Gemeenteraad Sint Pancras Nieuwsblad v. Holl. Noorderkwartier No 102 DINSDAG 6 SEPTEMBER 1932 41e Jaarffan» De Twee Kleinzoons. TELEFOON INTERCOMMUNAAL NO. 58. NIEUWE mi.llliJkllt C0UR4ÜT DEZE COURANT VERSCHIJNT DINSDAG DONDERDAG en ZATERDAG. - per 3 maanden f 1.1* Uitoave: Firma I. H. KEIZER. - Redacteur I. H. KEIZER. [Bureel Noordscharwoude. ADVERTENTIEN: Van 1—5 regels 75 cent; elke regel meer 15 cent GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE. De Raad van bovengenoemde gemeente hield een spoedvèrgadering op Maandag 5 September 1932, des namiddags 5 uur, ten raadhuize onder voor zitterschap van den Edelachtbaren heer J. Kroo- nenburg, burgemeester tevens secretaris. Aanwezig alle raadsleden. De Voorzitter opent de vergadering met een woord van welkom, waarna de notulen der vorige vergadering na voorlezing ongewijzigd worden goedgekeurd en vastgesteld. De stemmingen zullen aanvangen bij den heer Koelemeij. Mededeelingen van ingekomen stukken. Door Ged. Staten is goedgekeurd het raadsbesluit genomen in de vorige vergadering, tot het aangaan van eene rekening-courant met de N.V. Bank van Nederlandsche gemeenten. De voorzitter deelt mede de acte hiervan intus- schen is gepasseerd. Z.E.A. spreekt er zijnleedwezen over uit, dat het percentage voor deposito's van anderhalf op 1 pro cent is gebracht. Voorts is door Ged. Staten goedgekeurd de wij ziging der begrooting 1930 en 1932 inzake heit bedrag van f300.der grondbelasting. Ingekomen is het jaarverslag over 1931 van het Provinciaal Waterleidingbedrijf in Noord-Holland. Idem over het jaar 1931-'32 van de Commissie voor het vakonderricht voor de politie. In verband hiermede stellen B. en W. voor den gemeenteveldwachter deze politiecursus te laten volgen. Wordt goedgekeurd. Vervolgens worden bovenstaande mededeelingen en ingekomen stukken voor kennisgeving aange nomen. Voorloopige vaststelling gemeente-rekening 1931. De Voorzitter zegt, dat bovengenoemde rekening door de Raadsleden is nagezien, wat betreft den gewonen dienst, sluitende in ontvangsten op een bedrag van f66259,03, in uitgaven op f57598.76, al- zoo een batig saldo van f 8660.27. De Kapitaaldienst sluit in ontvangsten op f 47000 in uitgaven op f 46000, alzoo een batig saldo van flOOO.— Namens de commissie voor onderzoek adviseert de heer Lek tot goedkeuring op bovenvermelde cij fers. De Voorzitter dankt den heer Lek voor het uit gebrachte rapport en de raadsleden voor hunne me dewerking. Z.E.A. merkt hierbij op, dat er eindelijk berich ten zijn ingekomen aangaande de gemeentereke ning dienst 1930. De rekening 1931 is door de Raaadsleden ngezien met een hooger batig saldo als nu is genoemd en wel f51.06 hooger. In verband met de ingekomen berichten moet dit bedrag over gebracht worden op de rekening 1930. Hierna wordt met a(llen voor tot voorloopige vaststelling besloten. Voorloopige vaststelling rekeningen Lichtbedrij- ven 1931. De Voorzitter deelt mede, dat aan alle leden de rekeningen zijn toegezonden. De winst van het Gasbedrijf bedraagt f790.86 en die van het electriciteitsbedrijf f 183.83. De winsten zijn echter veel hooger, doch zijn deze gelden gestort in het reservefonds. Zonder op- of aanmerking wordt tot voorloopige vaststelling besloten. Indiening gemeente-begrooting 1933. Door B. en W. wordt den Raad de Gemeente- begrooting 1933 aangeboden ter nader onderzoek. Voorstel tot overname steenen Bovenweg ten be hoeve van den Achterweg. De Voorzitter merkt op, dat vóór 17 September a.s., volgens de gemeentewet de gemeente-rekening naar Haaarlem moet worden opgezonden. Hiertoe zou het noodzkelijk zijn geweest om een extra-ver gadering te moeten beleggen. In verband met bo venstaand voorstel meenden B. en W. nu met spoed te vergaderen daar reeds een aanvang is gemaaakt met het uitbreken der steenen. De be spreking met het Hoogheemraadschap zijn zoo danig geweest, dat het Hoogheemraadschap voor stelt om de 1 Meter zijbestrating van het wegdek van geheel nieuwe steenen te maken en de steenen die nu worden uitgebroken aan de gemeente over te doen voor den Achterweg. B. en W. achten dit voorstel zoo buitengewoon geschikt, dat dit college thans dit voorstel aan den Raad voorlegt. De Achterweg is pl.m. 800 Meter lang wat moet worden bestraat. De bedoeling is de bestrating 3 Meter breed te maken en om 300 M. 4 Meter om het passeeren der voertuigen te verge makkelijken. Tevens is de bedoeoling om de Boter- weg eveneens te bestraten. Door het Hoogheemraad schap is gratis toezicht aangeboden. Vermoedelijk zullen de kosten bedragen voor be strating 22 cent per vierk. Meter, daarbij gerekend de kosten van zaahd en arbeidsloon, zullen de to tale kosten pl.m. f2300.— bedragen. Nog is getracht dit bedrag terug te brengen op f2000.—, doch dit is niet gelukt. De toestand van den Achterweg is van dien aard, dat er toch binnenkort tot een beduidend bedrag eraan verbeterd zal moeten worden. Het aantal benoodigde steenen zal pl.m. 250.000 stuks zijn en kosten f 6.00 per 1000. Zou de weg met nieuwe steenen worden bcotraat, dan bedragen de kosten f8500, daarom is nu dit voorstel deelig. Daar op de begrooting voor het onderhoud der wegen f2500.— is uitgetrokken, waarvan f900 is uitgegeven, zal deze posten worden overschreden. De heer Snel zegt, dat het toch steeds de bedoe ling is geweest, dat de steenen zouden worden ge bruikt voor den Achterweg. De voorzitter antwoordt, dat dit zeer juist is, doch dan moeten zij eerst naar een opslagplaats en komen later weer de kosten van vervoer, wat nu gratis geschied. Nu de weg toch dringende verbetering eischt, is er thans eene goede oplossing, om de steenen naar den Achterweg te vervoeren. De heer Snel acht den prijs der steenen zeer ge schikt, doch geeft er de voorkeur aan om eerst de lanen, die er voor in aanmerking komen, te be straten. De Voorzitter zegt, dat er vermoedelijk steenen FEUILLETON 74) „En u, mijnheer de Graaf, kunt u vrij bewegen en gaan waar u wilt?" zoo wendde hij zich tot Albert. „Is uw hoop verwezenlijkt geworden en zijt ge nu geheel genezen?" „Nog niet, maar het zal toch zoo heel lang niet meer duren." Men had William reeds met een en ander op de hoogte gebracht, en daarbij niet verzwegen, dat Heinrich, achter den rug van den Saniteitsraad om, den zieke had behandeld. Verdere mededee lingen had men hem niet verstrekt Mijn bezoek," zoo nam de oude Mr. Tanner nu'het woord, „geldt heden hoofdzakelijk u, mijn heer de secretaris. Ge zult u, mijnheer Schwarz, ongetwijfeld nog den eersten avond onzer kennis making herinneren, toen ik in het koffiehuis mijn levensgeschiedenis verhaalde. Ik verteldeu van een nicht, die mij het geld voor den overtocht naar Amerika had geleend, en dat ik later van een zoon van den zwager dezer nicht, die zich Sck^ryioem de, een brief had ontvangen. Verder wist ik niets van hem en verdere nasporingen naar hem waren vruchteloos. Nu ben ik eenige dagen m de resi- dentie geweest, waar ik mij toch nader op de hoogte wilde stellen van dezen persoon, en dit werd met den besten uitslag bekroond. Zoo is mij dan bekend geworden, dat de dochter van mijn nicht, Helene van Walberg, den dr. in de Phüologie. den heer Schwarz huwde, en deze vrouw voor velejaren is gestorven; Dr. Schwarz overleed ongeveer vier maanden geleden en liet een zoon na, die jaren assistent aan het Academisch Ziekenhuis is geweest en zich eenigen tijd op het Slot Breiten hach bevindt. Ik wist echter alleen, dat zich hier een secretaris Schwarz ophield, maar dat .deze geen dokterstitel voerde. Niettegenstaande kon .aande stellige verzekeringen van de oude tuiniersvrouw, juffrouw Koch, niet twijfelen en ik vraag u thans. „Is u de zoon van dokter Schwarz?" Mijn incognito," zoo antwoordde Heinrich, „on der hetwelk ik hier om bijzondere redenen gedwon gen was te verblijven is toevallig juist vandaag opgeheven. Ja, mijnheer Tanner, u is de neef van mijn grootmoeder van moederszijde. Ik wist het reeds toenmaals, toen u den brief aanhaalde dien u voor vele jaren aan mijn grootmoeder had ge schreven en door mijn vader werd beantwoord, omdat de moeder van zijn vrouw reeds lang was gestorven. De door u geschreven brief bevond zich onder de nagelaten papieren van mijn vader „Zoo is u het dus werkelijk? Nu, ik schud u gaarne de hand als blijk van mijn hartelijke gene genheid jegens u!" Ook Heinrich reikte hem de hand en drukte deze recht hartelijk. William en Heinrich bezegelden eveneens hun verwantschap met een stevigen handdruk „Wat heeft u daar voor een ring? vroeg de oude Tanner plotseling aan Heinrich. ,Het is een geschenk van Graaf Stephan van Breitenbach," antwoordde deze. Breitenbach? Breitenbach? Deze bijzondere ring moet ik reeds eerder gezien hebben, maar ik kan mij nietcherhwieren waar." Toch niet ergens in Amerika?" vroeg Heinrich. In Amerika? Hm., ja, waarlijk - maar dat is dan wel een helve eeuw geleden nu valt het mi] in deze ring is langen tijd in mijn bezit geweest, ik vond hem, toen de eigenaar reeds vertrokken was. Eerst bij zijn terugkomst kon ik dien weder aan hem ter hand stellen. Hij had hem waarschijn- lijk op het bureau van den Burgerlijken Stand, toen hij huwde, met den handschoen van zijn ha,!ToeSnth^1huwde?" vroeg Heinrich in de hoogste snanning. „Waar was dat dan? „In Cordova, waar ik, zooals ik u eveneens, naar ik meen, heb verteld, eenigen tijd den zieken amo- "Twin hT£B».W* voltrott»?" "EnWhoe heet die heer, dien u wettig in den €C^JaJehoen was ook alweer zijn naam? Namen onthouden kan ik niet zoo goed, maar dit weet ik wel, voor meer dan vijftig jaren werd dit huweUjk gesloten. Maar ik herinner mij niet meer MO go.ci dat hij een Duitscher was en met een Duitsche tr°Deze Duitscher was Graaf Breitenbach, herin nert u zich dien naam nog?" „Breitenbach? Ja, ja, het was GraaBi<ïilten bach, die Argentinië bezocht om den oorsprong der zullen overblijven en is het mogelijk om ook daar op beslag te leggen voor de lanen. De heer Lek gaat mee met het voorstel van B. en W. en is er sterk voor om den Achterweg het eerst te doen, vooral daar deze altijd stiefmoeder lijk is behandeld. Nog deelt Z.E.A. mede, dat door den Hoofdinge nieur is gezegd, dat het Hoogheemraadschap ook elders steenen noodig heeft, zooals b.v. om de Oost. Daarom is het niet direct beslist, dat er op het overige gedeelte der steenen directe aanspraak te gen dezen prijs. De heer Lek blijft er bij, dat de Achterweg toch het eerste aan de beurt moet komen. De heer C. Duif zou er de voorkeur aan willen geven om b.v. de v. d. Vijzellaan of een andere onder handen te nemen inplaats van de Boeterslaan. De Voorzitter merkt op, dat B. en W. binnenkort toch met voorstellen dienaangaande zullen komen, doch is de Boeterslaan in ieder geval nu het eerste met het oog op het drukke verkeer. De heer Muurling heeft ook bezwaar, dat niet één van de andere lanen het eerste is, doch kan zich met het voorstel vereenigen, daar er toch spoedig voorstellen zullen komen voor de overige lanen. Op een vraag van den heer M. Duif of voor deze bestrating een leening zal worden gesloten, deelt deze bestrating te beschouwen als onderhoud en de kosten te bestrijden uit de betreffende post op de begrooting. Hierna wordt confoorm het voorstel van B. en W. besloten. Aan de bewoners van den Bovenweg, die in het bezit van auto's zijn, zal tegemoet worden geko men door het rijverbod tijdelijk op te heffen. In verband met de werkzaamheden aan den weg is ingekomen een verzoek van den heer J Modder, om de vluchtheuvel bij het begin van den Twuyverweg te verleggen met het oog op de zich daar bevindende benzinepomp en mede voo het verkeer. Door den heer Modder was tevens een schetsteekening bijgevoegd. De voorzitter stelt voor B. en W. te machtigen om deze vluchtheuvel te veranderen. Aldus wordt besloten. Gedeeltelijke verwijdering boomen Bovenweg. De voorzitter memoreert dat de Raad destijds in principe heeft besloten om, om de andere boom v, één op 1.0 nit. is toen uitgesteld. Ook spreker betreurde het toen dat er m ale mooie rij zou worden gehakt, doch nu doet zich de meest geschikte gelegenheid voor en zal het meer licht en lucht brengen en niet in het minst voor de bewoners, want in de huizen is het nu donker. Nu kunnen de boomen wel worden gesnoeid, doch het is de aangewezen weg om ze te rooien. Voorts acht het Hoogreemraadschap van belang om de boomen vanaf den hoek van den Achterweg tot aan de woning van den heer Timmerman geheel weg te nemen, daar dan de hekjes, die daar al tamelijk dicht bij de huizen staan, kunnen blijven. De heer Snel acht het in het belang der boomen als er om den ander een wordt weggenomen. Spr- ker wijst hierbij naar den Twuyverweg, waar zulks ook is geschied en zijn het nu pracht exemplaren. Voorts vraagt spreker, waar de gerooide exempla ren naar toe gaan. De Voorzitter acht het beste, deze te koop aan te biieden aan de inwoners, daar het hout te dun is voor werkhout. De heer Lek zegt, er eertijds tegen rooien zijn geweest, doch acht het nu zeer goed en is voor het voorstel. De heer Muurling is eveneens een voorstander omdat het in de huizen veel meer licht zal brengen. De heer M. Duif wil den winter afwachten, omdat de boomen nu teveel in het blad staan. De voorzitter geeft toe, dat die tijd het meest geschikte ervoor is, maar met het oog op de ver nieuwing van den weg alsmede op de afsluiting, is het thans het beste om het nu te doen. De heer Snel wil de gerooide boomen in eigendom houden, dan kunnen de werkloozen in den winter zagen en hakken. De voorzitter merkt op, dat dit een ontzaglijke op slag zal zijn. Na een korte gedachtenwisseling wordt besloten de boomen te rooien en ze te doen opslaan op het voorgedeelte van het voetbalterrein. De heer Snel deelt mede, dat er menschen zijn, die er over klagen, dat hun hek achteruit moet, terwijl de boomen in de bocht van de Witte Kerk blijven staan. De voorzitter antwoordt hierop zeer blij te zijn dat de bocht zoo is, daar deze thans een belemmering is voor het senile rijden, hetgeen ook met het oog op de schoolkinderen zeer gelukkig is en zijn er tot dusver nooit ongelukken gebeurd. Voorts merkt spreker op, dat de weg eigendom is van het Hoogheemraadschap en als dit wat wil, 'dan zal dit in overleg moeten treden met het Kerk bestuur. Hierna sluiting. Buitenlandsch Overzicht Een regeeringspartij onder Von Papen? De veroordeelde Nazi's begenadigd. De 13e Rijksfrontsoldatendag. De President van Mexico afgetreden. Generaal Rodriquez zijn opvolger. De ellende in Mandsjoekwo. Van hier Het moet in de bedoeling van Von Papen, die in het Rijksbestuur geen enkele partij vertegenwoor digt liggen, om een nieuwe nationaal-conservatieve partij te stichten, voor welke hij aanhang verwacht uit alle burgerlijke groepen, maar vooral uit de kringen der Stahlhelm. Indien de crisis, naar be weerd blijft worden, inderdaad over haar diepte- ount heen is en daarmee ook het gunstige getij voor de Nat. Soc. beweging gaat verloopen, zou zoo'n nieuwe partij,-gesteld dat Von Papen succes kan bereiken met de uitvoering van zijn economisch program, inderdaad tot iets van beteekenis kunnen grooeien. Het is in elk geval wel duidelijk, dat de Rijkskanselier volstrekt niet van plan is om voor de Nazi's het regeeringsveld te ruimen, óók niet als dezen door een coalitie met het Centrum, welke coalitie met den dag onwaarschijnlijker wordt, een rivieren te bestudeeren. Hij was uit mijn vaderland afkomstig en wij hebben toenmaals nog over vete personen in de residentie gesproken dieW« beidep kenden. Ja, nu staat mij alles weder helder vom den geest! Hoe men zooiets kan vergeten, zóo Zv-Js, dat men zich den naam niet meer herinnert en mij dien niet opviel, toen ik den grond kocht van Graaf Breitenbach. Ja, ja, men wordt oud!' Herinneut ge u ook nog den naam van d. dame, die met Graaf Breitenbach huwde? „Wacht u even, het was de dochter van een toentertijd zeer bekende demagoog, die door zon opruiende taal en beleedigende, kwetsende geschrif- ten in de gevangenis kwam. Hardenberg heette hy, en de dochter ja, nu herinner ik mij dat alles weer zoo goed was een beeldschoon meisje, ik geloof, zij heette Constance." Gerechte Hemel", zoo riep Hemrich uit „aan kan u door een eed bevestigen, dat u GraafAn- selm v. Breitenbach met Constance Hardenberg in den echt hebt verbonden?" mt„ „ip) „Dat kan ik; maar duidt my deze vraag met euvel, hoe komt het, dat u zich zoo voor deze zaak 'H^OmdaThet de ouders van mijn vader, dus mijn grootouders zijn, wier geschandvlekte naam en ge schonden eer ik mij heb voorgenomen te herstel len. Dat was mijn levensdoel. Thans is dit bereikt, en u, die mij als eenig familielid van moederszyde zooveel bewijzen in handen gaf, wil ik niets ver ZWDaarop deelde hij in weinig woorden aan de beide Tanners de belangrijkste momenten uit zsjfl eigen leven en dat van zijn vader mede, en zeide aanD^fag?mWdaeriem:die men te baat heeft geno men, om het wettig huwelijk in twijfel te trekken en onwettig te verklaren heeft mijn vader ehendig eemaakt mijn grootmoeder nog na haar dood van haTr eer S berooven, en mij, dat weet ik wilde men ook voor mijn volgend leven ongelukkig maken, indien ik niet met onwederlegbare bewijzen mijn tegenstanders had kunnen ontmaskeren. „Hoe wonderlijk toch Gods wijsheid het lot der menschen leidt," zeide de oude Tanner met ern stig gelaat. „Na vele, vele jaren, na slechts een korten tijd in Amerika als amtenaar werkzaam te zijn geweest, moest ik in Duitschland terug komenefben ik geroepen getuigenis af te leggen het eenige waarop gij u, naar wat ik vernam, nog kfn benepen het raadsel op te lossen, den knoop te ontwarren. Want in Cordovo had u geen bewij zen kunnen verkrijgen, aangezien kort nadat ik weder mijn plaats had moeten afstaan, het bureau van den Burgerlijken Stand met alle zich daarin bevindende protocollen in vlammen is opgegaan. Hierop verzocht William nog iets te mogen zeg gen, terwijl hij een pakje brieven uit zijn jaszak te voorschijn haalde. Ook ik heb omtrent het zoo verrassende toeval nog iets mede te deelen. Onge veer drie maanden geleden ontdekte dominee Paul sen, begraven als het ware onder allerlei rommel op den zolder der pastorie, een kistje, afkomstig van den grootvader van Anna, waarin de door hem gevoerde correspondentie zorgvuldig was bewaard. Anna heeft mij toestemming gegevendie oude brieven eens door te lezen, een arbeid, die mij altijd zeer interesseert. Een zeker aantal behelsde mededeelingen aan zijn vriend, den ouden dommee Berghofer, omtrent Graaf Anselm's reizen. In een dezer brieven verzocht hij Anna's grootvader hem alle papieren te willen toezenden, die betrekking hadden op de doopplechtigheid enz., aangezien hij zich met Constance Hardenberg in het huwelijk wenschte te begeven. In een anderen brief schrijft hij uitvoerig over de huwelijksplechtigheid, welke had plaats gehad, zijn ondernomen reis met zijn jonge vrouw, terwijl hij in een derden brief zijn kerkelijke inzegening mededeelt, die in Buenos- Ayres plaats vond. Tegelijk zond hij een ambtelijk onderteekend huwelijkscontract aan dominee Paul sen, wien hij verzocht dit te. bewaren, opdat hier van gebruik kon worden gemaakt, ingeval hem een ongeluk mocht overkomen, in welk geval de oor spronkelijke stukken verloren konden gaan. Deze maatregelen werden door hem genomen om moei lijkheden te voorkomen, bij de erkenning van zijn wettige gemalin of zijn te wachten kind. „Het was mijn doel, zoo ging de jonge Tanner verder, U, mijnheer de Graaf, deze stukken ter hand te stellen, omdat, zooals wij beiden meenden, U het meeste recht daar op had. Immers, het zijn brieven van uw grootvader afkomstig, voor welke U stellig de meeste belangstelling koestert. Zonder te weten, dat deze brieven voor een ander nog van grooter beteekenis zouden zijn, stak ik ze in mijn jaszak, en u zult mij thans willen veroorlooven, deze nu aan onzen vriend Heinrich te overhandigen, of, om mij beter uit te drukken, aan Graaf Hemrich ter hand te stellen." (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1932 | | pagina 1