Kameroverzicht
Houdt liet Horloge in eere
Raedtpraet
Kinder-Vredeslichtommegang 11 Novemb.
OUDKARSPEL
EEN GALAVOORSTELLING MET WEINIG
PUBLIEK.
WIE MEELEEFT MET DEN ROODEN KANT,
SPREEKT „WETTELIJK" VOOR HET VADERLAND.
DE RAAD IS GEEN STAMTAFEL.
HET KERKHOF EEN GESCHIKTE PLAATS.
MEN MOET NIET TELEFONEEREN, ALS ER NIET
AAN TE WINNEN IS.
Neen, als wij tot de drie-kop-sterke publieke tri
bunebevolking behoord hadden, we zouden gepoogd
hebben eendrachtelijk te protesteeren, tegen het
smadelijk feit, dat zij, die zich de moeite getroost-
ten, door het barre weer ter Raadzale te tijgen, wèl
de lasten van de grootendeels droge en lange de
batten te dragen hadden, maar de lusten van het
kopje thee moesten ontberen; en slechts als voor
„spek en boonen" meedoende de geurige rook der
halt, we zijn geen reclamechef, dus het merk noe- j
men we niet maar in ieder geval 8 cents sigaren
mochten opsnuiven. En onze oprechte hulde, aan de
helden, die zonder het gestoelte der eere, of het i
gestoelte der zeere (vingers van de Persmenschen) i
te mogen bezetten, in stijgende bewondering of zwij-
gende ontzetting de edelachtbare sluizen van wel
sprekendheid hebben gadegeslagen, die om zeven uur
aanvingen een haast ononderbroken stroom van, ik
zou toch nog ook wat willen zeggen, door te laten,
en waarvan het den Burgemeester als sluiswachter
eerst tegen den nieuwen dag mocht gelukken, de
deuren voor goed toe te draaien. Wij zouden, zon-
der oneerbiedig te willen zijn, dezen Burgemeester
ook nog willen vergelijken met een Romeinschen
wagenrenne, aan wiens stuurmansbeleid het slechts
te danken is, dat de gemeente-renwagen, door zeven
vurige paarden getrokken, in 't rechte spoor blijft, I
en wiens krachtige ruk aan de teugels voldoende
blijkt, wanneer de fiere strijdrossen, zich wat al te
veel met elkander gaan bemoeien.
De hoofdschotel van dezen disch, de begrooting
1933, verdween betrekkelijk vlug in de grage magen
van de gasten, maar de hapjes van de voorschotels,
de stukjes van de tusschengerechten, en vooral de
brokjes van het dessert, zou, door het lange over en
weer gekauw een peinzer zelfs jaloersch hebben
kunnen maken.
iHet begon al met de bekende Twuyverwegkwestie
inzake overdracht van den Twuyverweg aan het
Hoogheemraadschap, waarbij sommige heeren, waar
schijnlijk als zelftroost in deze natte kille herfst
dagen, zich wleer op een zonnigen zomerdag in de
groene weide waanden, en elkaar beurtelings het
gras voor de voeten wegmaaiden, om te betoogen
dat het Hooghemraad maar zoo gauw mogelijk
moest verdwijnen, en waarbij de heer Rijper het
gestorven kind niet meer in het leven wilde terug
roepen. Wij voor ons vreezen, dat dit kind zijn
springlevende aanwezig zijn op do diverse aanslag
biljetten nog wel een poosje zal demonstreeren. In
d'eze zaak was het hemd eigenlijk nader dan de rok,
en ging de liefde meer naar den Oudkarspelder-
dan naar den Twuyverweg uit, wat nochthans niet
verhinderde ,dat ook Oudkarspel zal aannemen een
der twee voorstellen van St. Pancras en wel het
oogenschijnlijk goedkoopste van f 116.per jaar,
omdat de boenen toch al nat waren. Het blijft echter
wel een open vraag, of dit Water niet tot het
middel kan stijgen, en leek ons de redeneering van
den Voorzitter, in casu het voorstel van B. en W.
f 150.te geven, naar den wensch van het Hoog
heemraadschap logischer, omdat dan verrassingen
uitgesloten zijn, al gaat dan de medezeggingschap
ook wat verloren. Deze kwestie had inmiddels 50
minuten in beslag genomen,
Wie beweert dat een zekere zijde van de linksche
partijen in ons land lak heeft aan overheid en wet,
is abuis, want zonneklaar bleek dat de heer Zaag
man den wettelijken weg bewandelt, toen hij zich
ééns verklaarde, met het voorstel om het adres van
de commisise tot schoolverzuim niet te behandelen,
zijnde de Raad niet competent.
Mr. Eecen vond het als jurist blijkbaar zeer inte
ressant de heeren over constante jurisprudentie en
andere vaktermen te hooren vreezen, te oordeelen
naar de steelsgewijze guitige blikken, die over de
de rest van het edelachtbaar gezelschap deed dwa
len. De Commissie zal het er wel niet bij laten zit
ten, en vier der bevoegde instanties zal de kwestie
van geoorloofd en ongeoorloofd verzuim, „pinkje
steken" noemden we dit vroeger in Alkmaar
wel weer in B. en W. vergadering ter sprake komen;
als een zaak van zelfbestuur. En zelfbestuur c'.est
moi, zegt de burgemeester als hoofd van het dage
lij ksch bestuurtrio, dus dan komt het, waar het nu
had moeten zijn.
„Al doet men nog zob voorzichtig, 't wordt altijd
gewroken, wat mên in den Raad ook zegt" was de
uitspraak van den Burgemeester. Het leek er op,
bij de behandeling van subsidie aan het Wit-Gele
Kruis, waarover de heer Rijper, om een „mooie"
uitdrukking te gebruiken, een „warme" lans brak.
Zijnde niet „ingevoerd!" in de geschiedenis van
Witte- en Wit-Gele Kruis, zullen we ons niet aan
beschouwingen wagen, maar dat hier eigenlijk
„something rotten" is, lijkt ons niet onmogelijk, en
de verdere gebeurtenissen op dit terrein, zien we
met belangstelling tegemoet.
Als de Raad vergadert, en het staat op het bord,
regent het adressen in de laatste dagen als met
't spoor dus, waar ook altijd menschen zijn, die óók
nog mee moeten. Inmiddels was het een visch
zonder graat, en werden de adressen met het ge
bruikelijke voor kennisgeving aangenomen, ter grif
fie gedeponeerd. Het blijft een verblijdend verschijn
sel, als getracht wordt den werkloozen wat ontspan
ning te brengen, en daarom was ook niet te verwon
deren dat een verzoek om subsidie van de St. Jozefs
gezellen vereeniging de sympathie had. Maar logisch
was het ook, dat men de kat eens uit den boom
wilde kijken, en de zaak om prae-advies bij B. en
W. belandde. En voortaan op tijd, St. Jozefsgezel
len, want de raad heeft meer te doen. Orde moet
èr zijn! De gemoederen waren, na en ronde van
30 minuten over deze kwestie gebokst te hebben,
bepaald opgewonden, en na dat de burgemeester
een wat strengere leiding die ons overigens nog
voor véél onheil behoedde in het vooruitzicht had
gesteld, kwam de thee.
De heeren Kostelijk en Rijper, konden ook toen
hun toomelooze begeerte de gemeentebelangen te
dienen, blijkbaar niet bedwingen, en hielden com
missievergadering op de gang. Wij willen althans
niet gelooven, dat de een den ander de geheimen
van het Jo-jo-spel onthulde, wat overigens verklaar
baar zou zijn, omdat beide heeren graag de touwtjes
in handen blijken te willen houden.
De Laanwegbewoners wenschen meer licht in de
duisternis, en zijn inderdaad door de Heerhugo-
waard, waaronder hun verlichting ressorteert, wat
stiefmoederlijk bedeeld. Gedachtig aan het spreek
woord: „Wie zal de kat de bel aanbinden", advi
seerden B. en W. zich maar naar Heerhugowaard te
wenden, maar de heer de Boer vond dit meer een
karweitje voor B. en W. zelf. De heer Zaagman
hield een belangwekkende rede, omtrent het leggen
van de kabel over den Noordkant van de sloot. Daar
de Pers zich intusschen ais troost in het vooruit
zicht van nog twee-en-half-uur te schrijven, zich
onledig hield met dropjes eten, hebben wij in geen
raads ver slag het betoog in extenso kunnen vinden,
en hopen wij slechts dat de volijverige secretarie
ambtenaar deze woorden voor het nageslacht be
waard heeft.
De voorzitter meende in deze kwestie de hand
wel te zullen krijgen, nu de vinger al aanwezig is,
waarvan we inmiddels nu niet zoo overtuigd zijn.
De raad draagt de Laanweggers bepaald een goed
hart toe, want de eerste St. Nicolaas-suprise in den
vorm van hun opnemen in den reinigingsdienst is
hun uitgereikt. Het ware te wenschen, dat het
middeleeuwsch systeem van zelf-je-vuilnisman zijn,
dat we elders aan den Langendijk vinden, eindelijk
eens verdween, en daarom kunnen we elke poging,
in deze richting apprecieeren. Goed voorgaan, doet
goed volgen, dus wie weet
Het roerende betoog van den heer De Boer inzake
subsidie aan de poterbewaarplaats van de Eendracht,
kon de harten wel ontroeren, en de wanhoopskreet
„Elk heeft hier kool, de gemeente heeft ook kool"
had het beoogde effect, maar tochhet kon niet
lijden.
Mr. Eecen achtte de bewaarplaats een zuiver
particuliere onderneming, vond het hard, maar ad
viseerde afwijzend. Zijn opmerking dat er al ruim
schoots genoten was aan tuinderscredieten en ren-
telooze voorschotten, was natuurlijk olie in het vuur,
en de heer Bakker merkte zeer terecht op, dat geen
kapitalist in den Haag een percentagebod op de
rentelooze voorschotten zal doen. Verder meende
hij een juridische spitsvondigheid te lanceeren, door
er op te wijzen, dat het volgens de statuten, die by
een exploitatietekort hoofdelijke omslag eischen, met
aanvaardbaar was, een subsidie. Een bewonderende
blik van mr. Eecen was zijn loon, maar de heer de
Boer raadde in alle gemoedsrust aan, het maar eens
te probeeren.
De heer Kostelijk was van meenmg dat de twee
gulden er nog wel zouden zijn, en bleek geen be
wonderaar van de finantieele stuurmanskunsten der
Oudkarspelaars te zijn, maar de heer Rijper vond
dat men een leger niet naar z'n deserteurs beschou
wen moet, en suste den heer de Boer, die terecht
hevig verontwaardigd over zooveel dikke woorden
van den heer Kostelijk, het geen baantje vond, met
de opmerking dat de wethouder 't niet zoo bedoeld
had. Inmiddels ving de Eendracht bot.
In angstige spanning, de potlooden scherp gesle
pen, de extra blocnote bij de handé, werd gewacht
en gezien de langdradige wijze waarop de heeren
dezen avond causeerden, rekende men nu ook weer
op ellenlange debatten. Het viel mede, burgemeester
vroeg trouwens van te voren clementie, en onze
blocnote bleef maagdelijk blank, omdat, wat gezegd
werd, over het algemeen eigenlijk niet veel bijzon
ders was, uitgenomen dan natuurlijk het belangwek
kende adembenemend-spannende debat omtrent de
fiets van den veldwachter. Buiten wat belastingge
leerdheid werd er weinig algemeen beschouwd, en
de voorzitter joeg de artikelen er door, met een
snelheid, die menig veilingafslager hem zou benij
den. De telefoon vond de heer Rijper wat te duur.
Hij kan er als handelaar over oordeelen, en de Bur
gemeester beloofde deemoedg zuinigheid. Het zal
niet meevallen nu nog den Burgemeester telefonisch
te bereiken maar nu komen wij weer tot de con
clusie, dat het dan geen geld kost aan de gemeente,
waar de Raad na vijf minuten de kwestie overwogen
te hebben, dat de andere kant van de lijn ook
meesprak, ook van overtuigd werd. Maar op grond
van de uitspraak van den heer Rijper, schijnt bij
suppletoire begrooting geregeld te worden de aan
schaffing van een bordje, dat naast den telefoon op
gehangen, den Burgemeester steeds als 't ware zal
toeschreeuwen:
„Telefoneeren kan ik niet aan beginnen,
Als ik er niet stevig aan kan winnen."
Een van de belangrijkste punten van bespreking
scheen wel een voorstel van den heer Kostelijk
de Rijwieltoelage van den politieman van f 50— te
verminderen op f25.— per jaar. Dezen functionaris
voor wien dus het „bij U, over U, maar zonder U"
gold, waren de wisselende stemmingen aan te zien,
die de beurtelings pro- en contrabeschouwingen der
Edelachtbaren opwekten.
Mr. Eecen vond dat men tegenwoordig voor f 35.00
een Knappe fiets koopt, en dus vertrouwende zijn
Weledelgestr. nog eens op zoo'n vehikel te zien rij
den, als de oude af is, zullen wie ons veroorloven
advies te vragen, hoe hij bevalt. De rijwielhande
laren kregen allemaal nog een eerlijke kans, gezien
het voorstel van den heer De Boer, de reparatie bij
inschrijving aan te besteden, en de heer Zaagman
gunde den veldwachter wel een kleine winst, van
het z.i. niet te groot bedrag maar 't slot van 't liedje
was, dat de veldwachter zijn twee briefjes houdt.
De heer Kostelijk was er zelf verwonderd over, dat
deze bagatel zooveel tijd gekost had, en waar Z.Ed.
zich zoo'n voorstander van bezuiniging toonde, is
het ons niet duidelijk, hoe hij de debatten door liet
loopen, daar het haast aan vergaderingsgeld, licht
en vuur meer kostte. Hier gold met recht: De sop
was de kool niet waard.
bi.net zou redden. Het is eenigszins anders gdeloo-
pen. Zeker, ook nu nog wordt hardnekkig be
weerd, dat particuliere besprekingen tot het re
sultaat hebben geleid, dat de drie rechtsche par
tijen, minus alleen dr. Qolijn, strak eendrachtig
voor het ontwerp zullen stemmen, wanneer de
behandeling ervan wordt voortgezet, maar we
gelooven dat thans niet meer. De oppositie van
den a.r. leider is ongewoon! heftig geweest, en
toen deze, zelfs na de door minister de Geer ge
dane concessies, verklaarde dat heel de a.r.
fractie, op een lid na, tegen het ontwerp zou
stemmen, dreigde het noodlot van den heer de
Geer en van heel het kabinet daarmede bezegeld
Mr. Aalberse, de voorzitter der katholieke frac
tie redde tenslotte de situatie door bij motie op
schorting van de behandeling voor te stellen tot
na afloop van de algemeene beschouwingen over
de staatsbegrooting, een voorstel dat met slechts
de stemmen der communisten tegen, werd aange
nomen. Het kan zijn, dat de algemeene beschou
wingen de Kamer van de noodzaak der voorge
stelde tariefsherziening zullen hebben overtuigt!,
maar er is meer kans, dat de tariefsverhooging»
voorloopig van de baan is en de regeering naar
anldere bronnen zal hebben uit te zien om er
de millioenen, voor dekking der tekorten benoo-
digd, uit te laten ontspringen.
E{n dan denken we allereerst aan een sterke
verhooging van den accijns op tabak en sigaren
Diat was het, wat o.a. de heer Oolijn sterk voor
stond. Hij werd daarin trouwens door meerdere
leden gesteund, o.a. door den heer Oud v.d. en
reeds eerder was deze gedachte opgeworpen door
iden heer Kersten st. ger. E|en scherpe oppositie
tegen verhooging van de tabaksbelasting is te
verwachten van de katholieke fractie, welke er
een belangrijke industrie in het zuiden door be- I
dreigd ziet.
Dat de millioenen in ieder geval ergens van-
flaan gehaald moeten worden, daarover waren j
de heeren het tenminste eens. Mr. Oud bepleitte
ook verhooging van de successiebelasting en dr.
Colijn noemde ook de couponbelasting. Dleze zou j
echter alleen moeten gelden voor de coupons met
hoogere rentevoet. Ir. Albarda s-d. verwachtte
ook heil van een strengere controle op de belas-
tingopgaven, van de opheffing ook van hetbank
geheim en van verdere bezuiniging op defensie
D|e communist de Visser had het over een heffing
ineens, een besnoeiing van gecumuleerde inkom
sten en een belasting van de goederen in de doo-
de hand.
Eest ons nog te vermelden waarom de heeren
eigenlijk zoo tegen de voor een jaar geldende 30
opcenten van den invoer waren. Eterstens werd
het bezwaar genoemd, dat die opcentdft het le
vert duurder zouden maken. Dat is met elke
heffing het geval, antwoordde minister de Geer
Hij betwijfelde trouwens of die opcenten, wel van
beteekenenden invloed op de prijzen zouden zijn
Over het algemeen echter waren de bezwaren van
principieelen aard. Men wilde niet verder het
pad van den vrijhandel opzij treden. In het bij
zonder de heer Colijn ontraadde dat sterk en
soms scherp. Toen we met Belgie en Luxemburg
het verdrag van Ouchy onderteekenden, hetwelk
beoogt om geleidelijk de wereld tot den vrij
handel terug te voeren, toen zoo betoogde de
a.r. leider wette de regeering (door de voorbe
reiding van dit voorstel) de dolk, waarmede dit
verdrag werd omhals gebracht.'» Cjolijnf en, an
deren verwachten altijd nog heil van ,,ons goe
de voorbeeld." In werkelijkheid zoo hoor
den we een ander lid opmerken gelooft nie
mand aan onze liefde voor het principe, wel aan
ons belang erbij. Zei. minister Elamdin (Frank
rijk te Geneve niet in antwoord op een boetpre-
dicatie van den heer Cplijn,,als gij in Nederland
lage tarieven houdt, doet gij dit toch zeker in
uw eigen belang?" Neen, van ons goede voor
beeld stelle men zich niet teveel voor. Toen
de tariefsverhooging voorloopig van de agenda
was afgenomen, kwam een wijziging van ons
wetboek van Burg. Rechtsvordering aan de or
de o.a. de voorschriften betreffende inzake lijfs
dwang gijzeling. Het ontwerp werd z.h.s.
aangenomen. Gegijzeld zal in de toekomst nog
slechts kunnen worden, als da schuldenaar beta
len kan, maar het niet wil. Dan nog voor hoog
stens een jaar (vroeger 5 jaren) en als het per
sonen beneden 70 jaar betreft.
Uit eenige gestelde vragen en gegeven antwoor
den is tenslotte gebleken, dat de anti-regeeringsi
d monstratie op 8 November niet zal worden ver-
loden, maar dat de regèeringj er ook geen fa
ciliteiten, o.a. geen stempel vacantie aan werkloo
zen, voor zal toestaan. Minister Reijmer heeft
tenslotte medegedeeld, dat hij aan de Vara geen
zendruil zal toestaan om deze betooging te kun
nen uitzenden.
Die Kamer zelve is tot 8 November uiteen
gegaan en zal derhalve ook een kleine najaars-
vacantie genieten al,vorens het groota politieke
steekspel, „de algemeene beschouwingen'" zal
aanvangen.
onderweg-of bepaalde halteplaatsen, vredeslich-
ten gemaakt door ouderen en kinderen in den vorm
van vredeshuizen, -klokken, -paleizen, -symbolen en
transparanten met leuzen, uitgeholde kalebassen
enz., enz., werden meegedragen; met vaandels en
vlaggen groetten zij op sommige plaatsen elkaar en
de vredessymbolen. Achterna werden verhalen ver
teld van oorlog en vrede, van samenwerking tus-
schen de volkeren, films op dit gebied vertoond,
herinneringen aan den ommegang uitgereikt.
In oeroude tijden droegen de menschen uit angst
voor het donker, waarin, naar zij iederen herfst
opnieuw vreesden, dat de zon de aarde zou achter
laten, van uitgeholde wortels of kalebassen ge
maakte lichten rond, om de zon terug te wenken.
Het oude heidensche gebruik werd gekerstend.
Ter eere van Sint Maarten, den man die het solda
ten-beroep opgaf, met toestemming van zijn keizer,
om zijn leven aan goede werken te wijden, werden
voortaan op 11 November de lichten in het donker
van den avond rondgedragen.
En nu in den donkeren na-oorlogstijd geven wij
meijschen aan 't oude, bijna uitgestorven volksfeest
een nieuwen, bij onzen tijd passenden inhoud en be
kende folkloristen juichen dit streven toe.
Lichten in den duisternis laten wij de kinderen
ronddragen. Vrtdeslichten, als een waarschuwing
voor heden en toekomst. Want zoomin als de
menschheid kan zonder het licht en de warmte van
de zon, zoomin als het menschdom kan zonder de
lichtende, verwarmende liefde van mensch tot
mensch, zoomin kunnen de menschen, wie en wat
ze ook zijn zonder het licht van de Vrede.
Slechts als in de wereld Vrede door Recht heerscht
hebben de kinderen van nu kans op geluk en wel
vaart. Om dit meer nog en gedurig weer te doen
doordringen tot de massa, de leiders in de landen
en in den Volkenbond kan deze Kinder-Vredeslicht-
ommegang een machtig, internationaal middel wor
den.
Helpt allerwegen de kinderen het vredeslicht te
doen uitdragen in deze donkere tijden, waarin de
menschheid ziekt en zoekt naar mogelijkheden om
het zwaard door rechtspraak te vervangen.
RENS VAN OOSTEN-Mössinger,
Vice Presidente Ned. Afd., Intern. Vrou
wenbond voor Vrede Vrijheid.
Groningen, Oct. 1932.
Die behandeling van het ontwerp-taf
riefsverhooging voorloopig geschorst. D|e re
geering ontsnapte ermede aan een groot gevaar
Zullen tabak en sigaren thans zwaar worden
belast De regeering en de betoogers van S
November. Ook de Tweede Kamer kreeg na-
jaars vacantie.
In ons vorig overzicht schreven we dat de rech
terzijde de tariefsverhooging wel zon acceptee
ren en daarmede minister de Geer, en heel het ka-
Nu het donker reeds weder zoo vroeg op d§n dag
over de aarde daalt en uit dat donker het vriende
lijke licht van lampen van allerlei aard ons tege
moet straalt, nu gaan onze gedachten als vanzelf
naar dat .lichtfeest", den Kinder-Vredeslichtomme-
ging die sinds meerdere jaren in Nederland en hier
en daar in het bui'enland wordt gehouden als her
innering aan den dag, waarop, 11 November 1918,
het Vredeslicht voor het eerst weer zwak gloorde
door het het donker van den tijd.
De laatste jaren werd de Kinder-Vredeslichtom-
megang gehouden, geleid door ouders, onderwijzers
en andere vredesvrienden te Groningen (de oude
St. Maarten stad, vanwaar uit de gedachte verder
in den lande werd gedragen) te Leeuwarden, Sneek,
Assen, Apeldoorn, Hengelo, Arnhem, Amersfoort,
Haarlem en Purmerend.
Muziekcorpsen begeleiden vaak den ommegang en
vredesliederen, vooraf geleerd, werden gefcongen
Drie maanden pas was het gebruikteh daar
stond het armbandhorloge van mijn vrouw al sU!
En ik had er toch göed voor betaald! „Altijd de
zelfde geschiedenis" riep ik uit; zóó zeer overtuigd
door den horlogemaker te zijn beetgenomen. O, die
horlogemakers! Vol verontwaardiging ging ik
naar den man toe om hem te zeggen wat ik van
hem dacht. Hij hoorde me aan zonder een woord
te spreken en toen ik klaar was bekeek hij, altijd
zwijgend, bij het licht van zijn lamp eenige oogen-
blikken de beweging van het horloge. Toen zei hij
vriendelijk:
„Mag ik U verzoeken even in mijn werkplaats te
gaan, we zullen de zaak aanstonds onderzoeken; ik
geloof niet dat het ernstig is."
De vriendelijke gemoedelijkheid van den spreker,
en ook de verwachting om iets interessants van
dichtbij te zien bracht mijn woede al tot stilstand.
En die viel heelemaal weg toen de horlogemaker
het uurwerk open maakte en mij het mechanisme
toonde en verklaarde. De werkplaats was vervuld
van het ongelijkmatig getik van rijen klokken en
horloges. Alsof ze het afgesproken hadden, zoo
lieten ze hun slagwerk klinken, de een langzaam
de ander snel als waren ze er zeker van in
ieder geval op tijd te zijn.
De horlogemaker werkte met een heel kleine
schroevendraaier en toen eerst zag ik wat een won-
derbaarbaarlijke techniek het mechanisme van een
horloge eischt. Uitermate kleine raderen en bijna
microscopische schroefjes kwamen geleidelijk uit
het geheel te voorschijn. Alleen met de loupe kon
men tandjes en schroefloop onderscheiden. In een
kastje besloten zat het hart van het horloge: een
dunne breekbare veer die losgemaakt, naar buiten
kwam met een metalen klank. Met verbazing ver
nam ik dat zulk een horloge samengesteld was uit
ongeveer 80 verschillende deeltjes en dat er voor
de constructie omstreeks 1500 bewerkingen noodig
waren. Waar zat nu de ongerechtigheid? Ik kwam
het spoedig te weten: op een minuscuul robijntje
dat schitterde in het licht en dat dienst deed als
kussentje, was een weinig olie hard geworden. Die
had de beweging doen stilstaan. Het smeren van
een horloge in zijn geheel vraagt niet meer dan een
zeventigmillioenste deel van een liter olie, dit détail
doet wel zien hoe een schijnbaar onbeduidende oor
zaak tot stilstand kan leiden. De horlogemaker ver
telde me toen hoe moeilijk het is een goede olie
voor horloges te krijgen. De fabricage is een bui
tengewoon delicate zaak; men stelt deze olie samen
in laboratoria, uit bepaalde deelen van visschen.
en ondanks alle toegepaste zorg laat het resultaat
soms toch te wenschen over.
Alle deeltjes van het horloge werden vervolgens
in bezine gedompeld om het vet er af te halen en
intusschen onderhielden wij ons over het weer
standsvermogen van een horloge. Het seconderad
b.v. maakt 60 draaiöngen per minuut, dat is per
dag 1400 maal zooveel. Het fijne tandwerk van het
ankerrad veroorzaakt per dag 342000 tikjes tegen de
levées. De slinger heeft 5 trillingen per seconde, dat
is 18000 per uur, gezegd een weg van 26 Kilometer
per dag. En dag na dag, gaat deze beweging ijverig
voort, zonder iets anders te vragen dan dat men
haar regelmatitg opwindt; zelfs vergt ze geen olie
terwijl toch andere machines daar ieder oogenblik
behoefte aan hebben.
Dit teere kleine mechanisme wordt op den pols
gedragen door den eigenaar, die er meesttijds geen
bijzondere zorg voor over heeft; is het dan bijna
een wonder dat, in die omstandigheden, het hor
loge niet iederen dag afwijkingen vertoont? En
toch zijn er horloges die, zonder stil te staan, hun
werk gedurende jaren verrichten. Heel wat vorde
ringen zijn er gemaakt om het horloge aan te pas
sen aan de vereischten van een dagelijksch gebruik;
desondanks moet men niet vergeten dat het hor
loge een uiterst teer en breekbaar technisch
meesterwerk is en dat, bij iedere volmaking, men
rekeninig moet houden met de grenzen, van 't weer
standvermogen der samenstellende deeltjes, grenzen
die men altijd weer verder zou willen trekken. Men
moet ook erkennen, dat de moderne fabricage de
werkplaatsen voor 'n deel van haar poëtisch ka
rakter van weleer heeft beroofd, want thans kan de
horlogemaker bij zijn werk niet zingen en fluiten
uit volle borst zonder gevaar te loopen dat de lili-
putterige horlogedeeltjes, die vóór hem liggen, naar
alle kanten van het verterk vliegen.
Aan het einde van dit onderhoud met mijn horlo
gemaker waren wij goede vrienden geworden en,
toen ik zijn werkplaats verliet, was ik een gedachte
rijker geworden dan toen ik gekomen was: die van
eerbied voor het horloge.