De Alkmaarsche Kermis FEUILLETON De Twee Kleinzoons. Plaatselijk Nieuws Zuiilseliarwomle. Gisteravond werd de brandspuit beoefend en is gebleken, naar men ons mededeelt, dat zoowel spuit en toebehooren in goede orde verkeeren. Natuurlijk was deze gelegenheid weer een bij zondere attractie voor de jeugd. Neord s e h ar wo udc In jden nacht van Zaterdag op Zondag is een auto, die op het terrein van het hotel Ctoncor- ldiawas neergezet, door onbekende oorzaak in het water achter het hotel terecht gekomeni. Door een kraanwagen van de N.V. H.A.B.O. werd het voertuig Zondag uit het water gehaald REVUE ,,'N GEEL BANDJE, MENEER!" In de Schouwburgloge Dassi, op het DoelenVeld, zetelt de N.V. Nationale Revue, met Meyer Hamel's succes Revue ,,'n Geel bandje, meneer!", in 1 pro loog en 24 tafreelen. Voor een uitverkocht huis werd deze revue Zon dagavond opgevoerd en heerft hiermede een bui tengewoon succes geoogst. Lou Bendy als de hoofdpersoon is onbetaalbaar en deze veelzijdige artist weet het publiek onmid dellijk te winnen. Maar ook de overige medespe lenden oogsten groot succes. Reeds met het proloog is het succes verzekerd en dan volgen in snel tempo de 20 tafreelen. Jean der Bèla beschikt over een pracht stemgeluid en Bep- pie Rameau laat ons genieten van haar talent als Meisje Bouwmeester heeft een groot aandeel in deze revue en wij hebben van haar niets anders verwacht. Als „de Geleband-chauffeur" is zij een kranig figuurtje en als „een kind van Montmartre" wanen wij ons te Parijs. Als daan Lou Bandy voor het voetlicht komt als spreker op een protestvergadereing van voetgan gers stijgt het succes ten top en de scène als „De Deurwaarder" is onbetaalbaar. En zoo kunnen v/ij wel doorgaan. Prachtig is de monteering der verschillende ta freelen, evenals de ballets onder leiding van Alexan der Ludowsky. Nog noemen wij Willy Walden, Clai- rette Hammé, Mary Alart en niet te vergeten de Ludowsky girls. Pim de la Firente en zijn orkest verzorgen op uitstekende wijze de muzikale illustratie. Werkelijk, een revue die er wezen mag. CENTRUM HOTEL. Feeëriek en sprookjesachtig! Ja, dat noemen wij de dancing van het hotel „Centrum". Zagen wij de vorige week de voorberei dingen om de dancing te herschapen in een Chi- neeschen tuin, dan erkennen wij dat het verre onze verwachtingen heeft overtroffen. Eenvoudig doch bijzonder smaakvol. De vele Chineesche lampen, parasols, de spreuken in de geheimzinnige Chineeesche teekens, kortom liet geheel is prachtig. En als de verlichting wordt gedoofd en de schijnwerpers hun werk verrichten, dan wanen de toeschouwers zoowel als de dansende paartjes zich in een sprookjes land. Voor Alkmaar is dit een bijzondere attractie. De muziek wordt verzorgd door leden van de stafmuziek uit den Helder. Veel zullen wij hiervan niet zeggen, want dit lijkt ons overbodig, daar een ieder weet, dat deze band uit eerste krachten is samengesteld. CABARET „HET WAPEN VAN HAARLEM". Met moeite hebben wij een plaatsje kunnen ver overen in de zaal van den heer Nico Kerssens. Dezer dagen was de toeloop der bezoekers gewel dig. Allereerst het orkest onder leiding van John Gravin Louise was om vijf uur, door Graaf Stephan en freule v. Richthofen ondersteund, naar beneden gegaan, om voor de eerste maal na haar ziekte, wederom aan het gemeenschap pelijk diner deel te nemen. Daarna wilde zij tot zeven uur in de witte salon verblijven, het uur waarop Roderich uit de residentie zou terugkeeren. Wanneer zij de verloving had bekend gemaakt, dan eerst zou zij zich in haar eigen kamers terug trekken. Met eeen opgewekt gevoel, dat zij in langen tijd niet had ondervonden, presideerde zij heden weder de tafel. Albert naast zich, met zijn gezonde gelaat, dat haar een onmiskenbaar bewijs bleek van zijn toenemende beterschap de wetenschap, dat de oude kamerdienaar, haar gevaarlijkste tegenstan der, dood was en haar niet meer kon verraden, de verzekering van Roderich, dat hij den secretaris was voorgeweest in het bemachtigen der documen ten, toen hij op zijn geheime luisterpost had ver nomen waar deze verborgen waren verder de verklaring, op eerewoord gegeven, dat hij met den insluiper Heinrich Schwarz, had afgerekend en deze nimmermeer eenige aanspraak zou kunnen doen gelden op zijn z.g. rechten, niet alleen, maar dat deze nooit meer zou wederkeeren, welk een heerlijke verlossing van de zorgen en kwel lingen, die zij in den laatsten tijd had ondervonden en welke haar gezondheid zoozeer hadden bena deeld. Dat de val van de sopha Lühneburg's dood had bespoedigd, daaraan dacht zij niet, en wanneer zij het had gedaan, zou dit haar ge-: weten niet hebben verzwaard. Opgewekt en blijmoedig, ontlast van de stor men, die over haar heen waren gegaan, onderhield1 zij zich levendig aan tafel, vooral met haar klein zoon Albert. Deze werkte zijn watersoep met de grootste moeite door de keeel voor de laatste maal, zooals hij vast besloten was en gaf slechts zeer oppervlakkige korte antwoorden, welke meer malen zijn verstrooidheid verrieden. Hij had zich nu eenmaal met de gedachten verzoend, dat Hein rich, door de bekentenis van den kamerdienaar daartoe genoodzaakt, heden morgen met den vroeg- trein naar de residentie was vertrokken en heden avond met den laatsten trein wellicht zou terug- luidde als volgt: Bommel, dat onvermoeid de nieuwste (schlagers brengt, valt zeer te roemen. Het beschikt over een keur van instrumenten. Op meesterlijke wijze weet de ecnigste vrouwelijke medewerker de harmonica, het zoo gewilde instrument van dezen tijd, te be spelen, maar niet minder weet zij aller harten te winnen met haar liedjes, die zij op zeer beschaafde wijze ten gehoore brengt. John Gerritsen, welbekend van het vorig jaar, onthaalt ons op één zijner Marimba-soli, waarmede hij, en ook terecht, een stormachtig applaus oogstte. Het duo de Winter zien wij in Volendamsch cos- tuum hun uitgebreid repertoire afwerken en ook zij oogsten hunne lauweren. Wil men een paar uren van genot en vermaak, men ga dan tijdig naar dit cabaret om zich te ver zekeren van -een plaatsje. ALKMAARSCH BIOSCOOP THEATER. „Tante Bet, de Koningin der Jordaan". Een pracht stuk. Echt Hollandsch volksleven. Dolvermakelijk. Op meesterlijke en gevoelvolle wijze licht mevrouw Adrienne Solser, die persoonlijk aan wezig is, de humoristische scenes, alsmede de meer tragische momenten toe. Het publiek giert en brult van heet lachen. De lachsalvo's zijn niet van de lucht. Het is van de Directie van het A. B. T. een goede gedachte geweest om het publiek, in deze drukkende tijden, eens hartelijk te doen lachen ener is gelachen. Zoo zien wij Tante Bet in deze echt Ne- derlandsche film, waarin mevrouw Solser de titeV rol speelt en waarvan zij de regie had, als visch- vrouw. Als mevrouw Solser, vanuit achter de zaal ko mende, zich naar het podium begeeft, wordt zij met een hartelijk applaus ontvangen. Nadat zij de bezoekers het welkom heeft toegeroepen, wordt on middellijk een aanvang met de film gemaakt. Aan een tafeltje gezeten expliceert en zingt mevrouw Solser en wij genieten van dat rasechte Jordaansch. Groot, zeer groot is het succes en niet te ver wonderen, want de verschillende tooneelen, waarin Adrienne Solser haar veelzijdig talent ten toon spreidt als Tante Bet, zijn om van te smullen. Wij zien haar bij haar versierde kraam op de Nieuw- markt ter gelegenheid van haar 25-jarig jubileum als markt-vischvrouw, dan de rit met de „Jan Pleizier" en de bruiloft. En als dan Tente Bet en Hein voor een paar dagen een reisje maken naar Den Haag en Scheveningen, dan worden de lach spieren danig in beroering gebracht door de dol vermakelijke voorvallen die het echtpaar beleven. Bij hun thuiskomst is de geheele Jordaan op de been om hen een hartelijke ontvangst te bereiden. Voorwaar een echte film om met de kermisweek ervan te genieten. VICTORIA THEATER. In dit theater zien wij Renate Müller, die de hoofdrol vervult in de film „Madchen zum Heira ten", zoo welbekend uit de Privé-secretaresse. Het bezoek was al op den eersten dag buitengewoon groot, maar ook de volgende dagen was er zoo goed als geen plaats te krijgen. Als partner treedt in onze film op Hermann Thinnig. Beiden vormen een paar, dat ten zeerste te roemen valt. Het spel is subliem. En als wij dan Renate Müller volgen in al haar bewegingen, vol gratie en schoonheid, dan dwingt dit alles bewon dering af. Hermann Thinnig zien wij als Robert Goll in een gramofoonplatenfabrlek waar hij als reclame-chef werkzaam is. Doordat Gerda Anliold (Renate Müller) in dezelf de fabriek als toon-mixer haar werk verricht, ko men zij dagelijksch met elkaar in aanraking. Dat zij hem graag mag, laat zij duidelijk blijken en het komt zoover, dat zij samen naar een opera gaan. Ook hun beider chef is daar in gezelschap van een schatrijk meisje, wier vader groot-indu strieel is. Dit meisje, dat onmiddellijk veel interesse voor Robert, stelt alles in het werk om de kennis making met hem voort te zetten, zeer ten spijt van Gerda, die teneinde raad haar geheim vertelt aan den directeur. Deze belooft haar te zullen helpen en geeft haar 14 dagen vacantie, in welken tijd zij zich verhuurt als huishoudster bij de drie gebroeders Goll. Hier is alles zeer verwaarloosd. In vergissing z.g. treedt zij de kamer binnen bij de twee broers van Robert. Haar nijvere handen brengen een geheele ommekeer in het huis en als Robert ontdekt, wie dit alles doet, dan laat hij zijn keeren. Dat liij niet een paar regels had achter gelaten, waarmede hij zijn vertrek had medege deeld, legde Albert aldus uit, dat h<j daarvoor geen tijd zou hebbeen gehad, aangezien hij te voet naar het station moest zijn gegaan. De kamerdie naar was kort voor zijn vertrek, zooals was na te gaan, gestorven en de grootste spoed'was wellicht noodzakelijk geweest. Albert had natuurlijk het liefste gezien, dat Heinrich aanwezig zou zijn geweest, wanneer hij het masker zou afwerpen, opdat deze hem daarbij terzijde zou hebben kunnen staan. Wanneer zijn vriend om zeven uur tevergeefs op zich liet wach ten en zich nog niet had aangemeld, dan zou Albert, zoo als hij vast besloten had, nog heden avond het vonnis voltrekken, de acte van beschul diging openbaar maken. Er waren redenen te over hiermede niet langer te wachten, want verwon derlijke duigen schenen op til te zijn, en met Rosa- munde was er stellig iets gaande. Hij maakte zich angstig, dat zijn reeds lang gekoesterde vrees wer kelijkheid zou worden, namenlijk, dat zijn zuster, om de liefde tot Heinrich te onderdrukken, een daad van vertwijfeling zou begaan en zicli met Roderich verloven. En zoo ver mocht het onder geen enkele omstandigheid komen. Hij wilde er haar voor bewaren, dat zij ooit zou moeten denken met een moordenaar zoo nauw verbonden te zijn geweest. Hij geloofde zich niet te vergissen, wan neer hij veronderstelde, dat reeds heden avond de zoo zeer gevreesde gebeurtenis zou plaats grijpen. Hij wist, dat Roderich om zeven uur werd terug verwacht, zijn grootmoeder had alle dischgenooten uitgenoodigd op dit uur weder in het salon te verschijnen; Lijkbleek had Rosamunde er uitge zien, toen hij de fluisterende stem van zijn groot moeder had gehoord, die Rosamunde beval in witte zijde te verschijnen. Bezoek werd niet verwacht, voor welk doel zou het anders zijn, dat het jonge meisje toilet moest maken? Rosamunde zelf had hij niets kunnen vragen, daar zij reeds gedurende het dessert, nog voor de tafel werd opgeheven, haar grootmoeder had verzocht zich te mogen verwijderen. Op zijn vraag, of er iets bijzonders aan de hand was, had de Gravin met een lachend gelaat geantwoord: „Ja, stellig, maar het moet voor allen een verrassing blijven!" „Ik zal u allen," zoo dacht Albert, „met een andere ontzettende verrassing vóór zijn!" Hij liet zich na het eten in zijn kamer rijden en vondh ier een met den middagtrein aangekomen brief, die het poststempel der residentie droeg. Ofschoon het adres niet van Heinrich's hand was, zoo geloofde hij toch, dat de brieef mededeeelingen omtrent hem zou bevatten en opende het couvert zoo snel mogelijk. Hoe ontstelde hij echter, toen hij inplaats van Heinrich's ondefteekening^ die van den Saniteitsraad Hauser herkende. De brief broers In onwetendheid en vergeet haar ten volle. Dan komt een vermakelijke scène, waarin de drie broers zich ter ruste hebben begeven, doch nog een korten tijd blijven lezen. Om beurten verzinnen zij boodschappen om haar nog even te kunnen spreken. Maar nu den volgenden morgen. Haar kamer is leeg, en heeft zij zich begeven naar het huwelijksbureau van den heer Bernstein. Zij wil trouwen en nu worden de huwelijkscandi- daten aan haar getoond door middel van een sprekende film. Nadat zij besloten heeft nader kennis te maken met een varkensfokker, gaan zij beiden naar een jöngensfeest, waar zij het middel punt zijn van het gezelschap. Dan is het de broer van Robert, die de geheele situatie heeft begrepen en die z.g. uit naam van het schatrijke meisje een voorgenomen theevisite van Robert aflast. Hij weet Robert te bewegen mede te gaan met hem naar dat jöngensfeest. Hier gaat zijn hart weer ten volle uit naar Gerda en tracht haar te ontvoeren. Dit mislukt, omdat de jongens de Ford-auto van den varkensfokker, een zeer verouderd model, uit el kaar hebben gehaald. Spoedig komt de ontknooping. De teleurgestelde fokker krijgt door bemiddeling van Bernstein een andere bruid en tenslotte is een ieder tevreden gesteld, uitgezonderd Bernstein, die, nu het huwe lijk van Robert en het schatrijke meisje mislukt is, de in het uitzicht gestelde provisie verloren ziet gaan. De film is zeer goed verzorgd en er komen aar dige tafreelen in voor. Zeker zal dit filmwerk volle zalen trekken. CENTRAL, HOFPLEIN. Het gezelschap Diederichs mag zich verheugen in eene groote populariteit en niet ten onrechte. Als Herman Diederichs als conferencier zijn op wachting maakt, op een wijze zooals wij dat van hem gewend zijn, dan zit de stemming er meteen al in. Wij mogen zeggen, dat de voornaamste mede werker is de wijd en zijd beroemde Maloitz, van wien wij reeds eerder frappante staaltjes van hel derziendheid en telepathie hebben bewonderd. Met het z.g. blindlezen heeft hij de aandacht van de medische wereld op zich gevestigd en heeft voor korten tijd geleden een wetenschappelijk onder zoek plaats gehad ten huize van Dr. Dietz, waarbij tevens aanwezig was Dr. J. M. v. d. Spek Het re sultaat was verbluffend. Na geblinddoekt te zijn (proppen watten met kleefpleisters op de oogen) wist Maloitz onfeilbaar kleuren die hem werden voorgehouden op te sommen. Van een briefkaart, uit Zwitserland verzonden, welke hij aanvoelde, noemde hij de kleur en waarde van den postzegel, voorts dat op de kaart verhuizing was opgegeven, plaats van afkomst en adres. Bij verdere proeven werd op speelkaarten een glazen plaat gelegd; niettemin ried Maloitz precies kleur en waarde. De beide dokters waren hoogst verrast over de resultaten. Dr. Dietz meende in Maloitz een zeld zaam type van echte helderziendheid gevonden te hebben. Hij gelooft voorloopig, dat Maloitz het aanraken van de voorwerpen volstrekt niet noodig heeft en dat hij bij eenige oefening, enkel door echter helderziendheid hetzelfde zal kunnen doen, wat hij nu doet na aanraking. Het idee van Maloitz, dat hij de voorwerpen in de hand moet hebben, acht dr. Dietz suggestie, een waandank- beeld. Hij schrijft het ook enkel aan suggestie toe, dat alles mislukte bij het gordijn en alles lukte, nadat de oude bandages was aangelegd. De proeven worden voortgezet en Maloitz heeft zich bereid verklaard, onder de leiding van dr. Dietz voor studenten op te treden, wanneer dr. Dietz in October zijn colleges in parapsychologie te Leiden begonnen is. Met zijn volledige instemming heeft de vereeni- ging voor parapsychologie het geval-Maloitz in studie genomen. Men is in dezen kring voorloopig zeer ingenomen met deze vondst. Als wij nu het bovenstaande weten, dan kan een ieder gevoegelijk nagaan, da't men interessante oogenblikken beleeft. Op het overige programma komen wij in ons volgend nummer nader terug. DE KARSEBOOM. Het deed ons genoegen een oogenblik te kunnen verpoozen in het Café-Restaurant-Lunchroom „De Karseboom". Vermoeid van onze rondwandeling vleiden wij Aan den Hoogwelgeboren Heer Graaf Albert van en te Breitenbach. Hooggeëerde Heer Graaf! „Wanneer U deze regelen leest, heeft mijn hart reeds opgehouden te slaan. Voordat ik echter aan dit schuldig en vloekwaardig leven een einde maak, wil ik U smeeken mij mijn misdadige oogmerken te vergeven. Een Hoogere Macht heeft de uitvoering verijdeld, en ik dank God op de knieën er voor, dat het zoo geloo- pen is. Thans, waar mijn geweten mij heeft voorgeschreven, den weg der verzoening in te slaan, is het mij onbegrijpelijk, dat ik, wiens leven door geen enkele zwarte daad werd bezoe deld, aan de lokstem eener verleidelijke winzucht kon gehoor geven. Ik wil het niet als eene ver ontschuldiging neerschrijven, wanneer ik u me dedeel, dat ik uw toestand voor ongeneeslijk hield, dat ik meende, dat U door tuberculose was aangedaan en daardoor dc booze plannen in mij ontwaakten, uw toch reeds kwijnend leven te verkorten doch door dit sophisme bracht ik de stem van mijn beter ik tot zwijgen. Wij zijn beluisterd en U weet de hoofdzaak. Of echter de luisteraar alles heeft gehoord? Neem de waarschuwing, die ik U thans doe, in acht: Hoed U voor graaf Roderich! Hij zal niet rus ten voor hij zijn doel heeft bereikt, hij was ook de oorzaak, waardoor ik een misdadiger werd. Door zijn persoonlijk afgelegde verklaring, uit zijn eigen mond vernam ik, dat hij in groote financieele moeilijkheden verkeerde, dat hij zijn schuldeischers niet vóór November zou kunnen betalen. Twee dingen moesten gebeuren: Hij moest vóór dien datum met Rosamunde zijn verloofd of uw dood vóór dien tijd moest hem tot erfgenaam maken van het majo raat Breitenbach. Indien een van beide niet geschiedde, dan zou hij zich een kogel door het, hoofd moeten jagen. Toen uw zuster een meer koelere houding tegenover hem aannam, bleef het andere middel ter uitvoering over, namenlijk uw dood, die op de meest gemakkelijke en arge- looze wijze door mijn medewerking kon worden bespoedigd. Als loon daarvoor wilde hij mij zijn landgoed Barkenholm vrij van schulden afstaan. Dat was de lokprijs en ik was zwak genoeg op dit voorstel in te gaan. Het verlokkende uitzicht, mijn drukke en vermoeiende praktijk te kunnen opgeven en zonder verderen arbeid van het leven te kunnen genieten, dat was het voor uitzicht, dat mij geheel in boeien sloot. Ik zou mijn familie een vermogen kunnen achterlaten, mijn zoon, wiens carriere is vernietigd en dien ik niettegenstaande lief heb, weder eer en aan zien verschoffen, aan mijn audste dochter wellicht een goede partij ik volgde den ver leider. Maar toen ik hem gevolgd was, toen ik ons neer in de zeer geriefelijke armstoelen en was liet ens niet moeilijk een keuze te doen uit de talrijke spijzen en dranken, die op correctie wijze worden geserveerd. Onderwijl is het „The Sailors Band", die onver moeid populaire muziek ten beste geeft en op een wijze, waarvoor wij alle bewondering hebben. Het spreekwoord zegt: „Het oog van den meester maakt het paard vet" en het is het wakend oog van den eigenaar, den heer J. Luiferzt, waardoor alles in deze inrichting als „op rolletjes" loopt. Hier door geniet men ten volle en de heer Luiferzt stelt_ dan ook alles in het werk om het den bezoekers zoo aangenaam mogelijk te maken. Velen zullen in deze keurig ingerichte zaak zeer zeker eenige aangename oogenblikken doorbrengen, hiermede het aangename met het nuttige vereeni gen, want de inwendige mensch dient op tijd te worden versterkt en is dit hiervoor de aangewezen I LUNCHROOM „VALK". I Gaarne vestigen wij nogmaals de aandacht op de welbekende Valk's Lunchroom. Ook hier was het een „va et vient" van tal rijke bezoekers. En de dames, die met de bediening zijn belast, hadden schier handen te kort om de vele hongerige magen te spijzigen en te laven en om aan ieder's verlangen te voldoen. RESTAURANT „LONDON". „Even Eten?" Deze twee woorden spreken boekdeelen. En als me endeze vraag wil beantwoorden, dan is het: „Restaurant London". De mooie eetzaal biedt een uitstekende gelegenheid en de keuken isprima. I En velen hebben er een rijkelijk gebruik van ge- maakt. Behalve de vele kermis-attracties, is er voor de dames nog eene welkome gelegenheid om zich te voorzien van een nieuw en keurig hoedje en tegen een prijs, nu wij zouden zeggen haast voor niets. Gedurende de kermis wordt door de Firma H. Lind, Mient 35—10, de restanten zomerhoeden opge ruimd tegen uiterst lage prijzen, j Dames, profiteert hiervan! SCHOUWBURG ,,'T GULDEN VLIES". i Het Centraal Tooneel brengt hier voor het voet- licht het wereld-succes stuk „De Familie van mijn vrouw." Een dol-vermakelijke klucht in drie bedrijven van Stephens en Linton. De talrijke misverstanden volgen elkaar zoo snel op, dat het ondoenlijk is hiervan een opsomming te geven. Het publiek lacht zich tranen en niet te verwonderen aangezien een piano wordt aangezien voor een baby en de baby voor een piano. Deze laatste moet dienst doen als verjaringsgeschenk voor de vrouw des huizes en wordt zoolang verbor gen gehouden in een tuinhuisje, evenals een baby voor den jongsten zoon, die in het geheim is gehuwd en wiens vrouw zich in het gezin heeft verhuurd als dienstbode. Louis de Bree vervult als Jack Gay de rol van echtgenoot op een buitengewoon vlotte fij^e, zooals hem eigen is. Joh. Kaart als de verloopen veearts. Due' Knott is een dolvermakelijke type als huisvriend. En de schoonmoeder, Arabella Nagg, gespeeld door me vrouw Guns Chrispijn-Mulder, is het type schoon moeder die men liever ziet gaan als komen. Verma kelijk ook is Phil, la Chapelle als Noak Nagg, de schoonvader. j De overige medespelenden Lily Bouwmeester, Ker- stie Römer, Joan Remmelts, Mien v. Kerckhoven en Gerard Hartkamp geven zich op loffelijke wijze, I waardoor het geheel een dolle klucht is. Het publiek heeft dan ook volop genoten. Ver- I melden wij nog, dat dit stuk tot en met Woensdag- I avond in het Gulen Vlies zal worden gegeven. I Morgen, half 3, zal de paedagogische Jeugdbios- eoop eene voorstelling geven met als hoofdfilm „Ro- binsin Crusoë. Voor onze jeugd om van te watertan den. Vanaf Donderdag tot en met Zondag komt Faveur met de grootste attracties in rijke decors. Dit Variété programma is samengesteld uit de grootste speci aliteiten van de weereldsteedeen o.m. het beslissende woord had gesproken, toen ik U d r ie pillen .had voorgeschreven, die naar mijn meening in korten tijd haar doodelijke werking zouden uitrichten, toen was het ook met mijn rust gedaan. De slaap was verdwenen, en wan neer ik nog een enkele maal sluimerde, werd ik gekweld door benauwde droomen. Mijn eetlust verminderde, mijn lichaam vermagerde en van binnen klopte met vreeselijk schuldbesef mijn geweten. Hoe blijde was ik, dat het scheen alsof de pillen geen uitwerking op U hadden, en reeds wilde ik den Graaf mededeelen, dat ik niets meer tegen U wilde ondernemen, toen deze gister zelf tot mij kwam en mij dreigde, dat, wanneer ik nog langer talmde, hij mijn taak zou overnemen en mij, zijn handlanger, zou aan klagen. Hierdoor in den val gelokt ijlde ik naar U toe, om U vier pillen voor te schrijven, een dosis, die naar mijn berekening onmiddel lijk den dood tengevolge moest hebben. Maar aan uw bed heeft een engel gewaakt, die niet alleen den moordenaar machteloos heeft gemaakt, maar ook door andere onbekende mid delen uw volle gezondheid heeft teruggegeven. Hoe vreeselijk mij uw aanklacht ook deed neder - storten en geestelijk verpletteren, als een heldere zonnestraal drong toch in mijn ziel door, dat ik geen werkelijke moordenaar was geworden. Wat mij hierna te doen stond, was niet meer twijfel achtig. O, geloof mij, hoogverëerde Graaf, dat uw gezondheid mij in mijn stervensuur een troost is. Ik herhaal mijne waarschuwing, u voor uw neef in acht te nemen. Maar ook uw 'secretaris heeft zich voor hem te hoeden. Zooals hij zich gister tegenover mij heeft uitgelaten, moet hij een ingekankerde haat tegen hem koesteren, en de bedreigingen, die hij deed, voorspellen niet veel goeds, integendeel, doen vermoeden, dat hij de verschrikkelijkste plannen smeedt. Ik kom nog met een smeekbede tot u, mijn heer de Graaf. Ik laat mijn familie geen ver mogen na. De Levensverzekering-Maatschappij, waarbij ik mij had verzekerd, en die na mijn dood een som voor mijn nagelaten betrekkingen zou uitbetalen, kan, volgens de statuten, aan de erfgenamen van een zelfmoordenaar geen be taling doen. Laat mijn vrouw en mijn kinderen niet verhongeren! Wil kwaad met goed vergel den en zorg voor hen. U heeft een edel hart, ik weet, mijnheer de Graaf, dat U het zal doen! Ik ben opzettelijk naar de residentie vertrok ken om hier mijn eigen vonnis te voltrekken. Ik ken hier in de rivier een plek, waar ik als student meermalen baadde. Slechts bekwame zwemmers kunnen daar zwemmen. Ik zal het zwemmen wel verleerd hebben. Wellicht gelooft ook de wereld dit. Leef wel, mijnheer de Graaf, ik smeek u nog maals om vergiffenis en bod, dat ook God mij een deel van mijn zwaren misdaad zal ver geven. God zij met U! LEOPOLD HAUSER." (Wordt vervolgd). I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1932 | | pagina 4