Door acht Gemeenten OnsGouranfsnverhaal SPORT EN WEDSTRIJDEN Wie met de autobus van Alkmaar naar Oudkar spel gaat, komt door acht gemeenten. Wie dezen rit medemaakt, zal zich niet vervelen. In de eerste plaats neemt men de omgeving eens op, door welke men heen rijdt, waartoe de breede ruiten alle gele genheid geven, en men zegt zelf niet veel, maar luistert eens aandachtig naar de in de bus gevoerde gesprekken. Werkelijk, men heeft het „reisgeld" er tenvolle voor over. Ik „buste" dan een keer van Alkmaar naar den Langendijk en terug. Ik doe dit wel eens meer, maar dien eenen keer had ik er dan toch bijzonder veel pleizier van. De bus was tamelijk vol, en om je nou direct naast een ander neer te zetten, wanneer ei achter nog een plaatsje ruim is, dat doe je eigenlijk liever niet. Ik nam dus plaats op een bank, die nog onbezet was, legde den afstand af van den ingang tot den nooduitgang, met welken ik de achterdeur bedoel, wrong mij tusschen beenen en koffers door langs het smalle middenpad, strui kelde over de verhooging van den bodem der bus, waaronder, naar ik veronderstel, het „versnellings- regelings-mechaniek" is aangebracht, en plofte neer op de mij gekozen zitplaats. Ik zat alleen, keek achteruit en had de busreizigers van allerlei plui mage den rug toegekeerd. Wij reden enkele meters, een rukje wij stonden weer, de Friesche- brug werd dichtgedraaid. Het gesprek begon al levendig te worden. Een paar jongelieden, nog in hun vlegeljaren, waren wat lawaaierig, met arrogante blikken en een hou ding: „wij weten 't", de reizigers (sters) monsterende, Trouwe klanten blijkbaar, met een verbeelding, die de sfeer aangeeft, waarin zij zich denken geplaatst te zien. Het woordje „bescheidenheid" hebben zij zichtbaar uit hun woordenboek geschrapt. Zij doen alsofAchter mij beluisterde ik het gesprek van twee mannen. Eenvoudige lieden, die eerst een praatje hielden over den slechten tijd en dan el kander vertelden, dat zij uitstel van betaling hunner belastingschuld hadden gevraagd. Zij zullen de eenigen niet zijn, zoo dacht ik, en vond het een zeer verstandigen maatregel om te voorkomen, dat er een dwangbiljet je huis binnen komt waaien. „Heb je last van het pak?" vroeg de een aan den ander, terwijl hij met zijn beenen een tamelijk groot pak nog wat verder onder de bank schoof. Te ver, wellicht, want een jonge vrouw, met een baby op haar schoot, ziet om en zegt: „Nou, ken je!" „Komt het nou teugen jou biene an?" vroeg de eigenaar en schoof het bewuste pak weer even naar zich toe. „Deer zit meer in den een ons tabak!" merkte zijn buurman naast hem op. „Nou, praat er niet van," antwoordde de man van het pak. „Ik most voor m'n vrouw tweehoe hiete die dinge ok al weer? Dat 'k er die juf in de winkel nei vroeg, wist 'k 't ok al niet meer. Ja, zeg ik, juf, jij dreeg ze miskien ok wel. Di di „Ik zal u helpen!" zai de juf en nou begraip je 't zeker wel. Ik hoorde de jonge moeder even lachen, want ook zij begreep het blijkbaar en ik ook. Maar de baby werd wakker en de jonge vrouw „vleide het kind, met bollen wang, op haar schoot ter ruste." Wat er nog verder in het pak zat vertelde de man niet, trouwens, het „belangrijkste" wisten wij nu. De bus stopte aan het einde van den Munniken- weg. „Moet je er niet uit, vrouw?" vroeg de chauffeur aan een bejaarde vrouw. „Wel neinik, bai de halvemaansbreg!" „Dan moet je niet zeggen „op de hoek!" ant woordde de chauffeur. Wij gingen weer verder en ik moet er even de aandacht op vestigen, dat alle chauffeurs van deze onderneming niet alleen knappe wagenbestuurders zijn, maar, dat zij bovendien een goed geheugen hebben en er zich nauwkeurig op spitsen, wanneer de reizigers moeten uitstappen. Het schellekoord, dat geregeld boven de hoofden heen en weer slingert, wordt wel gebruikt, maar in de meeste gevallen staat de bus dan reeds of stopt al inderdaad, men kan zich op de chauffeurs verlaten. Wij waren de Halvemaansbrug, over de Hoorn- sche vaart, gepasseerd, hadden ons reeds verlustigd in het vergezicht over de frisch-groene weide, tus schen den Munnikenweg en de Hoornschevaart, waar langs aan de binnenzijde de zes watermolens, die een schilderachtige randversiering vormen langs het smalle dijkje tot de Zeswielen, waar men door de sluis in het vaarwater komt, dat voert naar het Groot Noord-Hollandsch Kanaal. Wie zoo'n busreis medemaakt passeert, zooals ik reeds opmerkte, heel wat gemeenten. Na Alkmaar rijden wij door Oudorp, en men is reeds den overweg van de spoorlijn gepasseerd als men een gedeelte van de gemeente Koedijk doorrijdt. Weldra bevindt men zich in de gemeente Sint Pancras, waar boomen en struikgewas, het dorp in een groen kleedje hullen DE MAN ONDER HET BED. Toen mijnheer van Berenstijn na een avond van jolijt en feestvreugde vergeefsche pogingen aan wendde om zijn huisdeur te ontsluiten, verwenschte hij hartgrondig den uitvinder van zoo'n klein sleu telgat naar een heel klein eilandje in de Stille Zuidzee, waar dadelpalmen en kannibalen van zee- hondenvleesch leven. Dat deze combinatie een weinig ongerijmd was, kwam niet in het brein van mijnheer Berenstijn op, omdat ik u reeds verteld heb, dat zijn hersenen een weinig beneveld waren door abnormale jolige jolijt. Na goed geteld twintig keer met nieuwen moed zijn pogingen te hebben herhaald, zuchtte mijnheer van Berenstijn heel diep en liet hulpeloos zijn arm zakken. Dat., dat was toch grijs vanavond. Die kwajon gens van twee hoog hadden vast en zeker stopverf in het gat gestopt, maar hij zou ze wel krijgen mor gen. Besluiteloos keek hij in het rond en ontdekte plotseling op twintig passen afstand onder het breede schijnsel van een lantaarn het geflikker van een helm, die bij naderebe schouwing aan een sur- veilleerend politieagent toebehoorde. Mijnheer van Berenstijn grinnikte van vreugde, waar zoo'n poli tieagent in het late uur van den nacht al niet bruik baar voor was. Hij deed een paar malle sprongetjes, hield zich stevig met de linkerhand aan den deurknop en deur vast en gebaarde met de rechter den politie agent, die nieuwsgierig naderbij stapte. Aagent, hakelde mijnheer van Berenstijn, het is gek, maaarmaar ik kan mijn huis niet in. Die smeerlappen van boven hebbenhebben en aan die gemeente een kostelijke aantrekkelijkheid geven. Van den Bovenweg naar den Benedenweg voeren verschillende knusse laantjes en aan weers zijden der wegen geven de goed onderhouden en nieuwgebouwde woningen een welvarenden indruk. Men volgt ook hier blijkbaar de meer moderne raamaankleeding in de woonkamers der eerbare burgers, want blinkend wit prijken hier en daar door de ruiten de „poffertjeskraamgordijnen", die volstrekt geen onaardig effect maken. Wij zijn nu reeds drie gemeenten doorgereden, Alkmaar—OudorpKoedijk, en zijn genaderd waar de Bovenweg zich splitst en toegang geeft tot den Achterweg, dien de bus nu als verkeersweg is aan gewezen. „Tegenwoordig kan je alles beleven," zegt een der andere inzittenden. „Sint Pancras geasphalteerd 't Is goed, dat het van het Rijk of de Provincie uit gaat." „Nou," zegt zijn buurman, die naast hem zit, „het werd tijd, dat de weg eens verbeterd werd, op som mige plaatsen had je bij slecht weer kans om te De bus zig-zagt langs den smallen Achterweg en ik zie een rij van keurige huizen, in de schaduw van het lomrijk geboomte, waartusschen zij pronken als sierlijk aangekleede juffertjes in het groen. Fleurig en kleurig leunen de bloemperken, de goed onder houden en smaakvol aangelegde bloementuinen tegen de volgens de moderne architectuur opgetrok ken geveltjes. Reclameborden boven en tegen de winkelhuizen ontbreken evenmin en de etalages bevatten verbruiksartikelen, waarbij vooral in het oog vallen de banketbakkerswaren. Er wordt blijkbaar nogal gesnoept. 't Is soms een beetje benauwend vracht- en luxe auto's te moeten passeeren; dan schuurt de auto bus langs hagen en heg en laat diepe sporen in het zand na. Wij zijn het gevaar te boven en den Ach terweg gepasseerd. Prachtige warenhuizen zijn wij voorbij gereden; bloemenvelden verlustigden ons oog; slingerend langs bochten en al te oneffen weg gedeelten zien wij het „Witte Kerkje" door de boomen spitsen en bij de „vluchtheuvel", waar de Twuyverweg begint, stapten enkele reizigers uit. Ik sla mijn blik in de richting van het raadhuis. Regeeringsgebouw der vroedschap, waarin de harts tochten soms toomloos tot uiting komen, waarin onderlinge verdeeldheid de gemoederen der raads- heeren heftig kan bewegen, waarin het: „In eigen huis, o, bitter kruis, leeft de een soms ver van d' ander," helaas, zoo vele malen waar blijkt te zijn. „De Twuyverweg wordt er ook niet beter op', hoor ik een der aanwezigen zeggen!" „Wat is nou tegenwoordig goed?" is de vraag, als antwoord op deze opmerking. Wij zijn over clas- sieken bodem gereden, over de plaats waar Vrone eens stond. Wij naderen Broek op Langendijk. Weldra passeeren wij den verbreeden spoorover weg, en rijden het dorp binnen. Aan de Oostzijde verrijzen steeds meer nieuwe woningen en wij fan- taseeren reeds een rij huizen van deze gemeenie tot Sint Pancras in de verre toekomst dan. Wij trokken de vijfde gemeente door Broek op Langendijk waar men het aan de laad- en los plaats niet zou aanzien, dat er „tuindersnood" is. Er heerscht 'n bedrijvigheid, die een eventueele som bere stemming in staat zou zijn te doen verdrijven. Nijvere handen zijn bezig de verschillende produc ten in manden en zakken te verpakken, hetgeen ook de aandacht trekt van de twee mannen die nog geregeld 'n praatje hielden, een algemeen gesprek van weinig inhoud. Nu hoorde ik de meer critisch I aangelegde man zeggen: „Als de rooie en de witte kool zoo duur was als de blomkool dan hoefden ze geen demonstratie in Amsterdam te houden." Wij waren de zesde gemeente genaderd en weldra stapten beide mannen uit. „Ik ben er", zegt de sen; „nou,ik gaan d'r ok maar uit," zegt de ander. Van het tamelijk groot aantal reizigers zijn er nu nog vier overgebleven: de jonge moeder met haar baby, een der eerstgenoemden, verborgen achter een nr. van een ochtendblad en ik. „Ik wou er bij de Krommebreg uit, Louw!" zeide de jonge vrouw. „Louw" is onze chauffeur moet u weten, die z'n menschen kent, van velen een handgroet krijgt en lachend teruggroet, door even de hand van het stuurrad op te lichten. Hij kent z'n menschen vrij goed, is even bereidwillig als plichtgetrouw en rond en openhartig, waarvoor men hem kennen moet om dit te waardeeren. Er werd gestopt bij de Krommebrug; Zuid- scharwoude, de gemeente met haar soms sensatio- neele gebeurtenissen, lieten wij achter ons, zoodra wij de lemiet, een regel keien in de straat, zijn ge- passeerd- De bus voerde ons door de zevende ge meente, Noordscharwoude. Bij de groote, royaal van opzet gebouwde garage der directie dezer onder neming houden wij even stil voor het afgeven van een pakket en weldra, bij de Spoorstraat, snort de bus, met haar monotoom motorgeluid de achtste gemeente, Oudkarspel door, waar, evenals te Noord scharwoude, het woelt en werkt in de gemoederen der raadsheeren en de gemeenschapsbelangen zoo vele malen worden geofferd aan het machtsbegrip der verschillende heterogene elementen. En toen wij zelf uit de bus stapten, dachten wij: „wederom veilig over." Een veilig verkeer wordt ons I door deze onderneming verzekerd of zij verplicht wordt door Heer Hugowaard te rijden, of langs den Polderweg over de Ringsloot, öf langs den Achterweg of den onder-Achterweg door Sint Pan cras, öf langs Koningsstraat en Koningsweg naar het Station te Alkmaar. Veilig en op tijd! Het kan niet beter. Betere tijden zullen in de gemoederen der vroede vaderen, der tuinders en landbouwers, der neringdoenden en landeigenaren de rust doen ver zekeren, die noodig is voor een vreedzaam leven, waarnaar allen terugverlangen. Mogen verstandig beleid en een nuchtere blik hiertoe medewerken! Dan worden te autotochten nog gezelliger! En glijden wij langs den weg! Binnenland DE LOONEN IN HET BOUWBEDRIJF. De R.K. Bouwvakarbeidersbond St. Jozef heeft in zijn gisteren te Utrecht gehouden landelijke vak groepvergadering voor het bouwbedrijf de voorstel len tot loonsverlaging aangenomen met 617—579 stemmen. De landelijke vakgroepvergadering voor het schil dersbedrijf heeft de voorstellen tot loonsverlaging aangenomen met 20&—190 stemmen. (Handelsblad). WAT IS DUITSCHLAND VAN PLAN? Volgens de „Deutsche Allgemeine Zeitung" heb ben de plannen tot het instellen van een invoer- monopolie voor boter vasteren vorm aangenomen. Hetzelfde blad deelt mede, dat een aanmerkelijke verhooging van het tarief op eieren kan worden verwacht. (Handelsblad). Hierover lezen wij in het „Handelsblad": Een groot aantal tuinders uit den Langendijk, de Beemster, Kennemerland, de Haarlemmermeer en andere gebieden in de provincie had gehoor gegeven aan den oproep van den „Neutralen Bond van Boeren, Land- en Tuinbouwers", om naar Amster dam te komen, teneinde hun nood te demonstreeren Zij kwamen per trein of autobus en verzamelden zich op het Amstelveld. Een paar duizend tuinders en tuindersvrouwen waren, naar schatting, daar bij- een.Ook vrachtauto's hadden zij medegebracht en daarop lagen gestapeld mooie producten als aard appelen, gele en witte kool, peentjes, andijvie, kro ten, boonen en boontjes, rabarber, tomaten en nog velerlei meer. Opschriften stonden op de wagens als: „Deze producten waren in het volle seizoen waar deloos" of „Deze producten werden dezen zomer bij duizenden op de mestvaalt geworpen". Op een andere auto lazen wij: „Gemiddeld verlies per ha f 600; waar leven wij van?" en „Marktprijs voor kool f 1 productiekosten f 4.90", enz. Bij een kist boontjes stond te lezen: „Dit product bracht aan de veiling op 1 cent per kg. Wat betaalt gij?" De tuinders vormden een langen optocht, waarin de auto's met de groenten medereden. De betoogers droegen doeken met opschriften als: „Wij eischen door toeslag op de productie een minimum bestaan." Voor i pioegen en zaaien willen wij geen hon- ger maaien." „Uitgebuitenen van stad en land reikt elkaar de broederhand." Ook enkele veehouders liepen mee. Hun devies was: „De boter 10.85 per pond; wij 3 cent voor een liter melk.' Alle betoogers droegen een speldje met de woor den: „Op voor regeeringssteun!" De stoet trok door een deel van de stad naar het Oosterpark, waar eenige bestuursleden den nood der tuinders hebben uiteengezet en op regeerings steun hebben aangedrongen. De groenten, die ter demonstratie waren gebruikt zijn na afloop van de betooging ter beschikking gesteld van het Leger des Heils. DRAISIflA-vAN-VALKEriBURG'S* e A •'iLEVERTR LEEUWARDEN- m'n sleutelgat valgestopt metmet stopverf hi, hi. Zou je ze niet metmet de stopverf om de ooren slaan, hi, hi. De politieagent gaf wijselijk geen antwoord en onderwierp het sleutelgat met be hulp van zijn zaklantaarn aan een vluchtig onder zoek en constateerde, dat er evenmin stopverf in het sleutelgat aanwezig was als menschen op de maan. Geef mij die sleutel eens even", zei hij met moeite een lachtje bedwingend. Maar zou je de stopverf er eerst niet uit halen?" vroeg mijnheer van Berenstijn, aarzelend, en verbaasd toeziend, doch reikte tegelijkertijd de sleutel over. De agent woog het bakbeest van een sleutel op zijn hand, wierp een snellen blik op het sleutelgat en vroeg: Bent U misschien slotbewaarder? Ik? vroeg mijnheer van Berenstijn verbaasd. Moet u misschien het slot hebben, zit de sleutel er nog in? Geef u mij nog een andere sleutel, zei de agent geduldig. Een andere? „Ikik heb er nog maar een in mijn zak en die is van de brandkast. Kom je niet mee in, agent, heusch geloof me, die smeerlappen. Mijnheer, ik ben op m'n ronde Oh, pardon, nou eh, alstublieft dan, maar u zult zelf zien Alstublieft, zei de agent en zwaaide de deur open. Hè? vroeg mijnheer van Berenstijn verbaasd toeziend, hèheb ik me nou werkelijk vergist? En voorzichtig naar binnen schuivend mompelde hij: Het is toch kasjeweel, het is toch kakas jeweel. Affijn, die binnebine, binne binne, en nou heel zachtjes aan doen, dat de hospita niet wakker wordt. Wachtwas dat even een goede ingeving? Hij zou het achtertrapje nemen en dan zoou geen sterveling hem hooren. Zoo gezegd, zoo gedaan en zoekend en tastend klom hij de dienst- bodentrap op naar zijn kamer, Na een moeizame klimpartij wist hij de bovenste trede te bereiken en drukte zichzelf de hand. Gefeliciteerd jongen, dat heb je er maar weer kranig afgebracht! Nunog even dat kleine gangetje door, zoo, zachtjes aan maar. Het was nu toch laat. Voetje voor voetje schuifelde hij voort, het hoekje om en hij stond voor zijn deur. Wawai was dat nou? Zijn deur stond op een kier en er brandde volop licht in zijn kamer. Op de teenen sloop hij naderbij en bleef plotseling als aan den grond genageldstaan. Van onder zijn bed sta ken een paar schoenen te voorschijnhij bukte zich aan die schoenen waren een paar broeks pijpen verbondenmaar wat een inbreker natuurlijk, diedie zich hier verstopt had. Wat moest die kerel onder zijn bed? hij trachtte snel en vlug na te denken, door de plotselinge schrik voelde hij zich eensklaps ontnuchterd. Het kwam er nu op aan met verstand en overleg te werk te gaan. Wacht, die politieagent Met levensgevaar liet hij zich langs de trapleu ning omlaag glijden, kwam onzacht met zijn hoofd tegen een spijler terecht geen zorg rukte de buitendeur open en holde blootshoofd de straat op. Hij speurde in de duisternis bij de hoek van de volgende straat glimmerden de knoopen in het schijnsel van een lantaarn. Hij zette het op een loopen en toen hij den agent op ongeveer veertig meter was genaderd, zette hij de hand voor den mond en riep: Hé agent!" De agent stond verbaasd stil. Agent, er is een man op m'n kamer, onder mijn bed, een inbreker —Een inbreker, deed de agent kwasi verbaasd, maar mijnheer, u moet u natuurlijk veTgissen. Denkt u nu eens goed na, die schoenen waren van u, ja, zeg het maar Maar, maarstotterde mijnheer van Beren stijn en die beenen die waren toch nietnee, nee, en den agent bij den arm pakked, vervolgde hij smeekend: Toe, gaat u toch mee." D. T. S. I—UITGEEST I. 4—4. Zondagmiddag heeft D.T.S. haar eerste compe titiewedstrijd gespeeld tegen Uitgeest I, hetgeen een zeer spannende, maar fair gespeelde wedstrijd geworden is. Omstreeks 2 uur fluit de scheidsrechter de elf tallen in het veld, Van Dijk is het gelukkigst met de toss en Uitgeest trapt tegen wind in af. D.T.S. heef een invaller voor Speets, waarvoor J. Bakhuis invalt, het elftal ziet er dus als volgt uit: A. Kroon J. Mulder, C. Kroon J. Bakhuis, W. v. Dijk, K. Kooy J. Schrieken, K. v. Meurs, J. Dekker, H. Kuiper. Uitgeest is eerst even in de meerderheid, maar dan neemt D.T.S. he spel geheel in handen en het duurt niet lang of Kokkes, die in deze wedstrijd de hat-trick heeft verricht, heeft uit een goed aan gegeven bal van Van Dijk DTS de leiding, door de bal onhoudbaar in de hoek te plaatsen. Een schit terend doelpunt. 10. Even later is het wederom Kokkes, die den Uit geest-keeper weet te verschalken. 20. Nog is het D.T.S. niet genoeg, een snelle aanval van links wordt besloten met een schot van de linksbuiten Kuiper, de bal wordt door den keeper tegen den lat geslagen en Dekker schiet in, maar buitenspel. Dan komt Uitgeest opzetten, ze zijn niet van het DTS-doel weg te slaan. De linksbinnen van Uit geest onderneemt een suelle ren en schiet precies in de hoek. 21. Uitgeest, aangemoedigd door haar supporters zet alles op alles, maar het geluk is aan den anderen kant, Dekker plaatst de bal goed naar Schrieken, deze zet voor maar niemand raakt den bal en deze komt bij Kuiper, deze schiet op zijn beurt voor en het is Kokkes, die uit een moeilijke positie de Uitgeest-keeper voor de derde maal het nakijken geeft. 31. Dan weer een snelle ren van Uitgeest rechtsbin nen, een schot en het is 32. Een oogenblik later onderneemt H. Kuiper een ren en schiet hard op doel, maar de Uitgeest-keeper houdt deze bal op schitterende wijze. Dan weer een aanval op he DTS-doel, de links buiten schiet mooi voor en de linksbinnen heeft niet veel moeite de partijen op gelijken voet te brengen. Na enkele minuten fluit de schiedsrechter rust. Na de rust zit Uitgeest er dadelijk flink op, maar tot doelpunten maken komen ze niet. Alles gaat naar voren van Uitgeest, ze zijn dan ook bijna voortdurend in de meerderheid, maar na eenigen tijd werkt D.T.S. zich wat los. Er worden vlak achter elkaar drie corners van rechts op het Uitgeest-doel genomen, maar deze leveren niets op, dan plaatst Dekker goed naar Schrieken, deze neemt een ren en schiet hard op het Uitgeest-doel, maar de Uitgeest-keeper is niet te verschalken en heeft de bal dan ook klemvast in zijn handen en zendt de bal het veld weer in. Niet lang daarna maakt de Uitgeest-keeper free- kick door te veel passen met den bal te maken, deze vrij goede kans levert niets op. Kuiper krijgt de bal, die volgens de Uitgeestgrens- rechter buiten de lijn is geweest, vrij en schiet voor. Dekker kopt den bal, maar kan er niet goed bij zoodat de bal bij Schrieken komt, die den bal voor het doel plaatst en nu schiet Dekker den bal in de touwen. 43. Tegen dit doelpunt heeft Uitgeest geprotesteerd. Uitgeest niet ontmoedigd, pakt nu flink aan en verscheidene malen ontkomt het DTS-doel aan een doorboring, éénmaal als de Uitgeest-rechtsbinnen voor open doel vlak langs het doel kopt, ten tweede male als Kroon naar de bal duikt en deze tegen de paal stompt en de bal weer bij hem terug komt en hij den bal, gesteund door de linkshalf, wegwerkt. Maar dan schiet de rechtsbinnen den Uitgeest-bal van ver hard in de hoek en de DTS-keeper heeft het nakijken. 44. Een oogenblik later herhaalt dezelfde speler dit kunstje, maar nu is A. Kroon op zijn post en stomt den bal al vallende uit het doel. Nog eenig heen en weer getrap en de scheids rechter, die maar matig voldaan heeft, fluit einde. Beide elftallen kunnen met deze uitslag tevreden zijn, daar ze van ongeveer gelijke kracht zijn, maar dat de overwinning D.T.S. is ontgaan, ligt toch wel niet aan de voorhoede, want 4 goals moeten toch genoeg zijn. De overige uitslagen van de gespeelde wedstrijden in deze af deeling zijn: Alkmaar ISchagen I. 24. Texel IZilvermeeuwen I. 33. E.V.C. I—Beverwijk I. 14. Vrone I—Q. S. C. I. Uitgesteld. De agent besloot de wijste partij te kiezen en den man naar zijn huis te vergezellen. Mijnheer van Berenstijn draaide onhoorbaar de sleutel terug, opende geruischloos de kamerdeur en en boven elkaar keken zij de kamer in, waar nog altijd de schoenen onder het bed uitstaken. De politieagent fronsde plotseling het voorhoofd en greep naar zijn revolver. Kom er onder vandaan, kereltje, je bent er gloeiend bij. En geen beweging, of ik schietEr kwam leven in de schoenen, zij schoven langzaaam nar voren, daarna volgde een pilo broek en een blauw wambuis, tenslotte een verbaasd gezicht. De agent deed een stap de kamer in en beval: Handen omhoog!" De man voldeecT aan het bevel en liet een breek ijzer op den grond vallen. Aha, zei de agent grimmig, geknipt kereltje, op heeterdaad betrapt. Vertel maar eens, wat jij hier uitvoert? Ik zoek het lek in de waterleiding. Op het zelfde moment trad de hospita handenwringend en jammerend de kamer binnen. Ah, bent u daar mijnheer? Neemt u me niet kwalijk, dat we zoo laat op uw kamer zijn, maar we zoeken naar het lek in de waterleiding en er loopt een buis onder uw bed! Oh, zei mijnheer Berenstijn, die het plotseling heel erg warm kreeg en den politieagent van terzijde begluurde, hè, hè, dat is grappig, pardon ik wil zeggen, dat is niet grappigIk dacht nog wel ja ziet u die schoenen zoo onder het bed, da's toch wel wat vreemd, zegt u nou zelf eens. Zeker,, zeker mijnheer, daarom had ik al steeds op u gewacht om u te waarschuwen, maar ils, heb u niet naar boven zien komen! Nee, ziet u, ik, ik was wat laat en u weet Pardon, zei de agent, hebt u mijn diensten nog noodig? Nee, nee, u wordt vriendelijk bedankt en als u deze sigaren als bewijs van mijn erkentelijkheid wilt aanvaardenDe agent keek glimlachend in het zakje, bracht de hand aan de helm en zei: Tot de volgende keer, mijnheer!"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1932 | | pagina 4