Een harae es
Het witte doek
Indie's achteruitgang en Nederland
Burgerlijke Stand
IN GEKLEURDE HOEDEN ZIJN WIJ SPECIALITEIT
ALSOOK ZIJN WIJ IN GROOTE
MATEN RUIM GESORTEERD
MAISON TRUUS KOSTERS ALKMAAR
Ons Weekpraatje
Tegenwoordig vieren we op den 4en October,
sterfdag van Franciscus van Assisi, den internatio
nalen Dierendag, en wel, omdat deze Franciscus
„een groot deel van zijn leven besteedde om den
tijdgenoot te leeren, hoe men tot eigen voldoening
en tot voldoening van het dier, daarmee moet om
gaan." Heelemaal juist is deze kenschetsing van de
opvattingen van Franciscus van Assisi niet. De ge
noemde heeft zich meer beteekenis verworven als
heilig-verklaarde der Roomsche Kerk, het con
tact met de dierenwereld zocht hij als vertroosting,
omdat de menschen niet naar hem wilden luisteren.
Het belang van menschen en zielen ging bij hem
vóór alles.
Men meene overigens niet, dat we iets tegen Die
rendag hebben. We zijn er inderdaad van overtuigd,
dat een mensch als zoodanig niet goed en edel kan
zijn, zonder dat hij respect zou hebben voor de
belangen der dieren en evenzeer gelooven we, dat
een slecht mensch beter kan worden, door hem
liefde in te prenten bij het beest. Dierenbescherming
op zich zelf is een prachtig werk, maar ze wordt o.i.
in vele gevallen geschaad door valsche sentimenten.
Veel dierenbescherming is niet anders dan mensche-
lijke zelfkoestering. Omdat we van hond, kat, paard
enz. de trouw en aanhankelijkheid kennen, ja, om
dat we van den roep en oogopslag, In het algemeen
van de reacties, dier beesten iets verstaan of meenen
te verstaan, daarom verdragen we het niet, als ze
slecht worden behandeld. Als de huisdieren worden
gekweld, dan wordt ons gemoed geweld aangedaan
en vooral dat laatste kunnen we heel moeilijk on
dergaan. Daarom werpen velen zich voor Dieren
bescherming op.
We onderscheiden dieren en dieren. Dagelijks lig
gen millioenen garnalen, schollen, botten en andere
visschen levend op wagens en in manden te spar
telen in een doodstrijd van uren; aal wordt levend
gestroopt, mosselen komen levend op het vuur.
Edele herten worden geschoten, prachtig gevogelte
wordt met moordend lood omlaag gehaald. Koningen
van de woestijn worden levenslang in ellendige
dierentuin-hokken opgesloten.
We zeggen niet, dat dierenbeschermers dat alle
maal goedkeuren, integendeel. Maar hun pro
testen gaan in het algemeen te eenzijdig uit naar
ce mishandeling of verkeerde behandeling van huis
dieren, terwijl over het lot van andere nuttige bees
ten te weinig wordt gedacht en gesproken. Toch
zijn het geen dieren van den tweeden rang; haar
noodlot echter deert minder ons gemoed. Onbewust
beschermen de menschen meer hun eigen gevoel
dan het welzijn der dieren.
Zooals er onderscheid wordt gemaakt tusschcn
dieren en dieren, zoo kent onze beschaving ook
menschen van den eersten en van den tweeden
rang, blanken b.v. en negers. Wat een onduld
baar vergrijp zou zijn tegenover de eersten, kan
een wetenschappelijke verdienste worden worden
tegenover laatstgenoemden.
Als een neger zich interesseert voor het onder
scheid tusschen het bloed van hem en van een
blanke, zou men het dan van hem dulden, dat hij
neergestreken b.v. in Den Haag een aantal
Haagsche inboorlingen met geweld en tegen dezer
zin wat bloed ging aftappen? We zouden dien
neger wel eventjes beschaafde mores leeren!
Maar nu omgekeerd.
In Utrecht woont een mijnheer, die luister naar
den naam van Drs. Paul Julien. Hij heeft zich,
ofschoon hij nog maar doctorandus is en zijn
academischen titel nog niet heeft gehaald, reeds in
de gelederen der beoefenaren van wetenschap ge
drongen. Hij meent anthropoloog te zijn en trok
naar de Afrikaansche republiek Liberia om er an-
thropologische onderzoekingen te doen. Bij zijn
terugkeer had hij zich te onderwerpen aan een
interview van een Telegraaf-medewerker, waarvan
het relaas te vinden is in het avondblad van ge
noemde krant, d.d. 29 Sept.
Onze aankomende anthropoloog deelde allereerst
mede, dat hij grooten dank verschuldigd was aan
het Rijks Serologisch Instituut te Utrecht, dat hem
sera ter beschikking stelde. Ook Dr. Pondsman en
prof. v. d. Broeke hadden hem him waardevolle
medewerking verleend.
In Liberia had onze Utrechtsche onderzoeker veel
bloedanalyses gedaan.
Hij vertelt er van:
„Eerlijk gezegd was dwang de eenige manier
„om ze (de negerbevolking van Liberia) een
„druppeltje bloed, wat ik noodig had, af te
„tappen door een speldeprik. We omsingelden
„het dorp en op die wijze wist ik het dan klaar,
„te spelen. Het schedelmeten ging eenvoudiger,
„maar bij den speldeprik gingen ze tekeer als
„kinderen."
En verder:
„Ik hebduizend bloedanalyses gemaakt.
,„Ja, soms was het heel moeilijk. Als we bij een
„dorp kwamen, waren de bewoners spoorloos
„verdwenen."
Een prettige kennismaking beleefden die men-
„schen met onze beschaving!"
In plaats van te trachten hun vertrouwen te win
nen, gaan onze half-gestudeerde onderzoekers ze
met gehuurde krachten bijeen drijven en ze onder
klagend gehuil stuk voor stuk wat bloed aftappen.
Mannen en vaders moeten het toezien, dat zóó hun
vrouwen en kinderen door den blanke worden over
weldigd!
En het nut?
„Over het resultaat van zijn onderzoekingen
„kon de heer Julien zich uit den aard der zaak
„nog niet uitlaten. Drs. Julien hoopt binnen
kort op verschillende plaatsen in het land le
ningen te houden over zijn interessante expe
ditie."
Resultaat? Nou ja, dat is bijzaak. Maar de onder
zoeker houdt in ieder geval lezingen over zijn tocht,
want wat hém en zijn hoorders tenslotte slechts
interesseert, dat is het moppige van het geval,
het bijetndrijven van angstige menschen, het huilen
en schreeuwen van die zwarte wezens, als de blanke
onderzoeker ze wat bloed aftapt.
We steden voor om jaarlijks ook een Menschen-
dag te houden, waarop de blanke verwaat'nen zich
dienen te herinneren, dat ook zijn bruine en zwarte
broeder ie geschapen naar het beeld des Scheppers
en aat in het lichaam van een zwarte een ziel
huist als in het onze, enkel een beetje blanker
misschien.
Amerika's nijverheid en samenhangend zaken
leven hebben ondanks alle hevige schokken dit
volk een groote positie doen innemen. De aard van
de massa-productie en gestandariseerde behoeften
hebben de belangen van kapitaal en arbeid op
belangwekkende wijze vermengd. De kapitalist en
industrieleider weet, dat zijn vermogen afhankelijk
is van de verbruikscapaciteit der groote massa.
De individueele .kooper ziet de vele dingen die hij
begeert, in goedkooper en voortreffelijker overvloed
aangeboden.
Deze samenhang tusschen nijverheid en gestan
dariseerde consumptie had het kon niet anders
aanleiding gegeven tot verschillende verkeerde
denkbeelden. Een dezer was de z.g.n. theorie van
de consumptieve kracht van de arbeidende bevol
king. De arbeider, zoo redeneerden velen, waaronder
tal van grootindustrieelen (Ford) moet zoo kort
mogelijk werken en zooveel mogelijk verdienen;
werkt hij lang, dan heeft hij geen gelegenheid om
zijn loon behoorlijk te verteren, en verdient hij te
weinig, dan is zijn consumptief vermogen vanzelf
al niet groot. Dus: veel verdienen en veel vrijaf, met
de consequentie: betaal de hoogst mogelijke loonen
bij den kortst mogelijken arbeidstijd, want de wel
vaart hangt ten nauwste samen met een ruimen
loonstandaaard.
De geweldige instorting op de Amerikaansche
beurs, de depressie in het zaken- en bedrijfsleven
hebben op pijnlijke wijze het bewijs van het tegen
deel geleverd. De onjuistheid van de theorie van de
consumptieve kracht van de arbeidende bevolking
ligt voor de hand. De industrieele welvaart in Ame
rika was geen gevolg van de hooge loonen, doch
omgekeerd konden deze hooge loonen betaald wor
den doordat de industrie een reeks van goede jaren
achter den rug had. En bovendien, hooge arbeids-
loonen in eenige takken van nijverheid waar
overigens het arbeidsloon nog een relatief geringe
rol speelt zeggen niets voor de algemeene wel
vaart. Wat heeft b.v. de landbouw in het Westen
van Amerika aan hooge loonen in de staalindustrie?
Zullen de arbeiders in deze industrie meer brood
gaan eten, wanneer zij meer verdienen? De feitelijke
toestand in Amerika was zoo, dat een betrekkelijk
gering aantal werknemers een abnormaal hoog loon
verdienden; dat slechts een tiende deel der arbeiders
door hooge loonen een extra-koopkracht hadden.
En dit geringe deel kon natuurlijk niet het geheele
arbeidsproduct van de rest consumeeren. De prijs-
stijgende invloed was dan ook naar rato niet groot;
wel echter dwongen de industrieele vakarbeiders de
rest om hooge prijzen voor hun arbeidsproduct te
betalen. Het uiteindelijk resultaat was derhalve een
onevenredige verdeeling van welvaart, die door
sommigen voor algemeen werd aangezien. Het
hooge loon van de industrieele arbeiders kon echter
alleen betaald worden, doordat de rest van de be
volking hun product tegen hooge prijzen moest
koopen. De crisis, vooral in den landbouw, heeft
geleerd, hoe onjuist het is te meenen, dat de geste
gen koopkracht van een gering deel der bevolking
een prijsstijgenden invloed over de geheele linie ten
gevolge zou kunnen hebben.
De theorie van de consumptieve kracht der ar
beidende bevolking is een frase geblekenmen heeft
voor algemeene welvaart aangezien wat slechts een
schijnbeeld daarvan was. De theorie van de hooge
loonen is op harde wijze door de nuchtere werke
lijkheid achterhaald. Toen bij het begin van de
ineenstorting cle kreet geslaakt werdhoud tot
eiken prijs de loonen op peil, was dit een instinctief
gebaar. Men was nu eenmaaal vertrouwd gerakt
met de gedachte: als wij de loonen niet op peil
houden, kunnen de arbeiders de goederen niet
meer koopen en is het gedaan. De praktijk heeft
anders geleerd; de leuze: als de loonen maar ge-
haandhaafd blijven., doet de rest er niet toe, en
komt alles weer in orde, bleek een fictie.
Elke crisis heeft haar onvermijdelijke slachtoffers,
maar bevat tevens leering voor de toekomst. Het
was een harde les moge zij daarom des te beter
worden verstaan en begrepen!
ZOEKT UW HOED ZORGVULDIG UIT
EEN IEDER KIJKT ER NAAR
OOK UW ADRES DAARVOOR IS
MAISON TRUUS KOSTERS ALKMAAR
Was het bijkans ondoenlijk om den totaal-invloed,
economisch en sociaal gesproken, die er van de
cultures voor Indië zelf uitging, vast te stellen
nog moeilijker was dit ten aanzien van Nederland,
want hier steunde men op meer directe dan indi
recte gegevens.
Het is de crisis, die ook Indië zoo fel striemt, welke
ons pas goed doet beseffen, wat Indië tot dusver voor
Nederland beteekend heeft. Nu uit dit land zoo wei
nig inkomsten naar Nederland vloeien, maar wél
ontslagen personeel wordt teruggezonden, begrijpen
wij pas goed, hoe de toestand in ons land zou zijn,
indien de koloniën blijvend uitgeschakeld waren.
Zou b.v. de beteekenis van ons bankwezen niet
aanmerkelijk verminderen, wanneer men de Indi
sche ondernemingen, onder welke de suiker een
zoo belangrijke plaats inneemt, voor een groot deel
uitschakelde? En men denke ook eens aan de uit
gaven, die de tal van particulieren, die zich na een
welbesteed leven in de cultures op een der hoofd
plaatsen in Nederland terugtrekken, zich veroor
loven. Maar er zijn ook directe posten aan te wijzen.
Daar is in de eerste plaats het aantal jongelieden
dat, hetzij opgeleid te Wageningen of te Deventer,
hetzij opgeleid aan een der middelbaar technische
scholen, hetzij opgeleid aan de Technische Hooge-
school te Delft, emplooi vinden in de cultures. Daar
zijn ook de belangrijke inkomsten, die de Neder-
landsche stoomvaartmaatschappijen trokken uit de
cultuurprodudcten, zoowel in den vorm van vrach
ten als van passagegelden. Voorts zij gewezen po
de machinefabrieken, de fabrieken van electrische
apparaten en van locomotieven, in Nederland ge
vestigd. Deze groote ondernemingen zouden een
geheel anderen omvang hebben gehad, wanneer zij
Indië niet als afnemer hadden gehad.
Meer dan ooit heeft deze crisis ons geleerd, dat
onder de direct belanghebbenden bij de Indische
winsten ook te rangschikken zijn de duizenden
Nederlandsche arbeiders en middenstanders, die hun
bestaan voor een groot deel aan de Indische win
sten en de werkzaamheid van het grootkapitaal in
Indië hebben te danken. Zonder de Indische bedrij
ven en cultures zou het loonpeil in Nederland be
langrijk lager zijn geweest; zou van een sociale wet
geving geen sprake kunnen zijn geweest, en zou
pauperisme in breede lagen in Nederland zijn in
trede hebben gedaan. Het voordeel ligt volstrekt niet
alleen bij „de menschen met de aandeelen", maar
schier bij elke maatschappelijke groep.
Vele jaren hebben er in breede kringen in Neder
land „smalle" opvattingen bestaan inzake de Indi
sche belangen. Maar nu de Indische bedrijven geen
winsten meer afwerpen, waarvan alle groepen in
Nederland de gevolgen ondervinden, is Holland in
last, en begint men heel anders te denken over de
beteekenis van Indië voor Nederland. Wanneer d°ze
verandering in de gedachten blijvend zal zijn, heeft
deze ellendige crisis tenminste nog één lichtpuntje
opgeleverd.
PiaeatseSijfe Wigwws
NOORDSCHARWOUDE.
Bridge-wedstrij d.
Maandagavond werd in de groote zaal van „Con
cordia", alhier, een bridgewedstrijd gehouden, waar
voor zeer veel belangstelling bestond. Niet minder
dan 88 personen namen er aan deel, van Langen-
dijk en omgeving, Alkmaar en zelfs uit Beverwijk.
Voor enkele jaren was het bridgen nog niet zoo
bekend op het platteland, doch het begint hoe lan
ger hoe meer populair te worden en telt thans
BIJ ONZE INKOOP IS ONZE AANDACHT STEEDS
GEVESTIGD OP
MODEL KLEUR KWALITEIT PRIJS
MAISON TRUUS KOSTERS ALKMAAR
reeds zoo veel beoefenaars, dat met succes wedstrij
den kunnen worden gehouden.
Voor dezen wedstrijd waren de voorbereidende
werkzaamheden, zooals de invulling van lijsten enz.
en den aankoop van prijzen door den heer JDeute-
kom verricht, die tevens de leiding der wedstrijd in
handen had. De heer Mallekote verzorgde de score-
lijst.
Er werd in drie groepen gespeeld, in groep A met
16 paren en in de groepen B en C ieder 14 paren.
e ongeveer half negen, toen alle deelnemers waren
gezeten, werd door den heer G. C. van Gulik van
Alkmaar een woord van welkom gesproken. Spr.
bracht hulde aan de bridge liefhebbers van Noord-
scharwoude, die een bridge-avond hebben georga-
seerd in samenwerking met de heeren van War-
menhuizen. Spr. wees op de groote animo, welke
voor het bridgen bestaat, wat de groote opkomst van
deelnemers wel bewijst. Spr. hoopte, dat een echt
gezellige en sportieve partij bridge zou worden ge
speeld en maakte den heer Deutekom zijn com
pliment voor de goede voorbereiding, welke zeer
veel arbeid vereischt.
Hierna werd met den wedstrijd aangevangen en
al spoedig zat de gang er goed in. Alles had een
vlot verloop en het was bijna 1 uur, toen de uitsla
gen door den heer Van der Gulik konden worden
bekend gemaakt. Spr. bracht den heer Deutekom
nog een hartelijk woord van dank voor de regeling
van dezen uitstekend geslaagden avond, waarmee de
aanwezigen door luid applaus instemden.
De prijzen, bestaande uit kunstvoorwerpen, vielen
zeer in den smaak.
De uitslag was als volgt:
Groep A., oneven nummers. Eerste prijs de heeren
G. Sevenhuijzen en L. Kalverdijk te Warmenhuizen
met 2445 punten plus.
Tweede prijs de dames Mevr. Van der Gulik en
Mevr. De Vries te Alkmaar met 2015 punten plus.
No. 3. De heeren G. C. van der Gulik en J. Voort
te Alkmaar met 1685 punten plus.
Groep Aevennummers. Eerste prijs de heeren A.
Kroon en P. Slot te Warmenhuizen met 1640 punten
plus.
Tweede prijs de heeren P. J. Pronk en K. Wit te
Warmenhuizen met 335 punten min. No. 3 de heeren
Mr. Boelemans ter Spil en Vrijdag te Alkmaar met
545 punten min.
Groep B. even nummers: Eerste prijs de heeren
J. van Kuijk en J. Rus, Alkmaar met 2150 punten
PlTweede prijs de heer en mevrouw Van Driel te
Alkmaar met 1720 punten plus. No. 3. de heeren Jb.
Swan en J. Vlam te Warmenhuizen met 1650 punten
plus.
Groep B., oneven nummers: Eerste prijs: de hee
ren Blechrode en Langend,k te Beverwek met 135
punten plus.
Tweede prijs de heeren A. de Groot en H. G. Rijs
te Warmenhuizen met 75 punten min. No. 3 Mej.
Cretl en de heer Bettink te Alkmaar met 90 punten
min.
Groep C., even nummers: Eerste prijs de heeren
K. Molenaar en A. Jongejan te Warmenhuizen met
2515 punten plus.
Tweede prijs de heeren A. en P. Slijkerman te
Warmenhuizen met 2390 punten plus. No. 3 de heer
en mevr. Schoen te Alkmaar met 245 punten plus.
Groep C., oneven nummers: SerSte prijs de heeren
U. Slot en A. Barten te Warmenhuizen metl625 p.
plus.
Tweede prijs de heeren W. Jongejan en C. Bas te
Warmenhuizen met 1140 punten plus. No. 3. de
heeren C. Koeman Tz. te Noordscharwoude en C.
de Boer Wz. te Zuidscharwoude met 895 punten plus.
BROEK OP LANGENDIJK.
Woensdag 5 October 1932, 's avonds 7 uur, trad
alhier in de Geref. Kerk op, voor het comité van
Winterlezingen, de heer Arie Post, declamator, te
Scheveningen.
Ds. Donner opende met psalmgezang en gebed en
gaf, na het doen van eenige mededeelingen, het
woord aan den heer Post, welke voor de pauze een
episode had gekozen uit het boek van wijlen Mej.
Engelberts, genaamd „Silouetten" met als onder
werp „Zijne belofte", hetwelk ons te zien gaf een
beeld van liefde, aanhankelijkheid en trouw tot m
den dood, terwijl na de pauze een fragment werd
weergegeven genaamd „Kinderleven in Rusland in
1930, waarin beluisterd werd een waarschuwende
stem voor ons en onze kinderen welke tragiek er
schuilt in de macht van de ontwrichting van het
gezinsleven.
Met stillen aandacht werden de beide fragmenten
aangehoord, waarin de heer Post bewezen heeft
door zijn mooie en ontróerenden voordracht zijn ge
hoor steeds weer aan zich te binden.
Door Ds. van Baaien werd op de gebruikelijke
wijze gesloten.
BROEK OP LANGENDIJK.
Burgerlijke Stand over de Maand September.
Geboren: Bieuwertje, dochter van C. Kooij en van
C. G. Wiering. Bijtske Geertje, dochter van J.
Kouwen en van A. Tromp. Jacob, zoon van C.
Kruk en van M. Balder.
Overleden: Dirk Leijen, 81 jaar, wedn. van Neeltje
Hoornsman, wonende te Koedijk. Jan van der
Gragt, 55 jaren, echtgenoot van N. de Boer.
Ingekomen personen: J. Apekrom, bakkersknecht
van Haarlem. N. Bruin, arbeider, van Haren
karspel. C. Slot, hulp in de huishouding van
Harenkarspel. M. Kaas en gezin van Oudkarspel.
Vertrokken personen: A. Steensma, zonder beroep
naar Eindhoven. M. Meijer, dienstbode naar
Alkmaar. M. Hage, schippersknecht naar Bar-
singerhorn J. Dijkstra, schippersknecht naar
Workum. H. G. Verdonk, Student,, naar Amster-
KOEDIJK.
Burgerlijke Stand ovesr de Maand September.
Ingekomen personen: J. C. Zabel van Ned.-Indie.
P. Groenenberg van Den Helder.
Vertrokken personen: A. v. d. Struys naar Am
sterdam. D. Leyen naar Baarn. H. Rosthofer
naar Leiden. A. Koopman naar Schoorl. J.
Hart naar Schorl. A. Dost naar Zoutkamp (gem.
Ulrum)N. Kindt naar Alkmaar. A. Bijpost
naar Soesterberg (gem. Soest).
Overleden: Dirk Leijen, oud 81 jaar. Klaas
Madderom oud 56 jaar. Simon Rens oud 70 jaar.
Willem Heerding oud 80 jaar.
SINT MAARTEN.
Burgerlijke Stand over de maand September.
Geboren: Aagje, dochter van Dirk Sijswerda en
Aagje Wiering. Iebeltje, dochter van Abe Veenstra
en Albertje Betje v. Buuren. Agatha Cornelia,
dochter van Gerardus heodorus v. d. Vliet en Jo
hanna Christina Cornelia Kooijman. Maria Adina
dochter van Petrus Hendricus Spaans en Cornelia
Brigitta van Duin.
Overleden: Pieter romp, oud 70 jaar, echtgenoot
van Johanna van de Pest Johanna van de Pest,
oud 70 jaar, weduwe van Pieter romp.
Zooals men reeds van de groote biljetten zal
hebben gelezen, opent de Noordhollandsche C|i-
nema Zondag aanstaande in de tooneelzaal van
de Boode Leeuw te Zuidscharwoude haar win
terseizoen.
Wij behoeven den trouwe bezoekers van het
vorig jaar nfcet te ver tellen hoe superieur het
materiaal was> dat de Directie van bovengenoemde
Cinema het vorig jaar bracht.
Zij toch deed al het mogelijke het mooiste en het
beste te vertoonen, dat door de filmindustrie
werd voortgebracht.
Maar wij willen dit nog eens naar voren bren
gen voor hen, die aanstonds in de gelederen van
die trouwe bezoekers zullen worden opgenomen.
Een goede film geeft altijd een genieting, wan
neer men zich inleeft in het scenario.
Nu opent de Noordhollandsche Cinema Zondag
a.s. het winterseizoen, tevens tegelijk het bewijs
leverende dat het haar ernst is met haar voorne
men, haar traditie eer aan te doen, en alleen dat
gene op filmgebied te brengen, dat goed is en
gezien mag worden.
Zij opent met de film Vadertje Langbeen"
bewerkt naar Baddy Long legs" van Jean Web
ster, bij velen misschien meer bekend onder den
naam van ,,John Grier Home.'
Zij die het boek hebben gelezen, en het tooneiel-
stuk hebben gezien, dat in dezelfde zaal is ge
geven, zullen zeker ook de film willen zien, -
zij toch weten bij voorbaat dat er intens genoten
kan en zal worden.
Daarom mieenden wij hierop de aandacht te
moeten vestigen, wetende dat velen zullen opgaan
naar deze openingsvoorstelling, die een bezoek
dubbel en dwars waard is.
Vertellen wij nog dat deze film nog maar een
paar maanden geleden in het theater Tuschinski
te Amsterdam met overweldigend succes heeft
geloopen.
Na nog te willen wijzen op de advertentie in
dit nummer voorkomende, waarin men nadere
bijzonderheden kan lezen, laten we hier de film
beschrijving volgen:
De Fox Film Corporation heeft de eer u voor te
stellen: Janet Gaynor en Warner Baxter in
„VADERTJE LANGBEEN"
(Daddy Long Legs).
Het John Grier Vondelingengesticht. Een kille,
dioevige inrichting waar de vondelingen 'n „tehuis"
hebben gevonden
Het is Woensdag. „Lamme Woensdag" noemt Judy
Abbott dien dag, die eens in de maand voorkomt en
waarop regenten en regentessen van het gesticht
d,e inrichting bezoeken en vergaderen over het wel
en wee van de hun toevertrouwde kinderen.
Judy Abbott is de oudste van het huis. Gewoon
lijk worden de meisjes boven de zestien, na den
schooltijd aan een betrekking geholpen, de Judy is
een te nuttige, onbetaalde assistente, die men slechts
noode zou kunnen missen bij de verpleeging der
kinderen.
Jervis Pendleton is regent van het gesticht ge
worden en brengt op dien Woensdag zijn eerste be
zoek met de andere regenten. Een der andere dames
van het bestuur, zijn tante, mevrouw Pritchard,
heeft Judy al die jaren gadegeslagen en zou haar
zoo gaarne een goede opleiding gunnen, waarom zq
Pendleton verzoekt, eenige stappen in die richting
teHjj8weigert, daar hij het meisje niet kent, doch
wordt getroffen door haar verstandige antwoorden,
wanneer men haar, in zijn tegenwoordigheid, haar
ondankbaarheid tegenover de inrichting verwijt.
Hij besluit, het meisje naaar de universiteit te
sturen, doch onder voorwarde, dat zij nooit te we
ten zal komen, wie haar onbekende weldoener is.
Zij mag nooit te weten komen, wie haar onbekende
weldoener is. Zij mag hem onder den naam van
mr. John Smith, iedere maand over haar vorderin
gen schrijven.
Mevrouw Pritchard brengt het meisje de geluk
kige tijding, doch meet haar belofte houden. Het
eenige wat zij doen kan, op Judy's nieuwsgierige
vragen, is, haar de uitgerekte schaduw van haar
weldoener op den wand toonen. Vanaf dat oogen-
blik geeft Judy haar voogd den naam „Vadertje
Langbeen".
Pendleton zorgt ervoor, dat Judy in kennis met
zijn nichtje Gloria en met Sally Macbride, haar
vriendin en in hetzelfde huis haar kamers krijgt,
als deze twee jonge meisjes. Op deze wijze kan hij
fcijn pupil in het oog houden.
Judy's brieven zijn een lieve gewoonte voor Pend
leton geworden. Zij zijn vol geest en humor en Jervis
gaat onbewust hoe langer hoe meer van het meisje
houden. Ook zij komt onder de bekoring van den
iewat ouderen, vriendelijken man, maar zij begrijpt,
dat een meisje zonder naam of bloedverwant niet
in aanmerking komt, om met een „Pendleton" te
trouwen.
Des zomers mag Judy haar vacantie op een boer
derij, die bewoond wordt door Jervis' kindermeid,
doorbrengen. Zij is daar volmaakt gelukkig, vooral
als Pendleton belooft, eenige dagen buiten te komen
doorbrengen.
Sally MacBride's broer, Jimmy, een voortvarend
jongeling, is verliefd on Judy en doet alle mogelijke
moeite, om genegenheid bij het jonge meisje op te
wekken. Hij gaat zelfs zóó ver, aan Pendleton, die
tijdens Judv's afwezigheid komt, te zeggen, dat zij
met hem gaat trouwen.
De teleurgestelde man vcdwtint, maakt een reis
naar Eurona en ziet Judv efvst, weer op den promo-
tiefiag. waaron zii de afscheidsrede moet houden.
HU hoort, dat Judv Jimmv's liefde nooit beant
woord heeft en als het eindigt, zooals het eindigen
moet: In „the haonv end".
Er zijn onvergetelijke momenten in deze film:
Janet Gavnor, de sloof van het vondelingenge
sticht. een kleine filosoof, met een gezonde levens-
opvat'ng, een rebel, die strijd voor wat meer voedsel
voor hare beschermelingen.
Als ze plotseling uit haar hoekje wordt gelokt, en
geweien wordt 00 haar plicht van dankbaarheid,
dan breekt een stroom van lang bedwongen bitter
heid los endie zoogenaamde brutaliteit bezorgt
haar een zorgzame voogd en een opleiding aan de
universiteit.
Warner Baxter's enthousiast voetbalspel met de
jongens van het gesticht en de onvriendelijke be
handeling die hem van juffrouw Lippett ten deel
Janet Gavnor's gevoelvolle arscheidsrede op den
promotiedag temidden harer vriendinnen.
Het alleraardigste ongewone einde van dit verhaal,
vol wormte en teederheid
Millioenen hebben gelachen en geweend over
„Vadertje Langbeen" als boek, als tooneelstuk en als
Jean Webster's alleraardigste verhaal heeft zijn
hoogtepunt bereikt in deze uitmuntende Fox-film,
met Janet Gavnor en Warner Baxter in de hoofd
rollen. „Vadertje Langbeen" is voor onze rumoerigen,
veelbewogen tijd een vriendelijk rustpunt, een film,
die wat anders brengt, nl, herinneringen aan een
vroolijken geznden tijd.