Nieuwsblad v. Holl. Noorderkwartier
DINSDAG 27 SEPTEMBER 1932
41e Jaarffang
Buitenlandsch
Binnenlandsch Overzicht
In den dwaaltuin des levens
No 111
TELEFOON INTERCOMMUNAAL NO. 58.
NIEUWE
Clllft Ailll
DEZE COURANT VERSCHIJNT
DENSDAG DONDERDAG
- en ZATERDAG.
Abonnmentsprjj s
'„'■Kt maanden f LIS.
Uitoave: Firma I. H. KEIZER. Redacteur I. H. KEIZER. Bureel Noordscharwoude.
ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 75 cent;
elke regel meer 15 cent
GROOTE LETTERS
NAAR PLAATSRUIMTE.
Overzicht
Een anti-Duitsche rede van den Fran-
schen premier. De Volkenbondsver
gadering geopend. De Engelsche tex
tielstaking geëindigd? Een socialis
tisch kabinet in Zweden. Verkiezingen
in Griekenland. De Indische kasten
treffe n een accoord met de paria's.
Gandhi eindigt zijn hongerstaking.
Te Gramat heeft Herriot, de Fransche premier
op Zondag j.l. een opmerkelijk anti-Duitsch ge
stemde rede gehouden. Hij wees den Duitschen pa-
riteits eisch scherp af, herinnerde aan de verplich
tingen (voor Duitschland) van het Verdrag van
Versailles en wees op de noodzaak voor Frankrijk
om haar veiligheid te verzekeren. Duitschland heeft
in de geschiedenis méér bewezen aldus Herriot
dat het in staat is om op geheel nieuwen grondslag
een aanvalsleger te bouwen en daarom moeten we
voorzichtig zijn. Hij laakte het zeer, dat in Duitsch
land van overheidswege de jeugdopvoeding gereor
ganiseerd is en onder leiding werd gesteld van een
generaal, die het jonge geslacht voor den oorlog zal
vaardig maken. „Hoe zoo riep de Fransche pre
mier theatraal uit kan men kinderen de kunst
van het dooden leeren!" Alsof men in Frankrijk
met de kinderen van 18 en 19 jaar, die soldaatje
moeten spelen, anders doet?
In Duitschland voelt men zich in regeerings-
kringen erg gegriefd over Herriot's rede, waarop
reeds een antwoord is gelanceerd. Daarin wordt o.a.
de bewering van den Franschen premier, als zou
Frankrijk het vredesleger reeds met de helft heb
ben ingekrompen, weersproken, de werkelijke
vermindering sou niet meer dan een derde beloo-
pen. Dat de voorgenomen organisatie van de jeugd-
opvouding een militair karakter zou dragen, wordt
door Berlijn ontkend.
Op Maandag werd intusschen de nieuwe Volken
bondszitting geopend, waarin vrij algemeen werd
erkend, dat de resultaten in zake ontwapening ver
beneden de verwachtingen der volkeren zijn geble
ven. Thans, zoo meende men en o.a. de Iersche
minister president de Valera gaf dat zeer onom
wonden te kennen staat het prestige van den
Volkenbond op het spel. De Volkenbond zal de
kwestie der ontwapening moeten redden, of hij zal
zijn beteekenis hebben verloren. Merkwaardig in dat
verband is, dat Herriot Zondag in zijn rede sprak
van een plan uit Volkenbondskringen, waardoor ver
band wordt gebracht tusschen ontwapening en vei
ligheid. Herriot scheen veel van dat nieuwe plan
te verwachten en ook de Duitsche regeering heeft te
kennen gegeven, dat deze zaak voor de kwestie der
volkerenbeweging wel eens van groote beteekenis
zou kunnen sijn, maar de Duitsche regeering be
hield zich haar eindoordeel voor, tot tijd en wijle
er over dat mysterieuze plan meer bijzonderheden
bekend zouden zijn.
In elk geval: in Volkenbondskringen wordt op het
moment hard aan de zaak der volkerenontwapening
gewerkt! Laten we maar weer hopen
De groote textielstaking in-Lancashire loopt ten
einde. Partijen zijn het met elkaar eens geworden-
over een loonsverlaging van circa 151/* pet. Woens
dag zouden de fabriekspoorten weer worden geopend
en men verwacht, dat de hervatting van het werk
dan algemeen zal zijn. Een ingestelde verzoenings
commissie bedoelt voor de toekomst het uitbreken
van conflicten te vermijden.
In Zweden is onder leiding van Hansson een
I nieuwe socialistische regeering gevormd, welke
door den koning reeds is geïnstalleerd. De regeering
I heeft beloofd te zullen streven naar het opruimen
van de internationale tol-barrières; hulpverleening
aan crislsslachtoffers zal voorts een voornaam deel
van haar program zijn, alsmede een aanzienlijke ver
mindering van de militaire lasten.
De verkiezingen van Zondag j.l. in Griekenland
hebben niet de monarchistische zege opgeleverd,
welke de republikeinsche regeering zoo zeer vreesde.
Integendeel, het schijnt, dat Venizelos de meeste
verkiezingssuccessen heeft geboekt, al zal zijn partij
of persoon ook in de nieuwe volksvertegenwoordi
ging niet over een meerderheid kunnen beschikken.
Ook nu heeft Gandhi weer gewonnen met zijn
beproefde afdreiging: de hongerstaking. De ver
tegenwoordigers der Indische Hindoe-kasten hebben
in onderhandelingen met de klasse der paria's, een
compromis getroffen inzake de vertegenwoordiging
der paria's in de toekomstige Indische regeering.
Over den inhoud van dat accoord schrijven we nog
wel nader. Gandhi heeft zich bij de getroffen rege
ling neergelegd en hij eindigde op Zondagmiddag
5 uur zijn hongerstaking, toen hij zich overtuigd
wist, dat ook Mac Donald zich namens de Engelsche
regeering bij het accoord had aangesloten. Gandhi
was overigens een toestand van volkomen uitputting
nabij gekomen.
Zijn glorie en aanzien zullen weer gestegen zijn
bij de Hindoesche geloovigen, nu hij wederom en de
Indische partijen én de Engelsche regeering naar
zijn dwingende hand heeft kunnen zeten.
Naweeën van Prinsjesdag. De sluip
moord op den Haagschen politieagent.
Demonstraties van Overheidspersoneel.
Een brug te Moerdijk. De zee eischt
offers. De benzineprijs verhoogd.
Prinsjesdag, méér de daaraan vastgekoppelde
communistische betooging, heeft dezen keer tot
FEUILLETON
Op den stoffigen straatweg, die van de schilder
achtige kloosterruïne Paulinzelle naar de idyllische
badplaats Ilmenau voert, reed een eenigszins plompe
reiswagen, met twee groote, bruine paarden bespan
nen.
Niettegenstaande de hitte waren de vensters van
den wagen gesloten, hoofdzakelijk om 't stof, dat de
wielen in dikke, witte wolken, deden opjagen, den
toegang tot het interieur te belemmeren.
In de beide voorste hoeken zaten een oude heer
en een iets jongere dame. Beiden schenen ingedom-
meld te zijn, terwijl een jong meisje tegenover hen
'had plaats genomen. Het was een fijngebouwde,
'slanke gestalte, dit kon men, trots haar zittende
'houding bemerken; in de fijn gevormde witte hand
hield zij een boek in gouden band gebonden, maar
de groote, blauwe oogen in het bleeke gelaat keken
er droomerig overheen naar het in zonnelicht ba
dende landschap.
Een hevige stoot van den wagen wekte de beide
slapenden; verdrietig boog de man zich iets naar
voren en keek door het venster, alsof hij zich in de
omgeving wilde oriënteeren.
,De hemel zij gedankt, het is weldra doorstaan,"
zei hij, weer terugleunend.
„Binnen een half uur zijn wij aan ons doel."
„Herkent U de omgeving weer, papa?" vroeg het
jonge meisje.
„Zeer zeker," antwoordde deze, „ofschoon er on
geveer veeertig jaren voorbij gegaan kunnen zijn,
sedert ik als student tijdens de vacantie door
Thüringen reisde en denzelfden weg, waarop wij
ons thans bevinden, heb afgelegd."
„Toen sliep U zeker niet in een rijtuig, zooals nu?"
vorschte de dochter van den ouden heer, schalksch.
„In een rijtuig? Dat kun je denken? De student
van toen nam zijn ransel op den rug, een flinke
stok in de hand en met weinig geld, maar goed
geluimd, ging hij trotsch op weg de bergen in.
Tegenwoordig daarentegen reizen de jongelui als
baronnen, de zakken vol geld, 2e klasse, een groöte
koffer meenemend, alsof zij een reis om de wereld
willen maken."
.,U was vast een luchthartige, levenslustige stu
dent?" meende Hélène.
De oude heer glimlachte. „Nu, ja, een schijnheilige
ben ik niet geweest en glacéhandschoenen en lak
schoenen heb ik ook niet gedragen, „merkte hij ver
der op."
„Ik had echter een prachtigen Newfoundlander,
een echte rashond, en als er in Jena een onschuldige
vechtpartij was, ontbrak ik nooit."
„Dan zult U zeker ook tegen Robert niet zoo
streng optreden" vroeg het meisje, haar smalle hand
op haar vaders arm leggend. „U bent zelf student
geweest, en heeft het leven leeren kennen en zult
daarom ook tegen mijn broer niet zoo onverbid
delijk zijn."
De man maakte een afwerende beweging met de
hand, en een donkere trek verduisterde zijn breed,
hoog voorhoofd.
„De jonge man verdient geen toegevendheid meer,
nadat ik hem met zachtheid en strengheid ver
maand en gewaarschuwd heb. Hij luistert niet mi-tr
naar mij, slaat mijn raadgevingen in dei wind
goed, dan moet hij zelf de gevolgen dragen. Laten
we daarover niet verder spreken."
De stem van den ouden heer klonk ruw, barsch,
heftig, toen hij deze woorden sprak; de naam van
zijn zoon scheen hij opzettelijk niet te willen uit
spreken, als vreesde hij, dat dit hem tot een meer
verzoenlijke stemming zou kunnen brengen.
De oude dame was weer ingedommeld, maar bij
de luide woorden van haar echtgenoot verschrikt
opgesprongen. Verwonderd keek ze nu eens naar
dezen, dan weer naar het jonge meisje, en zij kon
gemakkelijk raden, welke wending het gesprek ge
nomen had. Een voortzetting hiervan kon de kwade
bui van haar man slechts versterken, daarop keerde
zij haar gezicht zwijgend naar het venster toe.
„Het doel van onze reis", riep zij plotseling, toen
de wagen, door een bocht in de straat, een andere
richting insloeg. Haar beide reisgezellen volgden
haar blik. Een uitgestrekt dal, door beboschte hoog
ten ingesloten, lag voor hen. Als een kudde witte
schapen op de groene weide, rondom hun herders
lagen de witte huisjes van de badplaats om den
kerktoren geschaard, als in een bed van donker,
sappig groen der naaldbosschen, waar hier en daar
een aardige villa, als een verdwaald lam, tusschen
uit kwam. Langzaam reed de wagen bergafwaarts
en spoedig kwamen zij op een geplaveiden weg.
De reizigers waren in Ilmenau, en hielden al gauw
voor de van te voren gehuurde woning stil, waar
de huisheer naar buiten snelde, om de gasten te
verwelkomen.
Voor een van de naburige huizen, zat een groep
dames en heeren van verschillenden leeftijd, die
de pas aangekomen vreemdelingen oplettend gade
sloegen. Slechts een oude heer liet zich in zijn kran-
tenlectuur niet storen; in zijn tuinstoel geleund,
veel napraterij geleid. In vele kringen is men weinig
gesticht over de door de Amsterdamsche autoritei
ten verleende „stempelvacantie" aan de hoofdste
delijke, communistische werkloozen, terwijl toch
begrepen kan worden, dat die vacantie zou worden
aangewend om in Den Haag de bolsjewistische
bloemetjes eens buiten te zetten en het de Haagsche
politie duchtig lastig te maken. Amsterdam heeft
hier inderdaad op verkeerde wijze van haar zoo
gekoesterde autonomie gebruik gemaakt, want ge
meentelijke zelfstandigheid wordt verwerpelijk, als
ze er toe leidt, dat men zich van eikaars gemeen
telijke zorgen niets aantrekt.
Het meest is de Haagsche politie met het geval
gedupeerd geweest, want zij beleefde door de com
munistische demonstratie een zwaren dag. Alge
meen is de deernis met het lot van den agent
Baars, die niets met de demonstraties te maken
hebbende en zijn taak als verkeersregelaar vervul
lende, lafhartig werd neergestoken door een aan
vankelijk onbekend gebleven individu. De agent is
inmiddels aan zijn verwondingen overleden, maar op
zijn sterfbed kreeg hij nog gelegenheid om een aan
gehouden verdachte als zijn moordenaar te her
kennen. De publieke opinie is zeer verontwaardigd
over den lafhartigen overval, welke den communis
ten heel wat sympathiën zal hebben gekost.
De agent Baars is Maandag j.l. begraven. Zijn stof
felijk overschot werd uitgeleide gedaan door een
machtige schare collega's, welke uit talrijke plaatsen
voor de tragische plechtigheid waren overgekomen.
Heel wat ordelijker en daardoor meer doel
treffend is op Zondag j.l. in de hoofdstad de de
monstratie van overheidspersoneel verloopen. Op
het IJsclubterrein zijn de 20.000 demonstranten toe
gesproken door het socialistisch kamerlid van
Braambeek en door de heeren Noordhof, Meurs en
Posthumus. De betooging ging tegen een deel der
conclusies uit het rapport-Weiter en tegen de plan
nen der regeering ten opzichte van het overheids-
personeel. Op straat groeide het aantal demon
stranten tijdens den optocht tot naar schatting
25.000 personen. Op den voorafgeganen Zaterdag
middag hadden de groepen van gemeentelijk- en
provinciaal personeel reeds afzonderlijk betoogd.
Aan de Amsterdamsche demonstraties is ook door
talrijk^, modern georganiseerde politie-beambten
deelgenomen. Zij hadden vrijwillig de functie van
ordecommissaris op zich genomen, een taak, van
welke ze zich voortreffelijk hebben gekweten.
Uit de begrooting van het Wegenfonds is thans j
gebleken, dat het Rijk den bouw van een brug te i
Moerdijk zal gaan verzorgen, De berichten omtrent
bouwplannen van particulieren met medewerking
van het rijk, zijn dus wel degelijk fantasie gebleken.
De nieuwe Moerdijkbrug zal de eerste zijn van de
reeks voorgenomen overbruggingen in de verbinding
van Rotterdam met het Zuiden. Althans de eerste
brug in begin van uitvoering, want wél komt de
bouw der andere bruggen eerst later aan de orde,
maar de bedoeling is, dat ze alle ongeveerff.ter zelf-
dér tijd gereed zullen komen. De bouw van de I
nieuwe Moerdijk-brug is van zoo'n geweldigen om
vang, dat er mee begonnen kan worden, vóórdat men
zich over de plannen der andere overbruggingen
zorgen behoeft te gaan maken.
De zee heeft weer levens van dappere landge-
nooten geëischt. Nabij Zandvoort is een onbemande
garnalenschuit komen aandrijven, het bleek later
dat de twee visschers, die er mee waren uitgevaren
omgekomen zijn. De twee slachtoffers hadden zich
juist nog onlangs bij vergeefsche pogingen om een
paar andere in gevaar verkeerende Zandvoortsche
garnalenvisschers te redden, zeer moedig onder
scheiden.
Bij een storm in de golf van Biskaye is een in
Nederland gebouwde baggermolen omgeslagen,
waarbij de twee opvarenden, inwoners van Maas
sluis, w.o. een lid van de bekende duikers-familie
Sperling, te water geraakten. Een der drenkelingen
heeft zich middels zijn zwemvest nog 14 uur drij
vende kunnen houden, maar de bemanning van de
sleepboot kon, gehinderd door de wilde golfslagen,
den ongelukkige eerst binnen boord, krijgen, toen
deze van uitputting was bezweken. Ook de tweede
drenkeling kwam om het leven.
Heel geleidelijk beginnen industrie-producten iets
omhoog te gaan in prijs, wat voor een aanwijzing
wordt gehouden, dat de crisis toch inderdaad wel
over het laagste punt heen is. Op Maandag van deze
week is voor ons land een verhooging van 2 cent
op den benzineprijs ingegaan. Een onaangename
verrassing voor velen. Maar een zegen, als het
onedele gilde der motorduivels er iets door gedund
zou kunnen worden. Het aantal verkeersongelukken
blijft onrustbarend. Zaterdag j.l. werd bij Almelo
nog een 28-jarige jongeman, die met zijn verloofde
liep, van het WANDELPAD weggesleurd door een
vrachtauto en gedood. De 21-jarige chauffeur kwam
eens naar zijn slachtoffer kijken, haalde zijn schou
ders op en.reed weg. De politie haalde hem later
van zijn bed, waar hij den slaap des rechtvaardigen
sliep.
Nabij Hilversum heeft op Maandagmiddag een
noodlottige botsing tusschen tram (den Gooischen
Mooordenaar) en een Duitsche autbus een droeve
sensatie gewekt. Een tweetal passagiers moet direct
zijn gedood.
A-vam'\ALKENBUR
LEEUWARDEN
de beenen over elkaar, was hij heelemaal in de
politieke berichten van de krant verdiept.
„Twee dames met hun beschermer, vermoedelijk
de echtgenoot en de vader, zei de dame, die naast
den lezenden heer zat, teleurgesteld. Vrouwen en
oude heeren zijn er al genoeg in Ilmenau."
Het gelaat van den spreekster zou mooi te noe
men zijn geweest, indien het niet op hetzelfde
oogenblik door een opvallend hooghartige trek om
de lippen bedorven geworden was. Met een lichte
zucht wendde zij haar hoofd af en begon mismoe-
digd in een voor haar liggend album te bladeren,
zonder veel aandacht aan de platen te schenken.
„Je bent zonderling, Malwine! antwoordde een
jonge vrouw, wier open, vrendelijk gelaat het tegen
gestelde van dat der anderen was.
„Je zult hier van genoegens moeten afzien, dat
wist je, en toch ben je steeds opnieuw ontstemd,
wanneer de noodzakelijkheid, je het genot van een
groote stad te ontzien, tot je doordringt."
Ik verdraag alles beter dan verveling", riep Mal
wine, het album hard dichtslaande.
Wie zich, zooals Ik uit het bonte, wisselvallige
ven op het tooneel, met zijn opwindend werk, zijn
intriges, maar ook zijn glorie, plotseling in dit klein-
steedsche verplaatst ziet, moet een leegte in zijn bin
nenste ondervinden, die door geen natuurschoon te
vervangen is."
„Maar, juffrouw, juist het opwindend werk, waar
van U sprak, is toch de oorzaak, dat U zich hijr
bevindt," zoo nam een jonge man, de echtgenoot
van de vriendelijke dame, het woord. „De krachtige
baden, de heerlijke, zonrijke lucht,, beweging in de
vrijheid, zullen uw aangetaste zenuwen tot rust
brengen, zoo wil uw dokter het en hij heeft zeker
gelijk."
„Dat is ergens anders ook te bereiken," beweerde
de eerste eigenzinnig. U en Gertrude maken al heel
weinig aanspraken op het leven; en heel bijzonder
tevreden moet wel een jong echtpaar zijn, wanneer
op hetzelve het woord des dichters van toepassing
is, waarin sprake is van „liefde in het kleinste
hutje!"
„Maar, kinderen, wat hebben jullie toch?" mengde
zich nu de oude heer in het gesprek, terwijl hij zijn
biad liet vallen en zijn bril vaster op zijn neus
drukte.
Onwillekeurig dwaalde zijn blik af naar den reis
wagen, waarvan de bagage juist werd afgeladen.
Een merkwaardige verandering was op zijn gelaat
waar te nemen, hij werd bleek en de oogen richtten
zich strak op de vreemdelingen, het hoofd boog
zich naar voren om hen beter in oogenschouw te
kunnen nemen, toen pakte hij met de eens hand
den arm van Malwine vast, terwijl de andere naai
de groep wees en zijn lippen iets prevelden, waarvan
intusschen geen woord was te verstaan. Verwon
derd keken Gertrude en haar man, Bothner, die
leeraar aan het gymnasium was, naar de zeldzame
scene. Daar daar dat is 'm, advocaat Stern,
kijk toch eens, Malwine, bracht de oude eindelijk
uit. Het meisje trachtte tevergeefs haar arm, die
haar pijn deed, te bevrijden. Toen zij den naam
Stern vernam, kon ze een zekere opwinding niet
verbergen, ofschoon zij zich als tooneelspeelst„r
beter beheerschen kon.
„U bent onwel, vader," zei ze, „laten wij in de
kamer gaan. U behoeft rust. U neemt ons niet kwa
lijk, dokter? en U ook niet Gertrude, als wij ons
verwijderen?" De leeraar maakte een buiging en
zijn vrouw reikte haar vriendin de hand. „Ik hoop,
dat de aanval gauw voorbij is," riep zij de vertrek-
kenden deelnemend na. Vader en dochter verwij
derden zich langzaam en verdwenen spoedig in huis.
„Dat is hoogst eigenaardig", meende de leeraar,
„heeft U de verandering in Tautenberg's gelaat be
merkt?"
„Zeker", antwoordde de jonge vrouw. „Wat kan
hem toch zoo verschrikkelijk opgewonden hebben?
Het moeten erg onaangename herinneringen zijn,
die zich met den naam van den persoon van den
rechtsdienaar Stern aan hem opdringen", besliste
Bothner. „Het zal niet moeilijk zijn, met den heer
kennis te maken en op deze manier misschien iets
naders te vernemen."
Hij bood zijn jonge vrouw zijn arm en wandelde
met haar langs de laan, waarin het thans, nu de
drukkende hitte van den daag voorbij was, weer
levendiger werd.
II.
Dicht bij Ihmenau verheft zich de Gichelhahn, een
met heerlijk bosch beplante berg. Een breede straat
weg voert omhoog naar de, van een slanke uit
kijktoren voorziene top, in welker nabijheid zich het
Goethehuisje bevindt, een klein, uit balken en plan
ken getimmerd gebouwtje, waarin Goethe zijn on
vergetelijk „Ueber allen Wipfeln ist Ruh'gedicht
heeft. Het oorspronkelijke huisje is eigenlijk al
lang verdwenen. De Vandalistische, niets ontzien
de verzamelaar, had het houtwerk door ont
schorsen van de balken weldra vernield en
een ander op deze plaats opgericht zomerhuisje
werd in het jaar 1874 door het vuur vernietigd.
Maar het boschbeheer is piëteitvol genoeg om het
huisje steeds weer op dezelfde wijze als voorheen
te laten herstellen en daardoor de herinnering aan
het tijdelijke verblijf van den grooten dichter In
deze eenzaamheid van het bosch te bewaren.
(Wordt vervolgd).