De Alkmaarsche Kermis
FEUILLETON
De Twee Kleinzoons.
Plaatselijk
Nieuws
Zuiilseliarwomle.
Gisteravond werd de brandspuit beoefend en is
gebleken, naar men ons mededeelt, dat zoowel
spuit en toebehooren in goede orde verkeeren.
Natuurlijk was deze gelegenheid weer een bij
zondere attractie voor de jeugd.
Neord s e h ar wo udc
In jden nacht van Zaterdag op Zondag is een
auto, die op het terrein van het hotel Ctoncor-
ldiawas neergezet, door onbekende oorzaak in
het water achter het hotel terecht gekomeni.
Door een kraanwagen van de N.V. H.A.B.O.
werd het voertuig Zondag uit het water gehaald
REVUE ,,'N GEEL BANDJE, MENEER!"
In de Schouwburgloge Dassi, op het DoelenVeld,
zetelt de N.V. Nationale Revue, met Meyer Hamel's
succes Revue ,,'n Geel bandje, meneer!", in 1 pro
loog en 24 tafreelen.
Voor een uitverkocht huis werd deze revue Zon
dagavond opgevoerd en heerft hiermede een bui
tengewoon succes geoogst.
Lou Bendy als de hoofdpersoon is onbetaalbaar
en deze veelzijdige artist weet het publiek onmid
dellijk te winnen. Maar ook de overige medespe
lenden oogsten groot succes.
Reeds met het proloog is het succes verzekerd en
dan volgen in snel tempo de 20 tafreelen. Jean der
Bèla beschikt over een pracht stemgeluid en Bep-
pie Rameau laat ons genieten van haar talent als
Meisje Bouwmeester heeft een groot aandeel in
deze revue en wij hebben van haar niets anders
verwacht. Als „de Geleband-chauffeur" is zij een
kranig figuurtje en als „een kind van Montmartre"
wanen wij ons te Parijs.
Als daan Lou Bandy voor het voetlicht komt als
spreker op een protestvergadereing van voetgan
gers stijgt het succes ten top en de scène als
„De Deurwaarder" is onbetaalbaar. En zoo kunnen
v/ij wel doorgaan.
Prachtig is de monteering der verschillende ta
freelen, evenals de ballets onder leiding van Alexan
der Ludowsky. Nog noemen wij Willy Walden, Clai-
rette Hammé, Mary Alart en niet te vergeten de
Ludowsky girls.
Pim de la Firente en zijn orkest verzorgen op
uitstekende wijze de muzikale illustratie.
Werkelijk, een revue die er wezen mag.
CENTRUM HOTEL.
Feeëriek en sprookjesachtig!
Ja, dat noemen wij de dancing van het hotel
„Centrum". Zagen wij de vorige week de voorberei
dingen om de dancing te herschapen in een Chi-
neeschen tuin, dan erkennen wij dat het verre
onze verwachtingen heeft overtroffen. Eenvoudig
doch bijzonder smaakvol.
De vele Chineesche lampen, parasols, de spreuken
in de geheimzinnige Chineeesche teekens, kortom
liet geheel is prachtig. En als de verlichting wordt
gedoofd en de schijnwerpers hun werk verrichten,
dan wanen de toeschouwers zoowel als de dansende
paartjes zich in een sprookjes land.
Voor Alkmaar is dit een bijzondere attractie.
De muziek wordt verzorgd door leden van de
stafmuziek uit den Helder.
Veel zullen wij hiervan niet zeggen, want dit
lijkt ons overbodig, daar een ieder weet, dat deze
band uit eerste krachten is samengesteld.
CABARET „HET WAPEN VAN HAARLEM".
Met moeite hebben wij een plaatsje kunnen ver
overen in de zaal van den heer Nico Kerssens.
Dezer dagen was de toeloop der bezoekers gewel
dig. Allereerst het orkest onder leiding van John
Gravin Louise was om vijf uur, door Graaf
Stephan en freule v. Richthofen ondersteund,
naar beneden gegaan, om voor de eerste maal
na haar ziekte, wederom aan het gemeenschap
pelijk diner deel te nemen. Daarna wilde zij tot
zeven uur in de witte salon verblijven, het uur
waarop Roderich uit de residentie zou terugkeeren.
Wanneer zij de verloving had bekend gemaakt, dan
eerst zou zij zich in haar eigen kamers terug
trekken.
Met eeen opgewekt gevoel, dat zij in langen tijd
niet had ondervonden, presideerde zij heden weder
de tafel. Albert naast zich, met zijn gezonde gelaat,
dat haar een onmiskenbaar bewijs bleek van zijn
toenemende beterschap de wetenschap, dat de
oude kamerdienaar, haar gevaarlijkste tegenstan
der, dood was en haar niet meer kon verraden,
de verzekering van Roderich, dat hij den secretaris
was voorgeweest in het bemachtigen der documen
ten, toen hij op zijn geheime luisterpost had ver
nomen waar deze verborgen waren verder de
verklaring, op eerewoord gegeven, dat hij met den
insluiper Heinrich Schwarz, had afgerekend en
deze nimmermeer eenige aanspraak zou kunnen
doen gelden op zijn z.g. rechten, niet alleen, maar
dat deze nooit meer zou wederkeeren, welk
een heerlijke verlossing van de zorgen en kwel
lingen, die zij in den laatsten tijd had ondervonden
en welke haar gezondheid zoozeer hadden bena
deeld. Dat de val van de sopha Lühneburg's
dood had bespoedigd, daaraan dacht zij niet, en
wanneer zij het had gedaan, zou dit haar ge-:
weten niet hebben verzwaard.
Opgewekt en blijmoedig, ontlast van de stor
men, die over haar heen waren gegaan, onderhield1
zij zich levendig aan tafel, vooral met haar klein
zoon Albert. Deze werkte zijn watersoep met de
grootste moeite door de keeel voor de laatste
maal, zooals hij vast besloten was en gaf slechts
zeer oppervlakkige korte antwoorden, welke meer
malen zijn verstrooidheid verrieden. Hij had zich
nu eenmaal met de gedachten verzoend, dat Hein
rich, door de bekentenis van den kamerdienaar
daartoe genoodzaakt, heden morgen met den vroeg-
trein naar de residentie was vertrokken en heden
avond met den laatsten trein wellicht zou terug-
luidde als volgt:
Bommel, dat onvermoeid de nieuwste (schlagers
brengt, valt zeer te roemen. Het beschikt over een
keur van instrumenten. Op meesterlijke wijze weet
de ecnigste vrouwelijke medewerker de harmonica,
het zoo gewilde instrument van dezen tijd, te be
spelen, maar niet minder weet zij aller harten te
winnen met haar liedjes, die zij op zeer beschaafde
wijze ten gehoore brengt.
John Gerritsen, welbekend van het vorig jaar,
onthaalt ons op één zijner Marimba-soli, waarmede
hij, en ook terecht, een stormachtig applaus oogstte.
Het duo de Winter zien wij in Volendamsch cos-
tuum hun uitgebreid repertoire afwerken en ook zij
oogsten hunne lauweren.
Wil men een paar uren van genot en vermaak,
men ga dan tijdig naar dit cabaret om zich te ver
zekeren van -een plaatsje.
ALKMAARSCH BIOSCOOP THEATER.
„Tante Bet, de Koningin der Jordaan".
Een pracht stuk. Echt Hollandsch volksleven.
Dolvermakelijk. Op meesterlijke en gevoelvolle wijze
licht mevrouw Adrienne Solser, die persoonlijk aan
wezig is, de humoristische scenes, alsmede de meer
tragische momenten toe. Het publiek giert en brult
van heet lachen. De lachsalvo's zijn niet van de
lucht.
Het is van de Directie van het A. B. T. een goede
gedachte geweest om het publiek, in deze drukkende
tijden, eens hartelijk te doen lachen ener is
gelachen. Zoo zien wij Tante Bet in deze echt Ne-
derlandsche film, waarin mevrouw Solser de titeV
rol speelt en waarvan zij de regie had, als visch-
vrouw.
Als mevrouw Solser, vanuit achter de zaal ko
mende, zich naar het podium begeeft, wordt zij
met een hartelijk applaus ontvangen. Nadat zij de
bezoekers het welkom heeft toegeroepen, wordt on
middellijk een aanvang met de film gemaakt. Aan
een tafeltje gezeten expliceert en zingt mevrouw
Solser en wij genieten van dat rasechte Jordaansch.
Groot, zeer groot is het succes en niet te ver
wonderen, want de verschillende tooneelen, waarin
Adrienne Solser haar veelzijdig talent ten toon
spreidt als Tante Bet, zijn om van te smullen. Wij
zien haar bij haar versierde kraam op de Nieuw-
markt ter gelegenheid van haar 25-jarig jubileum
als markt-vischvrouw, dan de rit met de „Jan
Pleizier" en de bruiloft. En als dan Tente Bet en
Hein voor een paar dagen een reisje maken naar
Den Haag en Scheveningen, dan worden de lach
spieren danig in beroering gebracht door de dol
vermakelijke voorvallen die het echtpaar beleven.
Bij hun thuiskomst is de geheele Jordaan op de
been om hen een hartelijke ontvangst te bereiden.
Voorwaar een echte film om met de kermisweek
ervan te genieten.
VICTORIA THEATER.
In dit theater zien wij Renate Müller, die de
hoofdrol vervult in de film „Madchen zum Heira
ten", zoo welbekend uit de Privé-secretaresse. Het
bezoek was al op den eersten dag buitengewoon
groot, maar ook de volgende dagen was er zoo goed
als geen plaats te krijgen.
Als partner treedt in onze film op Hermann
Thinnig. Beiden vormen een paar, dat ten zeerste
te roemen valt. Het spel is subliem. En als wij dan
Renate Müller volgen in al haar bewegingen, vol
gratie en schoonheid, dan dwingt dit alles bewon
dering af.
Hermann Thinnig zien wij als Robert Goll in een
gramofoonplatenfabrlek waar hij als reclame-chef
werkzaam is.
Doordat Gerda Anliold (Renate Müller) in dezelf
de fabriek als toon-mixer haar werk verricht, ko
men zij dagelijksch met elkaar in aanraking. Dat
zij hem graag mag, laat zij duidelijk blijken en
het komt zoover, dat zij samen naar een opera
gaan. Ook hun beider chef is daar in gezelschap
van een schatrijk meisje, wier vader groot-indu
strieel is. Dit meisje, dat onmiddellijk veel interesse
voor Robert, stelt alles in het werk om de kennis
making met hem voort te zetten, zeer ten spijt
van Gerda, die teneinde raad haar geheim vertelt
aan den directeur. Deze belooft haar te zullen
helpen en geeft haar 14 dagen vacantie, in welken
tijd zij zich verhuurt als huishoudster bij de drie
gebroeders Goll. Hier is alles zeer verwaarloosd.
In vergissing z.g. treedt zij de kamer binnen bij
de twee broers van Robert. Haar nijvere handen
brengen een geheele ommekeer in het huis en als
Robert ontdekt, wie dit alles doet, dan laat hij zijn
keeren. Dat liij niet een paar regels had achter
gelaten, waarmede hij zijn vertrek had medege
deeld, legde Albert aldus uit, dat h<j daarvoor
geen tijd zou hebbeen gehad, aangezien hij te voet
naar het station moest zijn gegaan. De kamerdie
naar was kort voor zijn vertrek, zooals was na te
gaan, gestorven en de grootste spoed'was wellicht
noodzakelijk geweest.
Albert had natuurlijk het liefste gezien, dat
Heinrich aanwezig zou zijn geweest, wanneer hij
het masker zou afwerpen, opdat deze hem daarbij
terzijde zou hebben kunnen staan. Wanneer zijn
vriend om zeven uur tevergeefs op zich liet wach
ten en zich nog niet had aangemeld, dan zou
Albert, zoo als hij vast besloten had, nog heden
avond het vonnis voltrekken, de acte van beschul
diging openbaar maken. Er waren redenen te over
hiermede niet langer te wachten, want verwon
derlijke duigen schenen op til te zijn, en met Rosa-
munde was er stellig iets gaande. Hij maakte zich
angstig, dat zijn reeds lang gekoesterde vrees wer
kelijkheid zou worden, namenlijk, dat zijn zuster,
om de liefde tot Heinrich te onderdrukken, een
daad van vertwijfeling zou begaan en zicli met
Roderich verloven. En zoo ver mocht het onder
geen enkele omstandigheid komen. Hij wilde er
haar voor bewaren, dat zij ooit zou moeten denken
met een moordenaar zoo nauw verbonden te zijn
geweest. Hij geloofde zich niet te vergissen, wan
neer hij veronderstelde, dat reeds heden avond de
zoo zeer gevreesde gebeurtenis zou plaats grijpen.
Hij wist, dat Roderich om zeven uur werd terug
verwacht, zijn grootmoeder had alle dischgenooten
uitgenoodigd op dit uur weder in het salon te
verschijnen; Lijkbleek had Rosamunde er uitge
zien, toen hij de fluisterende stem van zijn groot
moeder had gehoord, die Rosamunde beval in witte
zijde te verschijnen. Bezoek werd niet verwacht,
voor welk doel zou het anders zijn, dat het jonge
meisje toilet moest maken?
Rosamunde zelf had hij niets kunnen vragen,
daar zij reeds gedurende het dessert, nog voor
de tafel werd opgeheven, haar grootmoeder had
verzocht zich te mogen verwijderen. Op zijn vraag,
of er iets bijzonders aan de hand was, had de
Gravin met een lachend gelaat geantwoord: „Ja,
stellig, maar het moet voor allen een verrassing
blijven!"
„Ik zal u allen," zoo dacht Albert, „met een
andere ontzettende verrassing vóór zijn!"
Hij liet zich na het eten in zijn kamer rijden en
vondh ier een met den middagtrein aangekomen
brief, die het poststempel der residentie droeg.
Ofschoon het adres niet van Heinrich's hand was,
zoo geloofde hij toch, dat de brieef mededeeelingen
omtrent hem zou bevatten en opende het couvert
zoo snel mogelijk. Hoe ontstelde hij echter, toen
hij inplaats van Heinrich's ondefteekening^ die
van den Saniteitsraad Hauser herkende. De brief
broers In onwetendheid en vergeet haar ten volle.
Dan komt een vermakelijke scène, waarin de drie
broers zich ter ruste hebben begeven, doch nog een
korten tijd blijven lezen. Om beurten verzinnen zij
boodschappen om haar nog even te kunnen spreken.
Maar nu den volgenden morgen.
Haar kamer is leeg, en heeft zij zich begeven
naar het huwelijksbureau van den heer Bernstein.
Zij wil trouwen en nu worden de huwelijkscandi-
daten aan haar getoond door middel van een
sprekende film. Nadat zij besloten heeft nader
kennis te maken met een varkensfokker, gaan zij
beiden naar een jöngensfeest, waar zij het middel
punt zijn van het gezelschap. Dan is het de broer
van Robert, die de geheele situatie heeft begrepen
en die z.g. uit naam van het schatrijke meisje een
voorgenomen theevisite van Robert aflast. Hij weet
Robert te bewegen mede te gaan met hem naar dat
jöngensfeest. Hier gaat zijn hart weer ten volle
uit naar Gerda en tracht haar te ontvoeren. Dit
mislukt, omdat de jongens de Ford-auto van den
varkensfokker, een zeer verouderd model, uit el
kaar hebben gehaald.
Spoedig komt de ontknooping. De teleurgestelde
fokker krijgt door bemiddeling van Bernstein een
andere bruid en tenslotte is een ieder tevreden
gesteld, uitgezonderd Bernstein, die, nu het huwe
lijk van Robert en het schatrijke meisje mislukt is,
de in het uitzicht gestelde provisie verloren ziet
gaan.
De film is zeer goed verzorgd en er komen aar
dige tafreelen in voor. Zeker zal dit filmwerk volle
zalen trekken.
CENTRAL, HOFPLEIN.
Het gezelschap Diederichs mag zich verheugen
in eene groote populariteit en niet ten onrechte.
Als Herman Diederichs als conferencier zijn op
wachting maakt, op een wijze zooals wij dat van
hem gewend zijn, dan zit de stemming er meteen
al in.
Wij mogen zeggen, dat de voornaamste mede
werker is de wijd en zijd beroemde Maloitz, van
wien wij reeds eerder frappante staaltjes van hel
derziendheid en telepathie hebben bewonderd. Met
het z.g. blindlezen heeft hij de aandacht van de
medische wereld op zich gevestigd en heeft voor
korten tijd geleden een wetenschappelijk onder
zoek plaats gehad ten huize van Dr. Dietz, waarbij
tevens aanwezig was Dr. J. M. v. d. Spek Het re
sultaat was verbluffend. Na geblinddoekt te zijn
(proppen watten met kleefpleisters op de oogen)
wist Maloitz onfeilbaar kleuren die hem werden
voorgehouden op te sommen. Van een briefkaart,
uit Zwitserland verzonden, welke hij aanvoelde,
noemde hij de kleur en waarde van den postzegel,
voorts dat op de kaart verhuizing was opgegeven,
plaats van afkomst en adres.
Bij verdere proeven werd op speelkaarten een
glazen plaat gelegd; niettemin ried Maloitz precies
kleur en waarde.
De beide dokters waren hoogst verrast over de
resultaten. Dr. Dietz meende in Maloitz een zeld
zaam type van echte helderziendheid gevonden te
hebben. Hij gelooft voorloopig, dat Maloitz het
aanraken van de voorwerpen volstrekt niet noodig
heeft en dat hij bij eenige oefening, enkel door
echter helderziendheid hetzelfde zal kunnen doen,
wat hij nu doet na aanraking. Het idee van
Maloitz, dat hij de voorwerpen in de hand moet
hebben, acht dr. Dietz suggestie, een waandank-
beeld. Hij schrijft het ook enkel aan suggestie toe,
dat alles mislukte bij het gordijn en alles lukte,
nadat de oude bandages was aangelegd.
De proeven worden voortgezet en Maloitz heeft
zich bereid verklaard, onder de leiding van dr.
Dietz voor studenten op te treden, wanneer dr.
Dietz in October zijn colleges in parapsychologie te
Leiden begonnen is.
Met zijn volledige instemming heeft de vereeni-
ging voor parapsychologie het geval-Maloitz in
studie genomen. Men is in dezen kring voorloopig
zeer ingenomen met deze vondst.
Als wij nu het bovenstaande weten, dan kan een
ieder gevoegelijk nagaan, da't men interessante
oogenblikken beleeft. Op het overige programma
komen wij in ons volgend nummer nader terug.
DE KARSEBOOM.
Het deed ons genoegen een oogenblik te kunnen
verpoozen in het Café-Restaurant-Lunchroom „De
Karseboom".
Vermoeid van onze rondwandeling vleiden wij
Aan
den Hoogwelgeboren Heer Graaf Albert
van en te Breitenbach.
Hooggeëerde Heer Graaf!
„Wanneer U deze regelen leest, heeft mijn
hart reeds opgehouden te slaan. Voordat ik
echter aan dit schuldig en vloekwaardig leven
een einde maak, wil ik U smeeken mij mijn
misdadige oogmerken te vergeven. Een Hoogere
Macht heeft de uitvoering verijdeld, en ik dank
God op de knieën er voor, dat het zoo geloo-
pen is. Thans, waar mijn geweten mij heeft
voorgeschreven, den weg der verzoening in te
slaan, is het mij onbegrijpelijk, dat ik, wiens
leven door geen enkele zwarte daad werd bezoe
deld, aan de lokstem eener verleidelijke winzucht
kon gehoor geven. Ik wil het niet als eene ver
ontschuldiging neerschrijven, wanneer ik u me
dedeel, dat ik uw toestand voor ongeneeslijk
hield, dat ik meende, dat U door tuberculose
was aangedaan en daardoor dc booze plannen
in mij ontwaakten, uw toch reeds kwijnend
leven te verkorten doch door dit sophisme
bracht ik de stem van mijn beter ik tot zwijgen.
Wij zijn beluisterd en U weet de hoofdzaak. Of
echter de luisteraar alles heeft gehoord? Neem
de waarschuwing, die ik U thans doe, in acht:
Hoed U voor graaf Roderich! Hij zal niet rus
ten voor hij zijn doel heeft bereikt, hij was ook
de oorzaak, waardoor ik een misdadiger werd.
Door zijn persoonlijk afgelegde verklaring, uit
zijn eigen mond vernam ik, dat hij in groote
financieele moeilijkheden verkeerde, dat hij zijn
schuldeischers niet vóór November zou kunnen
betalen. Twee dingen moesten gebeuren: Hij
moest vóór dien datum met Rosamunde zijn
verloofd of uw dood vóór dien tijd moest
hem tot erfgenaam maken van het majo
raat Breitenbach. Indien een van beide niet
geschiedde, dan zou hij zich een kogel door het,
hoofd moeten jagen. Toen uw zuster een meer
koelere houding tegenover hem aannam, bleef
het andere middel ter uitvoering over, namenlijk
uw dood, die op de meest gemakkelijke en arge-
looze wijze door mijn medewerking kon worden
bespoedigd. Als loon daarvoor wilde hij mij zijn
landgoed Barkenholm vrij van schulden afstaan.
Dat was de lokprijs en ik was zwak genoeg op
dit voorstel in te gaan. Het verlokkende uitzicht,
mijn drukke en vermoeiende praktijk te kunnen
opgeven en zonder verderen arbeid van het
leven te kunnen genieten, dat was het voor
uitzicht, dat mij geheel in boeien sloot. Ik zou
mijn familie een vermogen kunnen achterlaten,
mijn zoon, wiens carriere is vernietigd en dien
ik niettegenstaande lief heb, weder eer en aan
zien verschoffen, aan mijn audste dochter
wellicht een goede partij ik volgde den ver
leider. Maar toen ik hem gevolgd was, toen ik
ons neer in de zeer geriefelijke armstoelen en was
liet ens niet moeilijk een keuze te doen uit de
talrijke spijzen en dranken, die op correctie wijze
worden geserveerd.
Onderwijl is het „The Sailors Band", die onver
moeid populaire muziek ten beste geeft en op een
wijze, waarvoor wij alle bewondering hebben.
Het spreekwoord zegt: „Het oog van den meester
maakt het paard vet" en het is het wakend oog
van den eigenaar, den heer J. Luiferzt, waardoor
alles in deze inrichting als „op rolletjes" loopt. Hier
door geniet men ten volle en de heer Luiferzt stelt_
dan ook alles in het werk om het den bezoekers
zoo aangenaam mogelijk te maken.
Velen zullen in deze keurig ingerichte zaak zeer
zeker eenige aangename oogenblikken doorbrengen,
hiermede het aangename met het nuttige vereeni
gen, want de inwendige mensch dient op tijd te
worden versterkt en is dit hiervoor de aangewezen
I LUNCHROOM „VALK".
I Gaarne vestigen wij nogmaals de aandacht op de
welbekende Valk's Lunchroom.
Ook hier was het een „va et vient" van tal
rijke bezoekers. En de dames, die met de bediening
zijn belast, hadden schier handen te kort om de
vele hongerige magen te spijzigen en te laven en
om aan ieder's verlangen te voldoen.
RESTAURANT „LONDON".
„Even Eten?"
Deze twee woorden spreken boekdeelen. En als
me endeze vraag wil beantwoorden, dan is het:
„Restaurant London". De mooie eetzaal biedt een
uitstekende gelegenheid en de keuken isprima.
I En velen hebben er een rijkelijk gebruik van ge-
maakt.
Behalve de vele kermis-attracties, is er voor de
dames nog eene welkome gelegenheid om zich te
voorzien van een nieuw en keurig hoedje en tegen
een prijs, nu wij zouden zeggen haast voor niets.
Gedurende de kermis wordt door de Firma H. Lind,
Mient 35—10, de restanten zomerhoeden opge
ruimd tegen uiterst lage prijzen,
j Dames, profiteert hiervan!
SCHOUWBURG ,,'T GULDEN VLIES".
i Het Centraal Tooneel brengt hier voor het voet-
licht het wereld-succes stuk „De Familie van mijn
vrouw."
Een dol-vermakelijke klucht in drie bedrijven van
Stephens en Linton.
De talrijke misverstanden volgen elkaar zoo snel
op, dat het ondoenlijk is hiervan een opsomming te
geven. Het publiek lacht zich tranen en niet te
verwonderen aangezien een piano wordt aangezien
voor een baby en de baby voor een piano. Deze
laatste moet dienst doen als verjaringsgeschenk
voor de vrouw des huizes en wordt zoolang verbor
gen gehouden in een tuinhuisje, evenals een baby
voor den jongsten zoon, die in het geheim is gehuwd
en wiens vrouw zich in het gezin heeft verhuurd als
dienstbode.
Louis de Bree vervult als Jack Gay de rol van
echtgenoot op een buitengewoon vlotte fij^e, zooals
hem eigen is.
Joh. Kaart als de verloopen veearts. Due' Knott
is een dolvermakelijke type als huisvriend. En de
schoonmoeder, Arabella Nagg, gespeeld door me
vrouw Guns Chrispijn-Mulder, is het type schoon
moeder die men liever ziet gaan als komen. Verma
kelijk ook is Phil, la Chapelle als Noak Nagg, de
schoonvader.
j De overige medespelenden Lily Bouwmeester, Ker-
stie Römer, Joan Remmelts, Mien v. Kerckhoven en
Gerard Hartkamp geven zich op loffelijke wijze,
I waardoor het geheel een dolle klucht is.
Het publiek heeft dan ook volop genoten. Ver-
I melden wij nog, dat dit stuk tot en met Woensdag-
I avond in het Gulen Vlies zal worden gegeven.
I Morgen, half 3, zal de paedagogische Jeugdbios-
eoop eene voorstelling geven met als hoofdfilm „Ro-
binsin Crusoë. Voor onze jeugd om van te watertan
den.
Vanaf Donderdag tot en met Zondag komt Faveur
met de grootste attracties in rijke decors. Dit Variété
programma is samengesteld uit de grootste speci
aliteiten van de weereldsteedeen o.m.
het beslissende woord had gesproken, toen ik
U d r ie pillen .had voorgeschreven, die naar mijn
meening in korten tijd haar doodelijke werking
zouden uitrichten, toen was het ook met mijn
rust gedaan. De slaap was verdwenen, en wan
neer ik nog een enkele maal sluimerde, werd ik
gekweld door benauwde droomen. Mijn eetlust
verminderde, mijn lichaam vermagerde en van
binnen klopte met vreeselijk schuldbesef mijn
geweten. Hoe blijde was ik, dat het scheen alsof
de pillen geen uitwerking op U hadden, en reeds
wilde ik den Graaf mededeelen, dat ik niets
meer tegen U wilde ondernemen, toen deze
gister zelf tot mij kwam en mij dreigde, dat,
wanneer ik nog langer talmde, hij mijn taak
zou overnemen en mij, zijn handlanger, zou aan
klagen. Hierdoor in den val gelokt ijlde ik naar
U toe, om U vier pillen voor te schrijven,
een dosis, die naar mijn berekening onmiddel
lijk den dood tengevolge moest hebben.
Maar aan uw bed heeft een engel gewaakt, die
niet alleen den moordenaar machteloos heeft
gemaakt, maar ook door andere onbekende mid
delen uw volle gezondheid heeft teruggegeven.
Hoe vreeselijk mij uw aanklacht ook deed neder -
storten en geestelijk verpletteren, als een heldere
zonnestraal drong toch in mijn ziel door, dat ik
geen werkelijke moordenaar was geworden. Wat
mij hierna te doen stond, was niet meer twijfel
achtig. O, geloof mij, hoogverëerde Graaf, dat
uw gezondheid mij in mijn stervensuur een
troost is.
Ik herhaal mijne waarschuwing, u voor uw
neef in acht te nemen. Maar ook uw 'secretaris
heeft zich voor hem te hoeden. Zooals hij zich
gister tegenover mij heeft uitgelaten, moet hij
een ingekankerde haat tegen hem koesteren, en
de bedreigingen, die hij deed, voorspellen niet
veel goeds, integendeel, doen vermoeden, dat hij
de verschrikkelijkste plannen smeedt.
Ik kom nog met een smeekbede tot u, mijn
heer de Graaf. Ik laat mijn familie geen ver
mogen na. De Levensverzekering-Maatschappij,
waarbij ik mij had verzekerd, en die na mijn
dood een som voor mijn nagelaten betrekkingen
zou uitbetalen, kan, volgens de statuten, aan de
erfgenamen van een zelfmoordenaar geen be
taling doen. Laat mijn vrouw en mijn kinderen
niet verhongeren! Wil kwaad met goed vergel
den en zorg voor hen. U heeft een edel hart, ik
weet, mijnheer de Graaf, dat U het zal doen!
Ik ben opzettelijk naar de residentie vertrok
ken om hier mijn eigen vonnis te voltrekken.
Ik ken hier in de rivier een plek, waar ik als
student meermalen baadde. Slechts bekwame
zwemmers kunnen daar zwemmen. Ik zal het
zwemmen wel verleerd hebben. Wellicht gelooft
ook de wereld dit.
Leef wel, mijnheer de Graaf, ik smeek u nog
maals om vergiffenis en bod, dat ook God mij
een deel van mijn zwaren misdaad zal ver
geven. God zij met U!
LEOPOLD HAUSER."
(Wordt vervolgd).
I