BH wordt niet kwalijk genomen, want er wordt gewezen op onmacht en daarom ligt het hier ter tafel. Maar is het door het bestuur geprobeerd om het tekort door een omslag over de leden te dekken? Ik moet ehter aannemen dat er niets geprobeerd is. De heer de Boer antwoordt dat het hem goed bekend is dat de gemeente dat doen moet. Als bestuur zijn wij echter heel goed bekend met den finantieelen toestand der leden. Wij zien er echter tegenaan een dubbele contributie te hef- fen. Wij zouden er niet aan denken te gaan be delen wanneer het goed ging. Djat is nooit ge beurd. De heer iElecen zegt dat men met de stichting van de poterbewaarplaats de energie van de tuin ders heeft bewondderd, maar hij) heeft niet gele zen het totale exploitatietekort. De heer de Boer zegt, dat niet bepaald kan worden hoevee lhet is. Die kosten van inbreng bedragen thans 15 oent per bak. Er zijn er thans 3(000 in en wij' hopen tot de 4000 toe te komen. Die heer Eleoen ziet er van komen dat er het volgend jaar weer gevraagd zal worden wanneer de toestand niet verbeterd. Wanneer wij subsidie geven, steunen wij niet de vereeniging maar de leden en wordt hun aansprakelijkheid vermin dert. Het is een particuliere onderneming van een vereeniging. Dlaarom kan hij meegaan met B. en W. hoewel het hard is voor de vereeniging. Oo hften 'heer Bakker doet het leed dat de toestand in dein tuinbouw zoo is dat subsidie moet worden gevraagd voor een poterbewaar plaats tot ten hoogste 600 gulden. Ook doet het1 hem leed dat het niet gedekt kan worden door de leden. Noodgedwongen moet hij met B. en W. meegaan. Wanneer dit gedaan wordt komt er geen einde. E|n zou. het voor de boer«nlae®|- hank nu zoo erg zijn om het op een langer ter mijn te doen en de rente bij te schrijven? Hjet weinige geld van de gemeente moeten we bewa ren om de menschen den mond open te houden., Het is ook onbillijk tegenover hen die geen ere diet hebben gekregen. De gemeente heeft ge daan wat zij kon. D|ei redding moet komen uit den Haag. D'p heer Zaagman zegt dat het' een zuiver coö peratieve zaak is omdat ieder lid hoofdelijk aan sprakelijk is. Als wij het toestaan moeten Ged. Staten het verwerpen omdat het een coöperatie ve instelling is. De heer Kostelijk zegt dat het voor hem een pijidijke zaak is als tuinbouwer en als bestuurs lid van de Eendracht. Hiji kon echter niet an ders, omdat de gemeente niet kan geven. Voor een derde is het gebouw niet vol en dan zouden we subsidie geven voor een gedeeltelijk leege po terbewaarplaats. Wij' 'kunnen toch moeilijk' iets gaan steunen dat zijn doel niet treft. Ik heb als bestuurslid willen probeeren een omslag te hef fen, maar de anderen zeiden er is niet. Maar op een andere manier wordt soma, geld besteed, de goeden niet te na gesproken, dat beter had kun nen worden besteed. De heer de Boer. Maar niet door allen. De heer Kostelijk. Ik zeg ook de goeden niet te na gesproken. Wij hadden het behooren te pro beeren, maar het is niet gedaan. De heer de Boer vindt het niet eerlijk er nu mee naar voren te komen dat er wel eens een_ dubbeltje wordt uitgegeven dat anders had kun nen worden besteed. Nu moeten we weer bij de menschen rond. Wij hadden een crediet van 5000 gulden van de gemeente maah dat is terugge trokken omdat het naar het crisiscomité moest. En dat hield op. Be voorz. zegt dat de wethouder spreekt in algemeenen zin en men het zich niet- persooitn- lijk moet aantrekken. De heer de Boer. Maan ik doe het voor de leden. De voorz. zegt dat de kwestie is het tekort te dekken. De heer Bijper zegt dat de heer Kostelijk de kwaden heeft bedoeld, want men,' kan geen le ger beoordeelen naar de deserteurs. Spr. heeft echter dezelfde bezwaren als de anderen. Spr. koopt dat de heer de Boer de woorden niet zoo kernachtig zal opnemen als ze worden gezegd. ïn stemming gebracht wordt het prae advies van B. en W. aangenomen met alleen de heeren de Boer en Bommer tegen. Die voorgestelde wijziging van de gemeente- begrooting dienst 1932 wordt goedgekeurd. BEGROOTING 1933. Het doet den voorzitter genoegen dat B. en W. er in geslaagd zijn de Begrooting sluitend te maken. Er is niet gegoocheld met cijfers, en alle posten zijn wel degelijk onder de oogen gezien. De onderhouds werken hebben een goede beurt gehad, daardoor konden verschillende posten verlaagd worden, bijv. gemeentewerken 1932 f 8400 en in 1933 f 4200. In 1932 was de straat geraamd op f 6600 in 1933 1600. Voorzitter wenscht dat de Raad de Begrooting zal goedkeuren. De heer De Boer is verwonderd dat genoemd wordt „geen belasting verhooging" en vraagt inlich tingen over de klassificatie van de belasting. Spr. had verwacht, dat B. en W. hieromtrent voorstel len zouden hebben gedaan. De hooge inkomens heb ben steeds voordeel gehad van de derde klasse- lndeeling. Waarom zijn we eigenlijk in de derde klas gebleven, vraagt spreker. Voorzitter. Om een hoogere uitkeering te krijgen. We moeten onze uitkeering uit de fondsbelasting houden. Als de Raad besluit in de eerste of tweede klas te gaan, zal de uitkeeringen veel minder wor den. We komen niet met belastingverhooging, maar ook niet met belastingverlaging. Men moet geen fondsbelasting aantasten. Met op centen zou het een ander geval zijn. Als de toe standen beter waren, zouden we wel met een voor stel inzake herclassificatie gekomen zijn. De heer De Boer was van meening dat de 3e klasse indeeling een proef was, en vroeg, hoe het bevalt. Voorzitter: Best, en we zullen aanstonds wol zien, in den omtrek, dat de gemeenten hard uit de eerste klas loopen, om in de derde te komen. De heer Bakker licht nog nader toe, dat een clas sificatie zooals die nu is, beter zou zijn, en wil in ieder geval nog eens afwachten. Hij geeft toe, dat de kleine inkomens nu gauw belastbaar zijn, daar in de derde klasse de gehuwden vanaf f650.en de ongehuwden vanaf f 500.— worden aangeslagen, terwijl dit in de eerste klasse respectievelijk f 800 en f700.is. Spreker acht het echter beter, om, als het moet, dan maar liever opcenten te heffen. Zou de tijd nog slechter worden, en we zouden steun moeten vragen aan de regeering, dan zijn we toch wettelijk verplicht in de derde lrlasse te gaan aldus spreker, en is het daarom het beste nog maar te wachten, ofschoon de democratie een overgang naar do eerste of tweede klasse zou eischen. De heer Eecen: De democratie is nu eenmaal zoo vaak in strijd met de praktijk! De heer Kostelijk deelt mede dat de voorgenomen kanalisatie, gevaren zal opleveren. Als het kanaal gereed komt, moet alles xoozen op de Schermer boezem, en is het gevaar niet denkbeeldig dat som mige polders onder water zouden komen. Spreker is van oordeel, dat als met dezen hoogen waterstand de kanalisatie reeds een feit geweest was, de Geest- merambacht zeker onder water had gestaan. De heer Kostelijk wil daarom voorstellen het eer tij as genomen Raadsbesluit de kanalisatie te subsi dieeren, in te trekken. De heer Eecen stelt voor dit punt even aan te houden, tot na de begrootingsbehandeling, hetwelk wordt besloten. Er wordt nu overgegaan, na deze algemeene beschouwingen tot de artikelsgewijze behandeling van de Gemeentebegrootmg 1933, welke in kapitaaldienst een totaal van uitgaven en met den Boerenleenbank) en in Gewonen dienst f 75676.07. De Voorzitter dankt nog even, dat het beleid van B. en W. in de Algemeene Beschouwingen niet is aangetast, waaruit hij concludeert, dat het college zijn werk tot tevredenheid verricht. Enkele punten van de begrooting geven aanleiding tot discussie, en geeft de voorzitter, waar noodig, inlichtingen. Bij punt 22, een uitgetrokken bedrag van f 140.— voor het archief, deelt voorzitter mede, dat volgens de archiefwet van 1918 men verplicht is de oude Gemeentearchieven in behoorlijken toestand te hou den. Spreker heeft een onderhoud gehad met den Rijksarchivaris, die rapport moet uitbrengen aan Gedeputeerde Staten, en is gebleken, dat grondige verbetering van het archiefmateriaal, van voor de ambtsperiode van den Burgemeester noodig is. De heer Rijper merkt bij punt 27, aansluiting tele foon op, dat f 150.te hoog is, daar het toch meestal plaatselijke, althans locale gesprekken be treft. De Voorzitter licht toe, dat betaald is f 125.98, maar heeft het bedrag opzettelijk wat minder ge nomen, omdat hij niet graag buiten het raam van de Begrooting gaat. Hij belooft zliinigheid, maar is van oordeel, dat ook de anderen kant van de lijn hier een woordje meespreekt. De hreer Rijper: Als ik er niet aan winnen kan, bel ik dadelijk af! Punt 30, plakken voor werkloozen in werkver schaffing, geeft den heer Zaagman aanleiding te vragen of er ook gezorgd is, dat de werklooze ar beiders in werkverschaffing onder de voordeelen van de Ziektewet vallen, en of een geraamde uit keering hiervoor in het uitgetrokken bedrag is be grepen. De Voorzitter merkt op, dat een bedrag hier voor niet te ramen is, en hij ook niet weet of hij werkloozen in werkverschaffing zal krijgen. Deze zaak kan bij de begrotingswijziging altijd nog ge regeld worden. Over punt 57, kleeding en rijwieltoeslag van f 150 ontwikkelt zich een langdurig debat. De heer Kostelijk vindt f 50.voor de fiets veel te hoog, en wordt zijn meening gedeeld door mr. Eecen. De heer De Boer zou een openbare inschrijving voor onderhoudskosten wenschen. De heer Kostelijk vond f 25.voldoende en dient een betreffend voorstel in. De heer Rijper vindt de aderlating te groot, en wil er f 10— afdoen. De heer Zaagman acht f 50.niet te hoog, en wordt tenslotte het voorstel van den heer Kostelijk met vier tegen drie stemmen verworpen, dus het uitgetrokken bedrag van f 50.blijft gehandhaafd. De vergoeding van de hooistekers is na overleg met hen, en met het Georganiseerd Overleg terug gebracht van f 75.00 op f 45.00. De heer Bakker, zou, gezien het niet voorkomen van hooibroeibranden de post willen schrappen. De Voorzitter is hier absoluut tegen, daar er, zoolang er nog hooi is, deze kleine vergoeding vol doende waarborg geeft. De bijdrage voor de school voor Nijverheidsonder wijs is van f 750.op f 300.teruggebracht, waarbij Voorzitter opmerkt, dat vooraf niet te zeggen is hoeveel leerlingen het onderwijs zullen volgen. Voor Werkverschaffing werkloozen is f2006.uitgetrok ken. De heer Zaagman vraagt of B. en W. reeds een werkobject op het oog hebben, en wijst als zoo danig op het kerkhof, waaromtrent verleden jaar gezegd is, dat het nog 5 jaar meekon. Het onder houd ontgaat ons toch niet, aldus de heer Zaagman, en hij acht het kerkhof een geschikte plaats. Een arbeider werkt liever, en wat we er nu aan doen, kunnen we over vier jaar uitsparen, meent de heer Zaagman. De Voorzitter merkt op, dat, wanneer er werk verschaffing is ,het in overleg met de andere 49 ge meenten, uitsluitend sloot- en baggjerwerk mag zijn. Een betreffend voorsbei is naar den Haag, en wanneer het wordt goedgekeurd, zullen dus de tuin bouwers en arbeiders feitelijk in hun bedrijf blij ven. Als we aan de begraafplaats gaan, aldus spr., krijgen we geen subsidie, want het is geen zuivere werkverschaffing. De heer Zaagman zegt, dat het bij hem er niet om gaat, aan het beleid te twijfelen, maar omdat die f2000.uit de Gemeentekas gaan, zouden ze zoo mooi in de Gemeentehuishouding kunnen blijven. De Voorzitter licht toe, dat men zich bij het mi- nisterieele besluit heeft neer te leggen. De heer Bakker meent, als het kerkhof verbeterd moet worden, dan hiervoor een nieuwe post op de Begroeting noodig is. De Voorzitter deelt het standpunt van den Minis ter mee, die wenscht dat het land cultureel in orde moet door er slik op te brengen, en ziet zelf de ur gentie van een kerkhofverbetering niet in. De heer Kostelijk meent dat het duur zou worden, daar ook ycel materiaal aanwezig moet zijn, hetgeen de heer Zaagman bestrijdt. De heer Rijper vindt het ministerieel standpunt eigenaardig. Voor twee jaar terug mochten ze niet slikken, en nu moet het. De Voorzitter zegt dat er niets aan te doen is en sluit hierover de discussie. De Voorzitter deelt mede, dat voor de werklozen kassen f 450.subsidie begroot is, omdat mogelijk ook bouwvakarbeiders zullen komen. De verdere artikelen geven geen aanleiding tot op en aanmerkingen en werd alzoo de Gemeentebegroo tmg 1933 zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Voorzitter brengt den Raad dank, en hoopt niet te pessimistisch den toestand te kunnen inzien. Hij vertrouwt dat de wolken van den economischen hemel eindelijk eens zullen optrekken, en ook voor ons het gelukszonnetje weer schijnen zal. Overgegaan wordt tot de Begrooting van het Gas bedrijf. De heer Kostelijk vraagt het woord. In de com missie van Beheer is behandeld een verlaging der salarissen werklieden. Na ampele bespreking is be sloten de begrooting onveranderd in te dienen. De heer Kostelijk vormde de minderheid, die zich voor verlaging uitsprak. De Voorzitter licht nader toe, dat de Raden het laatste woord hebben. Elke Raad besluit afzonderlijk, en later worden deze besluiten nagegaan. Wanneer van deze vijf gemeenteraden er drie tegen stemmen, d.w.z. de be grooting afkeuren, zal deze teruggezonden worden. De heer Kostelijk motiveert zijn houding nader door te wijzen op het feit dat z.i. de directeur met een salaris van ongeveer f 5000.ver uitgaat boven de normale standaardloonen, en zoo valt er van alle salarissen iets te zeggen. Het spijt spreker dat hij geen medewerking kon vinden en wijst hij op de gedaalde levensstandaard. De heer Zaagman, verklaart uit principe tegen een loonsverlaging te zijn, daar loonsverlaging ver arming beteekent. Er zijn in het bedrijf loonen aan den hoogen kant, maar het totaalcijfer der loonen, is in verhouding tot het totaalexploitatie- cijfer betrekkelijk klein. Een loonsverlaging noemt spreker een maatschappelijk kwaad. De heer Rijper is het met den heer Zaagman eens, in principe, maar vooral de hoogere loonen, zegt hij, vloeken tgen de standaardloonen. Spr. zou alleen de hooge salarissen willen herzien, maar dit is niet mogelijk. En de lagere loonen zullen er het meest van te lijden hebben. De heer Eecen zegt, dat als men in een Overheids bedrijf de salarissen verlaagt, het weer heel wat voeten in de aarde heeft, ze weer verhoogd te krij gen. In het vrije bedrijf past alles zich gauwer aan. Spr. vreest ook de werklust te zullen dooden, en adviseert niet met den heer Kostelijk mede te gaan. De Voorzitter bespreekt als lid van de Gascom- missie nader de geste van de Commissie van Be heer. Spreker was tegen verlaging en gaat na, hoe de verhoogingen tot stand zijn gekomen. Inder tijd waren de loonen veel te laag. Het blijft voor spreker een vraag of de levensstandaard over de geheele linie zooveel gedaald is. Ook is de toestand der bedrijven kern gezond, en wordt er zelfs over gedacht de stroom met 1 cent per K.W.U. te ver lagen. Als de bedrijven in een desolaten toestand verkeerden, zou spreker er niets tegen hebben. Nu is de zaak anders. Spr. za lloyaal medewerken, wan neer gemeenteraden de Begrooting zouden afkeu ren, maar hij verwacht dan dat de commissie, in casu de heer Kostelijk een richtlijn aan zullen geven. De heer Kostelijk meent, dat als de gemeenten eerst maar afkeuren, de commissie wel met een richtlijn komen zal. Het is typisch dat alles rijst, omdat alles in de put zat, geen waarde had. De sa larissen zijn opgedreven, gas en electrisch moeten goedkooper worden. De heer Bakker is het niet met den heer Zaag man eens, dat loonsverlaging vermindering van de volkswelvaart beteekent. Het betaalde loonbedrag van f23000.— heeft geen invloed op den gasprijs, en is een verlaging der loonen, slechts toegeven aan een drang, vervullen van een bevrediging der inwo ners. Spr. blijft van meening dat men een arbeider niet meer het koopen van artikelen als vleesch enz., waar hij vroeger niet aan toe kwam, moet ont zeggen. De heer Kostelijk maakt er tenslotte een voorstel van, dat met 6 tegen een stem wordt verworpen. De raad van Oudkarspel sprak zich dus haast unaniem uit tegen loonsverlaging aan de lichtbe- drijven. De begrooting van het Gasbedrijf vermeldt Kapi taaldienst, ontvangsten en uitgaven f 23100. Gewone Dienst f93730. De Begrooting wordt nu goedgekeurd, alleen de heer Kostelijk wordt geacht te hebben tegengestemd. De begrooting van het Electrisch Bedrijf, welke in Kapitaaldienst ontvangsten en uitgaven f 10050 en f82001 gewone dienst vermeldt, wordt nu ook z. h. stemming goedgekeurd, waarbij de heer Kostelijk weer geacht wordt te hebben tegengestemd. Voor overgegaan wordt tot de Rondvraag, brengt Voorzitter nu ter sprake de kanalisatie en wegen plannen. B. en W. hebben een conferentie met de commissie gehad, en in afwijking met vroeger ge dane toezeggingen, wordt thans voor den weg door het Geestmerambacht f 1000 gevraagd gedurende 40 jaar, waarbij enkele faciliteiten verleend zullen worden. De gemeente zal, wanneer de toestand zoo blijft, en geacht wordt zij deze f 1000 niet kan be talen, dat jaar vrijgesteld kunnen worden. Er zal een verbindingsweg komen van de Spoor straat naar den nieuwen weg, zoodat hier dus een ringweg komt. B. en W. komen echter met geen prae-advies om het gevoelen vam den raad te vernemen. Door den heer Eieoen wordt gewezen op het groote belang van den nieuwen weg, waardoor het verkeer door Langendijk zeer ontlast zal worden. Het bezwaar was dat de weg niet over de Spoorstraat kwam, waarom de heer Rijper voorstelde een subsidie van 500 gld. mits de weg over de Spoorstraat kwam. Spr.. meent dat nu eisch kan vervallen door het verbeterde pro ject. Tevens zal deze weg! in werkverschaffing uitgevoerd voor de werkloozen van, belang zijn en voor de gemeente een finantieel voordeel be- teekenen. D|e spreker gaat no dieper op deze kwestie in in verband met de kanaalplannen en, stelt tenslotte voor de subsidie voor de kana len in te trekken en de gevraagde subsidie aan den nieuwen weg te 'geven. De voorz. wenscht hiertegen een waarschuwend woord te laten hooren en is van oordeel dat het respect van den raad verbiedt om deze subsidie die weloverwogen is toegestaan, int te trekken. Om niet te spreken van, een immoreele daad wil spr. waarschuwen om de subsidie in een on zalig oogenblik in te trekken. Verschillende heeren voeren hierover het woord waarbij de verschillende meeningen ook van ver schillende kanten wonden bestreden. De algemeene geest is echter dat men tegen de uitvoering vanhet kanalisatieplan is, en tenslotte wordt het voorstel van den heer Eleoen om de subsidie voor de kanalisatie in te trekken met alleen wethouder Bakker tegen aangenomen. I n verband met de gevraagde subsidie voor Iden nieuwen weg, doet de heer Kostelijk het voorstel om 600 gulden te geven. Elen offer van 1000 gulden is hem te groot, terwijl hij wijst op een finantieel voordeel voor de gemeente, dat de vervoerkosten voor de kinderen uit de Eiiepsmeer kunnen komen te vervallen. Dit voorstel wordt door den heer Hommer onjiersteund en wordt het voorstel Kostelijk aangenomen met alleen de heer Zaagman tegen. Nadat door den heer Eecen is gevraagd waar het vuil in het Waardje wordt gestort, waarop de heer Kostelijk antwoordt en zegt dat deze plaats door balken wordt afgezet, en de heer Eeoen B. en W. heeft gevraagd uit te zien niaar 'een geschikte terreingelegenheid, waarop eventueel" woningen kunnen worden gebouwd, zooals aan de Oosterstraat te Noordscharwoude, gaat voorz. tot sluiting over en doet dit met een woord van dank uit te spreken voor de aange name wijze waarop deze vergadering is verloopen en een medewerking die hem de leiding heden avond zoo gemakkelijk heeft gemaakt. (Reeds extra aan onze lezers in Oudkarspel toegezonden).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1932 | | pagina 4