Het witte doek
Pluimveeteelt
OnsCourantenverhaal
CHEVALIER
"EIN WMZERTRAUM"
ERNST UBITSCH
zij ook van oordeel zijn dat de consument de
producten niet mag betrekken tegen een prijs,
waarmede de boer ten onder gaat.
De s d. hadden ook geen bezwaar tegen den ac
cijns op de kaas op dezelfde gronden.
jTtevens werd voorgesteld 30 millioen gulden
te vinden uit accijns op de margarine.
Dp s 1- wengchten hier echter niet aan mee
te doen, omdat dat het voedsel voor de armsten
onder de armen is. DP prijs was wel laag, maar
de fabrikant kon evengoed nog uitstekend be-
sche maatschappij laat leiden door het beginsel
van winst. Maar zoo moet een ieder het doen,
op straffe van ondergang.
Het is de kapitalistische productiewijze die
deze verschijnselen tevoorschijn roept.
Di tzal opgeheven zijn bij de socialistische pro
ductiewijze, wanneer deze dus in handen van
de gemeenschap) 'berust, die niet vraagt naar
winst, maar vraagt wat er noodig is.
De oplossing van de crisis! wordt echter be
moeilijkt door maatregelen, die door andere lan
den worden genomen,, zooals tarieven, contin-
genteeringen, deviezen enz.
Maar ook deze crisis zal overgaan, evenals an
dere crises. Het verraai gebrek aan vértrouwen
in de socialistische theorie, dat deze crisis per
manent zou zijn. Maar wanneer deze crisis voor
bij is «n we gaan gezamenlijk weer bergopwaarts
kregen des morgens een paar handen meelvoer in U het verhaal te vertellen..... gaat bij een film
een bakje gestrooid en des avonds kregen ze twee ajs deze niét tip. D|at rooft er al het aardige van
blikken hardvoer. We vroegen, wat de inhoud van Zoo-n verhaal is luchtig als een zeepbel, het
zoo'n blik was edee_kW£ooi Wik - I doet biÉia ter zako en alles komt daaroI>
en het zoo bekijkende, had hij gemeend, dat twee neer, dat u even prettig wordt beziggehouden
van die blikmaatjes een aardig portie voer vorm- als met ene bijzonder welgeslaagde flirtation.
den. Toen we de zaak gingen nameten, bleek ons,
dat de jonge hennen nauwelijks de helft van het
voer krijgen, dat liaar toekwam. En toch zagen de
dieren er betrekkelijk goed uit. Een kip kan aan
weinig eten wennen, zooals ook menschen dat wel
eens doen, uit vrijen wil of omdat het moet. Maar
een ondervoed mensch kan geen zwaren arbeid
leveren en een ondervoede kip legt geen eieren.
Een kip, welke aan den leg is, behoeft per dag
een volle eetlepel met een goed meelvoer, een lepel
met een kop er op, dat is ongeveer 50 a 55 gram.
's Avonds behoeft ze circa 70 gram graan. Boven
dien op het midden van den dag zooveel groenvoer,
als het dier lust. Dat alles geldt voor vastzittende
Voorgesteld werd het heffen van accijns op genteeringen, deviezen enz.
vetten maar ook hier wenschten de s.d. niet aan
mee te doen. Zij hadden geen bezwaar tegen een
matigen accijns op boter en kaas, maar het ande
re dat kon niet.
Wij hebben gezegd, wanneer het heffen van ac
cijns op de margarine noodzakelijk! is, goed,
maar neem een zelfde bedrag af van een product
dat door de massa wordt gebruikt.
25 Mei 1932 werd de zuivelwet aangenomen.
De s.d. stemden tegen.
Toen kwamen de kippenboeren.
Dl e regeering kwam met een wetsvoorstel 1UU
millioen eieren uit de markt te nemen, en te
bewaren tot beter tijden. Dte kosten zouden be- sCne« nouuo vp, t ^öoordeeïenT de indvdueele behoeften zijn dar
dragen 3.5 millioen gulden. u maken, de jongens beneden 15 Ja^ uteenloopend Geef ze heel den dag de _be
8 Juni 1932 werd het wetsontwerp aangeno
men en de s.d. stemden voor.
dan gaan we echter weer met volle zeilen op ruim een pond meelvoer en
een volgende cnsia af. Zpo zeker als er opgane *^derhalf pond graan. Als men tenminste eieren
zal zijn, zoo zeker zal er neergang zijn. I wil rapen.
We leven in een tijd van rationalisatie. Wij ook oude kippen krijgen vaak te weinig voer tegen
we zouden kunnen zeggen dat het materians kippen bljeen heeft zitten, waarvan b.v.
tisehe vraagstuk is vraagstuk. Wij zouden tegen deel nog in den rui ls> een deel pas utgeruld en
de menschen van 60 jaar kunnen zeggen, men- ander deel voor hervatting van den leg staat,
schen houdt op, want anderen zullen het voor dan is het moeilijk om de portie benoodlgd voer te
fmaken, de jongens beneden 15 jaar zouden niet
naar de fabrieken behoeven, maar naar school over een droog, goed meelvoer en geef ze
kunnen worden gezonden, want de menschen ,g avonds z00veel, tot alles is opgegeten, als de kip-
Le varkensboeren, kwamen bij de regeering.
Vroeger werd 20 cent per pond ontvangen en nu
nog maar 8 cent per pond. Voor de zandboeren
was dit een ongekende ramp. De regeering
kwam met een wesvtoorstel om voor den binnen
lanjdseken handel een behoorlijken prijs te ga
randeeren en voor den export. Er werd gesticht
een varkensoentrale die overal voor zou hebben
te zorgen.
Die s.d. hebben betoogd dat zij konden instem
men met accijns op varkensvleesch voor den bin-
nenlandschen consument, maar zij hadden er wel
bezwaar tegen dat de binnenlandsche consu
ment tevens zou moeten betalen aan het verlies
op den export. Daarmede had de binnelandsche
xconsumnet toch inlets mee te maken,
x Dp s.d. hebben tegen gestemd. En het blijkt
xdat hun standpunt juist is geweest, want men
weet hoe het gaat met de varkensprijzen en met
de reuzel.
Zoo is het verschillende malen gegaan.
Maar aan den tuinbouw is al een bijzonder beet
je gedaan.
De Nederlandsche landbouw wordt geholpen
met millioenen. Met 150 millioen gulden, of 3
millioen gulden per week.
Maar waarmede de Nederlandsche tuinbouw
geholpen wordt is een bedroefd klein beetje.
Een akelig klein beetje.
Maar nu zal er iets gebeuren.
Er is een wetsontwerp op til waarbij de .Ne
derlandsche tuinbouw geholpen zal worden
Wat er in zal staan weet ik niet, maar ik heb
er niet veel kijk op. Ik houd mijn hart vast en
len bang dat het erg zal tegenvallen.
Maar geld moet er komen. Daaraan is groo
te benoefte. Er is een bekend spreekwoord datt
zegt:
Heb je geld dan doe je wonderen,
Heb je 't niet dan is 't (iets andeas.)i
Volgens de krantenberichten zal er 5 millioen
gulden worden gegeven.
Eu "door mij kan wel een weg worden aangege
ven, waar het geld gevonden moet worden.
Het is te vinden bij het militairisme. Aan le-
ger en vloot worklt per jaar 100 millioen gulden
uitgegeven. Dlaar gaat nu 7.5 millioen van af.
Maar er kan wel meer af. De heele rommel kan
wel weg, want wij kurinen er toch niets miee
uithalen.
Een klein land als Nederland kan dit zonder
bezwaar afschaffen en de millfoenen voor leger
en vloot kunnen beter worden besteed.
Ook is het geld nog te halen bij de grooterfe
inkomens en grootere vermogens.
Het nationaal vermogen bedroeg 15 2U| mil
li ara en laten wij nu aannemen dat het geslon
ken is tot 10 milliard. Wanneer wij nu een hef-
fing nemen van 1 procent !dan werd toen nog
een bedrag verkregen van 100. millioen gulden
en "daarmede zou veel kunnen worden gedaan.
Wij zullen dan ook steeds weer opnieuw gaan
betoogen dat er nog wel bronnen zijn aan te
boren om aan geld te komen.
Het is te wenschen dat liet wetsvoorstel iets
zal brengen dat voor de tuinders van belang is.
Maar het begint ook tijd te worden dat er
orde komt in de distributie, want het distribu
tieproces is nog een groote wildernis.
Wanneer we zoo nagaan is er voor den Neder
landschen tuinbouw en landbouw toch wel iets
gedaan 150 millioen gulden is geen peulschil
letje. Maar toch is dit bedrag niet in staa om
de waardedaling van het geheel goed te maken
In 1928 bedroeg dc waarde 1400 mijjioen o-ul-
den, en wanneer we nu aannemen een waarde
van 900 millioen dan is dit een daling van 500
millioen gulden. Er is gegeven 150 millioen. en
daarmede is het leed nog maar voor een klein
gedeelte goedgemaakt. nl
In de maatschappij is op het oogenblik alles
in de war En die de geschiedenis der economie
kent ,weet dat het met* groote regelmaat gaat,
op neer op neer.
Onze economische geschiedenis kent groote en
kleine inzinkingen. De kleine inzinkngen ko
men met groote regelmaat om de 6—9 jaren
terug. Eien enkele maal komt echter een gewel
dige inzinking voor. Em deze komt zoo onge
veer om de 40 jaar.
De drie laatste groote inzinkingen zijn geko
men in 1850 1890 1930.
Hoe valt dit te verklaren en hoe valt .die
groote regelmaat te verklaren?
Dit moet verklaart worden omdat wij leven
in een kapitalistische maatschappij. Waar het
productieapparaat in handen van particulieren
particulieren. Omdat men zich in de kapitalisti-
tusschen de 15 en 60 jaar kunnen alles voor ons
maken.
Die rationalisatie is echter een ramp voor ons
en de maatschappij.
Em wanneer wij dan aan den vreemdeling van
Siaturimis het oordeel zouden vragen, zou hij
moeten antwoordendat men de wereld heeft
gemaakt tot een groot gekkenhuis. Er is over
vloed van alles en armoede en ellende onder
duizenden.
Dat zijn de gevolgen van de kapitalistische in
richting dezer wereld.
De menschen beginnen te twijfelen aan de
juistheid der inrichting van onze maatschappij.
Tyvijfel komt er bij honderden en duizenden.
Daarom zullen wij niet ophouden propaganda
te voeren voor de socialistische ziens wij zie, dat de|
kapitaistische productiewijze uit den booze is.
Hoe ouder ik echter word, hoe meer ik on
dervind, hoe meer ik van de wereld zie, hoe
meer ik' overtuigd word van de moeilijkheden die
moeten worden om de socialistische maatschappij
bereiken, maar ook grooter wordt steeds mijn
overtuiging dat de kapitalistische maatschappij
ons noodlot is.
Daarom wek ik u op met ons te strijden
vooi het bereiken van een betere maatschappij.
Ik ;dank u.
Deze met klem uitgesproken rede en een
uiterst beschaafd karakter droeg, werd met
intense aandacht gevolgd, en ontlokte aan de
aanwezigen een krachtig applaus.
Nadat door een zestal personen van de gele
genheid tot vragen stellen en debat was gebruik
gemaakt, welke allen door den heer van der Sluis
werden beantwoord, sloot de voorz. deze ver
gadering met een woord van dank |aan den spr.
voor zijn keurige rede en aan de aanwezigen
voor hun opkomst.
pen op stok gaan, maar ook geen der dieren meer
graag op voer is.
HOEVEEL VOER?
Thans kunnen alle op tijd geboren jonge hennen
aan den leg zijn. En toch is dat met vele nog niet
het geval. Jaar op jaar ondervinden vele liefheb
bers van pluimvee om dezen tijd de grootste teleur
stelling. Zij hebben de beesten nu een half jaar
lang verzorgd en al dien tijd natuurlijk met verlan
gen uitgezien naar het moment, waarop de liefheb
berij ook wat zou gaan opbrengen. In het najaar
zou zulks het geval wezen, daar waren ze zeker
van. En dat zou goed uitkomen, want de eitjes
waren dan duur. Helaas! Misnoegd kijken ze nu
den toom hoenders aan en meermalen daags ïnspec-
teeren ze de legnesten, tevergeefs echter. Hoe komt
dat nu?
Er kunnen natuurlijk verschillende oorzaken zijn,
als: slechte afstamming, een onoordeelkundige opfok
verkeerde huisvesting, ondoelmatig of onzuiver
voer verkeerde voedermethode enz. Maar zeer vaak
moet de teleurstelling, naar ons al vaak bleek wor
den geweten aan de onvoldoende hoeveelheid van
het verstrekte voer.
Kippen zijn geen eieren-machines, waarin men
een hoeveelheid graan stopt om deze te laten ver
werken tot eieren. Het voor, dat men aan kippen
geeft, dient allereerst voor de instandhouding van
het lichaam, dus voor het onderhoud. Voor de for
matie van eieren kan eerst datgene worden aan
gewend, wat boven de onderhouds-potrtie wordt
verstrekt.
Uit een en ander zal het den lezer dus duidelijk
zijn geworden, dat kippen niet in alle omstandig
heden eenzelfde portie voer behoeven en ook niet
altijd dezelfde hoeveelheid tot zich willen nemen.
Een kip, welke een leg achter den rug heeft en
een rustperiode doormaakt, eet trager dan een kip,
welke In den leg is. Zeer jonge hennen eten natuur
lijk ook minder dan een volwossen hen.
Het kuiken zal tijdens het opgroeien geleidelijk
meer voer tot zich gaan nemen. Is het eenmaal een
volwassen dier geworden, dan zal de voedselopname
eenigen tijd constant blijven, totdat het dier
legrijp is geworden. Op dat moment krijgt ze be
hoefte aan meerder voer, teneinde daaruit de sa
menstellende stoffen te putten voor de formatie
en een geregelde formatie van het el.
Vele pluimveehouders geven zich van een en
ander weinig rekenschap, de portie voer, welke ze
een zekeren tijd gewoon waren te verstrekken, blij
ven ze geven, zonder rekening te houden met de
veranderde omstandigheden. Anderen houden er in
het geheel geen systeem op na. Ze gooien den
dieren een portie voer voor, welke ze naar hun
meening ordentelijk vinden enwachten dan op
de eieren, welke niet willen komen. We brachten
onlangs nog een bezoek aan een kippenhouder, die
van den zomer een 20-tal hoenders had opgedaan.
Dat getal had hij volkomen willekeurig gekozen.
In zijn tuin stond een hok, waarin plaats voor
een 20 hoenders was en daarom had hij er zich ook
maar zoo'n troepje voor aangeschaft. De beesten
E|e Lachende Luitenant,
bijl de
Noordho 1 landsche C|inema
Zulk een film is alles en niets. Ze is een kwestie
van stemmingen, waaronder ook heel gevoelige
stemmingen zijn, maar voor het meerendeel dwaas
innemend, be too verend.
Is deze film onartistiek? Geenszins. Ze is
fijn genoeg doordacht, maar zij richt zich ken
nelijk tot de menigte, tot elk onzer zonder pre
tenties, gewoon maar in onze kwaliteit van goed
gehumeurde toekijkers, dus..... tot eön ideaa^
publiek.
Tja.... elke filmmaker zou wel zulk een ideaal
publliek willen hebben, maar kan dat lang niet
altijd krijgen. Maar Lubitsch krijgt! bet wel en
dat onderscheidt hem juist van zoovele zijner
coljega'.s. Hij maakt ons tot gewillige toekij
kers, omdat hij ons zooi pleizierig bezig houdt
met z'n liefdes, z'n hofhouding, z?>n dikken ko
ning en al zijn verdere invallen.
Kom, laten wij er niet te veel woorden aan ver
spillen. Eieze film komt a.s.. week in ,,de Roo-
de Leeuw' te Zuidscharwoude. U gaat haar zien.
Ze sal u stichten.
<2
MUZIEK VAN OSCAQ 5TRAUS. MET
CLAUDETTE COLBERT-MIRIAM HOPKINS
ÜÉft CHARLES RUCCLE$ jjjfc
fffl EZuQamnount film
VvijS
Deze film is geinspireerd op: Eiin Walzertraum
en al heeft men dan ook1 heel veel van de oor
spronkelijke motieven behouden, anderzijds is
toch ook weer zooveel bewerkt en veranderd'
en gevarieerd, dat we van een eigenlijk geheel
nieuw filmwerk moeten spreken. Een filmwerk
met charmante invallen.
Men kan zich op een zeer principieel stand
punt plaatsen e<n deze film toetsen ,aan a^e m0
gelijke waarden en onwaarden, zoodat imen
voor zichzelf alle aardigheid verliest, maar
dat is falikant verkeerd. Men mag niet alles
afmeten naar waarschijnlijkheid, naar diepe
psychologie, of felle artisticiteit. 'Menj moet de
gave kunnen bezitten van zich eens hartgrondig
te amuseeren, te lachen om) de allerinnemendste
manier, waarmee Ernst Lubitsch met ons
publiek omspringt, hoe hij feesten aanricht en
meisjesharten in lichtelaaie zet; koninkrijken uit
den grond stampt, eerecompagnieën laat aantreden
en vleiende muziek laat uitvoeren 11
ons te behagen.
'En als we ons dan amuseeren, wanneer we de
beelden indrinken en deze beminnelijke Ween
sche liefdesgeschiedenis op den voet volgen, meel
gevoerd door de charme van de beelden, dan ver
geten wij, daarbij te bedenke^ hoe knap wel
Ernst Lubitsch is en met wélk een kunde hij
zulk een schaduwenspel voor ons weet te regis-
seeren. Men moet om zulk een film te kunnen
genieten, critiekloos zijn. Men mag1 geen; filmi
sche waarden eischen, waar zulk' een onderhou
dende zulk een van pret tintelende operette ons
wordt voorgezet, een operette, die met dat al
toch maar enorm knap van constructie is en
geweldg moppg van spel.
Ja. eigenlijk kunnen we beter over het spel
schrijven, want eerlijk is eerlijk: m'n lezers ge
ven mij idie knappe constructies graag cadeau, als
ze zich zoo bijzonder goed geamuseerd hebben,
a,ls de meisjes weer een beetje ppris zijn van Mau
rice Chevalier, en de heerem .zichzelf afvragen
HET OORDEEL VAN DEN GRAPHOLOOG.
De firma van den Boom Co. had een der
beste zaken van het stadje. Ook haar hadden de
crisisomstandigheden natuurlijk geschaad, maar re
den tot jammeren had ze nog geenszins, want er
werd nog winst gemaakt. Dat het zoo ging, was
eigenlijk alleen aan den Co. van de firma te dan
ken, tenmnste daarvan held de Co. zelve de heer
Klaren, zch overtugd. Hij was de man van de mo
derne werkmtehode, hij gng met zijn tijd mee, hij
kende geen pardon, hijenfin, de heer van
Klaren had alle deugden van den modernen za
kenman.
Tot van Klarens' ergernis was de heer van den
Boom van een geheel ander kaliber. Een man met
ouderwetsche opvattingen van voorzichtigheid, een
man, die slechts na veel wikken en wegen kan be
sluiten. Punctueel, maar onpractisch. Aldus let
wel het oordeel van den Co. Zeker, van den Boom
had de zaak gevestigd, van den grond af opgebouwd
in den goeden ouden tijd, maar het was een geluk
voor de firma dat van Klaren zich ter juister
tijd in de zaak had geïnteresseerd.
Goeie morgen.... Hm! aldus begrotte van
den Boom dezer dagen zijn Co. bij diens binnen
treden op het kantoor. Van den Boom was altijd
ouderwetsch op tijd op het werk, dus steeds vroeger
dan de Co. met z n moderne opvattingen. Hm!
..Wat ik je zeggen wilde, van Klaren, ik heb
uit de sollicitaties voor een plaats bij de boek
houding een drietal brieven gekozen, die me aan
stonden. Ik heb de jongelui laten komen en nu
dacht ik, dat een zekere Lamberts niet ongeschikt
zou zijn omKijk hier heb je zijn brief.
Neem me niet kwalijk van den Boom, maar dat
nou weer echt iets van jou.
Wat weet je nou van dien Lamberts af?"
Nou hij heeft heel goede referenties, genoot
een uitstekende schoolpoleiding, is bij de firma
Engels wegens crisisomstandigheden ontslagen en
Heb k allemaal niets aan. Wat kan-ie, wat
presteert-ie, wat is-ie waard, wat kun je van 'm
maken."
Tja, kijk r's, dat moeten we afwachten.
Mis, van den Boom, mis. Een modern zaken
man wacht niet af, neemt geen risico. De moderne
wetenschap stelt in ons in staat om in iemands
karakter te lezen als in een open boek en omtrent
zijn geschiktheid voor bepaald werk zekerheid krij
gen. We hebben niets meer af te wachten. Als je
enkele brieven gezonden had aan het Instituut voor
Graphologische wetenschap, dan had je nu geweten
van je candidaat, wet je anders met scha en moeite
en ten koste van veel tijd moet ervaren.
-Ik zie aan je gezicht, dat je sceptiscvh staat tegen
over mijn zienswijze. Neem een proef, van den Boom,
en je zult zien, dat mijn moderne werkmethode
puist is.
Goeje morgen! Hm! zoo beantwoordde
eenige dagen later de heer van den Boom den
morgengroet van zijn compagnon. Hm! Wat
ik je zeggen wilde, van Klaren, er is antwoord van
het Instituut voor Graphologische Wetenschap
En?
Ik moet zeggen, het antwoord heeft me ge
frappeerd.
En wat was het oordeel der heeren?
Hier is de brief. Zal ik even voorlezen? Den
aanhef kan ik wel overslaan. Luister, hier komt
het op neer:
„Destellervandenbriefisongetwijfeldeenoneven-
„De steller van den brief is ongetwijfeld een
„onevenwichtige persoonlijkheid, wat de onre
gelmatigheid van het schrift verraadt.
„De kapitale letters omhaalt hij met veel
„krullen, wat op verwaandheid duidt en een
„zelfbewustheid, welke volstrekt niet genioti-
„veerd wordt door zijn kennis en ontwikkeling.
De Schrijver is eer dom te noemen, maar ver
bergt dat voor zich zelf en anderen achter een
„gedecideerd optreden. Zijn betrouwbaarheid :s
„niet hoog aan te slaan; hij
Schei uit! riep de heer van Klaren. Schei uit,
't is voor mij voldoende. Ben je door deze proef
overtuigd van het nut der Graphologie?
Tja, ik moet zeggen, het heeft me werkelijk
getroffen, dat
En wat doe je thans met je candidaat, met dien
mijnheer Lamberts?
MetLamberts? Maar die brief, dien ik ter
beooordeeling inzond
Was die niet van dien Lamberts?
Welnee! Van dien Lamberts wist ik tenslotte
te weinig om te kunnen beoordeelen, of het ant
woord van het Instituut al of niet juist was. Kijk
r's, van Klaren, we zijn nu drie jaren compagnons
en zoo zoetjes aan weten we nu wel zoo'n beetje,
hoe we elkaar hebben te beoordeelen. Daarom had
ik voor een proef een gedeelte van een van je brie
ven ingezonden
Den volgneden dag gaf de heer van Klaren in het
wie nu wel het aardigste typetje wasdie prin- piaatselijk blad kennis aan het publiek, dat hij uit
9es of dat violistje. de firma van den Boom en Co was getreden.