje vergaard omdat de laatste jaren niets aan den weg is besteed, doch dit zou onmiddellijk op zijn. Het oplappen is vol gens deskundigen onmogelijk. Thans hebben wij twee voorstellen, één van 40 pet. bijdragen en een van 25 pet. De heer M. Duif. De toestand wan de gemeente is van dien aard dat we moeten bezuinigen als het voor ons zelf was, deden wij het ook niet. Voorziter. Dus de heer Duif is van meening, dat de straat nog zoo slecht niet is. FEUILLETON 64). Gravin Louise zat een half uur voor Roderich's aankomst in een groote, gemakkelijke leuningstoel. Freule v. Richthofen had zich nevens haar neer gezet en las haar meesteres voor. Zij had juist een novelle uitgelezen, die in het „Langenheimer Week blad" had gestaan. De novelle heette: „De on trouwe minnares en was door den organist Fiedler geschreven. Zij was reeds gedurende den tijd ver schenen, toen de oude Gravin nog niet spreken kon en tante Ulrike haar kamer niet dorst te betreder- Met begrijpelijke belangstelling had de laatste deze novelle gelezen en met innig leedvermaak de nummers bewaard, waarin deze geschiedenis voor kwam, tot het verhaal ten einde was. Met nog meer genoegen dacht zij aan het oogenblik, dat zij ge legenheid zou hebben haar vriendin en meesteres deze interessante novelle te kunnen voorlezen. Hoe verheugde zij zich daarom over de toenemende be terschap van de Gravin, die, wanneer deze geheel was ingetreden, haar nog menig genoegelijk oogen blik zou bezorgen. Zoo langzamerhand had zij haar taak als gezelschapsdame weer kunnen waarnemen, Zij moest wederom, evenals vroeger, de Gravin voor lezen, in het begin nog eenigszins lichte lectuur, die geen inspanning eischte er naar te luisteren. Ulrike kon wachten en deed het zeer geduldig, zij kon zich dan nog wat langer verkneukelen bij de gedachte aan het genoegen, dat zij zou smaken, wanneer de Gravin het verhaal zou hooren. Hoewel zeer langzaam de beterschap van Gravin Louise toenam, voelde zij zich sterk genoeg om na het tweede ontbijt, wanneer zij een uur had ge sluimerd, te luisteren naar de lectuur, die freule v. Richthofen had gekozen. Zij, Ulrike, voelde zich werkelijk een misdeeld wezen. Bij deze hondsdagen moest zij zich inspannen en haar keel droog praten, terwijl anderen gelegenheid vonden bij deze druk kende hitte van een aangenaam dolce far niente te genieten. Zij dacht aan de novelle, die zij nog in petto had, en troostte zich. De dag der vergelding zou dra aanbreken. En nu heden, toen de Gravin haar vroeg, wat zij haar wilde voorlezen, of zij misschien iets interes- Het voorstel B. en W. om 40 pet. bij te dragen wordt met 43 stemmen aangenomen. Tegen stem den de heeren M. Duif, Lek en Koelemey. Herziening verordening veldwachters. Van de commissaris der Koningin is een schrijven ingekomen, bevattende eenige veranderingen enz. Door allen goedgevonden. Verzoek om subsidie over 1933 der vereeniging tot zedelijke verbetering der gevangenen. Het schrijven, door voorzitter voorgelezen, behelst dat de particuliere bijdragen beginnen te verflau wen door den nood der tijden. Nu vragen zij een subsidie van f 3.00 per duizend inwoners. Algemeen voor. Schrijven comité van actie der gemeentebesturen in Westfriesland om een bijdrage van 1 cent per inwoner ten behoeve van de noodlijdende tuinbouw. In Hoorn heeft een vergadering plaats gehad waar hiertoe noodgedwongen is besloten voor dekking der noodzakelijkste kosten. B. en W. stellen voor om dit bedrag'beschikbaar te stellen. De heer Koelemey vindt het uitstekend dat actie wordt gevoerd, doch betreurd de houding der re geering dat het zoover moet komen dat de nood lijdende gemeente's moeten zorgen voor actie. Volgens \oorstel B. en W. besloten. Adres bond Tuinbouwarbeiders om werkverschaf fing of steunregeling. B. er. W. hebben allereerst gepropeerd om arbei ders bij rijkswerkverschaffing te plaatsen, daar was alles bezet. Toen is door B. en W. geprobeerd om bij de Zui derzeewerken arbeiders te plaatsen, ook mislukt, daarna is door ons besproken het baggeren in de gemeente, aan den minister is een werkprogram opgezonden met een minimumloon van f 18.00. Dit stuitte direct al op tegenstaand en werd door den secretaris-Generaal op f 12.00 per week gesteld. Een nieuw schrijven is gericht om het loon, om dat het zware arbeid is op f 15.00 te bepalen, met f7.50 bijdrage der tuinders, welke een arbeider in hun dienst nemen. Dit is weer zoo gewijzigd dat het is teruggebracht op f 12.50 en f 1.00 vergoeding voor slikbeugel. De centrale zal berusten bij de Heidemaatschappij De tuinder zal 55 pet. moeten dragen en rijk en gemeente ieder 22l/2 pet. B. en W. hebben in deze hun best gedaan, doch als er nu geen baggeren is gaat dan de steunregeling door, ik zou er voor zijn om reeds deze week uit te keeren. Voorzitter. Indien de raad het besluit neemt zou het reeds morgen kunnen worden omgeroepen en Maandag in werking worden gesteld. De heer Snel. In Amsterdam f 18.00 steun en hier f 12.50. Zwaar werk verrichten, de verhouding is wel eigenaardig. Met algemeene stemmen wordt deze regeling aan genomen, en ingeval de arbeiders geen werk kan bekomen, dan zal steun worden gegeven. Het verzoek Lek, om thans reeds uit te keeren wordt ook algemèen goedgevonden. De uitbetaling zal geschieden door den gemeente- Ontvanger, en is geldig voor 4 weken. Adres bond Transportarbeiders om invoering steunregeling. De voorzitter wil ook deze arbeiders bij de tuin bouwarbeiders plaatsen. De heer Lek zegt, dat Zuidscharwoude het vorig jaar bij Broek op Langendijk is ondergebracht, dit zou ook hier kunnen geschieden. Aldus wordt besloten. Hierna sluiting. Ik heb me wel eens afgevraagd, waar het be ter zou zijn, hier, op onze trouwe aarde of op een der andere planeten. Men komt onwille keurig tot die gedachten in deze onrustbarende tijden. Het is niet alleen in ons goede Holland, waarvan men vro'eger zong: ,,Wij leven vrij, wij leven blij, op Neerlands dierb'ren grond", neen, over de geb.eele wereld de wreedste tegen stellingen, een zelfde donkere toekomst. Geen land, dat is vrij gebleven van de droevige ver houdingen, waarin het menschdom verkeert. Elks bestaan wordt bedreigd, een ieders rust verstoord sants had, het waren in den laatsten tijd zulke een voudige verhalen geweest, antwoordde Ulrike op den meest onschuldigen toon: „Herinnert u zich nog, lieve Louise, het komische, idiote verhaal van onzen goedigen organist Fiedler in het „Langenheimer Weekblad"?" „O ja, het was interessant door zijn onzin." „Fiedler heeft er opnieuw een geschreven.' „Wat? Opnieuw? Niettegenstaande ik hem destijds toch duidelijk heb te kennen gegeven, dat hij zulke allotria moest nalaten en den daarmede verspeelden tijd beter en nuttiger moest gebruiken, door zich zelf wat meer te ontwikkelen? Schoolmeesters, die schrijven, zijn mij een gruwel, zij kramen uit, wat zij kwijt willen zijn, en fantaseeren de helft." „Een zeer hard oordeel, lieve Louise, onze tegen woordige leeraars zijn in de meeste gevallen ont wikkelde menschen." „Ik spreek alleen van hen, die schrijven of dich ten; zij gelooven uit de kastalische bron gedronken te hebben en in hun waanwijsheid scheppen zij niets anders dan gewoon water." I „O neen, smaal toch niet langer op de leeraars, die zoo lang zijn miskend, zij vertegenwoordigen j zelfs den eersten, den gewichtigsten stand, want zij I alleen ontwikkelen de jeugd op uitnemende wijze." j „U schijnt mij wel opzettelijk te willen misver staan, ik meen dezulke als de soort, waartoe onze organist behoort." „Wilt u, dat ik u de novelle zal voorlezen?" J „Natuurlijk! Al was het alleen maar om de cu- riositeit zou ik den inhoud willen hooren, om daarna nog eens de gelegenheid te hebben den heer Fied ler mijn standpunt in dezen nog eens nadrukkelijk kenbaar te maken. Dat kan nogeens weer 'n verma- kelijk onderhoud geven." „Ik heb haar nog niet gelezen," loog freule v. Richthofen, „aangezien ik niet gaarne dergelijke belletrische verhalen in gedeelten lees, elke onder breking ergert mij, ik moet dergelijke geschiedenis sen achter elkaar kunnen uitlezen." Freule v. Richthofen zette met een gemoedelijk lachje, in het vooruitzicht een zekere mate van zelfvoldoening te zullen smaken, haar bril op den ,neus en begon te lezen. Het begin was nogal vervelend, er was sprake van ontrouwe vrouwen in het algemeen, waarbij voor beelden werden aangehaald uit de geschiedenis en de mythologie. Maar daarop traden de handelende personen na voren, een Gravin Louise v. Rummel- stein en haar vriendin Ulrike v. Rehwacht werden beschreven, evenzoo een jonge luitenant. Daarop volgde de rendez-vous-scènes in den tuin en de Met bet opnoemen der feiten, het opsommen der treurige toestanden en het worstelen in elk land oiri de macht, het wordt vervelend, het ver ontrust nog meer de stemming. Alle regeeringen meenen het aan het rechte einde te hebben, men günt elkander het licht in de oógen niet. Aller bestaan wordt bedreigd, alles en allen ko men in verzet, het regent conferenties, contin- genteeringen, invoerheffingen, allen zoeken naar een oplossing en vinden haar niet. Het is of allen samenspannen om( elkaar 't leven te verbitteren, de een ziet het zoo, de ander zus in. Er wordt gesproken, geschreven, vergaderd, gedebatteerd, gevochten op alle manieren, de groote worsteling om de macht, het bestaan, de aarde te verlossen uit de ellende, duurt voort, er is nog geen einde in te zien. .Waarom,, zoo vraag ik mij af, waarom is de aarde de pla neet, die door ons moet worden bewoond? Hoe veel rassen hier leven, die steeds elkander belagen en tegen elkander opstaan, ik weet het niet. Maar, als wij gelooven mogen en kunnen, hoe het leven op Mars is, dan moeten wij ons wel ongelukkig gevoelen, dat wij „aardbewoners" zijn. Weet ge, waarde lezers en lezeressen, wat „sen- sitieven" zijn? Dat zijn. menschen, die voor gewaarwordingen vatbaar en zeer gevoelig; zijn. Zoudt gij willen gelooven, dat er menschen zijn, die men maar heeft te bevelen zich den toestand op de planeet Mars in te denken en zij! zullen u zeggen, hoe het daar gesteld is. Ik deed mis schien beter er niets van te vermelden, want, wie weet, of men zich dan langer wel tevreden zou gevoelen op de planeet, die „aarde" heet. /Doch., nu het hier alles behalve „koek en ei" is, zoo denk ik, wil men wel eens hooren, hoe 't op Mars gesteld is, namelijk, volgens een vrouwelijke sensitieve. Mogelijk dan, dat men er naar wil gaan streven te gaan concurreeTen met onze buurvrouw-planeet., nl„ wat haar bewoners» be treft. Het is wel beschamend voor onze aard bewoners, als men hoort spreken van een hoog staand ras. ,,0> welk; een volk!" roept deze sensitieve bewonderend uit. Dit volk! schijnt in aile opzichten bnze (meerdere te zijn. Lichamelijk en geestelijk staan zij boven ons. Zij hebben het zoo ver gebracht om in harmonie met de wet ten te leven, dat zij! geen aanvechting meer ge voelen die te overtreden. Het! resultaat is een wonderlijk zuiver, harmonieus geheel. E»n in hun maatschappelijk leven is men /rustiger, er is meer orde, meer individualiteit dan bij ons. Zij schijnen volgens het motto te leven: ,,Eilk voor allen en allen voor elk", zoodat zij geen bekrom pen, zelfzuchtige doeleinden najagen; eer, rr achtsvergrooting, lokt hen niet. Zij schijnen in derdaad de zelfzucht te hebben; overwonnen en slechts de hoogere en edeler hoedanigheden van de ziel te hebben ontwikkeld. Er zijn daar geen tegenstellingen en geen wanklanken. Als er strijd vragen zijn, dan zijn die alleen gericht op het zoeken van de waarheid en nooit op het over wicht van een persoon of een partij, Wat wij rechtbanken noemen, zijn bij hen; ongekende of niet gebruikte inrichtingen. Verschil in maat schappelijke omstandigheden schijnt er niet te be staan, evenmin is er lijden te bespeuren en nie mand zou er zijn, die gezonken is of laag staat. D® kamers zijn ruim, luchtig en smaakvol, D|e tuinen heerlijk en vol bloemen. D]e huizen mooi en prettig ingericht, zooals boven aangegeven. De kleeding moet bestaan uit luchtige gewaden, voor man en vrouw nagenoeg gelijk. En boven dien schijnen de beide sexen volkomen gelijke rechten te bezitten, hoewel er, als op aarde, ver schil tusschen is. Genoeg voorloopig, denk ik, onf te watertan den naar zoo'n levensrust en -rijkdom. Gelukkige Marsianen toch. En wanneer ik u nu nog ver tel, dat deze gelukkige stervelingen groote mu ziekinstrumenten hebben, met toetsen als onze scène in het huis des vaders, waar de officier de hand der dochter van den laatste vroeg, het bin nentreden der geliefde en haar hoogmoedige, sma lende woorden. De Gravin sprong plotseling heftig op van haar leuningstoel en stootte met haar leunstok zoo sterk op den vloer, dat tante Ullrike inderdaad heftig schrok. „Ongehoord!" riep Gravin Louise met luide stem, „herinnert ge u deze scène niet?" „Neen," antwoordde Ulrike, hoogst onschuldig, zij bracht echter haar zakdoek naar de lippen om haar sarcastischen glimlach daarachter te kunnen verbergen. „U waart er toch zelf getuige van, toen luitenant v. Gerber bij mijn vader kwam om mijn hand te vragen." „Dat herinner ik mij waarlijk zoo nauwkeurig niet meer!" „Maar mij is dit voorval met alle bijomstandig heden wel heel duidelijk in het geheugen gebleven!" „Die overeenkomst kan ook een toeval zijn." „Neen, neen, zulk een toeval is onmogelijk! Het is dezelfde volgorde, waarin de gebeurtenissen heb ben plaats gevonden, het zijn ook dezelfde woorden. Hier zijn slechts twee mogelijkheden, of de luitenant is uit Amerika teruggekeerd en heeft den organist leeren kennen, aan Wien hij zijn wedervaren heeft medegedeeld, èf, u, Ullrike, heeft uit de school ge klapt!" De oude freule voer bij het hooren van dit ver moeden, een schrik door de leden. „.O, mijn God!" riep zij opgewonden uit, „hoe kunt u zoo iets gelooven, Louise? Wanneer werkelijk iemand den heer Fiedler deze geschiedenis heeft verteld, zoo heeft hij stellig valsche namen opgege ven, want nooit zal een van het majoraat afhan kelijk mensch het wagen, zijn bewoners te belas- ren. Wilt u, dat ik verder lees; het verloop van het verhaal zal mij, naar ik hoop rechtvaardigen, dat ik het niet geweest ben, die dit alles heeft veteld, de verraadster heb i k niet gespeeld." „Ga voort, ik ben nieuwsgierig, wat ik nog verder zal hooren!" Tante Ullrike vervolgde, maar hoe verder zij kwam, des te grooter werd de opwinding en onrust der Gravin. De auteur had de schrille waarheid in de kleinste puntjes neergeschreven en vermeld, niets had hij van hetgeen Mr. Tanner hem had mede gedeeld, weggelaten, maar bovendien had hij ook zoozeer zijn fantasie den vrijen teugel laten vieren en zulke vreeselijke voorvallen geteekend, dat het een geschiedenis was geworden, die de haren deden piSno, niet alleen van voren, maar ook aan de zijde, zoodat meerdere personen er tegelijkertijd op kunnen spelen,' en dat er ook van achteren toetsen zijn aangebracht, zoodat er zes personen tegelijk op kunnen spelen, en, dat deze muziek instrumenten een mooi, harmonieus geluid ge ven, dan-Ja dan i Wie weet, wie weet!" Ik zal trachten te weten te komen met welke spijzen zij zich voedenEiten zij daar ook de groen ten, die wij hier telen, dan moeten wij Prof, Piecard in den arm nemen, die voor zijn weten schappelijk onderzoek naar de stratosfeer „ver rijst; I Als de man iets voelt voor onze nooden, dan kan hij ook in deze richting nog goed werk doen. Hij neemt een sensitieve" mee en de bestel lingen komen opzetten. Zooveel ballons kool; zooveel ballons uien wortelen nep, to maten. In fle lucht zijn geen toltarie ven! K/RfEHISi. Plaatselijk Nieuws OUDKARSPEL. Vrijdagavond vergaderde het bestuur met com missarissen der V. V. V. V. V. ten huize van den heer C. Vis, alhier De voorzitter, de heer A. Ootjers, opende de ver gadering met een woord van welkom. Spr. deelde mede, dat Vrijdag a.s. weer een veragadering zal worden gehouden ter verdeeling der functies voor de kermis. Spreker wees op de groote noodzakelijkheid, dat de demonstratie Zondag in de beste orde moet verloopen. Hierna werden de functies voor den paardensportdag verdeeld. Er werd nog over de vrije toegang van D. T. S. leden gesproken. Dit werd door verschillenden voor den paardensportdag onbillijk geacht. Ook werd de vrees uitgesproken, dat de leden der V. V. V. V. V., die kinderen heb ben op D. T. S., zullen bedanken voor de V.V.V.V,V, De leden van D. T. S. zullen dit jaar vrije toegang hebben. Na nog eenige bespreking sloot de voorzitter de vergadering onder dankzegging voor de goede op- DE DIAMANTENDIEFSTAL TE BITTERFONTEIN. Voor de rechtbank te Kaapstad hebben terecht gestaan de beide personen, dio gearresteerd waren als verdacht van den eenigen tijd geleden gepleeg den diefstal van diamanten voor een waaarde vn 55000 pond sterling uit het postkantoor te Bitter - fontein. Een gedeelte van deze diamanten werd eaigen tijd na den diefstal op een verborgen plaats gevonden. De jury heeft thans de beide verdachten onschuldig verklaard en vrijgesproken. Tijdens de behandeling van deze zaak voor de rechtbank is de kwestie van den onwettigen diamanthandel uitvoe rig ter sprake gekomen. Verschillende getuigen zul len zich er mee bezig houden. DE AANSLAG OP DEN TREIN MARSEILLE-PARIJS Na een opwindende jacht door de straten van Parijs is de politie er in geslaagd een man, Maucuer genaamd, te arresteeren, die de aanslagen op een Parijsch postkantoor en op den trein Marseille— Parijs op zijn geweten heeft. Maucuer is door een vroegere geliefde van hem verraden. EEN HITTEGOLF OVER ENGELAND. Gisteren is te Londen de hoogste temperatuur voor de laatste twee jaren geregistreerd. De thermo meter wees 88 gr. in den schaduw, terwijl in de zon een temperatuur van 135 gr. werd genoteerd. ten berge rijzen; de karakters, namenlijk dat van Gravin Louse, waren zoo liefdeloos en hardvochtig geschetst, dat Medea, Lucretia Borgia en haars gelijken onschuldige duifjes geleken. „Nu," vroeg freule v. Richthofen, toen zij de no velle had uitgelezen, „gelooft u nog, dat ik uit de school heb geklapt?" „Neen," antwoordde de Gravin kort. Zij had zich in haar leuningstoel weer neergezet en sloot de oogen. Geen woord kwam in langen tijd over haar lippen, maar haar borst bewoog zich heftig op en neer en krampachtig omvatte zij af en toe haar leunstok. Ulrike zag met genoegdoening de uitwerking, die de vertelling van den organist op haar had ge maakt. Eindelijk zeide de Gravin: „Ik wil hem zelf spreken, maar niet heden meer, mijn gemoed moet eerst wat tot rust zijn gekomen. Een tweede alteratie in het leven roepen, en dat nog wel van daag, dat zou zooveel beteekenen als mijn thans herwonnen beterschap wederom op het spel zetten. Zend gij, Ulrike, nog heden avond een bediende naar hem toe met de boodschap, dat ik hem morgen wensch te spreken." „Het was nog wel zoo aangenaam, wanneer wij den toenmaligen luitenant v. Gerber nog eenmaal mochten ontmoeten. Het kan niet anders, of de no vellen-schrijver moet al die details uit zijn mond hebben vernomen. Wanneer deze werkelijk nog in leven is, dan moet v. Gerber zeer oud zijn." „Hij was vier, hoogstens vijf jaar ouder dan ik," zeide de Gravin, en nu, als ik u verzoeken mag, laten wij over wat anders spreken, ik heb er voor heden genoeg van." „Als de organist maar niet op reis is, net is in de vacantie", zoo merkte tante Ulrike nog op, nam haar breiwerk in de hand om eenige gevallen steken op te nemen. Op hetzelfde oogenblik werd er op de deur geklopt en trad Roderich de kamer binnen. Nadat hij de dames had begroet en zijn oud-tante eerbiedig de hand gekust, zeide de Gravin, zich met een niet misteverstanen blik tot freule v. Richt hofen wendende: „U wilde immers nog den bediende naar het dorp zenden!" Tante Ulrike legde met eenigen tegenzin haar breiwerk op de tafel en verwijderde zich, geërgerd, dat zij in den laatsten tijd werd weggezonden wan neer Graaf Roderich de kamer binnentrad. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1932 | | pagina 4