NIEUWE
S
i VADERTJE i
s LANGBEEN -
Nieuwsblad v. Holl. Noorderkwartier
Een Meisjesgezicht
No 114
DINSDAG 4 OCTOBER 1932
41e Jaarsrang'
Bureel Noordscharwoude.
Wat moeten mijn kinderen
worden.
FEUILLETON
In den dwaaltuin des levens
BuitenlandssSi
Overzicht
Qpeningsvaarstellingü
TELEFOON INTERCOMMUNAAL NO. it.
LANGIDIJKER COURANT
DEZE COURANT VERSCHIJNT
DINSDAG DONDERDAG
- en ZATERDAG.
Abonnmentsprij s
oer 2 maanden f 1.15.
luw: Firm I. H. KEIZER. - Hedacteur I. H. KEIZER.
ADVERTENTIEN
Van 15 regels 75 cent;
elke regel meer 15 cent.
GROOTE LETTERS
M(«P P! 1 (TSBIIMTP
Bovenstaande vraag en meer speciaal het ant
woord er op, beroert het brein van vele vaders en
moeders, vooral in dezen tijd.
Valt er bij 't jonge goed 'n minimum aan verstan
delijke ontwikkeling en aanleg tot verdere ont
plooiing daarvan te constateeren, dan wordt maar
al te gauw de conclusie getrokken, dat ze naar
M. U. L. O. of H. B. S. moeten, wat het voordeel
geeft, eerstens, dat de defininitieve beslissing tot
later wordt verschoven, tweedens, dat een einddi
ploma dier onderwijsinstellingen weer méér toe-
komstdeuren opent.
De vraag: „Wat moeten mijn kinderen worden?" j
is vooral in dezen tijd uiterst moeilijk te beant-
woorden, omdat de economische wanorde alle gele-
dingen van het maatschappelijk leven heeft omvat
en er tenslotte géén vak of beroep meer is, dat be
paalde perspectieven opent. Ook wij kunnen des
wege geen afdoend advies geven; we moeten ons
beperken tot het maken van enkele opmerkingen,
waarmee men misschien zijn voordeel kan doen.
En dan raden we allereerst: laat u door geen
vooroordeel tegen een bepaald vak leiden. Vaaers
willen een zoon vaak bij voorkeur niet in „hun"
vak brengen, want ze zijn er zich vast van bewust,
dat zij bij hun beroepskeuze de domste zet van het
leven hebben gedaan. Hetgeen natuurlijk niet zoo j
is. Ieder menseh kent van zijn eigen vak het best
de schaduwzijden, want die leert men eerst in de I
practijk kennen, terwijl van andere beroepen slechts
mooie kanten de aandacht trekken van den opper
vlakkig toezienden buitenstaander. Ieder vak is
tegenwoordig overvoerd van werkkrachten, maar in
ieder vak blijft ook heden plaats voor de besten.
Voelt een jongen ambitie voor het vak zijns vaders,
dan heeft hij in ieder geval het groote voordeel, dat
zijn natuurlijke raadsman en verzorger ook een
leidsman kan wezen in zijn opgaang tot het vak
of beroep.
We zeiden, dat er voor de besten ook heden nog
wel plaats is. Dat wil niet altijd zeggen: voor de
theoretisch het zwaarst-ontwikkelden. De huidige
maatschappij eischt van ieder een behoorlijke ken
nis, maar het gebruik van de handen en werklust
blijven hoofdzaak. Te veel schoolsche wijsheid is
niet altijd bevorderlijk gebleken vor de werklust en
de patroons meenen bovendien wel eens, dat de
handen van dezulkenverkéérd staan. Kiest
een jongen een vak, dan zal het over het algemeen
goed zijn, als hij ook dadelijk bescheiden gaat
aanpakken en daarnevens op dag- of avondschool
voldoende theoretische kennis tracht te vergaren.
Vakscholen, die de jongens eenige jaren achtereen
geheel voor zich opeischen, bederven de jongelui
wel eens. Die schoolsche jongemannen gaan zich
soms te groot voelen voor den toch zoo eervollen
handarbeid en ze verruilen het boordje niet graag
meer voor de bruine of anders gekleurde kiel.
4).
Ook mij zal de leegte, die hij achterlaat, pijnlijk
zijn," zoo mengde Lassendorf zich nu in het ge
sprek; maar ik verheug mij toch in zijn. geluk, dat
hem zoo vlug naar zijn begeerde doel voert.
„Je zult me niet weder zoo zwak zien, Robert!",
zei Gretchen, haar tranen drogend.
Al zal mij het leven ook leeg en eenzaam toe
schijnen, ik zal het verdragen en op de toekomst
en oude liefde vertrouwen.
„Zoo is het goed!", riep de kunstenaar verheugd,
„nu 'ben je weer mijn lief, standvastig meisje.
En nu, adieu, tot vanavond, ik ga nu naar mijn
leeraar Mohrmann, aan wien ik mijn innigen dank
verschuldigd ben."
De jongelieden verwijderden zich, door Gretchen
tot aan de tuindeur begeleid.
„Dus, tot vanavond, maar niet te laat!" riep
ze hen nog na.jschalksch met haar vinger dreigend.
IV.
„Messieurs et Mesdames, ie jeu est fait!" riep de
croupier, die, ondanks het vroege uur het tame
lijk talrijke gezelschap toe, dat zich in de speelzaal
bevond van een der voorname badplaatsen van de
Taunus, die tentijde van ons verhaal zich nog in'
vollen bloei mocht verheugen, om de tafel had
gegroepeerd.
In de stapels goud en bankbiljetten, die voor de
spelers opgehoopt lagen, kwam beweging; de kleine
sierlijke harken schoven over de tafel heen en weer,
om de winst in te halen of nieuwe inzetten op de
bedoelde plaatsen te zetten, zoodra ze er op eenige
afstand uitzagen, als reusachtige spinnepootenkoel
bloedig haalden de croupiers de verloren goud en
zilverrollen weg en zij wierpen met een elegante,
zekere beweging aan den gelukkigen winnaar de
som toe, die hem Fortuna in den schoot wierp.
Het waren bijna allen oudere dames, die om de
tafel zaten, terwijl de heeren achter hen plaats
namen en een dichte kring vormden.
Onder de weinige heeren, die tijdig genoeg geko
men waren, om nog een zitplaats machtig te wor
den, viel vooral een oudere heer op, naast wien een
mooie, jonge vrouw had plaats genomen. Een witte
aristocratische puntbaard hing tot aan de sneeuw
witte halskraag, aan zijn vinger schitterde een bril-
Men overdrijft de eischen van schoolsche ontwik
keling nog al eens. Al te veel kinderen worden b.v.
naar de middelbare scholen gedreven on'er motto,
dat men, om vooruit te komen, niet genoeg kan
leeren. Toch wel! Men kan doorhal te veel studie
het werken, d.w.z. den handenarbeid verleeren en
toch in intellectueel opzicht veel te ver achterblij
ven om met hersens alléén den kost te verdienen.
De intellectueele beroepen zijn wel het allermeest
overvoerd en de perspectieven, die zich voor den
middelmatigen H.B.S.'er openen, blijken in de prac
tijk slechts de krukken te zijn van jongste bedienden
op kantoren zonder vooruitzichten. We mopperen,
wel eens, dat zakenmenschen voor eenvoudige baan
tjes zoo hooge eischen stellen, tegen een minimum
salarisje, maar zijn de ouders, die heele kudden
kinderen met middelmatige talenten tot het volgen
van middelbaar en hooger onderwijs nopen, daar
van niet zelve de schuld? De maatschappij is ver
vuld van legers gediplomeerden; uit zoo'n overvloed
kan men iets bruikbaars zoeken, zonder er veel voor
te betalen. De toekomst van heel wat kinderen wordt
bedorven, doordat de ouders in hun ij delheid het
te hoog zoeken voor die kinderen. Ze worden dan,
wat men noemt, te groot voor het gat en te klein
voor de mat. Mislukkelingen.
Dring den kinderen vooral geen beroep op. Als
ge daartoe gelegenheid hebt, laat ze dan het pad
betreden, dat ze uit natuurlijke voorkeur of ambi
tie aantrekt, als tenminste geen verstandelijke
redenen daartegen pleiten.
En wat uw dochters betreft, als het kan, houdt
ze dan van de arbeidsmarkt, waar de mannen en
jongens elkaar al verdringen. Laat haar daar het
loon en levenspeil niet helpen drukken. Dan werkt
ge er toe mee, dat er werk blijft en komt voor dé
mannen, waaronder er een zal zijn, die het zich
tot een eeretaak rekent de toekomst van uw doch
ter te verzekeren.
Ze kan zeer goed een specifiek vrouwelijke bezig
heid vinden, die wellicht ook meer oplevert dan het
enerveerend kantoor- of magazijnwerk, dat nauwe
lijks voldoende oplevert voor de bekostiging van
zijden kousen en japonnetjes.
I
Komt a.s. Zondag in de
„Roode Leeuw" te Zuid-
scharwoude Bezoekt
deze schitterende
Het Lyttonrapport gepubliceerd. Hin
Üenburg 85 jaar oud. D|e burger
oorlogen in Zuid Amerika. Andere
Amerikaansche rampspoeden. Honger
stakingsepidemie in Britech. Indie.
Eindelijk is de wereld dan toch bekend gemaakt
met het Lyttonrapport, d. i. het verslag der Vol
kenbondscommissie, welke een onderzoek zou
instellen naar de Mandsjoerijsche kwestie. Het
rapport moet den Japanners, al, gebaren ze an
ders, niet tegen vallen^ naar ons dunkt. Van een
Volkenbondscommissie zou men niet anders; ver
wacht hebben dan de mededeeling,. dat door Ja
pan een aanslag is gepleegd' op de Clhineesche
souvéreiniteitsrechten in Mandsjoerije en dat
voor aan overigens te billijken Japansch© ver
langens kan worden tegemoet gekomen de
status quo d. i. de vroegere tóestand in Mand
sjoerije dient te worden hersteld. Zop concludeert
de oommissie echter niet. Zij pleit voor zelfstan
digheid der genoemde Chineesche provincie on
der Ohineesche souvereiniteit, d.w.z. onder' het
opperbestuur van een door Chine te benoemen
I gouverneur. Om den nieuwen status! te regelen
wordt een consultatieve conferentie voorgesteld
welke Japansche historische rechten in Mandsjoe-
I rije zou hebben te eerbiedigen., Een nieuw Ohi-
neesch-Japanseh handelsverdrag dient te worden
i voorbereid en in China zelve moet een sterke
Centrale regeering, welke ook inderdaad haar
gezag weet te handhaven, worden gevormd met
steun der vreemde mogendheden.
We zullen er nog wel meer over hebben. Voor-
loopig zij vastgesteld dat het rapport met in
stemming te .^Washington is ontvangen. Die Ja-
tpanaicrs neggenen het. Het huidige regime in
i Mandsjoerije is een voldongen feit, zeggen ze.
In Duitschland is met veel sympathie Zondag
jl. den 85en verjaardag vani Rijkspresident von
I Hindenburg gevierd. Berlijn was druk' bevlagd
1 en voor. de woning van den president tijdelijk
i in het paleis van den Rijkskanselier dromde
heel den dag een enthousiaste schare samen, tel
kens een spreekkoor vormende, dat herhaalde
,,wi] wenschen veel geluk."
1 Denzelfden dag hadden in een Oost Pruisische
stad herverkiezingen plaats voor den, gemeente
raad, welke misschien ©enig beeld hebben gege
ven va nde gewijzigde stemming onder de kiezers
Die Nat. Soc. waren er, vergeleken bij de jong
ste Rijksdagverkiezingen, bijna voor 50 procent
lant, terwijl voor hem op de tafel een stapel goud
stukken en waardevol bankpapier lagen. Ook de
dame aan zijn zijde beschikte over een aanzien
lijke som en beiden volgden het spel met gespan
nen aandacht niet alleen maar met toenemende
hartstocht, maar het scheen, dat zij geen geluk
hadden. De oogen van den man zagen verlangend
naar de blinkende goudstukken en de opgestapelde
bankbiljetten, welke de houder van de Bank voor
zich had liggen. Met nijdige blikken keek hij naar
de beduidende sommen gelds, die een achter hem
staande jongeman steeds weer opnieuw naar zich
toestreek, terwijl de goudstukken van den ouden
heer slechts dienden, zoo het scheen, om door
hem onbarmhartig te worden opgeslokt. Zijn geld
slonk zichtbaar in en ook dat van de dame vermin
derde, hoewel zij niet meer dan éen goudstuk inzette.
„Vervloekt," mompelde de man met de baard en
rukte onrustig aan zijn gouden bril, die hij bij het
begin van het spel opgezet had. Nog eenmaal
Noir, eindelijk moet het toch gelukken.
Hij nam een grooter aantal goudstukken en wierp
ze op dezelfde plaats vanwaar de hark van den
bankhouder zijn inzet weggehaald had.
In koortsachtige spanning wachtte hij de beslis
sing af; de lippen samengeperst, donker rood op de
wangen, waarop met korte tusschenpoozen zenuw
achtige trekken zich vertoonden, volgde hij met
brandende blikken het verloop van het spel. Weer
sloeg de klauw mis, als de klauw van een monster
schoof de hark van den bankhouder over de tafel
en stapelde de gouden munten van den ouden heer
op de groote hoopen, die zich daar reeds opgesta
peld hadden.
De verliezer was in zijn stoel teruggevallen en
lag een oogenblik bewegingloos met halfgesloten
oogen achterover geleund neer.
De dame stootte hem even aan met den arm.
Men let op je," fluisterde zij hem toe, „laten wij
heengaan, het geluk is vandaag niet met ons.
Verwonderd, als had hij haar woorden niet be
grepen, zag hij het meisje aan. „Gaan, zeg je,
Malwine?" antwoordde hij zacht terug. „Gaan, ter
wijl ik hier een vermogen achterlaat? Dat is een
slechte raad, die ik niet kan opvolgen. We zullen
zien, of de humeurige geluksgodin niet gedwongen
kan worden, ook mij eens te laten lachen.
En voordat Malwine het kon verhinderen, schoof
hij de rest van de voor zich liggende banknoten weg,
ditmaal op Rouge.
„Rouge is de kleur van het geluk, Noir van den
doodsiste hij tusschen zijn tanden, laten we het
nu eens met Rouge probeeren.
Aan de tafel was het doodstil; het was aan een
groot deel der spelers niet ontgaan, dat de man zijn
laatste geld op het spel zette. Hoe weinig er ook in
deze plaats en onder zulke menschen van werkelijke
deelneming sprake kon zijn, zoo richtte zich menige
blik belangstellend naar den ouden heer, en die nog
niet heelemaal verhard waren, wenschten den door
het ongeluk vervolgden man oprecht geluk toe.
De spanning van allen duurde slechts kort; met
de zakelijke onverschilligheid, den croupier eigen,
harkte deze het geld weer naar zich toe, en een
oogenblik later was de plaats, waarop hij zijn laatste
hoop gericht had, ledig als het groene doek voor
hem, waarop nog kort te voren het geheele ver
mogen van den man lag opgestapeld, en dat nu
in de kas van den croupier was verdwenen.
Het gelaat van den verliezer werd lijkwit, toen hij
de rest van zijn geld reddeloos verloren zag. Een
oogenblik staarde hij naar de plaats, waar het ge
legen had, dan, als werd hij plotseling door een
denkbeeld geïnspireerd, greep hij krampachtig in
zijn vestzakje en haalde een gouden horloge te voor
schijn, nam de dikke ketting uit het knoopsgat en
trok de brillonten ring van de vinger. Hij nam de
waardevolle voorwerpen in de palm van de hand en
i reikte ze over aan de naast hem staande jongeman,
wiens winst zich op zulk een wijze had vergroot, dat
zelfs op het gelaat van den anders voor verlies on-
j vatbaren bankhouder zich een trek van misnoegen
openbaarde.
I Vijftig Louis d'or!" zei de man met heesche
stem, terwijl Malwine hem een verwijtenden, bijna
dreigenden blik toewierp. Maar ze durfde geen te
genwerpingen te maken, uit vrees een scene te ver
oorzaken.
Kent U die dame? vroeg een heer met een
eenigszins kaal hoofd aan een eleganten jongeman,
die Malwine met bijzondere opmerkzaamheid gade-
i geslagen had.
„Malwine Tautenberg, zangeres uit T. met haar
i vader" antwoordde de aangesprokene, zonder den
blik van het tweetal af te wenden.
Vragend keek Malwine's vader naar den geluk
kigen speler op, die horloge en ketting een oogenblik
in de handen woog, terwijl hij ze beide ifi de broek
zak glijden liet en een korte waardeschatting van
de diamanten ring begon, dien hij iets van zich af
hield om het licht er in te laten flonkeren. Toen
nam hij van zijn winst de benoodigde som en over
handigde deze Tautenberg. In minder dan een half
uur lag ook dit geld op de stapel goud- en zilver
stukken van den Bankhouder.
Tautenberg stond op en Malwine volgde hem, ter
wijl ze haar nog restende Louis d'Ors in een zijden
beurje borg en haar arm in die van haar vader
legde. Haar gelaat verried niets van de innerlijke
opwinding, die haar door het belangrijke verlies
verstoord had; trotsch, met een glimlach om de
lippen, liep ze door de zaal, gevolgd door de bewon
derende blikken van de aanwezige heeren. Tauten
berg bezat deze zelfbeheersching niet; hij was niet
in staat het beven van zijn ledematen te verbergen;
hij kon.de geweken kleur niet op de wangen terug
achteruit gegaan, de communisten gingen er in
dien korten tijd met 20' procent vooruit, de so-
cilistaen met 55 procent achteruit. Alleen de
Duitsch Nationalen en met dezen verbonden Volks
partij en Economische partij gingen met bijna
100 procent vooruit, de Duitsch nationalen ge
voelen zich het meest aan de regeering von Pa
pen verwant.
In Chili hebben de revolutionairen weer eens
gezegevierd. Generaal Blanche is als president
afgetreden en opgevolgd door den president van
het Opperste Gerechtshof, Cyaadel, die in func
tie blijft tot op 30 October een nieuwe volksver
tegenwoordiging zal zijn gekozen.
In Brazilië is de burgeroorlog beëindigd, door
dat de opstandelingen in den staat Sao Paolo de
voorwaarden van de officieele regeering hebben
aanvaard. i
Noord Mexico is door een groote overstroom
ming geteisterd. Er zijn 14 dooden en duizen
den dakloozen. In California sloeg een water
hoos den trein van de Spoorbrug bij Woodfordj
Ter plaatse en in de omgeving moeten 30 doo
den zijn gevallen.
Ghandi heeft nog geenszins zijn bekomst van
zijn hongerstaking. Hij heeft te kennen gegeven
zijn hongerkuur te zullen herhalen,, indien niet
binnen zes maanden de zg. onaanraakbaarheid
verliest nimmer zijn frissche teint en soepele
gaafheid, wanneer men voor de verzorging
van het gelaat „Zij "-Crème gebruikt.
In prijzen van 20—30—45 en 75 cent.
wordt opgeheven voor de kasten, waarop het stel
sel thans van toepassing is. Intusschen krijgt
Ghandi navolgers. Iemand die al 13 dagen in
hongerstaking was om voor de paria's den toegang
af te dwingen tot den Boedistischen tempel ter
plaatse, heeft op verzoek van Ghandi zijn kuur
opgegeven. Ook van de andere zijde is men het
hongerwapen in den strijd der kasten gaan han-
teeren. Bericht wordt nl., dat verscheidene per
sonen een hongderstaking zijn begonlmenl als pro
test tegen den strijd voor de paria's,
f Als deze soort staking over en weer eens al
gemeen mocht worden
„Die paar uur aan de speeltafel hebben een
heel jaartraktement verslonden en dit wil zeggen
een verlies van zesduizend Thaler", zei de zan
geres, toen ze buiten waren, en geen lastige toe
schouwers meer te duchten hadden.
Tautenberg zweeg; hij schaamde zich meer en
meer, dat hij zich door zijn hartstocht had laten
meevoeren.
„Wat moeten we nu beginnen?" ging Malwine
heftiger voort, daar ze geen antwoord kreeg. „Al
mijn opgespaarde geld is er al mee weg, bij de
theaterkas ben ik reeds beduidend in voorschot en
bovendien kan ik tot het einde van mijn verlof
onder geen omstandigheden terugkeeren, mijn col
lega's zouden zeker niet nalaten hunne giftige op
merkingen daarover te maken. Met het weinige
geld, dat ik gered heb, kunnen we hier geen acht
dagen meer vertoeven.
Jij hebt juweelen, zoo merkte Tautenberg op.
„Zoudt U ook deze aan de groene tafel willen
offeren?" riep het meisje, haar arm met een ruk
uit die van haar vader trekkend. „Wat zouden mijn
collega's van het tooneel, die mijn sieraden al lang
met nijdige blikken bewonderden, zeggen, als ik
zonder deze terugkwam? Deze triomf zullen ze niet
beleven."
„Wij moeten echter toch bestaan, en kunnen
ons hier, waar men ons kent, toch onmogelijk
'bloot stellen," antwoordde haar vader.
„Aan uw onnadenkendheid hebben wij onze
netelige positie te danken, waarin wij zijn geraakt,
zorgt u er nu dan ook voor, dat we fatsoenlijk kun
nen bestaan. Ik ben het al lang moe, mijn geld op
deze manier te zien opmaken," voegde zij er iets
zachter aan toe.
Een vijandige blik uit de oogen van den ouden
heer trof dfe zangeres. „Staan wij er zoo voor?"
vroeg hij, zich uitrekkend, ben ik je tot last?
Spreek vrij uit, en ik weet, wat ik te doen heb." --
Malwine zuchtte. Ik ben in uw macht, ik weet
dat, maar waarlijk ik maak me vrij, het koste wat»,,
het wil."
Zonder tegenspraak af te wachten, sloeg ze met
vlugge schreden een zijweg in en liep haastig weg.
Over het gelaat van den man vloog een boos
aardig lachje. Je ontsnapt me niet, wees daar
zeker van!" mompelde hij, staan blijvend, terwijl
de elegante gestalte van het meisje in een groen
laantje verdween.
Ja, ik heb je in mijn macht, en hoe je je ook
in alle bochten wil wringen, ik volg je op de hielen,
en zal ook verder, trots je tegenstreven, op jouw
kosten mijn behaaglijk leven verder blijven leiden.
Met de handen op den rug volgde Tautenberg
langzaam zijn voortijlende dochter.
(Wordt vervolgd).