Tuinbouwvereen.
„De Eendracht"
Nieuwsblad v. Holl. Noorderkwartier
No 130 teletoon intercommunaal bo. is.DONDERDAG 10 NOVEMBER 1932
41 e Jaargang
EEN SCHOONHEID
NIEUWE
L4MEDIJKER C0URAM1
DEZE COURANT VERSCHIJNT
DINSDAG DONDERDAG
en ZATERDAG
Abnnnmenfcsprys:
per S maanden 1.15.
elke regel meer 15 cent
Imn: finm 1.1. (E1ZER. - Intern I. It UW. - Buitel Hooidscharwnuda.
ALGEMEENE VERGADERING DER TLTNBOUW-
VEREEN1G1NG „DE EENDRACHT"
OP WOENSDAG, 'sAVONDS 7 UUR DIJ
DEN HEEK VlS
Te ongeveer kwart voor acht opent de Voorzitter
deze zeer druk bezocnte vergaaenng en sprees, t, aen
wensch uit, aat ae bespreKingen op zaseiyKcn aan-
genamen toon gevoerd zullen wordenspreaer rele
veert een en anner uit de vorige vergaaenng, waarin
een hoopvolle stemming omtrent te verwacnten
steun inerscnte. ai zjjn er eemge licntpumen, o.a.
een mogeiyxe betere regeling oer contmgenteering
als gevorg aer buitenianuscne verKiezmgen, tocii ziet
spreker de toekomst nog donker in. Wei is m de
uk ir jïie voor ae steunwet opgenomen een bedrag
van vijf minioen, maar alt is te weinig, gezien aat
de twee miuioen voor deze streek veel te weuug was.
Spreker hoopt dat net de politieke partijen geluk
ken zal den Minister te bewegen ae limiet van 5
ïiiiliioen te laten varen. Voorzitter hoopt, dat poli
tiek buiten deze vergadering zal worden genouaen,
daar rnen hiervoor geiegenneia heeft in aen Neu
tralen Bond, en wensent aat met warme narien.
en koele hoofden vergaaerd zal woraen.
Notulen.
Deze worden zonder op of aanmerkingen goed
gekeurd, behoudens een betoog van den neer Jon
kers, die politiek niet misplaatst acht en meent dat
de tuinbouwers eenparig de zijde van de arbeiders
moeten kiezen. Hij spreekt zijn verwondering uit
dat de Raad de subsidie aan de poterbewaarplaats
niet heeft toegekend.
De heer Kostelijk betreurt het geen voorzitter te
zijn, anders zou hij zeker niet toegelaten hebben
dat de eene vergadering door de andere geslingerd
werd. Hij trekt zich de woorden van den neer
Jonkers aan, en wijst er op, dat hij in den gemeen
teraad zit voor de belangen van geheel Ouakarspel
en niet als tuinbouwer, zooals op deze vergadering.
Op deze wijze wordt de veragdering toch weer
verpolitiekt.
De Voorzitter zegt den, heer Jonkers erop ge
wezen te hebben.
Mededeelingen.
Voorzitter deel mede dat het bestuurslid Swagier
afwezig is wegens ziekte en spreekt de hoop tot
spoedig herstel uit. Verder doet voorzitter mededee-
lingen over opgave van beschikbare aardappelen
voor veevoederverkoop, en wijst er op dat de aard
appelen uit den grond en gezakt moeten zijn.
Aan de orde is bestuursverkiezing doch op verzoek
van een der leden wordt dit punt opgeschoven en
eerst behandeld punt 6. (Zie agenda).
Het bestuur stelt voor de kosten van niet leden
op 15 cent per bak te bepalen.
De Voorzitter verzoekt den leden alleen over den
omslag te spreken en discussies over het meer
of minder nut van de poterbewaarplaats achterwege
I te laten.
I De heer Jonkers stelt voor de bijdrage ook te
heffen van leden niet-aardappelverbouwers.
I De voorzitter zegt dat hiervoor een minimum van
75 snees bepaald zal worden.
De heer Kaan zou de mogelijkheid willen bespre
ken den omslag naar den omzet te regelen, daar dit
de gewone manier is, en verzocht de vergadering
geen enkel idee onder zich te houden.
De heer Kalverdijk vraagt hoeveel de kosten per
snees zullen bedragen.
De Voorzitter weet dit niet, doch zal het zoo goed
koop mogelijk gehouden worden.
De heer Strijbis oefient critiek uit op de poter
bewaarplaats en de voorzitter ontneemt hem het
woord, zijnde niet aan de orde. Na eenige discussie,
deelt de vorzitter mede dat wanneer gerekend wordt
op een tekort van f600.— de omslag 3 cent per
snees zal bedragen. Spreker wijst er nog eens op,
dat een omslag naar den omzet gevaren oplevert,
omdat het mogelijk zou zijn, dat de Langedijk meer
en meer een landbouwstreek wordt, en dus de last
op enkelen zou komen. De omzet is nog niet bekend,
en de kosten dus niet te berekenen.
Betreffende omslag contractkool zal een norm ge
vonden moeten worden.
De heer Van Hout acht een contributieverhooging
beter, doch de Voorzitter maakt hem duidelijk, dat
omslag feitelijk verhooging beteekent.
De heer Bakker vraagt inlichtingen over het aan
tal bakken.
De voorzitter deelt mede, dat er ongeveer 3500 in
zijn, en er totaal 5920 geplaatst kunnen worden.
De heer Bakker zou de beschikbare ruimte zoo
goed mogelijk rendabgl willen maken, en daartoe
trachten niet-leden ook leden te maken, en deze
ook f 0.10 laten betalen.
De Voorzitter: 't Komt enkel door de verwerping
in den Raad, anders hadden we dien soesa niet!
Na enkele bespreking wordt tenslotte het Be-
stuursvooorstel zonder hoofdelijke stemming aan
genomen. Er wordt besloten als norm voor den
omslag van contractkool den prijs per bunder te
nemen.
Verloting manden.
De gelukkigen waren de heeren J. Zut Sr., J.
Zut Jr., G. Ameling, H. Kalf, H. de Geus, J. Kalver
dijk, A. Bakker en de verslaggever van de Nieuwe
Langedijker Courant. (Die dus niet met de kous op
de kop, maar met de mand over 't hoofd thuis
kwam. Red.)
Verslag Wortelzaadcommissie.
Bij monde van den heer v. Wielen werd verslag
uitgebracht. De uitkomsten zijn hieel goed. Er is
35 kg. geteeld. Bij de meeste leden zijn de wortels
goed.
De Voorzitter bedankt de Commissie voor het vele
en nuttige werk. (Applaus).
De Kunstmestcommissie brengt door den heer
v. Hout rapport uit, welke de volgende mededeeling
doet:
'k Zou gaarne even meded«llng willen doen van
de werkzaamheden der Kunstmestcommissie (vanaf
April j.l.) Dit doe ik met genoegen, want 't pleit
zeker voor een goede gang van zaken, dat ondanks
de zeer slechte tijd, de hoeveelheid kilogrammen,
doch vooral 't aantal deelnemende leden is geste
gen bij 't vorige jaar.
Er Is n.l. door 50 leden in April bijna l1/? spoor
wagen besteld.
Hiervoor was 17500 kg Amoniak op voor gekocht,
welke door N.V. Krol en Co. is geleverd; deze had
een gehalte van van 20.40 pet. en de verkoopsprijs
was f 5.15 per 100 kg.
Het overige is gegund aan N.V. Haytema, te
weten:
Per 100 kg.
20009 kg. Amoniak gehalte 20.68 pet. Prijs f4.85
6400 Kalksalpeter gehalte 15.50 pet. - 7.—
450 Chili -8.75
12400 Super, gehalte 13.90 pot. - 2.05
3100 Slakkemeel, gehalte 17.60 pet. -2.15
3300 Patent Kali - 7.20
10250 Kalizout 40.60 pet. - 6.45
1O08 Kalk -1.50
De gehaltes waren dus alle voldoende.
In Sept. hebbeh 11 leden nog 6500 kg. Kunstmest
en 90 baal turfstrooiser-besteld. Dit is in samen
werking met NoordscharBpde aanbesteed en ge
gund aan N.V. Krol en Co. De turfstrooisel konden
we leveren voor f 1.60 per baal van 100 kg. 1500 kg.
Amoniak a f4.90; 300 kg Kalkstikstof a f6.75; 1000
kg super a f2.40; 1700 kg Slakke 19 pet. a f2.80 en
2000 kg Patent kali a f 6.75 per 100 kg.
De Voorzitter dankt den heer Hout en de Com
missie. (Applaus).
N.H. ClftlEMJt
„IK HEB EEN
USENSCH GEDOOD"
20 NOVEMBER
Bestuursverkiezing.
De aftredende bestuursleden, de heeren P. Wijn
en C. Borst worden herkozen met respectievelijk
77 en 80 stemmen. Beiden nemen hun benoeming
aan. De hver Wijn had op grond van minder aan
gename ervaringen in vorige vergaderingen over
wogen, de functie neer te leggen. Hij meent echter
de zaak in moeilijke tijden niet in den steek te
moeten laten, en dankt de vergadering voor het ver
trouwen.
In de later gehouden vrije stemmingen voor twee
leden In de vacatures H. de Geus en P. Kostelijk,
werden na twee herstemmingen, waarbij geen vol
strekte meerderheid behaald kon worden, gekozen
de heeren G. Langedijk met 55 en den heer Wonder
met 49 stemmen. Op den heer A. Bakker werden 41
stemmen en op den heer IJffs 8 stemmen uitge
bracht.
De Voorzitter feliciteert de nieuw en herbe
noemden en dankt de scheidende bestuursleden voor
hun vele werk.
De heer de Geus hoopt dat zijn opvolger betere
jaren zal meemaken.
Openhouden Burggracht.
Bedoeling van het Bestuur is, de zaak als 't volgt
aan te voeren: roeien, zoolang het mogelijk is, als
het dooit hakken, en niet hakken als 't vriest.
Algemeen goedgevonden.
Rondvraag.
De heer Jonkers vraagt waarom bij hem het ijs
nooit opengehakt wordt.
Voorzitter zegt nooit geen klachten te hebben
gehad, maar verklaart dat het moeilijk is met een
boeier in de Spoorstraat te komen. Er zal een weg
op gevonden worden.
De heer Appelman wijst de vergadering op be
sluiten van Armenraad en Gedeputeerde Staten be
treffende steun aan tuinders, die niet onder arm
lastigen gerekend kunnen worden. Beide lichamen
staan afwijzend tegenover de verzoeken.
De heer Appelman; Ze denken-, vriezen ze dood,
dan vriezen ze dood!
De heer Strijbis verzoekt inlichtingen over ont
smetten in de poterbewaarplaats.
De Voorzitter en de hieer Kaan geven hem hierop
inlichtingen. De heer Strijbis verklaart voldaan te
zijn, en zou nu nog graag willen, dat de norm over
de jaren 1928-1929-1930 die voor den steunwet gel
den, veranderd zouden worden in 1927-1928-1929.
Spr. zou hiervoor van vereenigingswege actie willen
voeren.
De heer Kaan wijst er op, dat de Kamerleden
krachtig bewerkt worden, en dat bij veranderen van
het steunsysteem de Katholieken den doorslag ge
ven, door meer of minder pressie op de rechtsche
partijen.
De heer J. Langedijk bespreekt een kwestie over
niet veilen van Wilde Due aardappelen.
De Voorzitter zal dit met den Noordermarktbond
bespreken.
De heer A. Bakker, komt weer terug op de ren
dabiliteit van de pojerbewaarplaatjs, en zou er
bollen in willen plaatsen, die dan volgens de eischen
verwarmd kunnen worden.
De Voorzitter zegt dat deze kwestie al voor eenige
jaren rjnder de oog en is gezien, en_raadt aan een
commissie te vormen van leden-bollenkweekers, die
deze zaak weer in eigen organisatie ten berde kun
nen brengen. Na eenige bespreking wordt besloten
deze commissie onderling te vormen.
De heer C. Borst had met voorstellen tot boycot
bij executoriale verkoopingen willen komen, maar
acht het beter dit nog eerst in Bestuursvergadering
te bespreken. Hij dankt de vergadering voor het
vertrouwen in hem gesteld. Er is een zegswijze,
aldus spreker: „Bij nacht een man, bij dag een
man', maar nu het hier overal nacht is, zegt hij,
„bij dag een man, bij nacht een man." (Applaus).
De heer J. van Hout vraagt of men thans reeds
Kalizout of Thomasslakkenmeel opgeven wil. Alge
meen wordt beter geacht tot Februari te wachten.
De heer Kalverdijk mist een punt „verpachting
vischwater" dat aangekondigd was.
De Voorzitter vreesde ieen langdurige vergadering,
en had beter geoordeeld het punt tot een voorjaars
vergadering aan te houden.
De heer Kalverdijk maakt een opmerking over het
In- en Verkoopbureau en vreest dat door het groote
aantal reeds benoemde ambtenaren en adviseurs, er
voor de tuinders, gezien de lage prijzen niet veel
kan overblijven.
FEUILLETON
3)
.Permitteer mij."
Het glas werd opgetrokken, voordat ik iets had
kunnen antwoorden. Met ieen half gemompeld
„dank u" leunde ik weder in de kussens van het
rijtuig.
Ik voelde mij eenigszins teleurgesteld door mijne
verkeerde beoordeeling van den vreemdeling. Na
tuurlijk zal elk fatsoenlijk man beleefd zijn voor
een jonge dame, al vindt hij het ook niet de
moeite waard, de minste notitie van haar te nemen.
Ten gevolge van de hitte had ik mijn hand
schoenen uitgetrokken, en in gedachten speelde
ik nu met de linten van mijn Japon, totdat ik
eensklaps bemerkte dat de vreemdeling steelsge-
wijze naar mijn rustelooae vingers keek.
Zijn blik volgende, kwam ik tot de overtuiging,
dat mijne handen buitengewoon blank en fraai
gevormd waren. Tot nu toe had ik nooit bijzon
der op die handen gelet, maar zij schenen blijk
baar de bewondering van den vreemdeling op te
wekken. Hij keek van mijn handen naar mijn
gelaat, en scheen zich in stilte over iets te ver
bazen.
„Hij begrijpt niet hoe zulk ieen leelijk meisje
aan zulke mooie, witte hónden komt," dacht ik bij
mijzelf. Nu, die handen zullen mij geen kwaad
doen. Geen man zal zoo dwaas zijn om een meisje
te vragen ter wille van een paar fraai gevormde
handen.
De trein hield stil. Wij hadden de plaats mijner
bestemming bereikt. Ik nam mijn reistasch op, en
maakte mij gereed om uit te stappen, toen mijn
overbuurman tot mijn verwondering zijn courant
wegborg, en eveneens toebereidselen maakte om den
trein te verlaten. Mrs. Harlow had geschreven, dat
zij haar nichtje zou sturen om mij af te halen.
Toen ik dus op het perron een lang jong meisje
zag met een donker uiterlijk, in een onberispelijk
blauw linnen zomertoilet, dacht ik niet anders dan
dat dit Miss Harlow zou wezen. Ik was op het punt
mij aan haar voor te stellen, toen haar oog eens
klaps op mijn gewezen reisgenoot viel.
Met een innemenden glimlach, en uitgestrekte
hand trad zij op hem toe.
„Wel Gerard, zijt gij daar? Wij- wachtten u pas
met den laatsten trein."
„Welk een streelend welkom, Amy!" antwoordde
hij lachend, terwijl hij de hem aangeboden hand
drukte.,, Ik vleide mij reeds, dat gij hier gekomen
waart om mij te begroeten."
„Neen ik kwam hier om Miss Grey af te
halen, een nichtje van tante Helen; maar ik zie
haar niet."
Al sprekende had zij zich omgekeerd; toen zij mij
bespeurde, zag zij mij verwonderd aan. De heer,
met wien zij gesproken had, en ikzelf waren de
eenige passagiers, die aan het station uit den trein
gestapt waren. Zij trad op mij toe.
„Miss Grey?" vraagde zij.
„Ja," antwoordde ik, „ik ben Miss Grey en ik
veronderstel, dat gij Miss Harlow zijt."
„Mrs. Hariow zendt mij om u af te halen. Het
rijtuig wacht ons. Er is plaats genoeg voor u,
Gerard", vervolgde zij tot den jongen man, die op
eenigen afstand was blijven staan.
Wij namen alle drie in het rijtuig plaats en
Miss Hariow gaf den palfrenier last om voor de
bagage te zorgen.
„Miss Grey, ik vergat u mijn neef Sir Gerard
Bertram voor te stellen."
Wij bogen zwijgend, en toen wij weder opkeken
ontmoetten onze oogen elkander. In de zijne was
een spottende en toch onzekere uitdrukking die
mij min of meer in de war bracht. Ik kreeg een
gevoel alsof ik mij over mijne pruik schaamde.
Sir Gerard maakte een beleefde opmerking over
het genoegen dat hij had gehad om van Londen
met mij in dezelfde coupe te reizen, toen Miss
Hariow hem in de rede viel door een menigte
vragen omtrent zijn vrienden en bloedverwanten
te doen. Hij moet een groote familie hebben, dacht
ik, te oordeelen naar al de namen, die de dame
achtereenvolgens noemde. Toen zij eindelijk op
hield, vraagde hij hoe Mrs. Harlow het maakte en
informeerde zich naar hetgeen er sedert zijn vertrek
te Hariow Chase gebeurd was. Ik, die er niet aan
gewend was, zoo geheel over het hoofd gezien te
worden, vond dit gesprek tamelijk vervelend, en
kwam al gauw tot het besluit dat Miss Hariow zeer
onbeleefd en Sir Gerard vrij onbeduidend was,
waarna ik achterover leunde, en naar buiten tuurde.
De rit naar de „Chase" duurde niet lang. Toen
wij aankwamen stond Mrs. Harlow op de stoep
om ons te verwelkomen. Zij kuste mij hartelijk
en zeide, dat zij blij was mij te zien. Daarop reikte
zij de han<i aan haar neef en gingen wij gezamenlijk
naar binnen, waar de namiddagthee gereed stond.
Nadat wij ons hiermee verkwikt hadden, bracht
Miss Hariow mij naar mijne kamer, en hielp mij
mijn goed afdoen. Toen ik mijn hoed afzette viel
haar oog op mijn pruikje. Zij was te belsefd om
eene vraag te doen, maar ik zag het haar aan, dat
zij nieuwsgierig was.
„Mijn haar werd afgeknipt, toen ik dezen winter
zoo ziek was," zeide ik bij wijze van opheldering,
„en nu moet ik een pruikje dragen, totdat het
weer aangegroeid is."
„Daar hebt gij gelijk aan," antwoordde zy. „Gy
zoudt licht, kou kunnen vatten, als gy niets op uw
hoofd hadt."
Ik vond het niet noodig haar mee te deelen,
dat toen het pruikje van den kapper kwam, ik
het ding zoo leeiyk vond, dat ik het niet wilde
dragen, en in plaats daarvan zelf neteldoeksche
mutsjes met strookjes gemaakt had.
„Moet gy uw bril ook in huis dragen?" vraagde
zy een oogenblik later.
„Ja, ongeveer tien dagen geleden heb ik een
kleine operatie aan myn oog ondergaan, en nu
moet ik nog drie of vier weken myn bril ophouden."
Het verhaal van de operatie was feiteiyk waar.
Een dag of wat geleden was ik naar Torquay
gegaan om vrienden te bezoeken. In den trein
was er een stukje steenkool in mijn oog gewaaid,
dat ik er niet meer uit kon krygen, zoodat ik, te
Torquay aangekomen, even naar een apotheek ging
om het te laten verwyderen. Maar deze bijzonder
heden vertelde ik er niet by.
Ik was nu een week in Hariow Chase geweest
en had in dien korten tyd reeds een warme gene
genheid voor myne nicht Helen opgevat, zy was
een zachtzinnige, hoogst beschaafde vrouw, die zich
feitelyk geheel liet beheerschen door Amy Harlow,
welke jonge dame maar al te goed party wist te
trekken van het meegaande karakter harer tante,
in den beginne begreep ik niet recht welke poisitie
Amy Harlow in het gezin op de Chase innam; maar
weldra vernam ik, dat hare ouders onbemiddeld
waren, en dat haar oom, Majoor Harlow, deed zoo
veel in zyn vermogen was om zijn familie te steunen.
Amy was de oudste dochter en gedurende de laatste
drie jaar had zy voortdurend by hare tante ge
woond. Ik geloof niet, dat deze by zonder veel van
haar nichtje hield, maar zy was te goedhartig om
haar dit te toonen, of zich tegen den wensch van
Majoor Hariow te verzetten.
Het kostte my niet veel tyd om tot de ontdek
king te komen, dat Amy op het oogenblik geen
grooter verlangen koesterde dan de virouw van
Sir Gerard, en Lady Bertram te worden. Of zy
werkeiyk veel van haar neef hield, was my niet
duideiyk, hiaar zeker was het, dat zy alles deed
wat in haar vermogen was en menigmaal was
ik verbaasd over hare vindingrykheid op dit punt
om zyne genegenheid te winnen. Naar het my
voorkwam doorzag Sir Gerard hare bedoeling niet.
Hy behandelde haar met de gemakkeiyke gemeen
zaamheid, die mien meestal tusschen zulke nauwe
verwanten aantreft, maar daardoor was het moei
lijk den waren aard zyner gevoelens te bepalen.
Soms kwam het my voor dat hy haar meer oplet
tendheid bewees, dan volstrekt noodig was, en bij
die gelegenheden straalde haar oog van innerlyke
voldoening. Op zulk een oogenblik ik zal het maar
eerlyk bekennen kreeg ik een onaangenaam ge
voel, een gewaarwording, vrees ik, van jaloezie. Dat
was niet, zoo trachtte ik my zelf wys te maken,
omdat ik zelf iets om Sir Gerard gaf. Ik kende
hem pas sedert eene week, en dat was immers veel
te kort om iets voor iemand te kunnen voelen.
Neen, het was omdat het my, die zoo gewiend was
aan bewondering, hinderde door een ander in de
schaduw gesteld te worden.
(Wordt vervolgd).